Unnamed: 0
int64
0
25.1k
pre_text
stringlengths
23
20.6k
Sentence
stringlengths
25
21.4k
year
int64
1.59k
1.92k
Smell_Source
stringlengths
1
170
source_list
stringlengths
5
224
202
zyn achterdocht hadt ook te vooren streng belast dat niemant uit het landt naar parten zouw vertrek ken om t gruwlyk moordtbanket voor pizo te bedek ken zo lang als d oorlog duurt waart gy dan onderdrukt zo zouw de geur ge roos van noron afgeplukt uw juliane ô spyt ook wraakeloos verslensen pizo
Zyn achterdocht hadt ook te vooren streng belast , Dat niemant uit het landt naar Parten zouw vertrek ken , Om ' t gruwlyk moordtbanket voor Pizo te bedek ken , Zo lang als d ' oorlog duurt .waart gy dan onderdrukt , Zo zouw de geur ' ge Roos , van Noron afgeplukt , Uw Juliane , ô spyt ! ook wraakeloos verslensen .Pizo .
1,733
Roos
['roos']
203
ze behandelt een minder bekende en min uitgebreide stof dan de eerste maar is daarom rechts meer behagelijk en ze geeft een omtrent volledig gedacht over de rijmspreuken der duitschers hoogleeraar bischoff heeft ongetwijfeld aan dit werk veel zorg en tijd besteed en hij is er in gelukt aan zijne landgenooten eenen heerlijken mei van frissche bloemekens te bieden bloemekens van alle kleuren en geuren zijne deutsche sprùchdichtung is een kostbaar stuk
Ze behandelt een minder bekende en min uitgebreide stof dan de eerste , maar is daarom rechts meer behagelijk , en ze geeft een omtrent volledig gedacht over de rijmspreuken der Duitschers .Hoogleeraar Bischoff heeft ongetwijfeld aan dit werk veel zorg en tijd besteed en hij is er in gelukt aan zijne landgenooten eenen heerlijken mei van frissche bloemekens te bieden , bloemekens van alle kleuren en geuren .Zijne Deutsche Sprùchdichtung is een kostbaar stuk .
1,901
Bloemen
['bloem']
204
dank vers om victualieën reeds ruischt en smilt het spek in de oude bruine pan en stoort een koffiewalm versch door de domp ge keuken ik riek van specerij de allerhande reuken
Dank - vers om ‘ Victualieën ’ .Reeds ruischt en smilt het spek in de oude , bruine pan en stoort een koffiewalm versch door de domp ' ge keuken ; ik riek van specerij de allerhande reuken ..
1,919
Specerijen
['specerij']
205
stilzwijgend vatte hij mij bij de hand en bracht mij uit het tempelgebouw het was mij of de frissche geurige morgenlucht mij een nieuw leven aanwoei het licht van den pas herboren dag spreidde in het plechtige stille morgenuur een zachten gloed over de schakeeringen van bloemen en kruiden op de omliggende heuvelen en de toppen van den parnes
Stilzwijgend vatte hij mij bij de hand en bracht mij uit het tempelgebouw .Het was mij of de frissche geurige morgenlucht mij een nieuw leven aanwoei .Het licht van den pas herboren dag spreidde in het plechtige stille morgenuur een zachten gloed over de schakeeringen van bloemen en kruiden , op de omliggende heuvelen en de toppen van den Parnes .
1,906
morgenlucht
['morgenlucht']
206
elk zingt en springt en roept gezegent is de dagh dat men osiris weêr in apis vinden magh t weêrgalmt vat isis lof en apis groot vermogen dus volgt de meenigte tot daar men voor haar oogen den geurgen offerwyn met aarde en zout gemengt op zynen witten kol voor t zwarte voorhooft plengt daar wordt een kostlyk kleet van boven tot beneden met dierbaar gout bestikt gehangen om zyn leden
Elk zingt , en springt , en roept : gezegent is de dagh , Dat men Osiris weêr in Apis vinden magh ! ' t Weêrgalmt vat Isis lof , en Apis groot vermogen .Dus volgt de meenigte , tot daar men voor haar oogen Den geurgen offerwyn , met aarde en zout gemengt , Op zynen witten kol , voor ' t zwarte voorhooft , plengt .Daar wordt een kostlyk kleet , van boven tot beneden Met dierbaar gout bestikt , gehangen om zyn leden .
1,728
offerwyn
['offerwyn']
207
stem het feest van flora ô roosje koningin der bloemen gy wekt myn trage zanglust op u geur en kleur zy waerd te roemen wanneer gy eerst omsluyt u knop gy komt u floraes thuyn vercieren die thans haer hofpoort open sluyt en helpt haer feest en zegen vieren met mirthen palm en geurig kruyd maer ô roosje teder bloempje met regt een cieraed van een maegt helaes hoe schielyk word u roempje door d wind en minste stroom belaegt zeg eens wat kan u beter wezen als dat gy word in tyds geplukt om van geweld bevryd te wezen dat ligt u aerdig knopje drukt
Stem : Het feest van flora .ô ROosje ! Koningin der Bloemen : Gy wekt myn trage Zanglust op , U geur en kleur , zy waerd te roemen Wanneer gy eerst omsluyt u Knop , Gy komt u Floraes Thuyn vercieren , Die thans haer Hofpoort open sluyt , En helpt haer Feest en Zegen vieren , Met Mirthen , Palm en geurig Kruyd .Maer ô Roosje teder Bloempje , Met regt een Cieraed van een Maegt , Helaes ! hoe schielyk word u roempje Door d ' Wind en minste stroom belaegt ; Zeg eens wat kan u beter wezen , Als dat gy word in tyds geplukt , Om van geweld bevryd te wezen , Dat ligt u aerdig Knopje drukt .
1,795
Kruyd
['kruyd']
208
dat wil zeggen in gewone taal er was gestolen bovendien bleef het vervoer zoo ver beneden hetgeen toen aan de obligatiehouders had voorgesteld dat de lyn thans voor een appel en een ei aan een der groote systemen moest worden verkocht en het dus voor de obligatiehouders nog zeer de vraag zou zyn of van dit weinigje wat er van terecht kwam de appel niet bedorven zou zyn en het ei niet zou stinken in godsnaam zei de waert wy zyn er uit
Dat wil zeggen in gewone taal : er was gestolen .Bovendien bleef het vervoer zoo ver beneden hetgeen toen aan de obligatiehouders had voorgesteld , dat de lyn thans voor een appel en een ei aan een der groote systemen moest worden verkocht , en het dus voor de obligatiehouders nog zeer de vraag zou zyn of van dit weinigje , wat er van terecht kwam , de appel niet bedorven zou zyn en het ei niet zou stinken .- In godsnaam , zei De Waert , wy zyn er uit .
1,908
Eik
['eik']
209
mag ik u thans mijn tuinen eens laten zien sir ralph leidde de jonge vrouw voor welke hij steeds vol oplettendheid was langs de rozenperken gaf eenen arbeider die er werkte een wenk en toen zij een dicht met wijnranken begroeide pergola waren doorgegaan stond daar de man die haar een ruiker van roses de france en gloire de dijon s bood van daar kwamen zij op een open terras omzoomd met hooge cactusstengels en waar zich over de lagere citroenbosschen en nog lager liggende kastanjewouden plotseling een prachtig vergezicht opende met de zilverig blinkende zee en de ingeschulpte kustbochten waartegen de golven slechts een kleinen rand van schuim aanspoelden
Mag ik u thans mijn tuinen eens laten zien .Sir Ralph leidde de jonge vrouw , voor welke hij steeds vol oplettendheid was , langs de rozenperken , gaf eenen arbeider , die er werkte een wenk , en toen zij een dicht met wijnranken begroeide pergola waren doorgegaan , stond daar de man , die haar een ruiker van Roses - de - France en Gloire - de - Dijon ' s bood .Van daar kwamen zij op een open terras , omzoomd met hooge cactusstengels , en waar zich over de lagere citroenbosschen en nog lager liggende kastanjewouden , plotseling een prachtig vergezicht opende , met de zilverig blinkende zee en de ingeschulpte kustbochten , waartegen de golven slechts een kleinen rand van schuim aanspoelden .
1,889
Roses - de - France|Gloire - de - Dijon ' s bood
['roses - - france', "gloire - - dijon ' s bieden"]
210
waar er een voorbijgegaan was bleef zijn reuk hangen die was zoo sterk dat alle andere geuren van de ontelbaar geurende juni maand er onder verdwenen de geuren van dennen van berken van in t jans lot uitgeloopen eikenhakhout van bloeiende linden en bloeiende rogge en boonenvelden de stikkige lucht van stof en heet zand de drasse wadem van water en tot zelfs de scherpe reuk van voorbijgaande schapenkudden en in de dorpsstraten al de walm uit de nauwe huisjes vergingen er in
Waar er een voorbijgegaan was bleef zijn reuk hangen .Die was zoo sterk dat alle andere geuren van de ontelbaar - geurende Juni - maand er onder verdwenen .De geuren van dennen , van berken , van in ' t Jans - lot uitgeloopen eikenhakhout , van bloeiende linden en bloeiende rogge - en boonenvelden , de stikkige lucht van stof en heet zand , de drasse wadem van water , en tot zelfs de scherpe reuk van voorbijgaande schapenkudden , en in de dorpsstraten al de walm uit de nauwe huisjes , vergingen er in .
1,920
maand
['maand']
211
gij overdrijft ik heb in van dale s woordenboek het woord verliefdheid nog eens nagesnuffeld heeft hij gelijk en is het gelijkluidend met verzotheid gij zijt mij al te veranderlijk david copperfield had te lijden ten gevolge van de the first mistaken impulse of an undisciplined heart
.gij overdrijft ! Ik heb in van Dale ' s woordenboek het woord verliefdheid nog eens nagesnuffeld .Heeft hij gelijk en is het gelijkluidend met verzotheid ? Gij zijt mij al te veranderlijk ! David Copperfield had te lijden ten gevolge van de ‘ the first mistaken impulse of an undisciplined heart ’ .
1,887
het woord verliefdheid
['woord verliefdheid']
212
mijn hert is tot u uytghespreyt mijn ziel met verlanghen verbeyt och wanneer sal comen den dagh dat ick u sien en loven magh ghy versaedt mijn ziel sonder last dat hongher door versaetheydt wast door t drincken mijn dorst heel ontsteeckt tot u glory die noch ontbreeckt waer af men hier t begin wel smaeckt door uwen gheest in t hert gheraeckt in t hooren soeter dan musijck die ziel een hemels blijdtschap rijck wel rieckende als balsem fijn lieflijcker als die beste wijn niet troostlijcker hier in dit dal dan godts soon minnen boven al comt iesu coningh ende heer door schijnt mijn ziel van boven neer van mijn jeught heb ick u verwacht tot mijn oudtheydt met menigh clacht
Mijn hert is tot u uytghespreyt , Mijn ziel met verlanghen verbeyt , Och wanneer sal comen den dagh Dat ick u sien en loven magh ? Ghy versaedt mijn ziel sonder last , Dat hongher door versaetheydt wast , Door ' t drincken mijn dorst heel ontsteeckt , Tot u glory die noch ontbreeckt .Waer af men hier ' t begin wel smaeckt , Door uwen gheest in ' t hert gheraeckt , In ' t hooren soeter dan musijck , Die ziel een Hemels blijdtschap rijck , Wel rieckende als balsem fijn , Lieflijcker als die beste wijn , Niet troostlijcker hier in dit dal , Dan Godts Soon minnen boven al .Comt Iesu Coningh ende Heer , Door schijnt mijn ziel van boven neer , Van mijn jeught heb ick u verwacht , Tot mijn oudtheydt , met menigh clacht .
1,633
Wel
['wel']
213
ik vind dat niet walgelijk ik begrijp niet hoe dat walgelijk kan zijn een poeplucht te ruiken dát vind ik walgelijk om dat het mij onaangenaam aandoet en de onanie van mathilde doet mij niet onaangenaam aan
Ik vind dat niet walgelijk , ik begrijp niet hoe dat walgelijk kan zijn .Een poeplucht te ruiken , dát vind ik walgelijk om dat het mij onaangenaam aandoet .En de onanie van Mathilde doet mij niet onaangenaam aan .
1,887
poeplucht
['poeplucht']
214
k wil haar genieten aan de struik o balsemgeur die t recht bewegen zoudt zijn zwaard te brijzlen nog een kus nog een wees na uw dood zoo schoon en k zal u dooden en dan beminnen ééns nog en voor t laatst zoo schoon was nooit zoo doodlijk
) ' k Wil haar genieten aan de struik .O balsemgeur , die ' t Recht bewegen zoudt ; Zijn zwaard te brijzlen ! - Nog een kus , nog een - Wees na uw dood zoo schoon , en ' k zal u dooden En dan beminnen : - ééns nog , en voor ' t laatst .Zoo schoon was nooit zoo doodlijk .
1,893
Balsem
['balsem']
215
tegenover de lurlei zit onze man op een steenklomp te mijmeren over de vraag waarom de verleidster die daar eenmaal woonde er zonder openbare executie afgekomen is en of de goddelijke gerechtigheid wel genoeg voldoening ontvangen heeft door haar poëtischen dood op het slot rheineck dat als een rotspunt omhoog schiet dat zoo vriendelijk neerblikt op de duizend touristen aan zijn voet de nette booten die kalm voortglijden over den breeden stroom of de dampende en gillende locomotief die stout door bergen en rotsen breekt op t slot rheineck t welk ieder onzer minstens op één zijner lampekappen bewonderen kan en alle reizigers trouw gephotographeerd omdragen in hunne herinnering
Tegenover de Lurlei zit onze man op een steenklomp te mijmeren over de vraag , waarom de verleidster , die daar eenmaal woonde , er zonder openbare executie afgekomen is , en of de goddelijke gerechtigheid wel genoeg voldoening ontvangen heeft door haar poëtischen dood .Op het slot Rheineck , dat als een rotspunt omhoog schiet , dat zoo vriendelijk neerblikt op de duizend touristen aan zijn voet , de nette booten die kalm voortglijden over den breeden stroom , of de dampende en gillende locomotief die stout door bergen en rotsen breekt - ; op ' t slot Rheineck ' t welk ieder onzer minstens op één zijner lampekappen bewonderen kan en alle reizigers trouw gephotographeerd omdragen in hunne herinnering ..
1,870
locomotief
['locomotief']
216
grusel hoe wel ken icker een die zo y maer eens de mont zijns liefs mocht kussen en haer zoeten azem ruycken weerom verquicken zoud en als een bloem ontluycken die m zavonts treurich sluyt als phoebus van hem scheyt en s morgens door zyn komst zich vrolijck weer ontspreyt al wat natuur oock schiep en gaf beweechlijck leven gheloof ick moet voor t wicht als overwonnen beven
Grusel .Hoe wel ken icker een , die , zo ' y maer eens de mont Zijns Liefs mocht kussen , en haer zoeten azem ruycken , Weerom verquicken zoud ' en als een bloem ontluycken , Die ' m zavonts treurich sluyt als Phoebus van hem scheyt , En ' s morgens door zyn komst zich vrolijck weer ontspreyt .Al wat natuur oock schiep , en gaf beweechlijck leven , Gheloof ick moet voor ' t Wicht als overwonnen beven .
1,883
haer
['haer']
217
en telkenkeer zongen er vijf klinkende rinkels achtereen lijk zuiverfijne kinderstemmekens met regelmatige poozen door den leeghollen kelder en bewogen zijn grove handen in een evenwijdigen heen en weerzwaai op en af van t eene hoopken naar t ander als een weverspoel de grijsglimmende oogen van t wijveken vlogen rap met elken worp overentweer en telden elken neervallenden dukaat met speurende en vlijtige opmerkzaamheid
.en telkenkeer zongen er vijf klinkende rinkels achtereen lijk zuiverfijne kinderstemmekens , met regelmatige poozen door den leeghollen kelder en bewogen zijn grove handen in een evenwijdigen heen - en weerzwaai , op en af , van ' t eene hoopken naar ' t ander , als een weverspoel .De grijsglimmende oogen van ' t wijveken vlogen rap met elken worp overentweer en telden elken neervallenden dukaat met speurende en vlijtige opmerkzaamheid .
1,905
rinkels
['rinkel']
218
doch het is door proeven gebleeken dat rottende deeltjes het bederf tot t welk onze lichaamen van zelven geneigd zyn aanzetten gelyk de gistende deeltjes de gisting bevorderen waar uit noodzaaklyk volgt dat de dampen van moerassen stinkende wateren enz als zodanige opslurpbaare deeltjes bevattende nadeelig moeten zyn en steeds geschikt om veelerlei ziekten van een rottenden aard te verwekken of ten minsten eene aanzienlyke plaats onder derzelver afgelegene oorzaaken te bekleeden
Doch het is door proeven gebleeken , dat rottende deeltjes het bederf , tot ' t welk onze lichaamen van zelven geneigd zyn , aanzetten , gelyk de gistende deeltjes de gisting bevorderen .Waar uit noodzaaklyk volgt , dat de dampen van moerassen , stinkende wateren , enz .als zodanige opslurpbaare deeltjes bevattende , nadeelig moeten zyn , en steeds geschikt , om veelerlei ziekten van een rottenden aard te verwekken , of ten minsten eene aanzienlyke plaats onder derzelver afgelegene oorzaaken te bekleeden .
