Unnamed: 0
int64
0
25.1k
pre_text
stringlengths
23
20.6k
Sentence
stringlengths
25
21.4k
year
int64
1.59k
1.92k
Smell_Source
stringlengths
1
170
source_list
stringlengths
5
224
101
uw jeught in t opgaen van haer starre o braeve ridder ging zoo verre bespieglen op kampanjes kust den zwavelbergh die noit geblust maer eeuwigh vlammen braeckt en voncken en plinius gebeent noch schoncken ons gunde noch het minste merck om zyne dootbus met een zerck te decken voor den trouwen yver en faem van dien natuurbeschryver nu zaeghtghe hier op hollants gront vesuvius in zynen mont te delf daer tegens styl en orden ons kruit s lants vyandin geworden stadthuis ontziet noch kerckgewelf en delft een burgergraf voor delf in puin en menschevleesch en golven van gloejende assche en glas gedolven wie wort van bitter schreien moe de woeste hooftstadt huilt u toe en gaept en stinckt in zoo veel wycken gelyck een kerckhof zadt van lycken geplet geknot gescheurt gezengt een chaos onder een gemengt
Uw jeught , in ' t opgaen van haer starre , O braeve Ridder , ging zoo verre Bespieglen , op Kampanjes kust , Den zwavelbergh , die , noit geblust , Maer eeuwigh vlammen braeckt en voncken , En Plinius gebeent noch schoncken Ons gunde , noch het minste merck , Om zyne dootbus met een ' zerck Te decken , voor den trouwen yver En faem van dien Natuurbeschryver : Nu zaeghtghe , hier op Hollants gront , Vesuvius in zynen mont , Te Delf , daer , tegens styl en orden , Ons kruit , ' s lants vyandin geworden , Stadthuis ontziet , noch kerckgewelf , En delft een burgergraf voor Delf , In puin , en menschevleesch , en golven Van gloejende assche en glas gedolven .Wie wort van bitter schreien moe ? De woeste hooftstadt huilt u toe , En gaept en stinckt , in zoo veel wycken , Gelyck een kerckhof , zadt van lycken , Geplet , geknot , gescheurt , gezengt .Een Chaos , onder een gemengt .
1,645
woeste hooftstadt
['woest hooftstadt']
102
wij hebben zeker sinds eenigen tijd geene nieuwe engelsche want schoon het er niet voor staat het werk is eene vertaling romans gehad en de kost dezer natie valt over het geheel wat zwaarder dan die onzer linksche en regtsche vastelandsgeburen doch wij hopen dat de geurige geregten der vroegere schrijvers van echt britsche luim en scherpzinnigheid door duitsche vliegop en fransche ragouts nog niet zoo geheel uit het geheugen zullen verdrongen zijn of men is wel begeerig naar een nieuw proefje de naam der dame schrijfster is zelfs onder ons niet geheel onbekend meer daar ten minste in ons mengelwerk eenige van hare schetsjes uit de fatsoenlijke wereld zijn medegedeeld
Wij hebben , zeker , sinds eenigen tijd geene nieuwe Engelsche ( want , schoon het er niet voor staat , het werk is eene vertaling ) romans gehad ; en de kost dezer natie valt , over het geheel , wat zwaarder , dan die onzer linksche en regtsche vastelandsgeburen .Doch wij hopen , dat de geurige geregten der vroegere schrijvers van echt Britsche luim en scherpzinnigheid door Duitsche vliegop en Fransche ragouts nog niet zoo geheel uit het geheugen zullen verdrongen zijn , of men is wel begeerig naar een nieuw proefje .De naam der dame schrijfster is , zelfs onder ons , niet geheel onbekend meer , daar ten minste in ons Mengelwerk eenige van hare schetsjes uit de fatsoenlijke wereld zijn medegedeeld .
1,816
geregten
['geregat']
103
om u maar eenig denkbeeld te geeven van haar spinnekopachtig zoude ik haast zeggen gevoelig zenugestel zal ik een voorbeeld neemen van haare reukzenuwen wanneer in een huis met eene buitengewoone lange gang een meid met een niew blaauw vries boeselaar inkoomd en de lyderes op een kamer zit aan het einde der gang veranderd zy van coleur alleen door den reuk van die boezelaar proeven hebben dit beweezen ider verwonderd zich dat zy na zo veel en zulk langduurig lyden niet meer nog afneemd te meer daar zy twe a drimaal in de week zo vreeslyk zweet dat kleeren en beddegoed als door het water gehaald schynen en zy dikwyls in twee nagten geen kwartuur slaapt zonderling is het ook dat zy wanneer zy niet geslaapen heeft het helderst is het schynd dat haar slaap niets dan eene bedwelmende zenuwkoortsachtige slaap is in vroeger tyd pleeg zy na een aanval op de zenuwen een etmaal door gerust te kunnen slaapen en was dan hersteld zie daar veel geliefde vriendinnen u zo naaukeurig my mooglyk was een bericht gegeeven van de ziekte myner dierbaare vriendinne eene ziekte die my zo veel angst zo veel zugten en traanen en ons in onze niet ruime omstandigheden zo veel geld gekost heeft en nog kost en dat alles slechts tot soelaas niet ter genezing
Om u maar eenig denkbeeld te geeven van Haar , Spinnekopachtig , zoude ik haast zeggen gevoelig zenugestel , zal ik een voorbeeld neemen van Haare Reukzenuwen .Wanneer , in een Huis , met eene buitengewoone lange Gang , een Meid , met een niew blaauw vries boeselaar inkoomd en de lyderes op een kamer zit aan het einde der gang veranderd zy van Coleur , alleen door den reuk van die boezelaar ; proeven hebben dit beweezen , ider verwonderd zich dat zy , na zo veel en zulk langduurig lyden , niet meer nog afneemd , te meer daar zy twe a drimaal in de week zo vreeslyk zweet dat kleeren en Beddegoed als door het water gehaald schynen en zy dikwyls in twee nagten geen kwartuur slaapt , zonderling is het ook dat zy , wanneer zy niet geslaapen heeft het helderst is , het schynd dat Haar slaap niets dan eene bedwelmende zenuwkoortsachtige slaap is ; in vroeger tyd pleeg zy , na een aanval op de zenuwen , een etmaal door gerust te kunnen slaapen en was dan hersteld .Zie daar , veel geliefde vriendinnen , u , zo naaukeurig my mooglyk was , een bericht gegeeven van de ziekte myner dierbaare vriendinne , eene ziekte die my zo veel angst zo veel zugten en traanen , en ons , in onze niet ruime omstandigheden , zo veel geld gekost heeft en nog kost en dat alles slechts tot soelaas , niet ter genezing .
