premise_en
stringlengths
7
402
premise_nl
stringlengths
8
417
hypothesis_en
stringlengths
0
295
hypothesis_nl
stringlengths
1
308
label
int32
0
2
explanation_1_en
stringlengths
0
917
explanation_1_nl
stringlengths
3
766
explanation_2_en
stringclasses
1 value
explanation_2_nl
stringclasses
1 value
explanation_3_en
stringclasses
1 value
explanation_3_nl
stringclasses
1 value
da_premise
stringlengths
3
6
mqm_premise
stringlengths
3
7
da_hypothesis
stringlengths
3
6
mqm_hypothesis
stringlengths
3
6
da_explanation_1
stringlengths
3
6
mqm_explanation_1
stringlengths
3
7
da_explanation_2
stringclasses
1 value
mqm_explanation_2
stringclasses
1 value
da_explanation_3
stringclasses
1 value
mqm_explanation_3
stringclasses
1 value
A foreign family is walking along a dirt path next to the water.
Een buitenlandse familie loopt over een zandpad naast het water.
A family walks along a dirt path.
Een familie loopt over een zandpad.
0
If someone walks they are walking
Als iemand loopt, lopen ze.
0.442
0.1273
0.1499
0.1206
0.2728
0.1094
A foreign family is walking along a dirt path next to the water.
Een buitenlandse familie loopt over een zandpad naast het water.
A family plays board games at their dinner table.
Een familie speelt bordspellen aan hun eettafel.
2
They cannot be walking along a dirt path while at their dinner table, nor can it plays board games while walking.
Ze kunnen niet lopen op een zandpad terwijl ze aan hun eettafel, noch kan het spelen bordspelen tijdens het lopen.
0.4394
0.1274
0.8202
0.1192
0.1312
0.0779
A foreign family is walking along a dirt path next to the water.
Een buitenlandse familie loopt over een zandpad naast het water.
There is a family taking a walk outside.
Er is een familie aan het wandelen.
0
The family is walking outside next to the water.
De familie loopt buiten naast het water.
0.4394
0.1274
0.0001
0.1146
0.4121
0.1202
A foreign family is walking along a dirt path next to the water.
Een buitenlandse familie loopt over een zandpad naast het water.
A family walks along a dirt path in a forest by a pond.
Een familie loopt langs een zandpad in een bos bij een vijver.
1
Sentence 1 does not indicate that the path is in a forest or that the water is a pond.
Zin 1 geeft niet aan dat het pad in een bos ligt of dat het water een vijver is.
0.4409
0.1273
0.6234
0.1319
0.771
0.1469
A foreign family is walking along a dirt path next to the water.
Een buitenlandse familie loopt over een zandpad naast het water.
A family of foreigners walks by the lake.
Een familie van buitenlanders wandelt bij het meer.
1
no all water is a lake
Geen enkel water is een meer
0.4409
0.1273
0.5655
0.1206
0.4513
0.1409
A man and a woman are standing next to sculptures, talking while another man looks at other sculptures.
Een man en een vrouw staan naast beeldhouwwerken, terwijl een andere man naar andere beelden kijkt.
People are looking at sculptures at a museum.
Mensen kijken naar beelden in een museum.
0
A man and woman look at sculptures at the museum.
Een man en vrouw kijken naar beelden in het museum.
0.4404
0.119
0.6857
0.145
0.7581
0.1245
A man and a woman are standing next to sculptures, talking while another man looks at other sculptures.
Een man en een vrouw staan naast beeldhouwwerken, terwijl een andere man naar andere beelden kijkt.
There are people next to sculptures.
Er zijn mensen naast beelden.
0
People like to stand next to sculptures.
Mensen staan graag naast beelden.
0.4404
0.119
0.2897
0.1235
0.0475
0.1102
A man and a woman are standing next to sculptures, talking while another man looks at other sculptures.
Een man en een vrouw staan naast beeldhouwwerken, terwijl een andere man naar andere beelden kijkt.
A man and a woman are happily standing.
Een man en een vrouw staan gelukkig.
1
A man and a woman are standing next to sculptures, talking are not necessarily happily standing.
Een man en een vrouw staan naast beeldhouwwerken, praten hoeft niet per se gelukkig te staan.
0.4404
0.119
0.6728
0.1042
0.0
0.0699
A man and a woman are standing next to sculptures, talking while another man looks at other sculptures.
Een man en een vrouw staan naast beeldhouwwerken, terwijl een andere man naar andere beelden kijkt.
People standing near sculptures
Mensen in de buurt van beeldhouwwerken
0
People like to stand near sculptures.
Mensen staan graag in de buurt van beelden.
0.441
0.119
0.0001
0.1283
0.0017
0.1176
A man and a woman are standing next to sculptures, talking while another man looks at other sculptures.
Een man en een vrouw staan naast beeldhouwwerken, terwijl een andere man naar andere beelden kijkt.
Three people are looking at painting at a school fair.
Drie mensen kijken naar schilderen op een schoolbeurs.
2
Sculptures are not the same thing as a painting and sculptures are usually not found at a school fair.
Beeldhouwkunst is niet hetzelfde als een schilderij en sculpturen worden meestal niet gevonden op een schoolbeurs.
0.4398
0.119
0.0484
0.1065
0.4861
0.1268
A man and a woman are standing next to sculptures, talking while another man looks at other sculptures.
Een man en een vrouw staan naast beeldhouwwerken, terwijl een andere man naar andere beelden kijkt.
Nobody is standing.
Er staat niemand.
2
If it says they are all standing, then it cannot be true that nobody is standing.
Als het zegt dat ze allemaal staan, dan kan het niet waar zijn dat niemand staat.
0.4398
0.119
0.0
0.101
0.3033
0.1102
A man and a woman are standing next to sculptures, talking while another man looks at other sculptures.
Een man en een vrouw staan naast beeldhouwwerken, terwijl een andere man naar andere beelden kijkt.
The sculptures are a recent creation.
De sculpturen zijn een recente creatie.