1,783
Water
['water']
219
er hangen altijd ketels te vuur de heerlijkste stukken buffelvleesch elandsvleesch enz verbeiden overal den hongerige de geur der spijzen gaat voortdurend op in dit heerlijk en gelukkig land vinden de afgestorven braven elkander weder en genieten er het gezelschap der voortreffelijkste hunner voorvaderen der dierbaarste hunner vrienden
Er hangen altijd ketels te vuur ; de heerlijkste stukken buffelvleesch , elandsvleesch , enz ., verbeiden overal den hongerige ; de geur der spijzen gaat voortdurend op .In dit heerlijk en gelukkig land vinden de afgestorven braven elkander weder , en genieten er het gezelschap der voortreffelijkste hunner voorvaderen , der dierbaarste hunner vrienden .
1,896
spijzen
['spijs']
220
luy nu vrou ghy droomt weest maer te vreden t en sel jou an jou gang niet deren je selt daer van niet hincken t is al best datse m hier hanghen hij mocht aers t huys stincken wat meughje van eer praten die goet heeft die heeft eer en dat hebje soo hebje van beyds en wilje noch meer hebben is hebben al de luy en zijn juyst niet soo nau keurs en vraghense jou hoe je aen t goetkomt segt comme vous autre messieurs of hebje een man ghebreck je krijghter met een slingher thien wat die krijghje wel al woudt ghyder aen elcke vingher ien sulcken gladden weeu alsje sult wesen met soo veel goet ghy krijghter van vijfentwintich de keur hebt maer moet maeckt gheen swaericheyt daer gheen swaericheyt en is v
Luy .Nu Vrou , ghy droomt : weest maer te vreden , ' t En sel jou an jou gang niet deren , je selt daer van niet hincken , ' t Is al best datse ' m hier hanghen , hij mocht aers t ' huys stincken , Wat meughje van eer praten , die goet heeft , die heeft eer , En dat hebje ; soo hebje van beyds ; en wilje noch meer , Hebben is hebben , al de luy en zijn juyst niet soo nau keurs : En vraghense jou hoe je aen ' t goetkomt , segt : comme vous autre Messieurs Of hebje een man ghebreck ? je krijghter met een slingher thien : Wat die krijghje wel , al woudt ghyder aen elcke vingher ien : Sulcken gladden weeu alsje sult wesen , met soo veel goet : Ghy krijghter van vijfentwintich de keur , hebt maer moet : Maeckt gheen swaericheyt , daer gheen swaericheyt en is .V .
1,883
t ' huys
["t ' huys"]
221
de toekomst hoe gewenscht een hut met haar te deelen zelfs rijk bij schaars toereikend brood zijn wijfjen in zijn arm een jongsken op zijn knieën een frissche zuigling op haar schoot of ook bij haar bezit een akker die gezegend een ruischend bosch van halmen draagt door nachtvorst niet vernield door hagel niet verpletterd en door geen wormen afgeknaagd hij weegt de waarde niet van t rijkste der metalen al dwingt het s levens evenaar wat is potosi hem wat zijn hem ophirs mijnen zijn rijkdom komt allen van haar
De toekomst : hoe gewenscht ! Een hut met haar te deelen , Zelfs rijk bij schaars toereikend brood ; Zijn wijfjen in zijn ' arm , een jongsken op zijn knieën , Een frissche zuigling op haar ' schoot .Of ook , bij haar bezit , een akker , die , gezegend , Een ruischend bosch van halmen draagt : Door nachtvorst niet vernield , door hagel niet verpletterd , En door geen wormen afgeknaagd .Hij weegt de waarde niet van ' t rijkste der metalen , Al dwingt het ' s levens evenaar : Wat is Potosi hem , wat zijn hem Ophirs mijnen ? Zijn rijkdom komt allen van haar .
1,812
bosch van halmen
['bosch halem']
222
wat verder weêr had men nog keuriger waar reliquiën en gebenedyde bidsnoeren kruicifiksen en kerkbenoodigdheden keurige kastjens van vreemd hout vervaardigd en bestemd om handschriften in te bewaren en daarnaast de handschriften zelve misboeken met fraai gekleurde afbeeldingen vercierd en in kostbaar fluweel gebonden en als moest de duivel altijd zijn kapel naast de kerk bouwen op dezelfde tafel een aanzienlijke verzameling van onkiesche drink en minneliedjens en ergerlijke beeldjens verder op schoenen voor edelen en gemeenen drinkkroezen en bekers en berkemeiers tot welker vervaardiging de drie rijken der natuur op schatting waren gesteld speceryen en droogeryen geuren en wieroken palmolie en ambergrijs alles in een woord wat men in de drie hoeken der waereld kon gevonden hebben want de vierde hoek moest zelf nog gevonden worden voorts waren er loodsen opgeslagen waar men zich van ververschingen kon voorzien en waar men zich toegaf aan dartele vrolijkheid die helaas toen zoo wel als heden ten dage tot liederlijke zwelgery dronkenschap en anders ongewone uitspattingen werd opgevoerd in andere loodsen konden meer bedaarde kooplieden of kermisgangers op rustiger wijze over hun zaken praten en zich van voedzame spijs voorzien
Wat verder weêr had men nog keuriger waar : reliquiën en gebenedyde bidsnoeren , kruicifiksen en kerkbenoodigdheden : keurige kastjens , van vreemd hout vervaardigd en bestemd om handschriften in te bewaren : - en daarnaast de handschriften zelve ; misboeken met fraai gekleurde afbeeldingen vercierd en in kostbaar fluweel gebonden : en ( als moest de duivel altijd zijn kapel naast de kerk bouwen ) op dezelfde tafel , een aanzienlijke verzameling van onkiesche drink - en minneliedjens en ergerlijke beeldjens .Verder op - schoenen voor edelen en gemeenen : - drinkkroezen en bekers en berkemeiers , tot welker vervaardiging de drie rijken der natuur op schatting waren gesteld : - speceryen en droogeryen : geuren en wieroken : - palmolie en ambergrijs : alles in een woord , wat men in de drie hoeken der waereld kon gevonden hebben ; - want de vierde hoek moest zelf nog gevonden worden .Voorts waren er loodsen opgeslagen , waar men zich van ververschingen kon voorzien : en waar men zich toegaf aan dartele vrolijkheid , die , helaas ! toen zoo wel als heden ten dage tot liederlijke zwelgery , dronkenschap en anders ongewone uitspattingen werd opgevoerd : in andere loodsen konden meer bedaarde kooplieden of kermisgangers op rustiger wijze over hun zaken praten en zich van voedzame spijs voorzien .
1,842
Wierook|Specerijen|droogeryen
['wierook', 'specerij', 'droogeryen']
223
s zomers dan had ze soms een vreemd groot verlangen naar de menschen naar hun goedheid hun warme streelende handen en als het zachte grijze duister kwam zat ze langen tijd op den rand van haar bed en ademde den geur van de oude bloeiende linden en hoorde de menschen lachen helder en onbezorgd en in de groote stad niet ver van het dorp woonde de man waarvan ze gescheiden was en hun beider eenige zoon
' s Zomers , dan had ze soms een vreemd , groot verlangen naar de menschen , naar hun goedheid , hun warme , streelende handen .En als het zachte , grijze duister kwam , zat ze langen tijd op den rand van haar bed en ademde den geur van de oude bloeiende linden en hoorde de menschen lachen , helder en onbezorgd .En in de groote stad , niet ver van het dorp , woonde de man waarvan ze gescheiden was en hun beider eenige zoon .
1,920
oude bloeiende linden
['oud bloeien lind']
224
en waar anderen verkiezen te stikken in t stof of in den modder waarom zou hij niet liever zichzelf laten meegaan in wonderverhalen van planeten en edelsteenen en menschelijk lot wat hij niet opzettelijk zoekt vindt hij immers toch zijn kunst van vertellen en huichelen ontsluit hem de poorten en de kelders van de rijkste paleizen en met de geuren der achtersteegjes in zijn pij of in zijn wapenrok die hij draagt om de beurt zit hij schertsend en jokkend aan bij prinsen en bisschoppen hij zou ook wel eens trouwen met de zuster van monsignore maar zich vastleggen aan iemand of iets lag niet in zijn aard en deze die hij beminde heeft hij voor een ander minnaar geschaakt ja mevena heeft hij bemind maar die is nu dood in t klaar besef van zijn zondig leven weet hij nooit juist wat hij mag hebben misdaan
En waar anderen verkiezen te stikken in ' t stof of in den modder , waarom zou hij niet liever zichzelf laten meegaan in wonderverhalen van planeten en edelsteenen en menschelijk lot ? Wat hij niet opzettelijk zoekt vindt hij immers toch : Zijn kunst van vertellen en huichelen ontsluit hem de poorten en de kelders van de rijkste paleizen .En met de geuren der achtersteegjes in zijn pij of in zijn wapenrok , die hij draagt om de beurt , zit hij schertsend en jokkend aan bij prinsen en bisschoppen Hij zou ook wel eens trouwen met de zuster van Monsignore , maar zich vastleggen aan iemand of iets lag niet in zijn aard en deze die hij beminde heeft hij voor een ander minnaar geschaakt .Ja , Mevena heeft hij bemind , maar die is nu dood ! In ' t klaar besef van zijn zondig leven , weet hij nooit juist wat hij mag hebben misdaan .
1,910
der achtersteegjes
['achtersteegjes']
225
ledich laten al setten sy ons alleen in een doncker gat van malcanderen verscheyden den schat is van sulcker aert hy en wil niet verborgen wesen de eene roept den anderen aen ende stort so zijnen schat wt op dat hy ghesien mocht worden wy zijn so wel ghemoet de heere hebbe eewich lof ende danck wy roepen wy singhen met malcanderen wy bedrijuen alsulcken vruechde mal
8 .ledich laten , al setten sy ons alleen in een doncker gat van malcanderen verscheyden , den schat is van sulcker aert , hy en wil niet verborgen wesen , de eene roept den anderen aen , ende stort so zijnen schat wt , op dat hy ghesien mocht worden , wy zijn so wel ghemoet , de Heere hebbe eewich lof ende danck , wy roepen , wy singhen , met malcanderen , wy bedrijuen alsulcken vruechde Mal .3 .
1,904
Mal
['mal']
226
deeze ouderdom bereikt hebbende geleid men haar naar t hof men bekleed haar met een kattoene rok en men stelt ze voor de hitte der zonne bloot tot dat het zweet haare rokken doordringt deeze rokken werden voor den koning gebragt die de moeite neemt van de zelve de een naar den ander te ruiken hy behoud voor hem de dochters waar van zich geen onaangenaame reuk op doet zich diets maakende dat ze gezonder als de andere zyn die hy aan zyn edelieden overlaat
Deeze ouderdom bereikt hebbende , geleid men haar naar ' t Hof , men bekleed haar met een kattoene Rok , en men stelt ze voor de hitte der Zonne bloot , tot dat het zweet haare Rokken doordringt .Deeze Rokken werden voor den Koning gebragt , die de moeite neemt van de zelve de een naar den ander te ruiken .Hy behoud voor hem de Dochters waar van zich geen onaangenaame reuk op doet , zich diets maakende , dat ze gezonder als de andere zyn , die hy aan zyn Edelieden overlaat .
1,729
Deeze Rokken
['deeze rok']
227
doen wert het nacht wy ontboden alle de officieren inde kejuyt met de bottelier daer by vraeghden hem hoe veel water wy noch hadden en reeckenden het over hoe veel water dat wy van doen hadden wetende dat wy de de linie equinoctiael noch mosten passeren en dan kond het noch langh dueren eer wy in hollandt quamen bevonden derhalven dat wy niet meer als vier mutskens water daeghs konden geven
Doen wert het nacht .Wy ontboden alle de officieren inde kejuyt , met de bottelier daer by ; vraeghden hem hoe veel water wy noch hadden , en reeckenden het over hoe veel water dat wy van doen hadden , wetende dat wy de de Linie Equinoctiael noch mosten passeren , en dan kond ' het noch langh dueren eer wy in Hollandt quamen .Bevonden derhalven dat wy niet meer als vier mutskens water daeghs konden geven .
1,915
Water
['water']
228
de lamp stond reeds te branden en bij de tafel zat monk zijn broer die zoo juist van het stampkot te huis gekomen was hij beet in zijn dikke roggestute en slurpte aan den geurenden pap als iemand die niet gauw zijn bekomste zal hebben de nijd beet goor een oogenblik in het hart
De lamp stond reeds te branden en bij de tafel zat Monk , zijn broer , die zoo juist van het stampkot te huis gekomen was .Hij beet in zijn dikke roggestute en slurpte aan den geurenden pap als iemand , die niet gauw zijn bekomste zal hebben .De nijd beet Goor een oogenblik in het hart .
1,904
Pap
['pap']
229
het is tijd dat ik naar huis ga voor het middageten ik loop door de donkere kathelijnestraat langs de extatische kalfskoppen in de winkels der pensenarissen voor bij de opgetaste roastbeefs der volksbeenhouwerijen aan de geurige kraampjes van sinaasappelen en boestrink en op den hoek zit een vrouwtje dat tijm en lauwerier en andere drooggeurende peperplanten verkoopt zij zit laag gehurkt op een kreupel stoeltje en schijnt wel in slaap gevallen
.Het is tijd dat ik naar huis ga voor het middageten : ik loop door de donkere Kathelijnestraat , langs de extatische kalfskoppen in de winkels der pensenarissen , voor - bij de opgetaste roastbeefs der volksbeenhouwerijen , aan de geurige kraampjes van sinaasappelen en ‘ boestrink ’ .En op den hoek zit een vrouwtje , dat tijm en lauwerier en andere drooggeurende peperplanten verkoopt ; zij zit laag gehurkt op een kreupel stoeltje , en schijnt wel in slaap gevallen .
1,913
kraampjes van sinaasappelen
['kraamp sinaasappeal']
230
belzebub de stedehouder hoort waer dit plakkaet op draeit dat gabriëls bazuin zoo trots heeft uitgekraeit hy gaf godts ooghmerck u oock scherp genoegh te ruicken men zal uw mogentheit aldus de vleugels fnuicken
Belzebub : De Stedehouder hoort , waer dit plakkaet op draeit , Dat Gabriëls bazuin zoo trots heeft uitgekraeit .Hy gaf Godts ooghmerck u , oock scherp genoegh , te ruicken .Men zal uw mogentheit aldus de vleugels fnuicken .
1,645
Godts ooghmerck
['godts ooghmerck']
231
denct niet dat den lieven geur en coleur van u bloosend roode wanghen v altijt sal blijven by soo langh ghy vwe vruchjes noch laet hanghen leert doch aen den eglantier hoe wy hier dickwils nae zijn reuck verlanghen valt niet al syn blom cieraet als hy laet blijft aen zijnen distel hanghen meysjes zijn een hof gelijc die seer rijck is beplant met lieve bloemen so lang als de schoone blaen daer in staen salmen die genoeghlijck noemen maer so haest de lenten soet henen spoet en de roosjes vast verleppen salmen vander bloemen lof en den hof naulijcks yemand hooren reppen
Denct niet dat den lieven geur , en coleur Van u bloosend ' Roode Wanghen , V altijt sal blijven by / / soo langh ghy Vwe Vruchjes noch laet hanghen .Leert doch aen den Eglantier / / Hoe wy hier Dickwils nae zijn reuck verlanghen : Valt niet al syn blom - cieraet als hy laet Blijft aen zijnen Distel hanghen ? Meysjes zijn een Hof gelijc , die seer rijck Is beplant met lieve Bloemen : So lang als de schoone blaen , daer in staen , Salmen die genoeghlijck noemen .Maer so haest de Lenten soet , henen spoet En de Roosjes vast verleppen , Salmen vander bloemen lof / / en den Hof Naulijcks yemand hooren reppen .
1,643
Dickwils
['dickwil']
232
want zoo als t algemeen ten gronde bedorven is bevinde ikze ook haar herte braakt ten kéle en monde niet uit als vuur en vlamme en rook van vloek en laster stinkende als een graf schoon van albaster dat niets van hem af als doodze dampen gaf haar tonge is listig en tot vleyen vol uitgeleerd en afgerigt om wankle zielen te misleyen en af te voeren van haar pligt
Want zoo als ' t algemeen ten gronde Bedorven is , bevinde Ikze ook .Haar herte braakt ten kéle en monde , Niet uit als vuur en vlamme en rook Van vloek en laster , Stinkende als een graf , Schoon van albaster , Dat niets van hem af , Als doodze dampen gaf .Haar tonge is listig , en tot vleyen Vol - uitgeleerd en afgerigt ; Om wankle zielen te misleyen En af te voeren van haar pligt .