1,904
die boezelaar
['boezelaar']
104
heir bij heir gedoemd om nooit te denken grijpt aan verstrooit verdelgt al t geen zijn oog ontmoet ik zie het lauwerblaên aan zijn gebieder schenken gedoopt in menschenbloed het honderdjaarig woud de troon der filomelen waar staatige eenzaamheid de rust in de armen snelt de vruchtbaare akkers en de halmen die er speelen zien zich ter neêr geveld de velden op wier vlak de gouden golven ruischen zien door het brieschend ros de vrucht huns schoots vertreên ginds gonst eene open zee met schrikverwekkend bruischen ver over beemden heên de landman grimt of schreit daar hij met eigen spade door dwang zijn hof en veld der zee den toegang geeft keert weenend naar zijn stulp waar zijne zwangre gade door schrik getroffen sneeft helaas de winterschat de vrugt van t zomerpoogen werd voor haar weenend oog door s krijgers vuist vernield de lang gevreesde slag slaat in zijn weenende oogen de slag die t al ontzielt bedwelmd slaat hij het oog op zijne gade neder stort neêr en zijne klagt verheft zich hemelhoog zijn schreijen roept vergeefs haar tot het leven weder zij sluit voor eeuwig t oog te klein was t offer nog van vruchtbaar vee en landen dat hij door dwang geperst ter prooij der golven gaf
.heir bij heir , gedoemd om nooit te denken ; Grijpt aan , verstrooit , verdelgt , al ' t geen zijn oog ontmoet : Ik zie het lauwerblaên aan zijn ' gebieder schenken , Gedoopt in menschenbloed ! Het honderdjaarig woud , de troon der filomelen , Waar staatige eenzaamheid de rust in de armen snelt , De vruchtbaare akkers en de halmen die ' er speelen , Zien zich ter neêr geveld ! De velden , op wier vlak de gouden golven ruischen , Zien door het brieschend ros de vrucht huns schoots vertreên : Ginds gonst eene open zee , met schrikverwekkend bruischen , Ver over beemden heên ! De landman grimt of schreit , daar hij , met eigen spade , Door dwang , zijn hof en veld der zee den toegang geeft ; Keert , weenend , naar zijn stulp , waar zijne zwangre gade , Door schrik getroffen , sneeft ! Helaas ! de winterschat , de vrugt van ' t zomerpoogen , Werd , voor haar weenend oog , door ' s krijgers vuist vernield De lang gevreesde slag slaat in zijn weenende oogen ; De slag , die ' t al ontzielt ! Bedwelmd slaat hij het oog op zijne gade neder ; Stort neêr - en zijne klagt verheft zich hemelhoog : Zijn schreijen roept vergeefs haar tot het leven weder ; Zij sluit voor eeuwig ' t oog ! Te klein was ' t offer nog van vruchtbaar vee en landen , Dat hij , door dwang geperst , ter prooij ' der golven gaf ? ..
1,823
de gouden golven
['gouden golf']
105
gy waart myn wellust al myn hoop en vreugde op aarde maar grooter bruidegom verheerlykt nu myn lot en rukt my van u af het is de zoon van god die naar myn huuwlyk staat
Gy waart myn wellust , al myn hoop en vreugde op aarde .Maar grooter Bruidegom verheerlykt nu myn lot , En rukt my van u af .het is de Zoon van God , Die naar myn huuwlyk staat .