1
DOn;t assume the sculptures were recent
DOn;t aannemen dat de beelden recent waren
0.4398
0.119
0.8476
0.1422
0.0
0.0996
A man and a woman are standing next to sculptures, talking while another man looks at other sculptures.
Een man en een vrouw staan naast beeldhouwwerken, terwijl een andere man naar andere beelden kijkt.
A man and a woman are standing.
Een man en een vrouw staan.
0
People like to stand next to sculptures.
Mensen staan graag naast beelden.
0.4405
0.119
0.7484
0.1232
0.048
0.1102
A man and a woman are standing next to sculptures, talking while another man looks at other sculptures.
Een man en een vrouw staan naast beeldhouwwerken, terwijl een andere man naar andere beelden kijkt.
Tall people standing
Lange mensen staand
1
Just because man and a woman are standing next to sculptures, talking while another man looks at other sculptures doesn't mean they are tall.
Alleen omdat man en vrouw naast beeldhouwwerken staan, terwijl een andere man naar andere beelden kijkt, betekent niet dat ze lang zijn.
0.4405
0.119
0.0
0.076
0.0383
0.0643
A man and a woman are standing next to sculptures, talking while another man looks at other sculptures.
Een man en een vrouw staan naast beeldhouwwerken, terwijl een andere man naar andere beelden kijkt.
The is a single sculpture.
Het is een enkel beeld.
2
other sculptures implies there are more than 1 sculpture
andere sculpturen impliceert dat er meer dan 1 sculptuur
0.4405
0.119
0.5401
0.126
0.0
0.1031
A man and a woman are standing next to sculptures, talking while another man looks at other sculptures.
Een man en een vrouw staan naast beeldhouwwerken, terwijl een andere man naar andere beelden kijkt.
The man and woman are standing by a swimming pool.
De man en vrouw staan bij een zwembad.
2
You cannot simultaneously look at sculptures and a swimming pool
Je kunt niet tegelijkertijd kijken naar beelden en een zwembad
0.4405
0.119
0.868
0.133
0.3435
0.1205
A man and a woman are standing next to sculptures, talking while another man looks at other sculptures.
Een man en een vrouw staan naast beeldhouwwerken, terwijl een andere man naar andere beelden kijkt.
People are looking at scultures that were made by a famous artist.
Mensen kijken naar culturen die gemaakt zijn door een beroemd kunstenaar.
1
The sculptures may not be by a famous artist.
De beelden zijn misschien niet van een beroemde kunstenaar.
0.4405
0.119
0.0001
0.1102
0.9157
0.139
A man and a woman are standing next to sculptures, talking while another man looks at other sculptures.
Een man en een vrouw staan naast beeldhouwwerken, terwijl een andere man naar andere beelden kijkt.
There are sculptures of people.
Er zijn beelden van mensen.
1
Not all sculptures are sculptures of people.
Niet alle beelden zijn beeldhouwwerken van mensen.
0.4415
0.119
0.2919
0.1175
0.4461
0.1261
A man and a woman are standing next to sculptures, talking while another man looks at other sculptures.
Een man en een vrouw staan naast beeldhouwwerken, terwijl een andere man naar andere beelden kijkt.
There are scultupres nearby.
Er zijn scultupres in de buurt.
0
There are sculptures next to the people.
Er staan beelden naast de mensen.
0.4404
0.119
0.0187
0.098
0.2445
0.1182
A man and a woman are standing next to sculptures, talking while another man looks at other sculptures.
Een man en een vrouw staan naast beeldhouwwerken, terwijl een andere man naar andere beelden kijkt.
A man and a woman are sitting.
Een man en een vrouw zitten.
2
You cannot be standing and sitting at the same time
U kunt niet tegelijkertijd staan en zitten
0.4416
0.119
0.7561
0.1153
0.6794
0.1412
Group of young women in dresses strolling on the sidewalk.
Groep jonge vrouwen in jurken wandelend op de stoep.
all the women are well dressed
alle vrouwen zijn goed gekleed
1
The women in dresses do not imply they are well dressed.
De vrouwen in jurken suggereren niet dat ze goed gekleed.
0.7513
0.1228
0.9123
0.1329
0.3465
0.0901
Group of young women in dresses strolling on the sidewalk.
Groep jonge vrouwen in jurken wandelend op de stoep.
all the young girls won the first prize
alle jonge meisjes wonnen de eerste prijs
2
Group of young women strolling on the sidewalk haven't won the first prize.
Groep jonge vrouwen die op de stoep wandelen hebben niet de eerste prijs gewonnen.
0.7516
0.1228
0.9038
0.1307
0.3561
0.1127
Group of young women in dresses strolling on the sidewalk.
Groep jonge vrouwen in jurken wandelend op de stoep.
there are some groups one of them of young females are in dresses strolling for a ramp walk
er zijn een aantal groepen een van hen van jonge vrouwtjes zijn in jurken wandelen voor een helling wandeling
0
The group of women must be strolling in dresses because they are strolling on a sidewalk.
De groep vrouwen moet wandelen in jurken omdat ze wandelen op een stoep.
0.7516
0.1228
0.0
0.0772
0.309
0.1203
A man wearing a striped top and jeans does a skateboard trick on some steps while a man who is hunched over photographs him.
Een man met een gestreepte top en een spijkerbroek doet een skateboard truc op een paar treden terwijl een man die voorover gebogen is hem fotografeert.
a man is photographing a man skateboarding.
Een man fotografeert een man skateboarden.
0
skateboard trick shows that skateboarding
skateboard truc toont dat skateboarden
0.1882
0.0773
0.2371
0.1054
0.0
0.0488
A man wearing a striped top and jeans does a skateboard trick on some steps while a man who is hunched over photographs him.
Een man met een gestreepte top en een spijkerbroek doet een skateboard truc op een paar treden terwijl een man die voorover gebogen is hem fotografeert.
a man is riding his scooter alone
een man rijdt alleen op zijn scooter
2
A person cannot do a skateboard trick and be riding a scooter at the same time
Een persoon kan geen skateboard truc doen en tegelijkertijd op een scooter rijden
0.1882
0.0773
0.8942
0.1417
0.4933
0.1031
A man wearing a striped top and jeans does a skateboard trick on some steps while a man who is hunched over photographs him.