1,698
Haar herte
['hert']
233
het resultaat uit alle die mededeelingen was dan altijd dat de slaapwandelaar hoezeer alles met geslotene oogen verrigtende enkele gevallen uitgezonderd gezigtsindrukken op dezelfde wijze met hetzelfde gevolg ten minste voor zijn waarnemingsvermogen verkrijgen moest als gedurende den wakenden staat zouden er vraagt men geene gronden aanwezig zijn welke der waarschijnlijkheid nabij komen dat de ziel bij het slaap of nacht wandelen zinnelijke gewaarwordingen bekomen konde en daardoor in staat geraken om derzelver anderzins zoo onbegrijpelijke verrigtingen over te nemen het verband tusschen de ziel en de willekeurige spieren hetgeen altijd in den slaap afgebroken is is hier weder hersteld en zij gehoorzamen aan haren wil dikwijls met eene nog levendiger werkzaamheid en grootere gemakkelijkheid dan bij het waken het eene of andere zintuig toch is gelijk de ervaring genoegzaam bewijst somtijds bij den slaapwandelaar wakende waarom zou dan ook niet soms bij dezen slaap der overige zintuigen gevoeligheid in het oog kunnen terugkeeren de oogzenuw weder ontwaken en door haar gezigtsindrukken aan de ziel toegevoerd worden zonder dat daarom het geheele gestel in zijne rust gestoord worde moet men dus niet als meer dan waarschijnlijk aannemen dat deze slaap of nacht wandelaars hunne oogen óf niet volkomen gesloten hebben óf dat er eene genoegzame opening overig gebleven is zoo veel lichts doorlatende als toereikende is om aan de ziel de noodige gezigtsindrukken van de uitwendige voorwerpen mede te deelen óf dat eindelijk het oog zich nu en dan opene opdat de ziel daardoor de voorstellingen welke zij tot hare verrigtingen behoeft zou kunnen verkrijgen met anderen zou men kunnen antwoorden dat dit alles op vooronderstellingen geenszins op waarnemingen rust en althans geen besluit uit eene zekere waarneming bevat maar al staat men zulks al voor eenige oogenblikken toe dan blijft de vraag altijd in hoe verre dit den slaapwandelaren bij derzelver rondwandelingen of verrigtingen nuttig zijn kan
Het resultaat uit alle die mededeelingen was dan altijd , dat de Slaapwandelaar , hoezeer alles met geslotene oogen verrigtende , ( enkele gevallen uitgezonderd ) gezigtsindrukken op dezelfde wijze , met hetzelfde gevolg ten minste voor zijn waarnemingsvermogen , verkrijgen moest , als gedurende den wakenden staat .Zouden er , vraagt men , geene gronden aanwezig zijn , welke der waarschijnlijkheid nabij komen , dat de ziel , bij het slaap - of nacht - wandelen , zinnelijke gewaarwordingen bekomen konde , en daardoor in staat geraken , om derzelver , anderzins zoo onbegrijpelijke , verrigtingen over te nemen ? Het verband tusschen de ziel en de willekeurige spieren , hetgeen altijd in den slaap afgebroken is , is hier weder hersteld , en zij gehoorzamen aan haren wil , dikwijls met eene nog levendiger werkzaamheid en grootere gemakkelijkheid dan bij het waken .Het eene of andere zintuig toch is , gelijk de ervaring genoegzaam bewijst , somtijds bij den Slaapwandelaar wakende : waarom zou dan ook niet soms , bij dezen slaap der overige zintuigen , gevoeligheid in het oog kunnen terugkeeren , de oogzenuw weder ontwaken , en door haar gezigtsindrukken aan de ziel toegevoerd worden , zonder dat daarom het geheele gestel in zijne rust gestoord worde ? Moet men dus niet als meer dan waarschijnlijk aannemen , dat deze Slaap - of Nacht - wandelaars hunne oogen óf niet volkomen gesloten hebben , óf dat er eene genoegzame opening overig gebleven is , zoo veel lichts doorlatende , als toereikende is om aan de ziel de noodige gezigtsindrukken van de uitwendige voorwerpen mede te deelen ; óf dat , eindelijk , het oog zich nu en dan opene , opdat de ziel daardoor de voorstellingen , welke zij tot hare verrigtingen behoeft , zou kunnen verkrijgen ? Met anderen , zou men kunnen antwoorden , dat dit alles op vooronderstellingen , geenszins op waarnemingen rust , en althans geen besluit uit eene zekere waarneming bevat : maar , al staat men zulks al voor eenige oogenblikken toe , dan blijft de vraag altijd , in hoe verre dit den Slaapwandelaren , bij derzelver rondwandelingen of verrigtingen , nuttig zijn kan .
1,816
spieren
['spier']
234
eerst zette hij de bloemen in eene oude theepot waarvan de tuit gebroken was die hij dagelijks vulde met het versche water dat zijne moeder als zij uitging in eene kruik naast zijn bed plaatste na verloop van eenigen tijd begonnen er een paar asters te verwelken en nu haastte hij zich om de dorre bladeren die zijnen ruiker ontsierden met eene schaar af te knippen toen zijne bloemen al meer en meer verflensten scheen het hem toe dat het beter zou zijn de weinige overgeblevene te droogen hij legde ze althans zorgvuldig tusschen de bladen van eenen bijbel en als hij dan eens een goeden dag had tilde hij den zwaren folio bijbel op en sloeg dien open om zijne gedroogde vrienden te bekijken
Eerst zette hij de bloemen in eene oude theepot , waarvan de tuit gebroken was , die hij dagelijks vulde met het versche water , dat zijne moeder , als zij uitging , in eene kruik naast zijn bed plaatste .Na verloop van eenigen tijd begonnen er een paar asters te verwelken , en nu haastte hij zich , om de dorre bladeren , die zijnen ruiker ontsierden , met eene schaar af te knippen .Toen zijne bloemen al meer en meer verflensten , scheen het hem toe dat het beter zou zijn , de weinige overgeblevene te droogen ; hij legde ze althans zorgvuldig tusschen de bladen van eenen bijbel , en als hij dan eens een goeden dag had , tilde hij den zwaren folio bijbel op en sloeg dien open , om zijne gedroogde vrienden te bekijken .
1,861
de dorre bladeren
['dor blad']
235
ga vader sprak hy dank mevrouw voor zo veel eer ga spreek haar uit myn naam myn hart is veel te teer myn ziel op uwe raad bewoogen en verslagen kan noch de glans niet van haar majesteit verdraagen al myn beweegingen in arbeid zyn aan t gaan haar zelf te spreeken was een reukeloos bestaan ik zou myn meening haar niet klaar genoeg ontdekken laat my wat rusten en in eenigheid vertrekken ik zal wat meer bedaard vergeetende al myn druk my beter streelen met myn naderend geluk en opgehelderd gaan de koningin begroeten
Ga Vader , sprak hy , dank Mevrouw voor zo veel eer ; Ga , spreek haar uit myn naam , myn hart is veel te teer .Myn ' ziel , op uwe raad , bewoogen , en verslagen , Kan noch de glans niet van haar Majesteit verdraagen ; Al myn beweegingen in arbeid zyn aan ' t gaan ; Haar zelf te spreeken was een reukeloos bestaan ; Ik zou myn meening haar niet klaar genoeg ontdekken ; Laat my wat rusten , en in eenigheid vertrekken .Ik zal , wat meer bedaard , vergeetende al myn druk , My beter streelen met myn naderend geluk , En opgehelderd gaan de Koningin begroeten .
1,699
bestaan
['bestaan']
236
hij klopte aan men deed hem open maar alles wat hij zag vond hij zeer vreemd hij zag namelijk een prachtig kasteel een verwonderlijk mooien tuin waarin de zeldzaamste planten en de heerlijkste bloemen geurden maar in plaats dat de bewoners er vroolijk en gelukkig zouden uitzien in deze heerlijke omgeving was juist de een nog bedroefder en treuriger dan de ander het was akelig om aan te zien de een had tranen in de oogen de tweede was bezig met ze af te drogen een derde had al een heelen zakdoek nat geschreid
Hij klopte aan , men deed hem open , maar alles wat hij zag vond hij zeer vreemd .Hij zag namelijk een prachtig kasteel , een verwonderlijk mooien tuin , waarin de zeldzaamste planten en de heerlijkste bloemen geurden , maar in plaats dat de bewoners er vroolijk en gelukkig zouden uitzien in deze heerlijke omgeving , was juist de een nog bedroefder en treuriger dan de ander .Het was akelig om aan te zien ; de een had tranen in de oogen , de tweede was bezig met ze af te drogen , een derde had al een heelen zakdoek nat geschreid .
1,873
de zeldzaamste planten en de heerlijkste bloemen
['zeldzaam plant heerlijk bloem']
237
sijt vrolic ende mi dancbaer ic hebbe v gebroken hert gesaluet ende genesen om niet voort dat hi den geuangen verlossinge soude prediken dat is dat hi de conscientie soude verlossen vander macht der sonden ende van haren banden ende ooc vanden banden des bedwancs dat is dat sijs niet meer wt bedwanc en souden houden oft laten dat god gheboden heeft maer wt liefden dat hi haer met sijnder toecoemst sulcken gheest soude gheuen diet wt puerder liefden in ende met haer volbrengt dat god aengenaem is ende laet dat hem mishaecht ooc dat hijse vander swaerder geuangenisse der menscheliker geboden ende insettinge soude ontbinden het welcke geschiet als hi haer kennisse geeft datmen daer niet aen en misdoet alsmense laet ende niet en verdient alsmense houdt welc seer van noode ware der armer geuangender scharen te prediken die sonde maken vanden breken ende duechde vanden houden want dat alle beyde verdoemelic is mer als hi haer de kennisse geeft so verlicht hi de blinden ende dat hi de ghebrokene van crachten wt soude seynden dat is dat hi de gene die op haers n v ro selfs crachten betrouden midts welcke si al crancker worden wt soude seynden door tgelooue ende remissie tot christum die haer stercheyt geeft den ande ren te dienen die haer seluen ghedient ende gesocht hebben ende dat hi een aengename iaer soude prediken dat is den tijt na de toecoemste christi in welcken wi door christum god aenghename ende bequame werden
Sijt vrolic ende mi dancbaer , ic hebbe v gebroken hert gesaluet ende genesen om niet , Voort dat hi den geuangen verlossinge soude prediken , dat is , dat hi de conscientie soude verlossen vander macht der sonden , ende van haren banden ende ooc vanden banden des bedwancs , dat is , dat sijs niet meer wt bedwanc en souden houden , oft laten dat God gheboden heeft , maer wt liefden , dat hi haer met sijnder toecoemst sulcken gheest soude gheuen , diet wt puerder liefden in ende met haer volbrengt dat God aengenaem is , ende laet dat hem mishaecht , Ooc dat hijse vander swaerder geuangenisse der menscheliker geboden ende insettinge soude ontbinden .Het welcke geschiet als hi haer kennisse geeft datmen daer niet aen en misdoet alsmense laet , ende niet en verdient alsmense houdt , welc seer van noode ware der armer geuangender scharen te prediken , die sonde maken vanden breken , ende duechde vanden houden , want dat alle beyde verdoemelic is , mer als hi haer de kennisse geeft , so verlicht hi de blinden .Ende dat hi de ghebrokene van crachten wt soude seynden , dat is , dat hi de gene die op haers [ ( N v ) ro ] selfs crachten betrouden , midts welcke si al crancker worden , wt soude seynden door tgelooue ende remissie tot Christum , die haer stercheyt geeft , den ande - ren te dienen , die haer seluen ghedient ende gesocht hebben , Ende dat hi een aengename iaer soude prediken , dat is , den tijt na de toecoemste Christi , in welcken wi door Christum God aenghename ende bequame werden .
1,893
scharen
['schaor']
238
en bijen die brommen zoo en een hooge duin waar je op en af kunt rijen en je moeders handen zijn ze ook zoo zacht als ze je s morgens komt wasschen en de zeep zoo schuimt en een watervracht over je rug komt plassen in mijn bosch woont een nachtegaal hebben je kleine muschjes die je voeren kunt zijn je allemaal broertjes
.en bijen , - Die brommen zoo ! - en een hooge duin , Waar je op en af kunt rijen ? En je moeders handen , zijn ze ook zoo zacht Als ze je ' s morgens komt wasschen , En de zeep zoo schuimt , en een watervracht Over je rug komt plassen ? In mijn bosch woont een nachtegaal .Hebben je kleine muschjes , Die je voeren kunt ? - Zijn je allemaal Broertjes .
1,894
Die brommen
['brommen']
239
wentlende baren schuur zachter den steven van mijn besuckte zilveren vloot hernam de meester heen en weder slingerende als een schip in volle zee ik heb er de fluweelen deken van den grande van spanje opgelegd en het ruikt naar ambra en musceliaat
‘ Wentlende baren schuur zachter den steven Van mijn besuckte zilveren vloot , ’ hernam de meester , heen en weder slingerende als een schip in volle zee .‘ Ik heb er de fluweelen deken van den grande van Spanje opgelegd , en het ruikt naar ambra en musceliaat ..
1,896
den grande van Spanje|fluweelen deken|het
['den grande spanje', 'fluweelen deken', '']
240
daerom behoort een vruchtbare vrouwe haer so veel als mogelijck is uyt de lucht die in eenighe hoedanigheyt te seer uytstreckt te onthouden maer insonderheyt uyt quade onsuyvere stinkende ende mistighe behoort haer oock te wachten voor stanck van uytghedaen kaerssen swavel beverswijn en diergelijcke stinckende dingen als oock van seer ruyckende kruyden ghelijck munte poley ende andere insonderheyt van muskeliaet amber civet en ruyckballen die daer van gemaeckt werden vorders salze voor haer eten ghebruycken spijse van goet voedtsel ende een weynig verdroogende de menichte moet wesen so voor haer selven als voor de vrucht so datse de mont dickwils al wat bieden moet al heeftse de grootste lust niet om te eten sy en behoeft haer oock so naeu aen de vast daghen niet te binden want door veel vasten soude de vrucht lichtelijck slap ende sieck werden ende voor den tijdt uyt willen om sijn voedtsel buyten te soecken dat hy binnen most derven
Daerom behoort een vruchtbare vrouwe haer , so veel als mogelijck is , uyt de lucht , die in eenighe hoedanigheyt te seer uytstreckt te onthouden , maer insonderheyt uyt quade , onsuyvere , stinkende , ende mistighe .Behoort haer oock te wachten voor stanck van uytghedaen kaerssen , swavel , beverswijn , en diergelijcke stinckende dingen : als oock van seer ruyckende kruyden , ghelijck munte , poley , ende andere , insonderheyt van muskeliaet , amber , civet , en ruyckballen , die daer van gemaeckt werden .Vorders salze voor haer eten ghebruycken Spijse van goet voedtsel , ende een weynig verdroogende , de menichte moet wesen so voor haer selven , als voor de vrucht , so datse de mont dickwils al wat bieden moet , al heeftse de grootste lust niet om te eten : sy en behoeft haer oock so naeu aen de vast - daghen niet te binden : want door veel vasten soude de vrucht lichtelijck slap ende sieck werden , ende voor den tijdt uyt willen , om sijn voedtsel buyten te soecken , dat hy binnen most derven .
1,660
Kaarsen|beverswijn|swavel
['kaar', 'beverswijn', 'swavel']
241
ii de wijk waar wierook reukwerk en peper verkocht wordt dus zooveel als aan den komenijsman u
II 1 .269 : de wijk , waar wierook , reukwerk en peper verkocht wordt , - dus zooveel als aan den komenijsman .U .
1,906
Wierook
['wierook']
242
maar eline roerde nauwelijks iets van de spijzen aan en zij was blijde toen sofie weêr afnam de geur van dat eten in de warmte maakte haar nog zieker dan zij was zij ham een paar kaartjes op die sofie had binnen gebracht kaartjes van mevrouw verstraeten en van lili
Maar Eline roerde nauwelijks iets van de spijzen aan , en zij was blijde , toen Sofie weêr afnam .De geur van dat eten in de warmte maakte haar nog zieker dan zij was .Zij ham een paar kaartjes op , die Sofie had binnen gebracht , kaartjes van mevrouw Verstraeten en van Lili .
1,889
dat eten
['eten']
243
aan t venster zijner celle de jongere broeder staat de laatste zonnestralen beschijnen zijn bleek gelaat den balsemgeur der velden der nachtegalen lied daarop en let de droomer de bleeke droomer niet want aan den voet des heuvels verwijlt een lievend paar de blikken naar elkander de handen in elkaar
Aan ' t venster zijner celle De jongere broeder staat ; De laatste zonnestralen Beschijnen zijn bleek gelaat .Den balsemgeur der velden , Der nachtegalen lied - Daarop en let de droomer , De bleeke droomer niet .Want aan den voet des heuvels Verwijlt een lievend paar , De blikken naar elkander , De handen in elkaar .