1,710
grooter Bruidegom
['grooot bruidegom']
106
veel queken in den hof granaten en citroenen of leyen hier een druyf daer rancken van meloenen of wieden t bloem gewas van t on kruyt datter schiet en hun ver wildert hert eylaes en sien sy niet al wat al sotten pracht siet m op de winckels maecken soo van gheborght sattijn als on betaelt schaer laecken siet de kalotten eens van ander landens aert het hooft heeft vranckrijcx haeyr en eenen vlaemschen baert siet hoe een yder vlamt naer perlen en juweelen naer stof van hoog coleur naer glans van schoon fluweelen naer muscus en civet naer geurich ambergries ach wie veel reucken draeght gewis die rieckt heel vies o mensch ô werelts mensch dees ruste loose saecken die konnen u het hert en sinnen gaende maecken maer leyden u van t wit dat ghy be ooghen moet en soo ist al verlies wat winste dat ghy doet laet dan o edel siel uw sinnen hoogher sweven en yvert voor de deucht en voor een saelich leven en hoe dat dan den dagh en uren vluchten gaen de vruchten vanden dagh die blijven eeuwich staen doet dat het bieken doet hoe gaet het heele daeghen naer bloem en geurich kruyt soo wasch als honich jaegen en keert vol rijcke vracht o siel maeckt t allen tijt dat ghy noch vlugger bie als t vlughste bieken zijt siet eens o philagie watter al tijdt wordt verquackelt in luyicheydt in ydelheydt in boosheyt soo dat by sommighe de kostelijcke daeghen ons tot saelicheydt ghejont tot verdoemenisse worden ver sleten sekeren ioannes semeca proost van halberstadt ick denck eenen van luters ghesellen ligghende op sijn sterven soo sey hy wy hebben in ons leven ghehadt die voor ons den acker bouwden die voor ons den wijn persten die voor ons wilde swijnen vonghen die voor ons te choor gonghen die voor ons de misse songhen waer sullen wy nu eenen vinden die voor ons ter hellen worde ghesonden te ver gheeft wenschte hy om eenen vicaris want die sonden doet en den duyvel alsoo een obligatie en handtschrift gheeft die moet selver in persoon de quitancie in de hel haelen
Veel queken in den hof granaten , en citroenen , Of leyen hier een druyf , daer rancken van meloenen , Of wieden ' t bloem - gewas van ' t on - kruyt datter schiet , En hun ver - wildert hert , eylaes en sien sy niet ! Al wat al sotten pracht siet m ' op de winckels maecken ! Soo van gheborght sattijn , als on - betaelt schaer - laecken ! Siet de kalotten eens van ander - landens aert , Het hooft heeft Vranckrijcx haeyr , en eenen vlaemschen baert .Siet hoe een yder vlamt naer perlen , en juweelen ! Naer stof van hoog coleur , naer glans van schoon fluweelen , Naer muscus , en civet , naer geurich ambergries , Ach wie veel reucken draeght , gewis die rieckt heel vies ~ O mensch , ô werelts mensch , dees ruste - loose saecken ? ' Die konnen u het hert , en sinnen gaende maecken , Maer leyden u van ' t wit , dat ghy be - ooghen moet ; En soo ist al verlies , wat winste dat ghy doet ! Laet dan , o edel siel , uw ' sinnen hoogher sweven , En yvert voor de deucht , en voor een saelich leven , En hoe dat dan den dagh , en uren vluchten gaen , De vruchten vanden dagh , die blijven eeuwich staen Doet , dat het bieken doet ; hoe gaet het heele daeghen Naer bloem , en geurich kruyt soo wasch als honich jaegen ? En keert vol rijcke vracht O Siel , maeckt t ' allen tijt , Dat ghy noch vlugger bie , als ' t vlughste bieken zijt ! Siet eens , o Philagie watter al tijdt wordt verquackelt in luyicheydt , in ydelheydt , in boosheyt , soo dat by sommighe de kostelijcke daeghen , ons tot saelicheydt ghejont , tot verdoemenisse worden ver - sleten .Sekeren Ioannes Semeca Proost van Halberstadt , ( ick denck eenen van Luters ghesellen ) ligghende op sijn sterven , soo sey hy : wy hebben in ons leven ghehadt Die voor ons den acker bouwden , Die voor ons den wijn persten , Die voor ons wilde swijnen vonghen , Die voor ons te choor gonghen , Die voor ons de Misse songhen , Waer sullen wy nu eenen vinden die voor ons ter hellen worde ghesonden ? te ver - gheeft wenschte hy om eenen Vicaris , want die sonden doet , en den duyvel alsoo een obligatie en handtschrift gheeft , die moet selver in persoon de quitancie in de hel haelen .
1,674
Ambergrijs|kruyt
['ambergrijs', 'kruyt']
107
ijde doe si voert ghingen quamen si teynen berghe van wonderliker groetheit van groter eyslicheit ende van eynre woester vasticheit dese berch hadde eynen enxteliken wech want aen eyne sijde vanden berghe waest stinckende solfer vuyer ende doncker ende aen dander sijde waest ysechtich snee ende het weyde ende hagelde eyslic dese berch was al overal vol van hangdieven die ghereit waren die selen te pijnen so datter gheyn wech en was yemant seker te lijden diese voerseide quaedien hadden yseren gaffelen al gloyende ende scharpe crouwelen all ghereyt mit dryen t anden daer si mede hurten ende trocken t en pijnen voerseit die overlijdende selen alse dese caytiveghe selen langhe ghepijnt waren int bornende solfer ende mitten gaffelen ende crouwelen ghehurt ende ghetrocken werpmense over in den voerseiden snee ende dan wieder van in midden dat calde waerpmense vandersijden in dat voerseide vuyer die seel die dit
ijde .Doe si voert ghingen / quamen si teynen berghe van wonderliker groetheit / van groter eyslicheit / ende van eynre woester vasticheit Dese berch hadde eynen enxteliken wech / want aen eyne sijde vanden berghe waest stinckende solfer , vuyer ende doncker .Ende aen dander sijde waest ysechtich snee Ende het weyde ende hagelde eyslic Dese berch was al overal vol van hangdieven / die ghereit waren die selen te pijnen / so datter gheyn wech en was yemant seker te lijden Diese voerseide quaedien / hadden yseren gaffelen al gloyende ende scharpe crouwelen all ghereyt mit dryen [ t ] anden , daer si mede hurten ende trocken [ t ] en pijnen voerseit die overlijdende selen Alse dese caytiveghe selen langhe ghepijnt waren int bornende solfer ende mitten gaffelen ende crouwelen ghehurt ende ghetrocken werpmense over in den voerseiden snee Ende dan wieder van in midden dat calde waerpmense vandersijden in dat voerseide vuyer Die seel die dit [ .