Een man met een gestreepte top en een spijkerbroek doet een skateboard truc op een paar treden terwijl een man die voorover gebogen is hem fotografeert.
tony hawks manager is photographing tony hawk skateboarding
Tony Hawks manager fotografeert Tony Hawk skateboarden
1
Just because man wearing a striped top and jeans does a skateboard trick on some steps while a man who is hunched over photographs him doesn't mean it is tony hawks manager.
Gewoon omdat de man met een gestreepte top en jeans een skateboard truc doet op een paar treden terwijl een man die voor foto's staat, niet betekent dat het Tony Hawks manager is.
0.1882
0.0773
0.141
0.0793
0.0001
0.0632
A man squatting in the foreground of a photograph while taking a photograph of his own of a man doing a skateboarding kick flip in midair above a short flight of stairs outdoors.
Een man die op de voorgrond van een foto hurkt terwijl hij een foto neemt van een man die een skateboarding kick flip doet in de lucht boven een korte trap buiten.
A man is taking the picture of a skateboarder who is being taken by aliens.
Een man neemt de foto van een skateboarder die wordt genomen door aliens
2
A person cnnot do a skateboarding kick flip and be taken by aliens at the same time
Een persoon kan niet doen een skateboarden kick flip en worden genomen door aliens op hetzelfde moment
0.0
0.0508
0.2623
0.1111
0.0023
0.0808
A man squatting in the foreground of a photograph while taking a photograph of his own of a man doing a skateboarding kick flip in midair above a short flight of stairs outdoors.
Een man die op de voorgrond van een foto hurkt terwijl hij een foto neemt van een man die een skateboarding kick flip doet in de lucht boven een korte trap buiten.
Photographers capture a male skateboarder performing tricks inside an abandoned building.
Fotografen vangen een mannelijke skateboarder die trucs uitvoert in een verlaten gebouw.
2
A person cannot be above stairs outdoors and inside a building at the same time
Een persoon kan niet tegelijkertijd boven de trap zijn, zowel buiten als in een gebouw
0.0
0.0508
0.5641
0.098
0.2472
0.1123
A man squatting in the foreground of a photograph while taking a photograph of his own of a man doing a skateboarding kick flip in midair above a short flight of stairs outdoors.
Een man die op de voorgrond van een foto hurkt terwijl hij een foto neemt van een man die een skateboarding kick flip doet in de lucht boven een korte trap buiten.
A woman is skateboarding with her boyfriend.
Een vrouw skateboardt met haar vriendje.
2
It can either be a man or a woman skateboarding, not both
Het kan een man of een vrouw skateboarden, niet beide
0.0
0.0508
0.7573
0.1196
0.2174
0.0861
A man squatting in the foreground of a photograph while taking a photograph of his own of a man doing a skateboarding kick flip in midair above a short flight of stairs outdoors.
Een man die op de voorgrond van een foto hurkt terwijl hij een foto neemt van een man die een skateboarding kick flip doet in de lucht boven een korte trap buiten.
A man is taking the picture of a skateboarder who is performing a trick.
Een man neemt de foto van een skateboarder die een truc uitvoert
0
Man is taking picture of another man doing skateboarding kick flip.
De man maakt foto's van een andere man die skateboardt.
0.0
0.0508
0.4603
0.1189
0.0051
0.0956
A man squatting in the foreground of a photograph while taking a photograph of his own of a man doing a skateboarding kick flip in midair above a short flight of stairs outdoors.
Een man die op de voorgrond van een foto hurkt terwijl hij een foto neemt van een man die een skateboarding kick flip doet in de lucht boven een korte trap buiten.
A man photographs a wedding.
Een man fotografeert een huwelijk.
2
someone cannot photograph a skateboarding kick and a wedding at the same time
iemand kan niet tegelijkertijd een skateboardschop en een trouwerij fotograferen
0.0
0.0508
0.8294
0.1157
0.0006
0.0865
A man squatting in the foreground of a photograph while taking a photograph of his own of a man doing a skateboarding kick flip in midair above a short flight of stairs outdoors.
Een man die op de voorgrond van een foto hurkt terwijl hij een foto neemt van een man die een skateboarding kick flip doet in de lucht boven een korte trap buiten.
A man is taking photos of his son doing tricks on the skateboard.
Een man maakt foto's van z'n zoon.
1
Not all man has son.
Niet iedereen heeft een zoon.
0.0
0.0507
0.0003
0.0971
0.96
0.1129
A man squatting in the foreground of a photograph while taking a photograph of his own of a man doing a skateboarding kick flip in midair above a short flight of stairs outdoors.
Een man die op de voorgrond van een foto hurkt terwijl hij een foto neemt van een man die een skateboarding kick flip doet in de lucht boven een korte trap buiten.
A man photographs Tony Hawk skateboarding.
Een man fotografeert Tony Hawk skateboarden.
1
Sentence 1 is missing Tony Hawk skateboarding.
Wraak 1 mist Tony Hawk skateboarden.
0.0
0.0508
0.4437
0.0923
0.0
0.0618
A man squatting in the foreground of a photograph while taking a photograph of his own of a man doing a skateboarding kick flip in midair above a short flight of stairs outdoors.
Een man die op de voorgrond van een foto hurkt terwijl hij een foto neemt van een man die een skateboarding kick flip doet in de lucht boven een korte trap buiten.
A man is taking photos of skateboarding tricks.
Een man maakt foto's van skateboardtrucs.
0
There are many photographers who lare taking photos of skateboarding tricks.
Er zijn veel fotografen die foto's maken van skateboarding trucs.
0.0
0.0508
0.3347
0.0954
0.2378
0.0914
A man squatting in the foreground of a photograph while taking a photograph of his own of a man doing a skateboarding kick flip in midair above a short flight of stairs outdoors.
Een man die op de voorgrond van een foto hurkt terwijl hij een foto neemt van een man die een skateboarding kick flip doet in de lucht boven een korte trap buiten.
People take photos outdoors while a man performs exciting skateboarding tricks.
Mensen maken buiten foto's terwijl een man spannende skateboardtrucs uitvoert.