1,868
Weiland
['weiland']
244
we zitten er zoo goed te zamen met vader moeder zij aan zij o mocht ze jaren jaren duren die reine rust die poëzij als stormen door de straten gieren als t water ruizelt door de goot dan min ik zeer het needrig huisjen al is het maar een voorschoot groot het liedje van den ransel zeer knap gelijk ook de meeste schoolliederen voor meisjes waaronder naar mijne meening bijzonder uitschijnt stap voor stap er was een tijd een gulden tijd de morgenstond van t leven een tijd waarvan ons weinig heugt met zonnegoud doorweven wij voelden moeders zachte hand en liepen zonder zorgen voor onbekenden morgen langs bloem en mulle zand voet voor voet en stap voor stap
We zitten er zoo goed te zamen , Met vader , moeder , zij aan zij .O mocht ze jaren , jaren duren , Die reine rust , die poëzij ! Als stormen door de straten gieren , Als ' t water ruizelt door de goot , Dan min ik zeer het needrig huisjen , Al is het maar een voorschoot groot ! Het liedje van den ransel , zeer knap , gelijk ook de meeste schoolliederen voor meisjes , waaronder , naar mijne meening , bijzonder uitschijnt Stap voor stap : Er was een tijd , een gulden tijd , De morgenstond van ' t leven , Een tijd waarvan ons weinig heugt , Met zonnegoud doorweven .Wij voelden moeders zachte hand En liepen zonder zorgen Voor onbekenden morgen Langs bloem en mulle zand Voet voor voet en Stap voor stap .
1,912
' t water
["' t water"]
245
hy liet den necktar en ambroos daer voor hy plutos kruyt verkoos en sey ick ben de godt van t vier en van het edele smoken doe ginck vulcan op sijn manier een pijpje sitten roken denckt vry ghy lasteraertjes al dat mulciber u plagen sal die seggen t is maer stanck in t lijf en schier tot dreck toe laken t js al nobelen tijt verdrijf om so slecht uyt te maken o helden doet dan offerhandt eer vulkaen met gewijden brandt geeft vyer en vlam sonder verdriet die roockt op sijn altaren toeback wast voor de roepen niet dus wilt het kruyt niet sparen
Hy liet den necktar en ambroos , Daer voor hy Plutos kruyt verkoos , En sey ick ben de Godt van ' t vier , En van het edele smoken , Doe ginck Vulcan op sijn manier , Een pijpje sitten roken .Denckt vry ghy lasteraertjes al , Dat Mulciber u plagen sal , Die seggen ' t is maer stanck in ' t lijf , En schier tot dreck toe laken , ' t Js al nobelen tijt - verdrijf , Om so slecht uyt te maken .O Helden doet dan Offerhandt , Eer Vulkaen met gewijden brandt , Geeft vyer en vlam sonder verdriet , Die roockt op sijn Altaren : Toeback wast voor de Roepen niet , Dus wilt het kruyt niet sparen .
1,670
' t lijf
["' t lijf"]
246
de verschillende veemarkten zijn aangegeven in de almanakken voor den landbouw rogge van uitnemende kwaliteit gerst haver boonen en erwten vormen met puike zandaardappelen eenen belangrijken uitvoer waarbij vooral de fijne boter in de drie hier bestaande zuivelfabrieken niet vergeten moet worden andere fabrieken heeft men op terschelling niet en ambachten worden er weinig uitgeoefend
De verschillende veemarkten zijn aangegeven in de almanakken voor den landbouw .Rogge van uitnemende kwaliteit , gerst , haver , boonen en erwten vormen met puike zandaardappelen eenen belangrijken uitvoer , waarbij vooral de fijne boter , in de drie hier bestaande zuivelfabrieken , niet vergeten moet worden .Andere fabrieken heeft men op Terschelling niet , en ambachten worden er weinig uitgeoefend .
1,899
Aardappel
['aardappel']
247
of hij dit nog niet genoeg vond toen een kind met bloemen op de twee vreemdelingen afkwam nam hij zonder betalen een ruikertje violen uit haar mandje en bood het sietske met eenvoudige gratie aan terwijl het kleine bloemen meisje met een glimlach den geestelijke toeknikte en heenging zonder den vreemdeling lastig te vallen met hare waar sietske liet de wellevendheid zoo eenvoudig bij dien geestelijke zoo argeloos bij het kind niet onopgemerkt en zich bezinnende nam zij een viool uit het ruikertje en daar de priester zijn hand op de knie had gelegd en die hand een klein boekje hield met den wijsvinger er tusschen stak zij de bloem tusschen de zoo halfgeopende bladen na weerzijds hoffelijken groet gingen sietske en frank heen
Of hij dit nog niet genoeg vond - toen een kind met bloemen op de twee vreemdelingen afkwam , nam hij , zonder betalen , een ruikertje violen uit haar mandje en bood het Sietske met eenvoudige gratie aan , terwijl het kleine bloemen meisje met een glimlach den geestelijke toeknikte en heenging , zonder den vreemdeling lastig te vallen met hare waar .Sietske liet de wellevendheid , zoo eenvoudig bij dien geestelijke , zoo argeloos bij het kind , niet onopgemerkt , en , zich bezinnende , nam zij een viool uit het ruikertje , en daar de priester zijn hand op de knie had gelegd en die hand een klein boekje hield met den wijsvinger er tusschen , stak zij de bloem tusschen de zoo halfgeopende bladen .Na weerzijds hoffelijken groet , gingen Sietske en Frank heen .
1,889
viool
['viool']
248
en kunnen die sprietjes voelen als wij denkelijk wel hernam de rups maar waarom vraagt ge dat wel omdat dat groote monster daar ginds er maar zoo overheen loopt en opziende zag ook de rups het monster dat over de grassprietjes liep en enkele bloempjes die er tusschen groeiden uittrok met geweld en zoo samenvlocht tot een ruikertje de rups werd vreeselijk woedend op dit gezicht en het wormpje met zich voerend gingen zij tusschen de grassprietjes door naar een groot water achter het bosch
- ‘ En kunnen die sprietjes voelen als wij ? ’ ‘ Denkelijk wel , ’ hernam de rups ; ‘ maar waarom vraagt ge dat ? ’ - ‘ Wel , omdat dat groote monster daar ginds er maar zoo overheen loopt .’ En , opziende , zag ook de rups het monster , dat over de grassprietjes liep en enkele bloempjes , die er tusschen groeiden , uittrok met geweld en zoo samenvlocht tot een ruikertje .De rups werd vreeselijk woedend op dit gezicht en het wormpje met zich voerend , gingen zij tusschen de grassprietjes door naar een groot water , achter het bosch .
1,900
Bloemen
['bloem']
249
een keukenmeid sali trad in dienst en zooals later bleek was zij eene toegewijde vertrouwbare persoon die niet alleen beethoven s huis tot aan zijn einde geriefelijk maakte maar ook den meester oppaste bij deze beethoven sali werd eene helpster gevoegd en het noodige keukengerief aangeschaft in deze periode der huishoudinrichting nam hij voor ons bij zich uit te noodigen
Een keukenmeid ( “ Sali ” ) trad in dienst , en , zooals later bleek , was zij eene toegewijde , vertrouwbare persoon , die niet alleen Beethoven ' s huis tot aan zijn einde geriefelijk maakte , maar ook den meester oppaste .Bij deze “ Beethoven - Sali ” werd eene helpster gevoegd , en het noodige keukengerief aangeschaft .In deze periode der huishoudinrichting nam hij voor ons bij zich uit te noodigen .
1,910
keukengerief
['keukengerief']
250
geheel doordrongen van het gevoel dat deze godsdienstoefening in mij verwekt had trad ik weder naar buiten en zette mij op de trappen des tempels aan de zuidzijde neder daar zag ik aan mijne linkerzijde den met geurige kruiden donker begroeiden hymettus aan mijne rechterzijde den icarus en het corydallisch gebergte boven welks kruin ik den horizon in de uitgestrekste verwijdering bepaald zag door de hooge en ruwe toppen van den woesten citheron dien ik den vorigen winter was overgetrokken voor mij badende in het heldere morgenlicht de zee salamis en egina en ter zijde de trotsche granietrots van corinthe zich verheffende als eene roode vuurkolom aan mijne voeten lag de vroolijke bezige stad met hare heuvels den areopagus en de pnyx rechts links een weinig buiten de muren het lyceum en de tempel van demeter en vlak onder mijne voeten de schouwburg en het heiligdom van aphrodite
Geheel doordrongen van het gevoel , dat deze godsdienstoefening in mij verwekt had , trad ik weder naar buiten en zette mij op de trappen des tempels aan de zuidzijde neder .Daar zag ik aan mijne linkerzijde den met geurige kruiden donker begroeiden Hymettus , aan mijne rechterzijde den Icarus en het Corydallisch gebergte , boven welks kruin ik den horizon , in de uitgestrekste verwijdering , bepaald zag door de hooge en ruwe toppen van den woesten Citheron , dien ik den vorigen winter was overgetrokken ; voor mij , badende in het heldere morgenlicht , de zee , Salamis en Egina , en ter zijde de trotsche granietrots van Corinthe , zich verheffende als eene roode vuurkolom .Aan mijne voeten lag de vroolijke , bezige stad , met hare heuvels , den Areopagus en de Pnyx , rechts ; links , een weinig buiten de muren , het Lyceum en de tempel van Demeter , en vlak onder mijne voeten de schouwburg en het heiligdom van Aphrodite .
1,906
Kruiden
['kruid']
251
o was t ook in t land dat uw stammen bewonen dat scheherazade haar sprookjes bedacht t verhaal der sultane haar bonte contrasten van lijken en bloemen van liefde en van bloed t was deze natuur waar ze treffend in pasten zoo schoon en geweldig zoo wreed en zoo zoet in geurige slingers in gloeiende kransen verlokken de rozen t bewonderend oog en de aloës heffen als puntige lansen als spitsen van koper de toppen omhoog de bloem bergt vergif en de zee heeft haar klippen de vrouw heeft betoov ring op t edel gelaat en eeden van liefde op de purperen lippen maar de eeden zijn valsch en de liefde is verraad valencia vaarwel dan moet ied re gedachte weer leiden tot telkens herrijzende smart natuur die daareven zoo troostend mij lachte herroept weêr den jammer in t brekende hart
- - - - - - - - - - - - O was ' t ook in ' t land dat uw stammen bewonen , Dat Scheherazade haar sprookjes bedacht ? ' t Verhaal der sultane , haar bonte contrasten , Van lijken en bloemen , van liefde en van bloed , ' t Was deze natuur waar ze treffend in pasten , Zoo schoon en geweldig , zoo wreed en zoo zoet .In geurige slingers , in gloeiende kransen , Verlokken de rozen ' t bewonderend oog , En de aloës heffen als puntige lansen , Als spitsen van koper , de toppen omhoog .De bloem bergt vergif en de zee heeft haar klippen , De vrouw heeft betoov ' ring op ' t edel gelaat , En eeden van liefde op de purperen lippen , - Maar de eeden zijn valsch en de liefde is verraad ! - - - - - - - - - - - - Valencia , vaarwel dan ! Moet ied ' re gedachte Weer leiden tot telkens herrijzende smart ? Natuur , die daareven zoo troostend mij lachte , Herroept weêr den jammer in ' t brekende hart .
1,881
slingers
['slinger']
252
alle middelen die de koning verder mag hebben aangewend bleven vruchteloos maar dit staat vast dat de prins ze niet krachtig genoeg oordeelde en zijn wantrouwen in verband met de alom opduikende geruchten van een verbond tusschen jacob en lodewijk xiv erdoor werd versterkt dat koning jacob van t begin af zijn schoonzoon niet vertrouwde had hijzelf aan barillon gezegd
Alle middelen , die de koning verder mag hebben aangewend , bleven vruchteloos .Maar dit staat vast , dat de prins ze niet krachtig genoeg oordeelde en zijn wantrouwen , in verband met de alom opduikende geruchten van een verbond tusschen Jacob en Lodewijk XIV , erdoor werd versterkt .Dat koning Jacob van ' t begin af zijn schoonzoon niet vertrouwde , had hijzelf aan Barillon gezegd .
1,893
geruchten
['gerucht']
253
het werd heidi angstig om het hart het was nog vroeg in den morgen want heidi was gewoon op den berg vroeg op te staan en dan dadelijk naar buiten te loopen voor de deur om te zien welk weder het was of de hemel blauw en de zon reeds op was of de dennen ruischten en de kleine bloemen de oogen reeds open hadden evenals het vogeltje wanneer het voor het eerst in zijn fraaie vergulde gevangenis zit heen en weêrvliegt en aan alle staven beproeft of het er niet tusschendoor kan om de vrijheid terug te bekomen liep heidi heen en weder en beproefde bij ieder venster of zij het niet kon openmaken want dan moest zij toch iets anders zien dan muren en vensters dan moest toch de aarde het groene gras en de laatste half gesmolten sneeuw op de hellingen der bergen te voorschijn komen en heidi had het heimwee hiernaar
Het werd Heidi angstig om het hart .Het was nog vroeg in den morgen , want Heidi was gewoon op den berg vroeg op te staan en dan dadelijk naar buiten te loopen voor de deur om te zien , welk weder het was , of de hemel blauw en de zon reeds op was , of de dennen ruischten en de kleine bloemen de oogen reeds open hadden .Evenals het vogeltje , wanneer het voor het eerst in zijn fraaie , vergulde gevangenis zit , heen - en weêrvliegt en aan alle staven beproeft , of het er niet tusschendoor kan , om de vrijheid terug te bekomen , liep Heidi heen en weder en beproefde bij ieder venster of zij het niet kon openmaken , want dan moest zij toch iets anders zien dan muren en vensters ; dan moest toch de aarde , het groene gras en de laatste half gesmolten sneeuw op de hellingen der bergen te voorschijn komen en Heidi had het heimwee hiernaar .
1,898
de dennen
['denan']
254
l oghem op het programma van den stadsschouwburg speelden van de oude bezetting van nog alleen mee de heer tourniaire als de goedgehumeurde en goedhartige losbol charles surface en de heer wensma als de woekeraar mozes de heer schoonhoven was nog wel aan de vereeniging verbonden maar zijn rol de rol van den zedepreekenden neef joseph surface werd overgenomen door den heer ko van dijk
L .( oghem ) , op het programma van den Stadsschouwburg , speelden van de oude bezetting van 1876 nog alleen mee de heer Tourniaire als de goedgehumeurde en goedhartige losbol Charles Surface en de heer Wensma als de woekeraar Mozes .De heer Schoonhoven was nog wel aan de vereeniging verbonden , maar zijn rol , de rol van den zedepreekenden neef Joseph Surface , werd overgenomen door den heer Ko van Dijk .
1,919
losbol
['losbol']
255
ende de grave lodewyc zant brieven te brugghe typere dat zy hem wilden bedyncken ende houden over haren heere item de heere van aerseele riedt phelipse dat hy zoude otmoedt zoucken an den prinche maer watfol ro col
Ende de grave Lodewyc zant brieven te Brugghe , tYpere , dat zy hem wilden bedyncken ende houden over haren heere .Item , de heere van Aerseele riedt Phelipse , dat hy zoude otmoedt zoucken an den prinche ; maer , watFol .235 , ro , col .
1,909
Phelipse
['phelipos']
256
aagtje deken aan govert jan van rijswijk te amsterdam zeer bevoorrechte jongeling met welk eene verbaasdheid bewondering toejuichging blijdschap en mag ik er bijvoegen aandoening en bekommering zie ik uwe uitmuntende zielsvermoogens mag ik met onderwerping aan het oordeel uwer lieve moeder en by den vriendelyken raad die myn lieve vriendin u gaf u aanpryzen de volgende twe schriftuurtexten diep zeer diep in uwen geest te drukken de eerste is deze alles is uit gode de twede van hem die veel gegeven is zal men overvloediger eischen de eerste plaats zal u bewaaren voor die hoogmoed die onzen stamvader uit het paradys verbande en in staat is om den aller bekwaamste den toegang tot de gewesten eener zalige onsterffelykheid te sluiten het levendig besef dat alles wat gy bezit uit gode is zal u niet alleen geleerd maar waarlyk wys maaken u de achting aller braaven verwerven en u van de genaden verzekeren van god die de zelve aan de nederigen beloofd heeft de andre plaats zal u by uwe kennisse deugd leeren volgen matigheid broederlyke liefde en liefde tegen alle gy zuid door de zelve niet alleen schitterende maar nuttig worden en aan de heuchgelijke verwagting van alle uwe goede vrienden en voor al dit moet alles voor u zyn van uwe lieve moeder voldoen ik vind zo veel gelykheid tusschen paulus geestelyken zoon timothëus en u dat ik niet kan nalaaten deeze met eenige vermaaningen van den grooten leeraar der heidenen aan dezen zynen zoon te besluiten ik danke god als ik denke aan het ongeveinsd gelove t geen in u woond het welk eerst gewoond heeft en ook nog woond in uwe lieve moeder om welke oorzaake ik u indachtig maake dat gy opwekt de gave die in u is want god heeft ons niet gegeven eenen geest der vreesachtigheid maar der kracht der liefde en der gemaatigdheid schaamd u dan niet der getuichenisse onzes heren houd het voorbeeld der gezonde woorden het goede pand dat u toebetrouwd is bewaard door den heiligen geest vlied de begeerlykheden der jonkheid en jaagd na geloove liefde rechtvaardigheid en vrede met allen die den heere aanroepen uit een rein harte
( Aagtje Deken aan Govert Jan van Rijswijk te Amsterdam .) Zeer bevoorrechte Jongeling ! Met welk eene verbaasdheid , bewondering , toejuichging , blijdschap en , mag ik er bijvoegen aandoening en bekommering zie ik uwe uitmuntende zielsvermoogens , mag ik , met onderwerping aan het oordeel uwer lieve Moeder , en by den vriendelyken raad , die myn lieve Vriendin u gaf , u aanpryzen de volgende twe schriftuurtexten diep zeer diep in uwen geest te drukken : de eerste is deze , Alles is uit Gode , de twede Van hem die veel gegeven is zal men overvloediger eischen ; de eerste plaats zal u bewaaren voor die hoogmoed die onzen stamvader uit het paradys verbande en in staat is om den aller bekwaamste den toegang tot de gewesten eener zalige onsterffelykheid te sluiten ; het levendig besef dat alles wat gy bezit uit Gode is zal u niet alleen geleerd maar waarlyk wys maaken , u de achting aller braaven verwerven en u van de Genaden verzekeren van God die de zelve aan de nederigen beloofd heeft ; de andre plaats zal u by uwe kennisse deugd leeren volgen , matigheid , broederlyke liefde en liefde tegen alle , gy zuid door de zelve niet alleen schitterende maar nuttig worden en aan de heuchgelijke verwagting van alle uwe goede Vrienden en voor al , dit moet alles voor u zyn , van uwe lieve Moeder voldoen ; ik vind zo veel gelykheid tusschen Paulus ' geestelyken zoon Timothëus en u , dat ik niet kan nalaaten deeze met eenige vermaaningen van den grooten leeraar der Heidenen aan dezen zynen zoon te besluiten .‘ Ik danke God , als ik denke aan het ongeveinsd gelove ' t geen in u woond , het welk eerst gewoond heeft en ook nog woond in uwe lieve Moeder , om welke oorzaake ik u indachtig maake dat gy opwekt de gave die in u is , want God heeft ons niet gegeven eenen geest der vreesachtigheid , maar der kracht , der liefde en der gemaatigdheid ; schaamd u dan niet der getuichenisse onzes Heren , houd het voorbeeld der gezonde woorden , het goede pand dat u toebetrouwd is bewaard door den Heiligen geest , vlied de begeerlykheden der jonkheid en jaagd na geloove , liefde , rechtvaardigheid en vrede met allen die den Heere aanroepen uit een rein harte .