1,914
doncker|vuyer|solfer
['doncker', 'vuyer', 'solfer']
108
ik zag t paarsch van viooltjes en het geel van een enkele narcis hier en daar kraaien en spreeuwen vlogen over den rijn met takken in den bek op de heuvelen aanschouwden wij het frisch groene mos onder de dennen die geur geven aan den wind welke de toppen met musikale cadans bewoog het landschap van den rijn is liefelijk en harmonisch het wint in aantrekkelijkheid bij elk nieuw bezoek wanneer men slechts niet snel voorbij ijlt maar over den stroom gelijdt de zijdalen bewandelt vele hoogten bestijgt en dus tevens duitsche kunst en duitsche poezie waardeeren leert
Ik zag ' t paarsch van viooltjes en het geel van een enkele narcis hier en daar ; kraaien en spreeuwen vlogen over den Rijn met takken in den bek .Op de heuvelen aanschouwden wij het frisch groene mos onder de dennen die geur geven aan den wind , welke de toppen met musikale cadans bewoog .Het landschap van den Rijn is liefelijk en harmonisch , het wint in aantrekkelijkheid bij elk nieuw bezoek , wanneer men slechts niet snel voorbij ijlt , maar over den stroom gelijdt , de zijdalen bewandelt , vele hoogten bestijgt , en dus tevens Duitsche kunst en Duitsche poezie waardeeren leert .
1,887
mos
['mos']
109
duizenden uien vatten u bij de neus honderden struiken selder geuren er als het lentegras waarin gij gingt liggen met uw eerste liefje de witte koolen zijn glad als ik durf het haast niet zeggen als het gemillimeterd hoofd van een duitsch soldaat
Duizenden uien vatten u bij de neus .Honderden struiken selder geuren er als het lentegras , waarin gij gingt liggen met uw eerste liefje .De witte koolen zijn glad als ( ik durf het haast niet zeggen ) als het gemillimeterd hoofd van een Duitsch soldaat .
1,913
Honderden struiken
['honderd struik']
110
drie speetjes gebraade rivier serpenten zo blank gelyk als t tronie leer van hans weerwolf en zo buigzaam als de knieschyven van den engelschen buitelaar finley witte brood zo ligt gelyk als pottebakkers kley en tarwebrood zo doorgaat gelyk als boekwyte bry daarenboven smaakte de witte wyn gelyk als extract van sleepruimen de roode wyn had de geur van de voorloop van kamomil water en het bier was er zo drinkbaar gelyk als de wynmoer van een verwers blaauw kuip ik ontsnapte dat paleis van den assche woensdag en ik sloop myn ligchaam toebuigende gelyk als een passer in de kaarslaade op leiden welke kaarslaade was bevracht met de navolgende pelgrims
Drie Speetjes gebraade Rivier - serpenten , zo blank gelyk als ' t Tronie - Leer van Hans Weerwolf , en zo buigzaam als de Knieschyven van den Engelschen Buitelaar , Finley .Witte - brood zo ligt gelyk als Pottebakkers Kley , en Tarwebrood zo doorgaat gelyk als Boekwyte Bry ; daarenboven smaakte de witte Wyn gelyk als Extract van Sleepruimen , de roode Wyn had de geur van de Voorloop van Kamomil - water , en het Bier was ' er zo drinkbaar gelyk als de Wynmoer van een Verwers Blaauw - kuip .Ik ontsnapte dat Paleis van den Assche Woensdag , en Ik sloop , myn Ligchaam toebuigende gelyk als een Passer , in de Kaarslaade op Leiden , welke Kaarslaade was bevracht met de navolgende Pelgrims .
1,724
de witte Wyn|de roode Wyn
['wit wyn', 'roode wyn']
111
weet dat u knecht of vrient noch arm noch rijck en dient in drij dagen stinckt de vis even als t met gasten is spreeckt ghij van een guyt te roomen strax sal hij te voorschijn komen
Weet dat u knecht of Vrient Noch arm noch rijck en dient .In drij dagen stinckt de vis , Even als ' t met gasten is .Spreeckt ghij van een ' guyt te Roomen , Strax sal hij te voorschijn komen .