0
People take photos of skateboarding tricks outdoors.
Mensen maken foto's van skateboarden trucs buiten.
0.0
0.0507
0.4035
0.1036
0.3288
0.0836
A man squatting in the foreground of a photograph while taking a photograph of his own of a man doing a skateboarding kick flip in midair above a short flight of stairs outdoors.
Een man die op de voorgrond van een foto hurkt terwijl hij een foto neemt van een man die een skateboarding kick flip doet in de lucht boven een korte trap buiten.
A man is photographing another man.
Een man fotografeert een andere man.
0
The photo shows another man in the photograph taking a photograph of his own.
De foto toont een andere man op de foto die zelf een foto maakt.
0.0
0.0507
0.7246
0.1166
0.0058
0.0925
A man squatting in the foreground of a photograph while taking a photograph of his own of a man doing a skateboarding kick flip in midair above a short flight of stairs outdoors.
Een man die op de voorgrond van een foto hurkt terwijl hij een foto neemt van een man die een skateboarding kick flip doet in de lucht boven een korte trap buiten.
A pro photographer is taking pictures of a pro skater.
Een pro fotograaf maakt foto's van een pro skater.
1
JUST BECAUSE THE MAN IS SQUATTING WHILE TAKING A PHOTOGRAPH DOES NOT MEAN HE IS A PRO.
Omdat de man een foto neemt, betekent niet dat hij een prof is.
0.0
0.0508
0.7445
0.1153
0.0001
0.0917
A man squatting in the foreground of a photograph while taking a photograph of his own of a man doing a skateboarding kick flip in midair above a short flight of stairs outdoors.
Een man die op de voorgrond van een foto hurkt terwijl hij een foto neemt van een man die een skateboarding kick flip doet in de lucht boven een korte trap buiten.
Two men are going down a water slide.
Twee mannen gaan naar een waterglijbaan.
2
A person cannot take a photograph and go down a water slide at the same time
Een persoon kan geen foto nemen en tegelijkertijd een waterglijbaan afdalen
0.0
0.0508
0.5849
0.1262
0.2132
0.1105
A man squatting in the foreground of a photograph while taking a photograph of his own of a man doing a skateboarding kick flip in midair above a short flight of stairs outdoors.
Een man die op de voorgrond van een foto hurkt terwijl hij een foto neemt van een man die een skateboarding kick flip doet in de lucht boven een korte trap buiten.
A man photographs a skateboarder doing tricks.
Een man fotografeert een skateboarder met trucs.
0
A man squatting while taking a photograph of a man doing a skateboarding kick photographs a skateboarder doing tricks.
Een man die kraakt terwijl hij een foto neemt van een man die een skateboard maakt, fotografeert een skateboarder die trucjes doet
0.0
0.0508
0.2218
0.0789
0.0
0.0548
A man squatting in the foreground of a photograph while taking a photograph of his own of a man doing a skateboarding kick flip in midair above a short flight of stairs outdoors.
Een man die op de voorgrond van een foto hurkt terwijl hij een foto neemt van een man die een skateboarding kick flip doet in de lucht boven een korte trap buiten.
A man tries to get the perfect picture of a skateboarder for a magazine.
Een man probeert de perfecte foto te krijgen van een skateboarder voor een tijdschrift
1
Taking a photograph does not imply it is to get the perfect picture or that it is for a magazine.
Een foto nemen betekent niet dat het een perfect beeld is of dat het voor een tijdschrift is.
0.0
0.0508
0.6615
0.1244
0.3659
0.1255
A man squatting in the foreground of a photograph while taking a photograph of his own of a man doing a skateboarding kick flip in midair above a short flight of stairs outdoors.
Een man die op de voorgrond van een foto hurkt terwijl hij een foto neemt van een man die een skateboarding kick flip doet in de lucht boven een korte trap buiten.
A male skateboarder performs tricks outdoors for professional photographers.
Een mannelijke skateboarder voert trucs uit voor professionele fotografen.
1
Not all photographers are professional.
Niet alle fotografen zijn professioneel.
0.0
0.0508
0.7345
0.0995
0.9908
0.1289
One biker is running with their bike while another is riding around them.
De ene motorrijder rent met zijn fiets terwijl de andere er omheen rijdt.
The people are driving cars
De mensen rijden auto's
2
A person cannot be running with a bike and driving cars at the same time
Een persoon kan niet rennen met een fiets en rijden auto's tegelijkertijd
0.6913
0.1186
0.8646
0.1304
0.252
0.1085
One biker is running with their bike while another is riding around them.
De ene motorrijder rent met zijn fiets terwijl de andere er omheen rijdt.
The people are part of a club
De mensen maken deel uit van een club
1
Not all bikers are part of a club.
Niet alle fietsers maken deel uit van een club.
0.6914
0.1186
0.9748
0.16
0.9543
0.1413
One biker is running with their bike while another is riding around them.
De ene motorrijder rent met zijn fiets terwijl de andere er omheen rijdt.
People have bikes
Mensen hebben fietsen.
0
A biker rides bikes. Bikers are people. People have bikes.
Een motorrijder rijdt fietsen, fietsen zijn mensen, mensen hebben fietsen.
0.6916
0.1186
0.5189
0.1244
0.2835
0.1087
Two people with bicycles, one in front running with a bike and one in back riding.
Twee personen met fietsen, één vooraan met een fiets en één achteraan rijden.
Two people eating ice cream cones at the mall.
Twee mensen eten ijskegels in het winkelcentrum.
2
It's unlikely that one would be eating ice cream while also running with a bike or riding one, especially while in a mall.
Het is onwaarschijnlijk dat men ijs zou eten terwijl ook rennen met een fiets of rijden, vooral terwijl in een winkelcentrum.
0.163
0.0792
0.3853
0.0974
0.0
0.0851
Two people with bicycles, one in front running with a bike and one in back riding.
Twee personen met fietsen, één vooraan met een fiets en één achteraan rijden.
Two people taking their bikes to the trail.
Twee mensen die hun fietsen naar het pad brengen
1
Running and riding bikes does not imply it is to the trail.