1,904
Jongeling
['jongeling']
257
t liekt mien zoo nuttig veur d ienigheid da z allemoale zoo gelieke zingen en speulen d aarme en de rieke kiender de roomschen en de griffermeerden en dat alle minsen dat zien en heuren kiek da viend ik zoo n oarigheid zoo sprak hij en met een ernstigen glimlach reikte hij mij de hand ten afscheid cheribon sept
' t Liekt mien zoo nuttig veur d ' ienigheid .Da ' z ' allemoale zoo gelieke zingen en speulen , d ' aarme en de rieke kiender , de Roomschen en de Griffermeerden , en dat alle minsen dat zien en heuren , kiek , da ' viend ' ik zoo ' n oarigheid ! ’ Zoo sprak hij , en met een ernstigen glimlach reikte hij mij de hand ten afscheid .Cheribon , Sept .
1,872
kiender
['kiender']
259
het kamp brak lang reeds op het vuur hield op te gloren en die er t wonder deed ach slanke denneboom en ranke kentsche toren gij treurt om t zelfde leed verstoven is dat kamp doch moog de erinring leven wier geur zich dankbaar mengt met wierookwalmen als der hoppegaarde ontzweven die kent zijn doode brengt op t graf waar england thans laurier en hulst en eiken eerbiedig samenvlecht moge ook het verre west dit dennerijsje reiken daar als zijn dank gehecht
Het kamp brak lang reeds op , het vuur hield op te gloren , En die er ' t wonder deed ? - Ach , slanke denneboom en ranke Kentsche toren , Gij treurt om ' t zelfde leed .Verstoven is dat kamp , doch moog ' de erinring leven , Wier geur zich dankbaar mengt Met wierookwalmen als der hoppegaarde ontzweven , Die Kent zijn ' doode brengt .Op ' t graf , waar England thans laurier en hulst en eiken Eerbiedig samenvlecht , Moge ook het verre West dit dennerijsje reiken , Daar als zijn dank gehecht .
1,887
Wierook
['wierook']
260
komt eng len neder dalen hier komt af maer komt met soet geswier komt seraphin en wilt my leeren hoe ick uw coningin moet eeren die ghy acht die ghy vyert die ghy eert die ghy mindt die de macht die het hooft die de moed vroom verwint van den draeck die de sond heeft gewrocht door sijn trots door sijn nijt door sijn haet door sijn spijt die bevecht die benijt die bespot ons altijt aen wien wy zijn verknocht door onse boose sond die onse ziel door wondt wien dees waerde maeght van ons doet ruymen met all sijne boose luymen
2 .Komt Eng ' len neder dalen hier , Komt af , maer komt met soet geswier , Komt Seraphin , en wilt my leeren , Hoe ick uw ' Coningin moet eeren : Die ghy acht , die ghy vyert , die ghy eert , die ghy mindt , Die de macht , die het hooft , die de moed , vroom verwint Van den Draeck , die de sond ' heeft gewrocht , Door sijn trots , door sijn nijt , door sijn haet , door sijn spijt , Die bevecht , die benijt , die bespot , ons altijt , Aen wien wy zijn verknocht Door onse boose sond , Die onse ziel door - wondt ; Wien dees waerde Maeght van ons doet ruymen Met all ' sijne boose luymen .3 .
1,655
all ' sijne boose luymen
["all ' sijne boose luymen"]
261
ende de wijl de zee lieden besonder op langhe en verre reysen dickwils niet veel anders konnen hebben noch krijgen matroosen kost is veeltijts schimmeligh als t gene al ist al goet en versch met genomen nochtans met der tijt schimmeligh en stinckende wert soo en kan het oock niet anders wesen of den mensch moet mede soodanig als zijn voetsel is worden te meer wanneer hem in eenen langen tijt niet beter en mach geworden dan t gene en alsulcx t welck hem doet stincken en schimmelen nu is der matroosen spijs en dranck veeltijts wel niet veel anders hoe wel genoch alst goet is als broot wat kost den see man ordinaer heeft
Ende de - wijl de Zee - lieden ( besonder op langhe en verre reysen ) dickwils niet veel anders konnen hebben noch krijgen , Matroosen kost is veeltijts Schimmeligh .als ' t gene , al ist al goet en versch met genomen , nochtans met der tijt schimmeligh en stinckende wert , soo en kan het oock niet anders wesen , of den mensch moet mede soodanig als zijn voetsel is worden , te meer wanneer hem in eenen langen tijt niet beter en mach geworden dan ' t gene en alsulcx , ' t welck hem doet stincken en schimmelen .Nu is der Matroosen spijs en dranck veeltijts wel niet veel anders ( hoe wel genoch , alst goet is ) als Broot , Wat kost den See - man ordinaer heeft .
1,663
wert
['wert']
262
men heeft het in de studie van vondel op zekere hoogte gebracht en daarom schijnt het om wille der kunst en der karakterkennis van aanbelang niet halverwege of iets verder stil te staan er prijkt nu wel een statig standbeeld in het amsterdamsche park men heeft wel braaf gejuicht en gezongen bij de onthulling daarvan de vreemdeling zal niet meer zoo geheel platonisch op ons eendenland neerzien en bij dat gedenkteeken ter kwijting eener diepgevoelde schuld wat minder kwaad over onze ware of verdichte nietigheid denken maar wat baat dit alles waartoe dient een voorbijgaande opgewektheid een vluchtige geestdrift een uitroep of wat wanneer het heiligdom weldra ledig zonder offers en priesters is bekwaam dan de jeugd in bondige wetenschap maar streef haar ook voor naar de gezonde vrije frissche ruimte dier dichterwereld wees voor de jongelingschap een trouwe gids op de kronkelpaden van velerlei deugdelijke kennis maar deel in den gloed van den bij uitstek bezielden innigen zanger opdat ge niet tot een zoutpilaar van achtbare hooggeleerdheid verstijft eer shakspere s verheven genie doch misken noch verwaarloos daarom een ander genie dat onder ons heeft geblonken zwaai göthe wierook toe mits niet om zijn christelijken zin en reinheid van levensbeschouwing maar erken dat men de riddersporen nog anders verdienen kan dan door eenige geurige korrels in het knappend wierookvat des göthe priesters te leggen zoo zouden wij alle beschaafde en eerlijke lieden tegen eenzijdigheid tegen het dwepen met buitenlandsche grootheden en iedere miskenning van verdienstelijke mannen ten onzent willen wapenen dan de rol van raadgever zullen wij wel oppassen ons aan te matigen
Men heeft het in de studie van Vondel op zekere hoogte gebracht en daarom schijnt het om wille der kunst en der karakterkennis van aanbelang , niet halverwege , of iets verder , stil te staan .Er prijkt nu wel een statig standbeeld in het Amsterdamsche park , men heeft wel braaf gejuicht en gezongen bij de onthulling daarvan , de vreemdeling zal niet meer zoo geheel platonisch op ons ‘ eendenland ’ neerzien , en bij dat gedenkteeken ‘ ter kwijting eener diepgevoelde schuld ’ wat minder kwaad over onze ware of verdichte nietigheid denken ; maar wat baat dit alles , waartoe dient een voorbijgaande opgewektheid , een vluchtige geestdrift , een uitroep of wat , wanneer het heiligdom weldra ledig , zonder offers en priesters is ? - Bekwaam dan de jeugd in bondige wetenschap , maar streef haar ook voor naar de gezonde , vrije , frissche ruimte dier dichterwereld ; wees voor de jongelingschap een trouwe gids op de kronkelpaden van velerlei deugdelijke kennis , maar deel in den gloed van den bij uitstek bezielden , innigen Zanger , opdat ge niet tot een zoutpilaar van achtbare hooggeleerdheid verstijft ; eer Shakspere ' s verheven genie ; doch misken noch verwaarloos daarom een ander genie , dat onder ons heeft geblonken ; - zwaai Göthe wierook toe - mits niet om zijn christelijken zin en reinheid van levensbeschouwing - maar erken , dat men de riddersporen nog anders verdienen kan , dan door eenige geurige korrels in het knappend wierookvat des Göthe - priesters te leggen : zoo zouden wij alle beschaafde en eerlijke lieden tegen eenzijdigheid , tegen het dwepen met buitenlandsche grootheden en iedere miskenning van verdienstelijke mannen ten onzent willen wapenen .Dan , de rol van raadgever zullen wij wel oppassen ons aan te matigen .
1,876
korrels
['korrel']
263
ik drijf maar blijf wondren der aarde nabij mijn ziel draagt geurende rozen mee over den donkeren vloed van het leven ik kom arm tot u en gij moet mij veel meedeelen mijn handen zijn ledig ik zal fluisterend tot u komen want het gejubel van mijn liefde verstomt in uw nabijheid ik zal ver van u gaan in de reine verre klaarheid en toch tot u weerkeeren
Ik drijf , maar blijf wondren der aarde Nabij .Mijn ziel draagt geurende rozen mee Over den donkeren vloed van het leven .* Ik kom arm tot u en gij moet mij veel meedeelen , Mijn handen zijn ledig , ik zal fluisterend tot u komen , Want het gejubel van mijn liefde verstomt in uw nabijheid , Ik zal ver van u gaan in de reine verre klaarheid En toch tot u weerkeeren .
1,915
Roos
['roos']
264
roemt op uw reuk soo veel t u lust door reukloosheyt mijn lust wert uytgeblust om mijn vermaek in kouw te vinnen om mijn vermaek c heeft dan mijn neus geen reuk verworven van parfum nog ook van muskus t breyn is weder niet bedorven door haer scherpe rook weg met civet en al het geen naer wierrook sweemt de vrugten der sabeên k ben zulk een laf heyt afgestorven
Roemt op uw Reuk , soo veel ' t u lust ; Door Reukloosheyt mijn lust wert uytgeblust , Om mijn vermaek in kouw te vinnen , Om mijn vermaek , & c .Heeft dan mijn Neus geen Reuk verworven Van Parfum , nog ook Van Muskus , ' t Breyn is weder niet bedorven , Door haer scherpe Rook .Weg met Civet , en al het geen Naer Wierrook sweemt , de vrugten der Sabeên ; ' k Ben zulk een laf heyt afgestorven .
1,709
Parfum
['parfum']
265
niet meer trouwen tenzij op goede waarborgen zegt meneer van der huiden agent in menschen dierverzekeringen en dat juich ik toe dat juich ik zeer toe notaris nou waar blijf je nu met je houssaar vraagt de zwager van den notaris die een schandaaltje ruikt en dreigt te gaan snorken als hem niet spoedig wat prikkelends wordt geboden ze zeggen fluistert de gastheer dat die zoon
niet meer trouwen tenzij op goede waarborgen , zegt Meneer Van der Huiden , agent in menschen dierverzekeringen , en dat juich ik toe , dat juich ik zeer toe , Notaris .- Nou , waar blijf - je nu met je Houssaar ? vraagt de zwager van den Notaris , die een schandaaltje ruikt en dreigt te gaan snorken als hem niet spoedig wat prikkelends wordt geboden .- Ze zeggen , fluistert de gastheer , dat die zoon .
1,891
een schandaaltje
['schandaal']
266
dat was me een pret de heeren staken hun bloemen in hun knoopsgat de dames op bevallige wijze in haar pruikjes maar die kleine dwaze mieren wat deden die ze kropen zèlf in hun ruiker dat stond verbazend grappig uit een paar lelietjes kwamen lachende mierensnuitjes gluren en in een rood klaverbloempje zaten er ook een paar te wuiven ze hadden o zoo n schik maar de mierenkoning vond niet goed dat z n onderdanen laat naar bed gingen ze moesten s morgens weer vroeg aan het werk zijn daarom nam hij afscheid van hippelepip en zijn bruidje en riep het vroolijke zevental bij elkaar
Dat was me een pret ! De heeren staken hun bloemen in hun knoopsgat , de dames op bevallige wijze in haar pruikjes .Maar die kleine , dwaze mieren , - wat deden die ? - ze kropen zèlf in hun ruiker ! Dat stond verbazend grappig ! Uit een paar lelietjes kwamen lachende mierensnuitjes gluren en in een rood klaverbloempje zaten er ook een paar te wuiven .Ze hadden o , zoo ' n schik ! - maar de mierenkoning vond niet goed , dat z ' n onderdanen laat naar bed gingen , ze moesten ' s morgens weer vroeg aan het werk zijn , - daarom nam hij afscheid van Hippelepip en zijn bruidje en riep het vroolijke zevental bij elkaar .
1,917
die kleine , dwaze mieren
['klein , dwaz mier']
267
de naam langenberg stinkt in den neus van allen die geene officieele bediening uitoefenend in deze zaak geen geld en wonnen en terwijl die en dergelijke baldadigheden gepleegd werden spuwde albions drukpers nog vuur en vlam tegen de boeren omdat zij de kaffers scheen het mishandelden en tegen de belgen omdat zij den congoleezen te kort deden o die huichelaars doch engelands bloedboek telt nog andere bladzijden die zoo gauw niet onleesbaar zullen worden
.De naam Langenberg stinkt in den neus van allen die , geene officieele bediening uitoefenend , in deze zaak geen geld en wonnen ! ’ - En terwijl die en dergelijke baldadigheden gepleegd werden , spuwde Albions drukpers nog vuur en vlam tegen de Boeren , omdat zij de Kaffers , scheen het , mishandelden , en tegen de Belgen , omdat zij den Congoleezen te kort deden .O die huichelaars ! - Doch Engelands bloedboek telt nog andere bladzijden , die zoo gauw niet onleesbaar zullen worden .
1,904
naam Langenberg
['naam langenberg']
268
wij worden weldra overgevoerd naar het bekoorlijke schoonoord het verblijf van een zekeren heer hasselsteyn een vriend van hermines vader en waar zij voor eenige dagen met hare vriendin is gehuisvest wij zijn te midden der heerlijke natuur maar we worden niet geroepen om te jubelen langs bosch en langs weî te dartelen op heuvel en in dal te spelemeien langs het geurige bloemperk hoor daar zwellen sombere statige tonen het is het loflied van den redelijken mensch aan zijnen schepper
Wij worden weldra overgevoerd naar het bekoorlijke Schoonoord , het verblijf van een zekeren Heer Hasselsteyn , een vriend van Hermines vader , en waar zij voor eenige dagen met hare vriendin is gehuisvest .Wij zijn te midden der heerlijke natuur , maar we worden niet geroepen , om te jubelen langs bosch en langs weî , te dartelen op heuvel en in dal , te spelemeien langs het geurige bloemperk .Hoor , daar zwellen sombere statige tonen ; het is het loflied van den redelijken mensch aan zijnen Schepper .