1,656
Vis
['vis']
112
daar het de hulde van helmers geldt ruimen wij volgaarne eene plaats in aan eenige coupletten uit dezen heerlijken lierzang waarom o holland heeft de zanger wiens geest nog langs uw stroomen zweeft waarom heeft helmers ach niet langer voor t goede en schoone op aard geleefd geleefd voor alles wat beneden door de echte menschheid aangebeden ook hier kapel en priester vond geleefd ter eer van s werelds wrekers als vloekprofeet eens regtverbrekers wiens troon in bloed en puinen stond keer keer onsterflijke in de koren der geesten daal op de aarde neêr zie s werelds heileeuw als herboren en neêrland vrij gelijk weleer zie van uit oulings donkre kimmen d orion glansrijk opwaarts klimmen en aldebarans gloed verbleekt zij komt die gij hadt afgebeden de vrijheid komt zij is beneden zie hoe een god de menschheid wreekt uw helle blik ving de eerste stralen van t zalig licht dat ons omgloort reeds lang zaagt gij het weemlen dwalen en flikkren in het verre noord van daar al hooger opgestegen en meer ontwolkt en allerwegen gevoed met nieuw ontstoken glans zoo rees de orion voor europe en straalt vervuld is onze hope ook op ons van den vrijen trans ô had uw dichter batavieren uw wordend heil op aarde aanschouwd hoe zou hij dan uw hoogtijd vieren in zangen beeldenvol en stout mij dunkt ik hoor zijn jubeltoonen bij t ruischen van de lauwerkroonen de weêrgalm klinkt langs t schaatrend ij en flevo s strand en de amstelzoomen en rijn en maas en ijsselstroomen herhalen t iö de aard is vrij dat iö stroomt van duizend tongen oranje uwe aankomst te gemoet nooit nooit heeft helmers zoo gezongen als nu zijn lier u welkom groet beklim door liefde en hoop gedragen ô nassau fredriks gloriewagen en hooger rijst dan s dichters toon hij zingt uw telgen zegevieren hij zal hun heldenwapen sieren stijg neêrlands titus stijg ten troon herrijst herrijst ô heldentijden want helmers voert tyrtaeus luit waakt op en ziet uw zonen strijden ô vadren stijgt uw graven uit musketten zwaarden lansen blinken de vrije zegezangen klinken ziet ziet uw dochtren hollands eer uw heldenkroost in blijde reijen omkransende ten dans geleiên waar ben ik
Daar het de hulde van helmers geldt , ruimen wij volgaarne eene plaats in aan eenige coupletten uit dezen heerlijken lierzang : Waarom , o Holland ! heeft de zanger , Wiens geest nog langs uw stroomen zweeft , Waarom heeft Helmers , ach ! niet langer Voor ' t goede en schoone op aard geleefd ? Geleefd voor alles wat beneden , Door de echte menschheid aangebeden , Ook hier kapel en priester vond ? Geleefd ter eer van ' s werelds wrekers , Als vloekprofeet eens regtverbrekers , Wiens troon in bloed en puinen stond ? Keer , keer onsterflijke ! in de koren Der geesten ! daal op de aarde neêr ! Zie ' s werelds heileeuw als herboren ! En Neêrland vrij , gelijk weleer ! Zie , van uit oulings donkre kimmen D ' Orion glansrijk opwaarts klimmen ; En Aldebarans gloed verbleekt ! Zij komt , die gij hadt afgebeden , De vrijheid komt - zij is beneden - Zie hoe een God de menschheid wreekt ! Uw helle blik ving de eerste stralen Van ' t zalig licht dat ons omgloort : Reeds lang zaagt gij het weemlen , dwalen , En flikkren in het verre noord : Van daar al hooger opgestegen , En meer ontwolkt , en allerwegen Gevoed met nieuw ontstoken glans : Zoo rees de Orion voor Europe ! En straalt ( vervuld is onze hope ! ) Ook op ons van den vrijen trans .ô ! Had uw dichter , Batavieren ! Uw wordend heil op aarde aanschouwd ! Hoe zou hij dan uw ' hoogtijd vieren , In zangen , beeldenvol en stout ! - Mij dunkt ik hoor zijn jubeltoonen , Bij ' t ruischen van de lauwerkroonen : De weêrgalm klinkt langs ' t schaatrend IJ - En Flevo ' s strand en de Amstelzoomen , En Rijn , en Maas , en IJsselstroomen Herhalen ' t Iö - de aard is vrij ! Dat Iö stroomt van duizend tongen , Oranje ! uwe aankomst te gemoet : Nooit , nooit heeft Helmers zoo gezongen , Als nu zijn lier u welkom groet .Beklim , door liefde en hoop gedragen , ô Nassau ! Fredriks gloriewagen ; En hooger rijst dan ' s dichters toon ! Hij zingt ! uw Telgen zegevieren - Hij zal hun heldenwapen sieren ! Stijg , Neêrlands Titus ! stijg ten troon ! Herrijst , herrijst , ô heldentijden ! Want Helmers voert Tyrtaeus luit - Waakt op , en ziet uw zonen strijden , ô Vadren ! stijgt uw graven uit ! Musketten , zwaarden , lansen blinken - De vrije zegezangen klinken : Ziet , ziet , uw dochtren , Hollands eer , Uw heldenkroost , in blijde reijen , Omkransende , ten dans geleiên - Waar ben ik ? .
1,816
lauwerkroonen
['lauwerkrooan']
113
er is in dit gelijk in andere sonnetten van dullaert een volgehouden kracht een gemakkelijk stroomen uit volle ader zooals men het bij echte dichters vindt nu eens is het vooral zijn beeldende kracht die ons treft en de bezieling van het onbezielde als in deze verzen uit tiresias of harderlyke klagte waar van god wordt gezegd die alles onderhout maar schenkt zyn lievelingen bezondren overvloet van vrugten zonder end die hy op vleugelen van warmte en regen zend langs t rype koorenveld den wind op t gout doet waaien de hongerige zeinzeis gebukte halmen maaien
Er is in dit , gelijk in andere sonnetten van Dullaert , een volgehouden kracht , een gemakkelijk stroomen uit volle ader , zooals men het bij echte dichters vindt .Nu eens is het vooral zijn beeldende kracht die ons treft , en de bezieling van het onbezielde als in deze verzen uit Tiresias of Harderlyke Klagte waar van God wordt gezegd : Die alles onderhout , maar schenkt zyn lievelingen Bezondren overvloet van vrugten zonder end , Die hy op vleugelen van warmte en regen zend , Langs ' t rype koorenveld den wind op ' t gout doet waaien , De hongerige zeinzeis .gebukte halmen maaien .