Rennen en fietsen betekent niet dat het naar het pad is.
0.1642
0.0792
0.0001
0.1135
0.0
0.0932
Two people with bicycles, one in front running with a bike and one in back riding.
Twee personen met fietsen, één vooraan met een fiets en één achteraan rijden.
One person running next to their bike with the person riding their bike behind them.
Een persoon die naast zijn fiets loopt met de persoon die zijn fiets achter zich rijdt.
0
People running with a bike and one riding a bike in back are a person running next to their bike with the person riding their bike behind them.
Mensen die rennen met een fiets en een fiets achterin zijn een persoon die naast hun fiets loopt met de persoon die hun fiets achter hen rijdt.
0.1642
0.0792
0.0005
0.0909
0.0845
0.0656
A young man doing a trick on a skateboard down the stairs while being photographed.
Een jongeman die een truc doet op een skateboard van de trap terwijl hij gefotografeerd wordt.
A young man roller blades across a ramp while being photographed.
Een jonge man rolschaatsen over een helling terwijl ze gefotografeerd worden
2
One cannot skateboard and roller blade at the same time. One cannot go down a ramp and the stairs at the same time.
Men kan niet tegelijkertijd skateboarden en rolschaatsen. Men kan niet tegelijkertijd een oprit en de trap afgaan.
0.1626
0.0842
0.1578
0.0864
0.2085
0.1035
A young man doing a trick on a skateboard down the stairs while being photographed.
Een jongeman die een truc doet op een skateboard van de trap terwijl hij gefotografeerd wordt.
A helmet-less young man does a trick on a skateboard while being photographed.
Een helmloze jongeman doet een truc op een skateboard terwijl hij wordt gefotografeerd.
1
Not all men are helmet-less.
Niet alle mannen hebben geen helm.
0.1625
0.0842
0.6088
0.1071
0.7591
0.1381
A young man doing a trick on a skateboard down the stairs while being photographed.
Een jongeman die een truc doet op een skateboard van de trap terwijl hij gefotografeerd wordt.
A man being photographed while he does a trick on his skateboard down the stairs.
Een man die wordt gefotografeerd terwijl hij een truc doet op zijn skateboard beneden de trap.
0
A man doing tricks while being photographed is a man being photographed while he does a trick on his skateboard down the stairs.
Een man die trucjes doet terwijl hij wordt gefotografeerd is een man die wordt gefotografeerd terwijl hij een truc doet op zijn skateboard beneden aan de trap.
0.1616
0.0842
0.3442
0.1
0.2939
0.0847
A lady in a black and white striped shirt and holding a bouquet of flowers, looks seriously at two gentlemen talking on the steps.
Een dame in een zwart-wit gestreept shirt en met een boeket bloemen, kijkt serieus naar twee heren praten op de trap.
A lady is about to propose to her boyfriend.
Een dame gaat haar vriend ten huwelijk vragen.
1
Looking seriously does not imply being about to propose.
Als je serieus kijkt, betekent dat niet dat je een voorstel gaat doen.
0.321
0.1043
0.7083
0.1321
0.0
0.1091
A lady in a black and white striped shirt and holding a bouquet of flowers, looks seriously at two gentlemen talking on the steps.
Een dame in een zwart-wit gestreept shirt en met een boeket bloemen, kijkt serieus naar twee heren praten op de trap.
A lady with a serious face is standing with two guys in front of steps outside.
Een dame met een serieus gezicht staat met twee mannen voor de trap naar buiten.
0
A woman looking seriously has a serious face.
Een vrouw die serieus kijkt heeft een ernstig gezicht.
0.321
0.1043
0.3474
0.1155
0.1852
0.1109
A lady in a black and white striped shirt and holding a bouquet of flowers, looks seriously at two gentlemen talking on the steps.
Een dame in een zwart-wit gestreept shirt en met een boeket bloemen, kijkt serieus naar twee heren praten op de trap.
Three guys are standing indoors with flowers in their hands.
Drie mannen staan binnen met bloemen in hun handen.
2
Either the lady is holding the flowers or the three guys are.
Of de dame houdt de bloemen vast of de drie jongens wel.
0.321
0.1043
0.8171
0.1376
0.3167
0.1069
A man walking proudly down the street.
Een man die trots de straat op loopt.
The man is in the theatre watching Avatar.
De man kijkt in het theater naar Avatar.
2
One cannot be walking down the street while also in a theatre watching Avatar.
Men kan niet lopen op straat terwijl ook in een theater kijken naar Avatar.
0.4789
0.1177
0.5884
0.1182
0.0831
0.0927
A man walking proudly down the street.
Een man die trots de straat op loopt.
The man is part of the gay pride parade.
De man hoort bij de homo-trotsoptocht.
1
Walking proudly does not imply being part of the gay pride parade.
Met trots lopen betekent niet dat je deel uitmaakt van de homo-trots parade.
0.4801
0.1177
0.6018
0.1233
0.3176
0.107
A man walking proudly down the street.
Een man die trots de straat op loopt.
A man is outside.
Er is een man buiten.
0
A street is outside.
Er is een straat buiten.
0.4801
0.1177
0.4572
0.1251
0.4064
0.1289
Four teenage boys are doing cannonballs into a swimming pool.
Vier tienerjongens doen kanonskogels in een zwembad.
Four friends are having a competition to see who throws the most water out of a pool.
Vier vrienden hebben een competitie om te zien wie het meeste water uit een zwembad gooit.
1
Four teenage boys are not necessarily friends and it is not implied that they are competing to see who throws the most water out of a pool.
Vier tienerjongens zijn niet per se vrienden en het is niet geïmpliceerd dat ze concurreren om te zien wie het meeste water uit een zwembad gooit.
0.1793
0.0983
0.6012
0.1272
0.25
0.1184
Four teenage boys are doing cannonballs into a swimming pool.
Vier tienerjongens doen kanonskogels in een zwembad.
A group of young men are splashing a lot of water.
Een groep jonge mannen spettert veel water.
0
Teenage boys are young men. Cannonballs are splashing a lot of water.
Tienerjongens zijn jonge mannen.