1,853
Bloemen
['bloem']
269
de stankverwekkende tusschenproducten die bij de ontbinding en bij de onvolkomen verbranding ontstaan worden in dit geval niet gevormd doch de bestanddeelen van het organisme worden onmiddellijk door de toegevoerde heete lucht geoxydeerd bij dit proces verbrandt dus de koolstof dadelijk tot koolzuur de waterstof tot water alzoo tot volkomen reukelooze stoffen terwijl ook de stikstof in vrijen toestand dus insgelijks als reukeloos gas ontwijkt daar bij de hooge temperatuur geen ammonia kan gevormd worden doch deze ontleed wordt in stikstof en waterstof in weinige uren wordt dus bij deze verbranding dezelfde uitkomst verkregen die bij de ontbinding eerst het eindresultaat vormt van een weerzinwekkend proces van tot jaren met dit verschil dat bij de ontbinding ammonia bij de verbranding vrije stikstof ontwijkt
De stankverwekkende tusschenproducten , die bij de ontbinding en bij de onvolkomen verbranding ontstaan , worden in dit geval niet gevormd , doch de bestanddeelen van het organisme worden onmiddellijk door de toegevoerde heete lucht geoxydeerd .Bij dit proces verbrandt dus de koolstof dadelijk tot koolzuur , de waterstof tot water , alzoo tot volkomen reukelooze stoffen , terwijl ook de stikstof in vrijen toestand , dus insgelijks als reukeloos gas , ontwijkt , daar bij de hooge temperatuur geen ammonia kan gevormd worden , doch deze ontleed wordt in stikstof en waterstof .In weinige uren wordt dus bij deze verbranding dezelfde uitkomst verkregen , die bij de ontbinding eerst het eindresultaat vormt van een weerzinwekkend proces van 7 tot 9 jaren , met dit verschil , dat bij de ontbinding ammonia , bij de verbranding vrije stikstof ontwijkt .
1,893
stoffen|gas
['stof', 'gas']
270
een sombre minnenyd drong als een degen door haer hart adolf zal my niet meer beminnen dacht zy wie de geurige roos lief heeft raept derzelver gele bladen niet op wanneer zy door den wind in het dal verstrooid zyn en ik ik heb slechts in alle myne rampen eene hoop bewaerd en nu nu vergaet die zachte droom ik zal sterven
Een sombre minnenyd drong als een degen door haer hart .Adolf zal my niet meer beminnen , dacht zy : wie de geurige roos lief heeft raept derzelver gele bladen niet op , wanneer zy door den wind in het dal verstrooid zyn .En ik - ik heb slechts in alle myne rampen eene hoop bewaerd - en nu - nu vergaet die zachte droom , ik zal sterven .
1,838
Roos
['roos']
271
de gemeene turken en grieken betaalen zeer weinig voor t gebruik des bads waar zy ééns of meermaalen ter week ingaan zom tyds ben ik in het binnenste vertrek onthaald op rype vrugten en sherbet terwyl reukwerk de lugt vervulde een myner reisgenooten herhaalde met my dikwyls deeze onschuldige en gezonde weelde te smyrna on te atbene
De Gemeene Turken en Grieken betaalen zeer weinig , voor ' t gebruik des bads , waar zy ééns of meermaalen ter week ingaan .Zom - tyds ben ik , in het binnenste Vertrek , onthaald op rype Vrugten , en Sherbet ; terwyl reukwerk de lugt vervulde .Een myner Reisgenooten herhaalde met my dikwyls deeze onschuldige en gezonde weelde , te Smyrna on te Atbene .
1,776
Reukwerk
['reukwerk']
272
heuren kop zag zoo schedelachtig tegen de avondklaarte die door t venster op haar lichtte en heur vel zoo oud geel als t omslag van heur getijdenboek buiten geurde de wei en t land en zij zaten hier vernageld vast in die lage muffige boerenkeuken zonder leven de meubels waren weggevaagd en stonden lijk zwarte blokken tegen den valen muur alleen het koperkrullig beslag van de sleutelgaten en haaklenen aan de kast blonken uit den doodgrauwen schemerboel
Heuren kop zag zoo schedelachtig tegen de avondklaarte die door ' t venster op haar lichtte en heur vel , zoo oud - geel als ' t omslag van heur getijdenboek .Buiten geurde de wei en ' t land ! en zij zaten hier vernageld , vast , in die lage muffige boerenkeuken zonder leven .De meubels waren weggevaagd en stonden lijk zwarte blokken tegen den valen muur , alleen het koperkrullig beslag van de sleutelgaten en haaklenen aan de kast blonken uit den doodgrauwen schemerboel .
1,900
de wei
['wei']
273
waartoe zouden wij anders den reuk van onzen lieven heer gekregen hebben dan om van de kostbare geregten der rijken mede te kunnen genieten ik ben reeds blijde wanneer ik gebrande koffij kan ruiken en wil ik eens gebraden vleesch met komkommersla eten dan ga ik s zondags voor de keuken der herberg staan en eet mijn brood in die heerlijke lucht dat kost mij niets en ik bederf er bovendien mijne maag niet door
Waartoe zouden wij anders den reuk van onzen lieven Heer gekregen hebben , dan om van de kostbare geregten der rijken mede te kunnen genieten .Ik ben reeds blijde wanneer ik gebrande koffij kan ruiken , en wil ik eens gebraden vleesch met komkommersla eten , dan ga ik ' s zondags voor de keuken der herberg staan en eet mijn brood in die heerlijke lucht .Dat kost mij niets , en ik bederf er bovendien mijne maag niet door .
1,840
gebrande koffij
['gebrande koffij']
274
met het hoofd ter aard gebogen en de doodskleur op t gelaat kwijnt ge o bloempje voor mijne oogen weg is al uw pronksieraad ach ik zag u gister prijken met den liefelijksten dos wat deed u zoo ras bezwijken wat ontroofde u geur en blos toen gij gister stondt te bloeijen lachte uw schoon mij vriendlijk aan kon uw blos mijn blikken boeijen dwong zij me om te blijven staan zefirs naauwlijks lispende asem kuste toen uw lieven mond spreidde uw balsemgeurgen wasem zachtkens door den dampkring rond thans is al uw schoon verdwenen
Met het hoofd ter aard ' gebogen En de doodskleur op ' t gelaat , Kwijnt ge , o bloempje ! voor mijne oogen ; Weg is al uw pronksieraad ! Ach ! ik zag u gister prijken Met den liefelijksten dos : Wat deed u zoo ras bezwijken ? Wat ontroofde u geur en blos ? Toen gij gister stondt te bloeijen , Lachte uw schoon mij vriendlijk aan , Kon uw blos mijn blikken boeijen , Dwong zij me om te blijven staan .Zefirs naauwlijks lispende asem Kuste toen uw ' lieven mond , Spreidde uw ' balsemgeurgen wasem Zachtkens door den dampkring rond .Thans is al uw schoon verdwenen .
1,822
balsemgeurgen
['balsemgeurgen']
275
doe die keyser dat hoerde doe hiet hi maken een ijseren sarke ende dede daer in smelten loet ende dede panthalioen daer in werpen als panthalioen daer in geworpen was sach hi op inden hemel ende sechde verhoer heer die stemme daer ic mede geropen heb totti van den anxte des viants verloese mijn siel bescerme mi vanden convent der quaden ende van der menichvoldicheit der die werkende sijn ongerechticheit want si hebben scarpe gemaket als een sweert p
’ Doe die keyser dat hoerde , doe hiet hi maken een ijseren sarke , ende dede daer in smelten loet , ende dede Panthalioen daer in werpen .Als Panthalioen daer in geworpen was , sach hi op inden hemel , ende sechde : ‘ Verhoer , Heer , die stemme , daer ic mede geropen heb totti ; van den anxte des viants verloese mijn siel , bescerme mi vanden convent der quaden ende van der menichvoldicheit der , die werkende sijn ongerechticheit .Want si hebben scarpe gemaket als een sweert ( p .
1,891
die stemme
['stemme']
276
quinten zij nadert de dampkring wordt er geurig van en licht aleide op
QUINTEN .Zij nadert ! De dampkring wordt er geurig van en licht ! ALEIDE .( Op .
1,908
ALEIDE
['aleide']
277
wilt gy zo reukeloos uw eige leeven waagen nu onze wraak naar wensch in haar geboorte slaat ninias hoe vader zou ik dan van zulk een onverlaat en wreede door gewelt attalia zien rooven kunt gy die zwakheid van uw ninias gelooven zou dat gedrogt dat vuig van snoode misdaân stinkt myn lieve morgen zon die eerst in t opgaan blinkt haar glans verdooven en tot vuile wellust dwingen neen eer zal deze hand hem na het leeven dingen eer zal ik belus
Wilt gy zo reukeloos uw eige leeven waagen , Nu onze wraak , naar wensch , in haar geboorte slaat ? Ninias .Hoe Vader , zou ik dan van zulk een onverlaat , En wreede , door gewelt Attalia zien rooven ? Kunt gy die zwakheid van uw Ninias gelooven ? Zou dat gedrogt , dat vuig van snoode misdaân stinkt , Myn lieve morgen zon , die eerst in ' t opgaan blinkt , Haar glans verdooven , en tot vuile wellust dwingen ? Neen , eer zal deze hand hem na het leeven dingen .Eer zal ik , Belus .
1,699
vuig van snoode misdaân
['vuig snoode misdaân']
278
de logen is een putt daer meestendeel in valt hij die hem selver groef en met het ambacht malt en all te sorgeloos past op de laegh te decken en met goud schijnigh goud sijn valsch loodt t overtrecken t gelogen will op tminst en moet waer konnen zijn want wat is wesen daer noch lichaem is noch schijn en daer ijet niet en is hoe kan daer zeffens ijet zijn en daermen ijet siet zijn hoe kan t daer zeffens niet zijn wat onbeschaemtheit helpt u seggen daer ick lagh in tworst len met de dood die elck voor oogen sagh dat die tijd in dat bedd die leden niet en lagen die doe en lang te voor en lang daer naer de slagen van gods hand droegen soo op t uijterst afgement dat hadt ghij r by gestaen ghy hadtse niet gekent en moght soo met wat schijns het geen ghij daer saeght leggen ontkennen dat ick t was en onberisplick seggen dit is noch dese mann noch dese mans gelijck maer ghij verscheent er noijt en om dat halve lijck stondt sulck een dichte wolck van suchtende getuijgen dat uw ontkennen stinckt en stort sich selfs in duijgen dat s soo verr isser meer te salven aen mijn eer neen eere kladder neen sij was noijt schorft noch zeer nu eens tonmogelick bevestight is met reden deed ick mij ongelijck socht ickse te bekleeden met overtollicheit van opgehoopt bewijs te veel ontschuldigens luijdt seght men schulds gewijs
De Logen is een putt daer meestendeel in valt Hij die hem selver groef , en met het ambacht malt , En all te sorgeloos past op de laegh te decken En met Goud - schijnigh Goud sijn Valsch Loodt t ' overtrecken : ' T gelogen will op ' tminst , en moet , waer konnen zijn : Want wat is wesen , daer noch lichaem is noch schijn , En daer ijet niet en is hoe kan daer zeffens ijet zijn , En daermen ijet siet zijn , hoe kan ' t daer zeffens niet zijn ? Wat onbeschaemtheit helpt u seggen , daer ick lagh In ' tworst ' len met de Dood , die elck voor oogen sagh , Dat die tijd , in dat Bedd , die leden niet en lagen , Die doe , en lang te voor , en lang daer naer , de slagen Van Gods hand droegen , soo op ' t uijterst afgement , Dat , hadt ghij ' r by gestaen , ghy hadtse niet gekent ; En moght soo met wat schijns het geen ghij daer saeght leggen , Ontkennen dat ick ' t was , en onberisplick seggen , Dit is noch dese mann , noch dese mans gelijck .Maer ghij verscheent ' er noijt , en om dat halve lijck Stondt sulck ' een ' dichte wolck van suchtende getuijgen , Dat uw ontkennen stinckt en stort sich selfs in duijgen .Dat ' s soo verr : Isser meer te salven aen mijn ' eer ? Neen , eere - kladder , neen ; sij was noijt schorft , noch zeer : Nu eens ' tonmogelick bevestight is met reden , Deed ick mij ongelijck , socht ickse te bekleeden Met overtollicheit van opgehoopt bewijs ; Te veel ontschuldigens luijdt , seght men , schulds gewijs .
1,656
uw ontkennen
['ontkennen']
279
zoo blaekte dido naderhant om t kroost van cythereé dat uit de wilde zee aen t gastvrye afrikaensche strant belande door het lot met trojes overschot wat zanggodin zal my haer gunst nu toonen daer ik rym opdat myn geest niet zwym wie leert me zingen naer de kunst wat pafos koningin al nam in haren zin juist in den derden hemelkreits hebt ge eene geurge streek die nooit in klaerheit week voor jovis hof vol majesteits en flonkrend starregout van elk met lust aenschout hier hadt het cypris over drok met sieren tooien kleên en spieglen van haer leên zy poêrde t haer gekrult van lok met stofgout daer de zon geen oog op houden kon de drie bevalligheden doen haer flux den gordel om omgorden boersch noch dom wit wormgespin en root en groen het dwergje spant niet ver de zwanen voor de kar
Zoo blaekte Dido naderhant Om ' t kroost van Cythereé Dat uit de wilde zee Aen ' t gastvrye Afrikaensche strant Belande , door het lot , Met Trojes overschot .Wat Zanggodin zal my haer gunst Nu toonen , daer ik rym , Opdat myn geest niet zwym ' ? Wie leert me zingen , naer de kunst , Wat Pafos koningin Al nam in haren zin ? Juist in den derden hemelkreits Hebt ge eene geurge streek Die nooit in klaerheit week Voor Jovis hof , vol majesteits , En flonkrend starregout , Van elk met lust aenschout ; Hier hadt het Cypris over drok Met sieren , tooien , kleên En spieglen van haer leên : Zy poêrde ' t haer , gekrult van lok , Met stofgout , daer de zon Geen oog op houden kon .De drie Bevalligheden doen Haer flux den gordel om , Omgorden , boersch noch dom , Wit wormgespin en root en groen : Het Dwergje spant , niet ver , De zwanen voor de kar .
1,716
streek
['streek']
280
ein süsz geheimnisz hast du aufgehascht vom falter der an süszen lippen nascht und doch an süszen lippen nicht ermattet der flügelschlagend das verklärte weib der flügelschlagend der marienleib der lilien und rosen überschattet met den geur der bloemen en de geluiden der vogels stijgt de geest der menschen omhoog hoe zou het mogelijk zijn zich de volmaakte taal in de sferen der zalige sterrenbewoners anders te denken dan bevleugeld door zang en geurenwalm von der sprache auf der sterne weiten gründen will ich schwache will ich ferne botschaft künden
Ein süsz Geheimnisz hast du aufgehascht Vom Falter , der an süszen Lippen nascht , Und doch an süszen Lippen nicht ermattet , Der flügelschlagend das verklärte Weib , Der flügelschlagend der Marienleib Der Lilien und Rosen überschattet .Met den geur der bloemen en de geluiden der vogels stijgt de geest der menschen omhoog .Hoe zou het mogelijk zijn zich de volmaakte taal in de sferen der zalige sterrenbewoners anders te denken dan bevleugeld door zang en geurenwalm ! Von der Sprache Auf der Sterne Weiten Gründen , Will ich schwache Will ich ferne Botschaft künden .
1,894
Bloemen
['bloem']
281
zelfs diegene onder de sonetten welke niet opperbest bevredigen staan nog altijd door een of ander gelukkig vers een of ander treffend denkbeeld ver boven het alledaagsche waar echter de dichter werkelijk bezield is daar moeten wij hem toejuichen van harte en hem dank wijten voor den ganschen bloemtuil zoo frisch in zijn geheel en zoo geurig en kleurig al is t dat de rozen er verschillen van kleur en pracht zullen we nu opsommen welke onder al die sonetten ons het best voldoen niets moeilijker dan te moeten kiezen waar veel schoons is
Zelfs diegene , onder de sonetten , welke niet opperbest bevredigen , staan nog altijd , door een of ander gelukkig vers , een of ander treffend denkbeeld , ver boven het alledaagsche .Waar echter de dichter werkelijk bezield is , daar moeten wij hem toejuichen van harte en hem dank wijten voor den ganschen bloemtuil , zoo frisch in zijn geheel , en zoo geurig en kleurig , al is ' t dat de rozen er verschillen van kleur en pracht .Zullen we nu opsommen welke onder al die sonetten ons het best voldoen ? Niets moeilijker dan te moeten kiezen , waar veel schoons is .