1,909
zeinzeis
['zeinzeis']
114
voor me strekt zich eindeloos ver de zee uit hoe heel anders is ze nu dan s zomers met hare droomerig ruischende stemmen nu bruist dat lied hare onbeperkte macht nu komen die golven aanrollen met donderend geweld en beuken wild bruisend het strand nu beweegt zich geen vroolijke menschenschaar langs hare kusten maar ligt zij eenzaam en verlaten
Voor me strekt zich eindeloos ver de zee uit .Hoe heel anders is ze nu dan ' s zomers met hare droomerig ruischende stemmen .Nu bruist dat lied hare onbeperkte macht , nu komen die golven aanrollen met donderend geweld en beuken wild bruisend het strand ; nu beweegt zich geen vroolijke menschenschaar langs hare kusten , maar ligt zij eenzaam en verlaten .
1,905
stemmen
['stem']
115
frans voelde zich door die woorden welke met de grootste zachtheid uitgesproken werden tot in de ziel geroerd hy stapte den trap terug af drukte de hand van wolfang en volgde hem met frederik in het aengewezen verblyf de poortier een braef eenvoudig landman die ter zelfder tyd met het onderhoud van den uitgestrekten tuin belast was haestte zich de vensters der zael te ontsluiten en de geurige avondlucht golfde binnen en had weldra de beslotene lucht van het vertrek vervangen ouderwetsch was die zael en denkelyk nog in den zelfden toestand waerin zy over honderd jaren moest gesteld zyn de wanden waren met ligt groenen damast bekleed welke in verscheidene gulden lysten gesloten als het ware zoo vele eentoonige tafereelen uitmaekten
’ Frans voelde zich door die woorden , welke met de grootste zachtheid uitgesproken werden , tot in de ziel geroerd , hy stapte den trap terug af , drukte de hand van Wolfang en volgde hem met Frederik in het aengewezen verblyf .De poortier , een braef eenvoudig landman , die ter zelfder tyd met het onderhoud van den uitgestrekten tuin belast was , haestte zich de vensters der zael te ontsluiten en de geurige avondlucht golfde binnen en had weldra de beslotene lucht van het vertrek vervangen , Ouderwetsch was die zael en denkelyk nog in den zelfden toestand waerin zy over honderd jaren moest gesteld zyn .De wanden waren met ligt groenen damast bekleed welke , in verscheidene gulden lysten gesloten , als het ware , zoo vele eentoonige tafereelen uitmaekten .
1,848
avondlucht
['avondlucht']
116
welk een verwenpraal welk een gloed welk een heerlijk koloriet het volgende vinde hier nog eene plaats bedrieg ik mij o neen naar héperions stad verheft de phenix zich zijn graf zijn bakermat torscht hij in purpren klaauw de goddelijke vogel draagt mirrhe en aloë op d amathisten vlogel een stroom van vloeibaar goud golst door der veedren pracht met gloeijende safiers en esmerauds bevracht hij strijkt op t gulden dak van héperions tempel en legt en tak en wieg en graf op d achtbren drempel van daar rijst hij omhoog in nooit verstorven dos voert d amber mirrhe ons toe uit jemens geurig bosch in zilvren snavel in den purpren klaauw besloten die godengeuren op europa uitgegoten doorweemlen veld en land kapel en bosch en dal en mekka s wierook golft door t christen dankgeschal hooger verheft zich nog des dichters zangtoon
] Welk een verwenpraal , welk een gloed , welk een heerlijk koloriet ! Het volgende vinde hier nog eene plaats : Bedrieg ik mij ? o neen ! naar Héperions stad Verheft de Phenix zich ; zijn graf , zijn bakermat Torscht hij in purpren klaauw ; de goddelijke vogel Draagt Mirrhe en Aloë op d ' Amathisten vlogel ; Een stroom van vloeibaar goud golst door der veedren pracht , Met gloeijende Safiers en Esmerauds bevracht ! Hij strijkt op ' t gulden dak van Héperions tempel , En legt en tak , en wieg , en graf , op d ' achtbren drempel .Van daar rijst hij omhoog in nooit verstorven dos , Voert d ' Amber , Mirrhe ons toe uit Jemens geurig bosch , In zilvren snavel , in den purpren klaauw besloten ! Die godengeuren , op Europa uitgegoten , Doorweemlen veld en land , kapel , en bosch , en dal , En Mekka ' s wierook golft door ' t Christen dankgeschal .Hooger verheft zich nog des Dichters zangtoon .