0.1797
0.0983
0.0001
0.084
0.0444
0.1084
Four teenage boys are doing cannonballs into a swimming pool.
Vier tienerjongens doen kanonskogels in een zwembad.
Some boys are eating pizza in a restaurant.
Sommige jongens eten pizza in een restaurant.
2
Doing cannonballs and eating pizza are different actions. A swimming pool and a restaurant are different locations.
Het doen van kanonskogels en het eten van pizza zijn verschillende acties. Een zwembad en een restaurant zijn verschillende locaties.
0.1797
0.0983
0.9776
0.124
0.424
0.0855
Three men standing on grass by the water looking at something on a table.
Drie mannen op gras bij het water kijkend naar iets op een tafel.
The three men are by the lake.
De drie mannen zijn bij het meer.
1
Standing on grass by water does not imply being by a lake.
Staand op gras door het water betekent niet dat het door een meer.
0.4025
0.1146
0.0318
0.1192
0.0
0.0738
Three men standing on grass by the water looking at something on a table.
Drie mannen op gras bij het water kijkend naar iets op een tafel.
The three men are outside.
De drie mannen staan buiten.
0
Grass by the water is outside.
Gras bij het water is buiten.
0.4035
0.1147
0.8337
0.1315
0.0012
0.1077
Three men standing on grass by the water looking at something on a table.
Drie mannen op gras bij het water kijkend naar iets op een tafel.
The three men are indoors playing Foosball.
De drie mannen spelen binnen Foosball.
2
It's unlikely that the men are standing on grass by the water while being indoors at the same time.
Het is onwaarschijnlijk dat de mannen bij het water op het gras staan terwijl ze binnen zijn.
0.4024
0.1147
0.0019
0.1103
0.249
0.123
A woman stands behind an outdoor grill with a blue basket of food in her hands.
Een vrouw staat achter een buitengrill met een blauwe mand voedsel in haar handen.
A woman holding a blue basket full of food at a family cookout.
Een vrouw met een blauwe mand vol eten bij een familie kookwedstrijd.
1
Not all baskets are full of food and a family cookout is not implied.
Niet alle manden zitten vol met eten en een familie kookpartij wordt niet geïmpliceerd.
0.7135
0.1247
0.2193
0.094
0.0087
0.1053
A woman stands behind an outdoor grill with a blue basket of food in her hands.
Een vrouw staat achter een buitengrill met een blauwe mand voedsel in haar handen.
A woman standing behind a grill outside with a blue basket of food in her hands.
Een vrouw die achter een grill staat met een blauwe mand voedsel in haar handen.
0
A woman who stands behind a grill outside with a blue basket of food in her hands is a woman standing behind a grill outside with a blue basket of food in her hands.
Een vrouw die staat achter een grill buiten met een blauwe mand van voedsel in haar handen is een vrouw staan achter een grill buiten met een blauwe mand van voedsel in haar handen.
0.7135
0.1247
0.469
0.1078
0.3041
0.0971
A woman stands behind an outdoor grill with a blue basket of food in her hands.
Een vrouw staat achter een buitengrill met een blauwe mand voedsel in haar handen.
A woman holding a blue basket full of easter eggs outside of a church.
Een vrouw met een blauwe mand vol paaseieren buiten een kerk.
2
Easter eggs, assuming they are are of the plastic variety and are empty, are not food.
Paaseieren, als ze van de plastic variëteit zijn en leeg zijn, zijn geen voedsel.
0.7135
0.1247
0.5963
0.1072
0.2409
0.1265
A Land Rover makes its way through a deep pond.
Een Land Rover gaat door een diepe vijver.
A car gets stuck in the water.
Een auto komt vast te zitten in het water.
1
Sentence 1: A Land Rover makes its way through a deep pond. Sentence 2: A car gets stuck in the water.
Zin 1: Een Land Rover komt door een diepe vijver. Zin 2: Een auto komt vast te zitten in het water.
0.2354
0.1141
0.8381
0.1443
0.3606
0.1162
A Land Rover makes its way through a deep pond.
Een Land Rover gaat door een diepe vijver.
A car is in the shop.
Er is een auto in de winkel.
2
Hopefully, there are no deep ponds inside of a shop.
Hopelijk zijn er geen diepe vijvers in een winkel.
0.2344
0.1141
0.27
0.1226
0.6336
0.1273
A Land Rover makes its way through a deep pond.
Een Land Rover gaat door een diepe vijver.
A car drives through the water.
Een auto rijdt door het water.
0
A Land Rover is a car. A deep bond is water.
Een Land Rover is een auto, een diepe band is water.
0.2344
0.1141
0.824
0.1217
0.3768
0.1014
many people relax in the yard.
Veel mensen ontspannen in de tuin.
A group of people are outside.
Er staat een groep mensen buiten.
0
Many people are a group of people. A yard is outside.
Veel mensen zijn een groep mensen. Er is een tuin buiten.
0.6772
0.1414
0.6205
0.1509
0.5452
0.1063
many people relax in the yard.
Veel mensen ontspannen in de tuin.
A family enjoys the sunny day in their backyard.
Een gezin geniet van de zonnige dag in hun achtertuin.
1
Sentence 1: many people relax in the yard. Sentence 2: A family enjoys the sunny day in their backyard.
Zin 1: veel mensen ontspannen in de tuin. Zin 2: Een familie geniet van de zonnige dag in hun achtertuin.
0.6772
0.1414
0.8381
0.136
0.5719
0.123
many people relax in the yard.
Veel mensen ontspannen in de tuin.
People watch tv in their living room.
Mensen kijken TV in hun woonkamer.
2
A yard and a living room are different locations.
Een tuin en een woonkamer zijn verschillende locaties.
0.6774
0.1413
0.8061
0.1419
0.7224
0.1236
A car sinking in water.
Een auto die zinkt in water.
A car is flooding.
Een auto stroomt over.
0
The car sinking in water is the same as flooding.
De auto die in het water zinkt is hetzelfde als overstroming.
0.6385
0.123
0.3064
0.1083
0.0817
0.1132
A car sinking in water.