1,893
ganschen bloemtuil
['ganschen bloemtuil']
282
en ik weet dat dit van deze vrouw het is wat ver bleef van ons hollandsch kunnen dat dit is het hoogste nu omdat er kwam een ziel die leed en dierf en vond o gij die niet gelooft of wel gelooft in een socialistische kunst zult gij na dit boek voelen dat het socialisme was de verwijding van den vloed des levens en dat nu die vloed breed uit zijn golven stuwt en spiegelt de blauwten en de sterren wiegelt en dat hij zijne zangen zingt en fluistert en zult gij voelen ook dat hij zijn bedding graaft zoo diep als sedert lang geen stroom en dat hij wond zijn wegen eerst door ravijnen van de groote smart zult ge beseffen nu dat uit burgerlijke verenging dit is het ruime weer waardoor zijn groot geworden een aeschylus en dante een shakespeare en een goethe hoe rijk is de waereld voor haar die dus ze kent en zij kent ze zoo omdat aar schouwing kosmisch is verder dan dit persoonlijke dit van mijn minne en mijner minne pijn verder dan de rouw die hare donkre waat ren mengde in mijn levensstroomen verder dan mijn desillusie omdat is stukgescheurd de mantel van mijn glorie verder verder daar is dat menschenvolk met zijn onstuimigen wil daar is de dood en de bekommernis daar is de diepe afgrond van den waanzin waarheen vermoeiden zinken en daar is de boom van groot verdriet en de treurenden voor wie bestaat niets meer in t wereld wijde als t klagend ruischen van die donkre blaân maar er omheen is de omgordeling van den sterrennacht en de witte manezegen er omheen is de harmonie der waerelden is het hart van het alomvattend zijn waar de oogen zich sluiten en de tongen zwijgen van alle vreugde en alle pijn en de dichteres kent ze kent het en dit is haar opgang uit de diepten dit is voor haar de inkeer tot de poorten van het licht
En ik weet dat dit van deze Vrouw het is , wat ver bleef van ons Hollandsch kunnen : dat dit is het hoogste nu , omdat er kwam een Ziel die leed en dierf en vond .O Gij die niet gelooft of wel gelooft in een socialistische kunst , zult gij , na dit boek , voelen dat het Socialisme was de verwijding van den vloed des levens , en dat nu die vloed breed uit zijn golven stuwt en spiegelt de blauwten , en de sterren wiegelt , en dat hij zijne zangen zingt en fluistert , en zult gij voelen ook , dat hij zijn bedding graaft zoo diep als sedert lang geen stroom , en dat hij wond zijn wegen eerst door ravijnen van de groote smart ? Zult ge beseffen nu , dat uit burgerlijke verenging dit is het Ruime weer , waardoor zijn groot geworden een Aeschylus en Dante , een Shakespeare en een Goethe ? Hoe rijk is de waereld voor Haar die dus ze kent ! En zij kent ze zoo , omdat aar schouwing kosmisch is : verder dan dit persoonlijke , dit van mijn minne en mijner minne pijn , verder dan de rouw die hare donkre waat ' ren mengde in mijn levensstroomen , verder dan mijn desillusie , omdat is stukgescheurd de mantel van mijn glorie - verder , verder , daar is dat menschenvolk met zijn onstuimigen wil , daar is de dood en de bekommernis , daar is de diepe afgrond van den waanzin , waarheen vermoeiden zinken , en daar is de boom van groot - verdriet en de treurenden ‘ voor wie bestaat niets meer in ' t wereld - wijde als ' t klagend ruischen van die donkre blaân ’ .Maar er omheen is de omgordeling van den sterrennacht , en de witte manezegen , er omheen is de harmonie der waerelden , is het hart van het alomvattend zijn waar de oogen zich sluiten en de tongen zwijgen van alle vreugde en alle pijn - en de dichteres kent ze , kent het , en dit is haar opgang uit de diepten , dit is voor haar de inkeer tot de poorten van het Licht .
1,913
van die donkre blaân ’
['donkre blaân ’']
283
weer lichtvaardigheid allerwegen wat verder zag hij echter tot troost een enkel bedachtzamer bij met haar zijig zwartbruin pelsken op den rug altijd maar honig puren uit den geurigen tijm die volop in de bloem stond dat leven der kruiden en dierkens in zijn avondhofken was op en top gelijk aan het leven der menschen in zijn parochie
Weer lichtvaardigheid allerwegen .Wat verder zag hij echter , tot troost , een enkel bedachtzamer bij met haar zijig , zwartbruin pelsken op den rug , altijd maar honig puren uit den geurigen tijm , die volop in de bloem stond .Dat leven der kruiden en dierkens in zijn avondhofken was op en top gelijk aan het leven der menschen in zijn parochie .
1,919
tijm
['tijm']
284
zone hier op en heb ick doch een woort t antwoorden niet voor dat ghy de waerheyt selfs inder daet en siet want eyghen lof die stinckt heb ick hooren verhalen dick in mijns moeders en inde latijnsche talen en tis de beste waer die daer haer selven prijst ia daer het werck oock selfs zijns meesters kunst aenwijst maer dat mocht langhe sijn
Zone .Hier op en heb ick doch een woort t ’ antwoorden niet Voor dat ghy de waerheyt selfs inder daet en siet Want eyghen lof die stinckt , heb ick hooren verhalen Dick in mijns Moeders , en inde Latijnsche talen .En ’ tis de beste waer , die daer haer selven prijst : Ia , daer het werck oock selfs zijns Meesters kunst aenwijst Maer , dat mocht langhe sijn .
1,628
lof
['lof']
285
en het zilveren licht van haar verlangende oogen straalde tot de wanden en zolderingen en bleef er hangen in zilverschijnende plekken en het huis wachtte met haar samen op den geluksdag die nú eens langzaam aan scheen te komen waren uit de verte in breede rollen van wit en blauw en goud met hoog geboogde luchten en wijde bloemende grondvlakten die dán weder in de verte achter een hoogen poort vol ruischende glansen op haar scheen te wachten tot de tijd haar tot hem heen zoû hebben gevoerd jozef zoû zondag komen
En het zilveren licht van haar verlangende oogen straalde tot de wanden en zolderingen en bleef er hangen in zilverschijnende plekken .En het huis wachtte met haar samen op den geluksdag , die nú eens langzaam aan scheen te komen waren uit de verte , in breede rollen van wit en blauw en goud , met hoog geboogde luchten en wijde bloemende grondvlakten , die dán weder in de verte achter een hoogen poort vol ruischende glansen op haar scheen te wachten , tot de tijd haar tot hem heen zoû hebben gevoerd .Jozef zoû Zondag komen .
1,887
glansen
['glans']
286
de kringloop der vochten in onze vruchtboomen schijnt gestuit en de grond is wit van de verdroogde bloesems die ons eerst zulk een rijk vruchtenjaar beloofden waar zijn de bloemen die anders de mei ons bracht alleen de geur der syringen verraadt dat ze er zijn nu ons beneveld oog ze niet kan vinden en zwaarmoedig en gedrukt waken we onze donkere meidagen door en slaakt de nachtegaal die met ons stikt in den verfoeilijken damp alleen een schor en treurig gekras
De kringloop der vochten in onze vruchtboomen schijnt gestuit en de grond is wit van de verdroogde bloesems , die ons eerst zulk een rijk vruchtenjaar beloofden .Waar zijn de bloemen , die anders de Mei ons bracht ? Alleen de geur der syringen verraadt , dat ze er zijn , nu ons beneveld oog ze niet kan vinden .En zwaarmoedig en gedrukt waken we onze donkere Meidagen door , en slaakt de nachtegaal , die met ons stikt in den verfoeilijken damp , alleen een schor en treurig gekras .
1,891
Bloemen|syringen
['bloem', 'syring']
287
myne bovengenoemde gekke meid zegt dat zulken raad van dames komt die geene ziel hebben of ten minsten niet denken te hebben zoudt gy dat ook gelooven als gy uw theegoed afwascht gaa ik zon der honger aan tafel zitten wie toch mag een vraat zyn brengt myn lieve man hou myn heer moet ik zeggen gasten t huis dan moet ik de bonneurs van het huis ophouden tot dat het tyd wordt om naar het salet te gaan dan verschynt de koets voor de deur ik prevele eenige woorden om een gebed te vertoonen de gasten nemen hun afscheid myn heer keert naar zyne bezigheden te rug of gaat wat leezen in zyne hollandsche en engelsche bibliotheek als gy gelyk eene moffin linnen voor bed en tafel zit te naaien of tegen het vallen van den avond met uwen vader eene wandeling door de velden doet of naar den ruimen heikant u begeeft daar een vergezigt van dorheid uw oog kan streelen en gy van daar den herder met zyne schaapen te rug ziet komen dan verschyn ik met eene grootsche houding als eene princes op t salet met de overblyfzelen van eene natuurlyke blyheid van agteloosheid van gewaad van straffe zoetigheid in t gelaat en van eerbaare vrypostigheid in myn gedrag met de overblyfzelen zeg ik want wat ik doe ik kan ze nog niet geheel overwinnen en in derzelver plaats eene gemaakte houding bleeke tronie en kwynende lonken vertoonen als ik nog twaalf voeten van t salet ben stuift de parfuum geur die de toilet apteek my na eenen arbeid van een paar uuren gegeeven heeft alreede daarin de dames ruiken dezelve staan op neigen eerbiedig als ik inkoome en de heeren buigen zich voor my als knipmesjes gezeeten zynde tuuren wy een geheelen avond in geschilderde blaadjes men noemt ze kaarten zynde in uw huis onbekend wy gelyken dan discipelinnen van pythagoras te zyn wy zwygen want die veel kalt veel ontvalt en na onze zinnen geweldig ingespannen te hebben keeren wy laat naar huis extra voldaan over onze charmante byeenkomst dit gaat zo den eenen dag voor en den anderen na jammer is het maar dat die levenswys niet eeuwig zal duuren en wy eens moeten sterven
Myne bovengenoemde gekke meid zegt , dat zulken raad van Dames komt , die geene ziel hebben , of ten minsten niet denken te hebben : zoudt gy dat ook gelooven ? – Als gy uw theegoed afwascht , gaa ik zon der honger aan tafel zitten , wie toch mag een vraat zyn ? Brengt myn lieve Man , hou ! myn Heer moet ik zeggen , Gasten t ' huis , dan moet ik de bonneurs van het huis ophouden , tot dat het tyd wordt om naar het salet te gaan ; dan verschynt de koets voor de deur ; ik prevele eenige woorden om een gebed te vertoonen ; de Gasten nemen hun afscheid ; myn Heer keert naar zyne bezigheden te rug , of gaat wat leezen in zyne Hollandsche en Engelsche Bibliotheek - Als gy , gelyk eene Moffin , linnen voor bed en tafel zit te naaien , of tegen het vallen van den avond met uwen Vader eene wandeling door de velden doet , of naar den ruimen heikant u begeeft , daar een vergezigt van dorheid uw oog kan streelen , en gy van daar den Herder met zyne schaapen te rug ziet komen ; dan verschyn ik , met eene grootsche houding , als eene Princes , op ' t salet , met de overblyfzelen van eene natuurlyke blyheid , van agteloosheid van gewaad , van straffe zoetigheid in ' t gelaat , en van eerbaare vrypostigheid in myn gedrag ; met de overblyfzelen zeg ik , want , wat ik doe , ik kan ze nog niet geheel overwinnen , en in derzelver plaats eene gemaakte houding , bleeke tronie en kwynende lonken vertoonen .Als ik nog twaalf voeten van ' t salet ben , stuift de parfuum - geur , die de Toilet - Apteek my , na eenen arbeid van een paar uuren , gegeeven heeft , alreede daarin , de Dames ruiken dezelve , staan op , neigen eerbiedig , als ik inkoome , en de Heeren buigen zich voor my als knipmesjes : gezeeten zynde , tuuren wy een geheelen avond in geschilderde blaadjes ( men noemt ze kaarten , zynde in uw huis onbekend ) wy gelyken dan Discipelinnen van Pythagoras te zyn , wy zwygen , want die veel kalt , veel ontvalt , en , na onze zinnen geweldig ingespannen te hebben , keeren wy laat naar huis , extra voldaan over onze charmante byeenkomst .Dit gaat zo den eenen dag voor , en den anderen na : jammer is het maar , dat die levenswys niet eeuwig zal duuren , en wy eens moeten sterven .
1,771
Parfum
['parfum']
288
in het geheele huis met uitzondering van het terrein der keukens was het donker en stil toen gustaf nog hijgende van zijn geforceerden marsch de keukondeur open rukte zag hij mevrouw ostman staan zij was bezig het tafelzilver in een mand te tellen hij stapte onmiddellijk op haar af en niet in staat een woord te spreken stelde hij haar het fleschje met chloroform ter hand
In het geheele huis , met uitzondering van het terrein der keukens , was het donker en stil .Toen Gustaf , nog hijgende van zijn geforceerden marsch de keukondeur open rukte , zag hij mevrouw Ostman staan ; zij was bezig het tafelzilver in een mand te tellen .Hij stapte onmiddellijk op haar af en , niet in staat een woord te spreken , stelde hij haar het fleschje met chloroform ter hand .
1,890
keukondeur
['keukondeur']
289
ben je nu heelemaal van lorretje gepikt vroeg ik ik geloof het niet maar trap de bot die daar weg zwemt ook eens dood als je kunt dat kan niet dat beestje is vrij en jij krijgt je vischje nooit meer weerom antwoordde ik dat is niemendal huib als ik jou maar overtuigen kan dat een matroos nooit een goede landrot worden kan dan heb ik er het heele zootje voor over je moet alweer naar zee huib anders en het is zoo vast als een ringbout in het dek heb je eer we een jaar ouder zijn even als de wolf je tanden overleefd maar ik heb geen lust meer in het varen gaf ik eenigszins schoorvoetend ten antwoord
‘ Ben - je nu heelemaal van lorretje gepikt ? ’ vroeg ik .‘ Ik geloof het niet : maar trap de bot , die daar weg zwemt , ook eens dood , als je kunt ! ’ ‘ Dat kan niet ! Dat beestje is vrij , en jij krijgt je vischje nooit meer weerom , ’ antwoordde ik .‘ Dat is niemendal , Huib ! Als ik jou maar overtuigen kan , dat een matroos nooit een goede landrot worden kan , dan heb ik er het heele zootje voor over ! Je moet alweer naar zee , Huib , anders , en het is zoo vast , als een ringbout in het dek , heb - je , eer we een jaar ouder zijn , even als de wolf , je tanden overleefd ! ’ ‘ Maar ik heb geen lust meer in het varen , ’ gaf ik eenigszins schoorvoetend ten antwoord .
1,917
de bot
['bot']
290
tamarindae benevens veel drinken van zuiver water met citroen en suiker de ziekte was hoe ondraagelyk de lugt by deeze lyders ware evenwel niet besmettend nademaal het overige huisgezin gezond bleef dat getuigde van dit by uitstek stinkende kreng niet te hebben willen eeten schoon ze by andere gelegenheden ook wel vleesch van zieke gestorven beesten gegeeten hadden en zulks meermaals gebruikten buiten dit geval heb ik een huisgezin gekend waar in man vrouw kinderen en alles wat er in huis omgong door eene ziekte aangetast wierden welke ik met zeker ervaren geneesheer benevens den by uitneemendheid bedreeven en de geneeskunde oeffenenden heelmeester jan van der wilt niet volkomen heb kunnen doorgronden
Tamarindae , benevens veel drinken van zuiver water met Citroen en Suiker .De Ziekte was , hoe ondraagelyk de lugt by deeze Lyders ware , evenwel niet besmettend , nademaal het overige Huisgezin gezond bleef ; dat getuigde , van dit by uitstek stinkende kreng niet te hebben willen eeten ; schoon ze , by andere gelegenheden , ook wel Vleesch van zieke gestorven Beesten gegeeten hadden , en zulks meermaals gebruikten .Buiten dit geval heb ik een Huisgezin gekend , waar in Man , Vrouw , Kinderen , en alles wat ' er in huis omgong , door eene Ziekte aangetast wierden , welke , ik , met zeker ervaren Geneesheer , benevens den by uitneemendheid bedreeven en de geneeskunde oeffenenden Heelmeester , jan van der wilt , niet volkomen heb kunnen doorgronden .
1,772
kreng
['kreng']
291
zoo staat het bij voorbeeld met een groot deel dezer plaats welke wij ook om de schoonheid geheel zullen afschrijven zeg mij wat wezens in t beweeglijk heer dier hemelen gevoelen danken en schier stofloos t licht doorwemelen waarmeê t gevoed wordt meld me indien t uw taal vermag wat teelt van englen of van goden met den lach van zuivren wellust op t gelaat van ijver blaken om hun geluk en deugd en kennis te volmaken hun lichtgedaante en gansch doorschijnbre rozenkleur den glastoon hunner stem den waasmend ambergeur die prikklend voortstroomt uit onzigtbaar krinklende aderen wanneer ze in dartle liefde elkander spelend naderen en zalig zwijmende in het heiligst mingenot zich zelf verliezen in de liefde van den god der scheppende natuur vol godlijke gedachten van t wakendste besef der vrije levenskrachten doorgloeid en telkens aangeprikkeld door den lust die geen verzading kent en nooit wordt uitgebluscht geen schaamte of minnenijd geen zelfbedoelend blaken ontadelt ooit den gloed van hunne minvermaken één echt vereenigt ze alle
Zoo staat het , bij voorbeeld , met een groot deel dezer plaats , welke wij , ook om de schoonheid , geheel zullen afschrijven : Zeg mij , wat wezens in ' t beweeglijk heer dier hemelen Gevoelen , danken , en schier stofloos , ' t licht doorwemelen , Waarmeê ' t gevoed wordt .Meld me , indien ' t uw taal vermag , Wat teelt van Englen of van Goden , met den lach Van zuivren wellust op ' t gelaat , van ijver blaken Om hun geluk , en deugd , en kennis te volmaken ; Hun lichtgedaante en gansch doorschijnbre rozenkleur ; Den glastoon hunner stem , den waasmend ' ambergeur , Die prikklend voortstroomt uit onzigtbaar krinklende aderen , Wanneer ze in dartle liefde elkander spelend naderen , En , zalig zwijmende in het heiligst mingenot , Zich - zelf verliezen in de liefde van den God Der scheppende Natuur , vol Godlijke gedachten , Van ' t wakendste besef der vrije levenskrachten Doorgloeid , en telkens aangeprikkeld door den lust Die geen verzading kent , en nooit wordt uitgebluscht ! Geen schaamte of minnenijd , geen zelfbedoelend blaken , Ontadelt ooit den gloed van hunne minvermaken .Één echt vereenigt ze alle .