1,816
Amber|bosch
['amber', 'bosch']
117
rollier corbeels gij van der smissen van gansen cools en meulemans held jacquemin gij zult beslissen met apers eelen de eer des lands waakt op ter schelde waakt ter demer ter neten rupel dijle en maas van s morgens vroeg tot d avondschemer des nachts hoe ook het onweêr raaz door t durmeland ten groenen dender waar godes stemme ruischt door t riet versmoort den vuigen vrouwenschender
Rollier , Corbeels , gij , Van der Smissen , Van Gansen , Cools en Meulemans , Held Jacquemin , gij zult beslissen , Met Apers , Eelen - de eer des lands .Waakt op ter Schelde ! waakt ter Demer , Ter Neten , Rupel , Dijle en Maas , Van ' s morgens vroeg tot d ' avondschemer , Des nachts , hoe ook het onweêr raaz ' ! Door ' t Durmeland , ten groenen Dender , Waar Godes stemme ruischt door ' t riet , Versmoort den vuigen vrouwenschender ! ..
1,899
Waar Godes stemme
['waar gode stemme']
118
in rennes de hoofdstad van bretagne is er een over t hôtel van de beroemde heeren la chalotais la motte à madame genaamd hoe de franschen gemanierd zijn men kent onder de domme onbeschaafde barbaarsche onkristelijke turken niet t misbruik dat bij verscheiden zogenaamde verlichte natiën plaats heeft om de mosqueën tot begraafplaats maakende de leevenden met de dooden als te verwarren en den dampkring dien duizenden inademen door stinkende uitwaazemingen te bederven t is als t ware als of men de doodgravers in de hand wilde werken door t vermeerderen der sterflijkheid want zedert men de dooden zo wel als de leevenden onder contributie heeft weeten te stellen ten profijte van een klein getal is dit misbruik gebooren uit t bijgeloof en de vermeende waardij eener quasi heilige aarde der tempels onuitwortelbaar geworden daar t een gering getal officianten bevorderlijk is van welke uit deeze contributie een vet bestaan trekkende men zeggen kan door den dood tot erfgenaam te zijn aangesteld
In Rennes , de hoofdstad van Bretagne , is ' er een over ' t hôtel van de beroemde Heeren la chalotais , la motte - à - Madame genaamd .Hoe de Franschen gemanierd zijn ! Men kent onder de domme , onbeschaafde , barbaarsche , onkristelijke Turken niet ' t misbruik , dat bij verscheiden zogenaamde verlichte natiën plaats heeft , om , de Mosqueën tot begraafplaats maakende , de leevenden met de dooden als te verwarren , en den dampkring , dien duizenden inademen , door stinkende uitwaazemingen te bederven .' t Is als ' t ware , als of men de doodgravers in de hand wilde werken , door ' t vermeerderen der sterflijkheid ! Want zedert men de dooden zo wel als de leevenden onder contributie heeft weeten te stellen , ten profijte van een klein getal , is dit misbruik , gebooren uit ' t bijgeloof en de vermeende waardij eener quasi heilige aarde der tempels , onuitwortelbaar geworden , daar ' t een gering getal officianten bevorderlijk is , van welke , uit deeze contributie een vet bestaan trekkende , men zeggen kan door den Dood tot erfgenaam te zijn aangesteld .
1,789
uitwaazemingen
['uitwaazemingen']
119
gy venus zult de duif en uwen wagen mennen in cyprus uw gebiet daer elck uw tortsen voelt idalie amathunte en pafos zal t gestoelt van uwe godtheit zijn het priesterdom met huiven en roozen om het hooft u musch en zwaen en duiven toewijden op t altaer oock maght van wieroockgeur uw godtheit wort geviert de gansche weerelt deur
Gy Venus zult de duif en uwen wagen mennen In Cyprus , uw gebiet , daer elck uw tortsen voelt .Idalie , Amathunte , en Pafos zal ' t gestoelt Van uwe Godtheit zijn : het priesterdom , met huiven En roozen om het hooft , u musch , en zwaen , en duiven Toewijden op ' t altaer , oock maght van wieroockgeur .Uw Godtheit wort geviert de gansche weerelt deur .
1,645
Wierook
['wierook']
120
of wij slechter zijn dan anderen niet beter en niet slechter maar wij missen de geschiktheid om incidenten die zoo zij niet gevideerd worden den dampkring moeten verpesten openhartig vlug en handig uit de wereld te helpen van tweeën moet dan één gebeuren òf de noodzakelijkheid om ergens een einde aan te maken kan zóó evident worden dat zij leidt tot eene geweldige krachtsinspanning die licht het doel voorbijschiet òf de zaak rot voort stinkt uit naar men zich ten slotte troost evenwel niet zonder gedurende al dien tijd onzen smaak beleedigd en onze verbeelding bevuild te hebben en misschien na jaren nog een pestwalm op te zenden zoo dikwijls een onvoorzichtige er aan roert tot de taak van een gouvernement behoort wanneer argwaan en onrust epidemisch worden de moreele ontsmettingsdienst
Of wij slechter zijn dan anderen ? Niet beter en niet slechter , maar wij missen de geschiktheid om incidenten , die , zoo zij niet gevideerd worden , den dampkring moeten verpesten , openhartig , vlug en handig uit de wereld te helpen .Van tweeën moet dan één gebeuren : òf de noodzakelijkheid , om ergens een einde aan te maken , kan zóó evident worden , dat zij leidt tot eene geweldige krachtsinspanning , die licht het doel voorbijschiet ; - òf de zaak rot voort , stinkt uit naar men zich ten slotte troost , evenwel niet zonder gedurende al dien tijd onzen smaak beleedigd en onze verbeelding bevuild te hebben , en misschien na jaren nog een pestwalm op te zenden , zoo dikwijls een onvoorzichtige er aan roert .Tot de taak van een gouvernement behoort , wanneer argwaan en onrust epidemisch worden , de moreele ontsmettingsdienst .