Een auto die zinkt in water.
A car has crashed into a large lake.
Een auto is neergestort in een groot meer.
1
It cannot be inferred that the car crashed or that the water is a large lake.
Het kan niet worden afgeleid dat de auto crashte of dat het water een groot meer is.
0.6385
0.123
0.6224
0.1388
0.288
0.1054
A car sinking in water.
Een auto die zinkt in water.
A truck drives down a country road in the sunshine.
Een vrachtwagen rijdt op een landweg in de zon.
2
Car and truck are two different vehicles. when a vehicle is on road it can't be sinking in water.
Auto en vrachtwagen zijn twee verschillende voertuigen. wanneer een voertuig is op de weg kan het niet zinken in water.
0.6385
0.123
0.0003
0.1038
0.5273
0.1304
A man wearing black is playing an electric guitar at a concert.
Een man die zwart draagt speelt een elektrische gitaar op een concert.
A man is playing the guitar.
Een man speelt gitaar.
0
Playing the guitar is just rephrasing playing an electric guitar.
Het spelen van de gitaar is gewoon rephrasing spelen van een elektrische gitaar.
0.3608
0.1125
0.9713
0.1296
0.0
0.0871
A man wearing black is playing an electric guitar at a concert.
Een man die zwart draagt speelt een elektrische gitaar op een concert.
A man is singing as he plays guitar.
Een man zingt terwijl hij gitaar speelt.
1
Playing an electric guitar does not imply that one is also singing.
Het spelen van een elektrische gitaar betekent niet dat men ook zingt.
0.3609
0.1125
0.8387
0.1248
0.666
0.1269
A man wearing black is playing an electric guitar at a concert.
Een man die zwart draagt speelt een elektrische gitaar op een concert.
A man is playing the piano.
Een man speelt piano.
2
A guitar is not a piano.
Een gitaar is geen piano.
0.3603
0.1125
0.9699
0.1383
0.9416
0.1353
A man with wild hair rocks a show playing a guitar center stage.
Een man met wild haar rockt een show die een gitaar centrum podium speelt.
The bald man played the drums.
De kale man speelde de drums.
2
The man cannot have wild hair if he is bald. The man cannot play guitar and drums simultaneously.
De man kan geen wild haar hebben als hij kaal is. De man kan niet tegelijkertijd gitaar en drums spelen.
0.0132
0.0654
0.5813
0.102
0.5197
0.1107
A man with wild hair rocks a show playing a guitar center stage.
Een man met wild haar rockt een show die een gitaar centrum podium speelt.
A guy stands on stage with his guitar.
Iemand staat op het podium met zijn gitaar.
0
A man is a guy. Someone playing guitar center stage means that person stands on stage. The guitar someone plays is his guitar.
Iemand die gitaar speelt betekent dat hij op het podium staat. De gitaar die iemand speelt is zijn gitaar.
0.0136
0.0654
0.8992
0.1271
0.2924
0.1062
A man with wild hair rocks a show playing a guitar center stage.
Een man met wild haar rockt een show die een gitaar centrum podium speelt.
One crazy looking man plays in a show.
Een gekke man speelt in een show.
1
Just because a man has wild hair doesn't mean he is crazy looking.
Dat een man wilde haren heeft betekent niet dat hij er gek uitziet.
0.0132
0.0654
0.6107
0.101
0.5622
0.1209
woman and child on trolley car labeled Powell and market and bay and taylor
vrouw en kind op trolley auto gelabeld Powell en markt en baai en Taylor
The woman is carrying her child.
De vrouw draagt haar kind.
1
Sentence 1: woman and child on trolley car labeled Powell and market and bay and taylor Sentence 2: The woman is carrying her child.
Zin 1: vrouw en kind op trolley auto gelabeld Powell en markt en baai en Taylor Sentence 2: De vrouw draagt haar kind.
0.0
0.0565
0.7345
0.1346
0.0
0.0549
woman and child on trolley car labeled Powell and market and bay and taylor
vrouw en kind op trolley auto gelabeld Powell en markt en baai en Taylor
The woman is on a trolley.
De vrouw zit op een trolley.
0
A trolley car is a trolley.
Een trolley is een trolley.
0.0
0.0564
0.7784
0.1294
0.5865
0.1241
woman and child on trolley car labeled Powell and market and bay and taylor
vrouw en kind op trolley auto gelabeld Powell en markt en baai en Taylor
The woman and child are on a subway train.
De vrouw en het kind zitten in een metro.
2
A trolley car and a subway train are different forms of transportation.
Een trolleywagen en een metro zijn verschillende vormen van vervoer.
0.0
0.0564
0.8599
0.1311
0.966
0.1361
Two female medical professionals, one african american& one white, looking over paperwork in a hospital.
Twee vrouwelijke medische professionals, één Afrikaans-Amerikaanse en één blanke, die papierwerk in een ziekenhuis bekijken.
Coworkers at at a monthly safety meeting.
Medewerkers op een maandelijkse veiligheidsvergadering.
1
Sentence 1: Two female medical professionals, one african american& one white, looking over paperwork in a hospital. Sentence 2: Coworkers at at a monthly safety meeting.
Twee vrouwelijke medische professionals, één Afrikaan en één blanke, die papierwerk bekijken in een ziekenhuis.
0.5327
0.1115
0.6421
0.1197
0.279
0.102
Two female medical professionals, one african american& one white, looking over paperwork in a hospital.
Twee vrouwelijke medische professionals, één Afrikaans-Amerikaanse en één blanke, die papierwerk in een ziekenhuis bekijken.
Coworkers left work and are driving to lunch.
Collega's hebben hun werk verlaten en gaan lunchen.
2
The workers cannot be looking over paperwork while driving to lunch at the same time.
De werknemers kunnen niet tegelijk met de lunch naar het papierwerk kijken.
0.5327
0.1115
0.4638
0.1172
0.3437
0.1071
Two female medical professionals, one african american& one white, looking over paperwork in a hospital.
Twee vrouwelijke medische professionals, één Afrikaans-Amerikaanse en één blanke, die papierwerk in een ziekenhuis bekijken.
There are people at work.