1,822
aderen
['ader']
292
cccccxlix te reeckenen het beghinsel des jaers van nieu jaers dach af doen wert elisabeth gheuangen ende doen de ghene die haer vanghen souden int huys quamen te weten daer sy woonde so vonden sy daer een latijns testament
CCCCCXLIX .Te reeckenen het beghinsel des Jaers van nieu Jaers dach af , doen wert Elisabeth gheuangen .Ende doen de ghene die haer vanghen souden int huys quamen ( te weten , daer sy woonde ) so vonden sy daer een latijns Testament .
1,904
het beghinsel des Jaers
['beghinsel jaer']
293
h met u wulpse vleyeryen daer verslijt ghy mee u tijdt k sal my voortaen wel verblyen op het geurigh veldt tapijt daer mijn beesjes haer gaen asen daer mijn schaepjes haer gaen grasen k acht geen hoofse vleyery maer een herders soet gevry l
H .Met u wulpse vleyeryen Daer verslijt ghy mee u tijdt , ' k Sal my voortaen wel verblyen Op het geurigh Veldt - tapijt , Daer mijn beesjes haer gaen asen , Daer mijn schaepjes haer gaen grasen , ' k Acht geen hoofse vleyery , Maer een Herders soet gevry .L .
1,678
Veldt - tapijt
['veldt - tapijt']
294
wij vragen u niet waaraf gij komt en wie gij zijt tu marcellus eris gij zult een marcellus zijn o dichter uit maillane gij zijt als de bloesem der provençaalsche aloë die openbloeit en de balsemgeur van uw werk zal na duizend jaren nog voortduren zoo stelde lamartine den jongen provençaler aan de bewondering der wereld voor
Wij vragen u niet waaraf gij komt en wie gij zijt .Tu Marcellus eris ! Gij zult een Marcellus zijn ! O dichter uit Maillane , gij zijt als de bloesem der provençaalsche aloë die openbloeit en de balsemgeur van uw werk zal na duizend jaren nog voortduren .’ Zoo stelde Lamartine den jongen Provençaler aan de bewondering der wereld voor .
1,904
Balsem
['balsem']
295
onse gemeyne eten om dat het soo snel niet door de gantsche mensch en sijn lichaem henen doordringht ofte veel eer om dat de natuere van t selve soo gheheel vervult verzaet ende ghelijck als selfs soo eyghen is daerom en wert by ons in dien deele gheen veranderinghe ghemerckt maer soo haest als den mensch buyten sijn gemene cours en loop door spijs en dranck wert op ghevult ofte soo hy met yet wat dat machtigh doordringht wert versadight sijn natuere neemt het dadelijck waer neycht sich ten selven wert daer door ten dele verandert en keert sich tot ende na die spijse die hy ontfanghen en ghenoten heeft exempel in loock etc exempel hebben wy inde loock aiuyn kool rapen daer den gantschen aessem van stinckt soo haest den mensch daer van gegheten ende tot sich ghenomen heeft ende dit is een vaste en wel gegronden regel den mensch die kan met vergift te eten de mens ghewent tot fenijn dat het vergift geen schade doet
Onse gemeyne Eten om dat het soo snel niet door de gantsche Mensch en sijn Lichaem henen doordringht , ofte veel eer om dat de Natuere van ' t selve soo gheheel vervult , verzaet , ende ghelijck als selfs soo eyghen is , daerom en wert by ons in dien deele gheen veranderinghe ghemerckt , maer soo haest als den Mensch buyten sijn gemene cours en loop , door spijs en dranck wert op - ghevult , ofte soo hy met yet wat dat machtigh doordringht wert versadight , sijn natuere neemt het dadelijck waer , neycht sich ten selven , wert daer door ten dele verandert en keert sich tot ende na die spijse die hy ontfanghen en ghenoten heeft , Exempel in Loock etc .Exempel hebben wy inde Loock , Aiuyn , Kool , Rapen , daer den gantschen Aessem van stinckt , soo haest den Mensch daer van gegheten ende tot sich ghenomen heeft , ende dit is een vaste en wel - gegronden Regel .Den mensch die kan met Vergift te eten , De mens ghewent tot Fenijn dat het vergift geen schade doet .
1,663
Kool|Rapen|Loock|Aessem|Aiuyn
['kool', 'rapen', 'loock', 'aessem', 'aiuyn']
296
als men ten elf ure s avonds den sneltrein verlaat die ten half negen s morgens turijn verliet en u van den bevroren grond door de kille bergen langs de groene zonnige rivera di levante voerde de campagna door langs de machtige massa van st paul rustende in het maanlicht dan is de dag lang geweest maar men leeft op als men de wateren der fontana de termini onder de voeten van den buikloozen mozes hoort ruischen en als men uit de schelp van de triton op de piazza barberini den waterstraal omhoog ziet spuiten dan komt er een hoezee over de lippen en een goddank tevens en als de cameriere niet zoo ontzettend slaperig keek en de portier niet dan met leede oogen den laten gast had begroet dan zou men nog lust gevoelen om een kijkje te nemen op de piazza del popolo en te luisteren naar het levende lied der roomsche wateren en te droomen van den ouden schoonen tijd toen men rückert nazong ich ging im frühroth munter am heilgen tiberstrom een goed roomsch kind dat tevens een oud romein is brengt zijn eerste bezoek aan st
Als men ten elf ure ' s avonds den sneltrein verlaat , die ten half - negen ' s morgens Turijn verliet en u van den bevroren grond , door de kille bergen , langs de groene , zonnige Rivera di Levante voerde , de Campagna door , langs de machtige massa van St .Paul rustende in het maanlicht , dan is de dag lang geweest , maar men leeft op , als men de wateren der Fontana de Termini onder de voeten van den buikloozen Mozes hoort ruischen ; en als men uit de schelp van de Triton op de piazza Barberini den waterstraal omhoog ziet spuiten , dan komt er een ‘ Hoezee ! ’ over de lippen en een ‘ Goddank ! ’ tevens .En als de Cameriere niet zoo ontzettend slaperig keek en de portier niet dan met leede oogen den laten gast had begroet , dan zou men nog lust gevoelen , om een kijkje te nemen op de Piazza del Popolo en te luisteren naar het levende lied der Roomsche wateren en te droomen van den ouden , schoonen tijd , toen men Rückert nazong : ‘ Ich ging im Frühroth munter Am heilgen Tiberstrom ! ’ Een goed Roomsch kind , dat tevens een oud - Romein is , brengt zijn eerste bezoek aan St .
1,903
Water
['water']
297
dat van den hemel komt moet yder leeren dragen vvat gode vvel bevalt dat moet den mensch behagen het is tot alle vleesch van alle tijt geseyt vvie streeft die vvort geruckt vvie gaet die vvort geleyt ghy zijt ô kleyne jeught des heeren bloet getuygen en sult een hemels nat uyt syne volheyt suygen ghy hebt tot uvven loon het eeuvvigh paradijs en vvort al daer gevoedt met ongemeene spijs
Dat van den Hemel komt moet yder leeren dragen , VVat Gode vvel bevalt dat moet den mensch behagen .Het is tot alle vleesch van alle tijt geseyt : VVie streeft die vvort geruckt , vvie gaet die vvort geleyt .Ghy zijt , ô kleyne jeught , des Heeren bloet - getuygen , En sult een hemels - nat uyt syne volheyt suygen , Ghy hebt tot uvven loon het eeuvvigh Paradijs , En vvort al daer gevoedt met ongemeene spijs .
1,637
die vvort
['vvort']
298
ze gaven elkaar stilletjes een duwtje en een knipje met de oogen er waren nog zooveel heerlijke resten van het diner achtergebleven nu konden zij zich toch óók eens te goed doen met het bedienen van al die gasten hadden zij geen tijd kunnen vinden om zelf ook maar één mugje op te happen de bruiloftsstoet trok door een smal zandweggetje de maan keek lachend naar beneden en tooverde de zandkorrels om in een weg van schitterend zilver in de schaduw van veelgeurende lentebloempjes liepen de paartjes arm in arm en hadden dolveel pret vooral de jonge padden haalden allerlei kattekwaad uit
Ze gaven elkaar stilletjes een duwtje en een knipje met de oogen : er waren nog zooveel heerlijke resten van het diner achtergebleven ! Nu konden zij zich toch óók eens te goed doen ! Met het bedienen van al die gasten , hadden zij geen tijd kunnen vinden , om zelf ook maar één mugje op te happen ! De bruiloftsstoet trok door een smal zandweggetje , - de maan keek lachend naar beneden en tooverde de zandkorrels om in een weg van schitterend zilver .In de schaduw van veelgeurende lentebloempjes liepen de paartjes arm in arm en hadden dolveel pret .Vooral de jonge padden haalden allerlei kattekwaad uit .
1,917
lentebloempjes
['lentebloemp']
299
vindt u niet dat villa nuova lief klinkt een beetje romantiesch voor het prozaiesche baarle doch als het kind maar een naam heeft wat snuffelt pollux toch telkens aan dat mandje heeft vrouw dreessens er ook een lekker hapje ingepakt och neen zeide hilda en uit angst dat dokter kroner haar kinderachtig of wellicht sentimenteel zou vinden durfde zij van het doode vogeltje niet reppen als u t mij veroorlooft jufvrouw hilda steek ik even bij helmsen een sigaar aan
Vindt u niet , dat Villa Nuova lief klinkt ? - Een beetje romantiesch voor het prozaiesche Baarle , doch als het kind maar een naam heeft .Wat snuffelt Pollux toch telkens aan dat mandje ? heeft vrouw Dreessens er ook een lekker hapje ingepakt ? - Och neen , zeide Hilda , en uit angst , dat Dokter Kroner haar kinderachtig of wellicht sentimenteel zou vinden , durfde zij van het doode vogeltje niet reppen .- Als u ' t mij veroorlooft , Jufvrouw Hilda , steek ik even bij Helmsen een sigaar aan .
1,871
Man
['man']
300
ode ter eeren van den wijsen voorsichtighen ende raedtrijcksten heer mr christiaen rijckebusch gheoorlofdt in beyde de rechten trauwende met jonckvrauwe margariete grendels den xxvien januarius binnen ypre s winters tijdt suer kort van daghen langh van nachten strangh van vlaghen houdt nu d aerd in sijn bedwangh en beneemt der boomen t bloeyen fruyt en bloemen reuck en groeyen met des voghels bly ghesangh maer al moet het veldt verliesen deur sijn sneeuwen deur sijn vriesen bladen bloemen reuck en vreughdt laet den kouden winter bijten rijmen stormen laet hem spijten t rijckebusch is noch verheughdt
Ode Ter eeren van den wijsen , voorsichtighen ende raedtrijcksten Heer , Mr Christiaen Rijckebusch , gheoorlofdt in beyde de Rechten , trauwende met Jonckvrauwe Margariete Grendels , den XXVIen Januarius 1621 , binnen Ypre .' s Winters tijdt , suer , kort van daghen ; langh van nachten , strangh van vlaghen , houdt nu d ' aerd in sijn bedwangh , en beneemt der boomen ' t bloeyen , fruyt en bloemen , reuck en groeyen , met des voghels bly ghesangh .Maer al moet het veldt verliesen deur sijn sneeuwen , deur sijn vriesen , bladen , bloemen , reuck en vreughdt : laet den kouden winter bijten , rijmen , stormen , laet hem spijten , ' t Rijckebusch is noch verheughdt .
1,869
Bloemen|fruyt
['bloem', 'fruyt']
301
wat is het schoon als in de groene dalen de lente ontwaakt bij glanzend morgendstralen elk bloempje ontplooit zijn frisschen kleurengloor elk kruidje zendt zijn balsem t luchtruim dóór de leeuwrik voert zijn hymne hoog ten hemel heel de aarde juicht in geur en kleurgewemel t is ingangsfeest het juublend morgenduur het feest der zon den koning der natuur zoo gloorde een zon in s priesters hert den morgend dat hij priester werd wat is het schoon als in de stille nachten bij t vonklend licht van godes hemelwachten te bethlehem de zangrige englenvlucht zoo heimlijk zoet komt ruischen door de lucht vrede aan den mensch en glorie in den hoogen en t kindje god daalt van de hemelbogen en brengt zijn eersten vredekus zoo zacht aan de onschuld die haar teedre schaapkens wacht zoo daalt ook god zoo heimlijk teêr in s priesters hand den eersten keer de daagraad vriend komt aan des hemels transen in nieuwe pracht elk nieuwen morgend glanzen zoo elken dag in uwe priesterhand herleeft vernieuwd uwe eeuwge liefde offrand smaak elken dag de reine priestervreugden die d eersten keer vandaag uw hert verheugden en blijf altijd voor heel het huisgezin de roem en troost uw moeders benjamin en deze dag zoo blij zoo zoet glanze eeuwig voort in uw gemoed gent e
Wat is het schoon , als in de groene dalen De lente ontwaakt bij glanzend morgendstralen ! Elk bloempje ontplooit zijn frisschen kleurengloor ; Elk kruidje zendt zijn balsem ' t luchtruim dóór ; De leeuwrik voert zijn hymne hoog ten hemel ; Heel de aarde juicht in geur - en kleurgewemel : ' t Is ingangsfeest , het juublend morgenduur , Het feest der Zon , den koning der natuur .Zoo gloorde een zon in ' s priesters hert Den morgend dat hij priester werd ! * * * Wat is het schoon , als in de stille nachten Bij ' t vonklend licht van Godes hemelwachten , Te Bethlehem de zangrige englenvlucht Zoo heimlijk zoet komt ruischen door de lucht ! ‘ Vrede aan den mensch en glorie in den hoogen ! ’ En ' t Kindje - God daalt van de hemelbogen , En brengt zijn eersten vredekus zoo zacht Aan de onschuld die haar teedre schaapkens wacht ! Zoo daalt ook God , zoo heimlijk teêr , In ' s priesters hand den eersten keer * * * De daagraad , vriend , komt aan des hemels transen In nieuwe pracht elk nieuwen morgend glanzen ; Zoo elken dag , in uwe priesterhand Herleeft , vernieuwd , uwe eeuwge liefde - offrand ! Smaak elken dag de reine priestervreugden Die d ' eersten keer vandaag uw hert verheugden ; En blijf altijd voor heel het huisgezin De roem en troost , uw moeders Benjamin ! En deze dag , zoo blij , zoo zoet , Glanze eeuwig voort in uw gemoed ! Gent .E .
1,893
zangrige englenvlucht
['zangrig englenvlucht']
302
die noyt het dreyghen van een kloecken heeft ghevreest also die stadt gheen een alleen en kond ontginnen maar doe de wijsheyt ons riedt al der griecken macht te smelten in een klomp en die niet weer te scheyden voor dat de stadt en t landt heel t onder waar ghebracht doe mocht het troysche volck wel droeffelijck verbeyden na sulcken swaar beleg een al te wissen val zo veer de griecken maar in d oorloch duuren wouden ghelijckse willich de en en niet een van haar al wierder meynedich maar eer deed beloften houden en zijn ten lesten na veel moeytens met de spiets verwinners door de macht der goede goon geworden van t volck daar van haar is gheschiet zo veel verdriets van t volck dat haar tot een gherechtich oorlooch porden dies looft de milde goon der griecken danckbaar hart moedich achiven die met my ghetrocken waren ten oorloogh na dat ons dit troyen had ghetart na zo veel arbeyts lust na volle neghen jaren viel troyen doen de goon haar overlast verdroot daar leyt het nu en al haar homoet is ghevallen en priami gheslacht is meestendeel al doot
Die noyt het dreyghen van een kloecken heeft ghevreest , Also die stadt gheen een alleen en kond ' ontginnen .Maar doe de wijsheyt ons riedt , al der Griecken macht Te smelten in een klomp , en die niet weer te scheyden Voor dat de stadt en ' t landt heel t ' onder waar ghebracht , Doe mocht het Troysche volck wel droeffelijck verbeyden Na sulcken swaar beleg , een al te wissen val : Zo veer de Griecken maar in d ' oorloch duuren wouden , Ghelijckse willich de ' en , en niet een van haar al Wierder meynedich , maar eer deed ' beloften houden , En zijn ten lesten na veel moeytens met de spiets , Verwinners , door de macht der goede Goon , geworden , Van ' t volck daar van haar is gheschiet zo veel verdriets , Van ' t volck dat haar tot een gherechtich oorlooch porden ; Dies looft de milde Goon der Griecken danckbaar hart .Moedich ' Achiven ( die met my ghetrocken waren Ten oorloogh , na dat ons dit Troyen had ghetart ) Na zo veel arbeyts lust , na volle neghen jaren Viel Troyen , doen de Goon haar overlast verdroot : Daar leyt het nu , en al haar homoet is ghevallen , En Priami gheslacht is meestendeel al doot .
1,883
de wijsheyt ons
['wijsheyt']