Er zijn mensen aan het werk.
0
Two professionals are people. At work is a restatement of looking over paperwork.
Twee professionals zijn mensen. Op het werk is een restatement van kijken over papierwerk.
0.5306
0.1115
0.9034
0.1504
0.0
0.0676
Two ladies are reading through binders.
Twee dames lezen door mappen.
Two ladies are studying for their final exam.
Twee dames studeren voor hun eindexamen.
1
Sentence 1: Two ladies are reading through binders. Sentence 2: Two ladies are studying for their final exam.
Wraak 1: Twee dames lezen door middel van banden.
0.0
0.1252
0.7126
0.1282
0.0
0.0978
Two ladies are reading through binders.
Twee dames lezen door mappen.
The girls are watching a movie.
De meisjes kijken naar een film.
2
The females can't be reading through binders while also watching a movie at the same time.
De vrouwtjes kunnen niet door banden lezen terwijl ze tegelijkertijd een film kijken.
0.0
0.1252
0.7539
0.1438
0.2467
0.1156
Two ladies are reading through binders.
Twee dames lezen door mappen.
Some women are reading.
Sommige vrouwen lezen.
0
Two ladies are some women.
Twee dames zijn vrouwen.
0.0
0.1252
0.5451
0.1188
0.7925
0.1059
A man in the distance is walking past a brick wall painted with words and graffiti.
Een man in de verte loopt langs een stenen muur geschilderd met woorden en graffiti.
A man walks away from a wall he has defaced.
Een man loopt weg van een muur die hij heeft verminkt.
1
Sentence 1: A man in the distance is walking past a brick wall painted with words and graffiti. Sentence 2: A man walks away from a wall he has defaced.
Zin 1: Een man in de verte loopt langs een stenen muur geschilderd met woorden en graffiti. Zin 2: Een man loopt weg van een muur die hij heeft verminkt.
0.506
0.1087
0.0011
0.0931
0.2579
0.0825
A man in the distance is walking past a brick wall painted with words and graffiti.
Een man in de verte loopt langs een stenen muur geschilderd met woorden en graffiti.
A man sits and reads the graffiti on a wall.
Een man zit en leest de graffiti op een muur.
2
The man cannot be walking as he sits and reads simultaneously.
De man kan niet lopen terwijl hij zit en tegelijkertijd leest.
0.5051
0.1087
0.7724
0.1358
0.7212
0.1327
A man in the distance is walking past a brick wall painted with words and graffiti.
Een man in de verte loopt langs een stenen muur geschilderd met woorden en graffiti.
Grafffiti on a brick wall.
Graffiti op een stenen muur.
0
On a brick wall is a restatement of a brick wall painted with.
Op een baksteen muur is een restatement van een baksteen muur beschilderd met.
0.5051
0.1087
0.883
0.1229
0.0
0.0607
A woman and a child holding on to the railing while on trolley.
Een vrouw en een kind houden vast aan de leuning tijdens het rijden.
The people are not holding onto anything.
De mensen houden niets vast.
2
The people are either holding the railing or not holding; they can't do both simultaneously.
De mensen houden de leuning vast of niet; ze kunnen niet beide tegelijk doen
0.5144
0.11
0.2515
0.1283
0.2107
0.1025
A woman and a child holding on to the railing while on trolley.
Een vrouw en een kind houden vast aan de leuning tijdens het rijden.
The people are holding onto the rail.
De mensen houden zich vast aan de rail.
0
A woman and child are people. Rail is a restatement of railing.
Een vrouw en kind zijn mensen.
0.5144
0.11
0.2715
0.1177
0.4112
0.1207
A woman and a child holding on to the railing while on trolley.
Een vrouw en een kind houden vast aan de leuning tijdens het rijden.
The people are on a trolley in san Francisco.
De mensen zitten op een trolley in San Francisco.
1
Sentence 1: A woman and a child holding on to the railing while on trolley. Sentence 2: The people are on a trolley in san Francisco.
Zin 1: Een vrouw en een kind houden vast aan de leuning terwijl op de trolley. Zin 2: De mensen zitten op een trolley in San Francisco.
0.5152
0.11
0.8676
0.1257
0.4684
0.0986
A man in a striped polo shirt is pointing and smiling.
Een man in een gestreept polo shirt wijst en glimlacht.
The man is swimming
De man zwemt.
2
If the man is actively swimming, he is not pointing and smiling.
Als de man actief zwemt, wijst hij niet en glimlacht hij.
0.5881
0.1074
0.0
0.1233
0.414
0.1068
A man in a striped polo shirt is pointing and smiling.
Een man in een gestreept polo shirt wijst en glimlacht.
The man is outside
De man is buiten
1
WE DON'T KNOW THAT THE MAN IS OUTSIDE.
We weten niet of de man buiten is.
0.5881
0.1074
0.7799
0.1192
0.3175
0.1139
A man in a striped polo shirt is pointing and smiling.
Een man in een gestreept polo shirt wijst en glimlacht.
The man seems happy
De man lijkt gelukkig
0
If the man is smiling he must be happy.
Als de man lacht, moet hij gelukkig zijn.
0.5881
0.1074
0.9769
0.136
0.5652
0.114
A guy performing a bicycle jump trick for an audience.
Een man die een fietssprong truc voor een publiek uitvoert.
a bmx pro is doing a triple backflip
een bmx pro doet een drievoudige backflip
1
Sentence 1: A guy performing a bicycle jump trick for an audience. Sentence 2: a bmx pro is doing a triple backflip
Zin 1: Een man die een fietssprong truc voor een publiek uitvoert. Zin 2: een bmx pro doet een driedubbele backflip
0.1101
0.0875
0.2702
0.0905
0.0751
0.0734
A guy performing a bicycle jump trick for an audience.
Een man die een fietssprong truc voor een publiek uitvoert.
tony hawk is performing a skating trick
Tony Hawk voert een schaatstruc uit.
2
The guy cannot be doing a jump trick and skating trick at the same time.
De man kan niet tegelijk een springtruc doen en schaatsen.
0.1101
0.0875
0.0
0.0735
0.2747
0.101