1,910
zaak rot
['zaak rot']
121
men kan zekerlyk niet wel ontkennen dat het begraaven in de kerken eene slegte gewoonte der christenen is en dat het om veele gewigtige redenen te wenschen ware dat dit gebruik nooit onder een beschaafd volk plaats had het is tog op zig zelve eene haatelyke gedagte dat men op eene reine gode geheiligde plaats onreine en verdervelyke lichaamen begraaft en als men daar benevens bezeft dat de stank dier lyken besmettende ziekten kan veroorzaaken ja weezenlyk veroorzaakt gelyk om die reden in amsterdam in de vorige eeuw het kerkhof van de westerkerk wierd verplaatst dan komt het zou men zeggen niet in twyffel of deeze gewoonte af te keuren zy voeg hier by dat het aandoenlyke menschen uit de kerken bant waarvan ik niet één maar wel honderd voorbeelden weet
Men kan zekerlyk niet wel ontkennen , dat het begraaven in de Kerken eene slegte gewoonte der Christenen is ; en dat het , om veele gewigtige redenen , te wenschen ware , dat dit gebruik nooit onder een beschaafd Volk plaats had .Het is tog , op zig zelve , eene haatelyke gedagte , dat men , op eene reine , Gode geheiligde , plaats , onreine en verdervelyke Lichaamen begraaft ; en als men daar benevens bezeft , dat de stank dier Lyken besmettende Ziekten kan veroorzaaken , ja weezenlyk veroorzaakt , gelyk om die reden in Amsterdam , in de vorige Eeuw , het Kerkhof van de Westerkerk wierd verplaatst , dan komt het , zou men zeggen , niet in twyffel , of deeze gewoonte af te keuren zy .Voeg hier by , dat het aandoenlyke Menschen uit de Kerken bant , waarvan ik niet één , maar wel honderd voorbeelden weet .
1,777
dier Lyken|onreine en verdervelyke Lichaamen
['dier lyk', 'onreine verdervelyke lichaamen']
122
kiest les regrets allez je veux rester seule avec les tombeaux les morts sont sous la terre et le matin est beau l air a l odeur de l eau de l herbe du feuillage les morts sout dans la mort pour le reste de l àge
kiest ‘ Les Regrets .’ Allez , je veux rester seule avec les tombeaux : Les morts sont sous la terre et le matin est beau ; L ' air a l ' odeur de l ' eau , de l ' herbe , du feuillage , Les morts sout dans la mort pour le reste de l ' àge ..
1,905
feuillage|eau|herbe
['feuillage', 'eau', 'herbe']
123
dees s levens leunstock vvaer op s menschen leven steunt doet dat het noch van ramp noch ongheval en dreunt of vall tot leet zijn droef en eyndelijck bederve deez maect dat hier de mensch in eeuvvicheyt niet sterve gheleertheyt brengt zo veel te vveghe by den mensch dat hy zijn ongheluck zelfs reeckent voor zijn vvensch of vvenschelijck gheval licht zettend t druckich lyden behalven dit zy komt den mensch in alle tyden en plaetsen vvel te pas
Dees ' s levens leunstock , vvaer op ' s menschen leven steunt , Doet dat het noch van ramp noch ongheval en dreunt , Of vall ' tot leet - zijn droef en eyndelijck bederve : Deez ' maect dat hier de mensch in eeuvvicheyt niet sterve .Gheleertheyt brengt zo veel te vveghe by den mensch Dat hy zijn ongheluck zelfs reeckent voor zijn vvensch Of vvenschelijck gheval , licht - zettend ' ' t druckich lyden .Behalven dit , zy komt den mensch in alle tyden En plaetsen vvel te pas .
1,883
Gheleertheyt
['gheleertheyt']
124
joeheisa joeheisa joehei ten arbeid lustig en blij vrouwen komt snellen wij meê met de wakkere mannen en werken wij saâm in het geurige hooi door hen wordt het peerd voor den wagen gespannen wij deelen het voeder op t glimmende strooi en kunnen wij t koetje behoorlijk verzorgen dan geeft het ons mellek en boter en kaas dan wordt er een rijklijke spaarpot geborgen en t wakker boerinnetje blijft er de baas
Joeheisa ! Joeheisa ! Joehei ! Ten arbeid lustig en blij ! vrouwen .Komt , snellen wij meê met de wakkere mannen , En werken wij saâm in het geurige hooi ! Door hen wordt het peerd voor den wagen gespannen ; Wij deelen het voeder op ' t glimmende strooi .En kunnen wij ' t koetje behoorlijk verzorgen , Dan geeft het ons mellek en boter en kaas ; Dan wordt er een rijklijke spaarpot geborgen En ' t wakker boerinnetje blijft er de baas .
1,887
Hooi
['hooi']
125
want door de stralen van haar oog neemt zy alles in haar zoet vermoog ja de min die woont vol liefde in dat hemelsche gezicht daar t al voor zwicht en op haar wangen ons de schoont twee volmaakte zoete roosjes toont die in geur de incornate kleur beschamen en de roos haar zoet gebloos maat t voor hooft van die schoone schoon strekt de liefde een albaste throon en haar hair strekt aan zijn boog een snaar en voor een minne strik elk oogenblik
2 Want door de stralen van haar oog Neemt zy alles in haar zoet vermoog ; Ja de Min Die woont , vol Liefde , in Dat Hemelsche gezicht , Daar ' t al voor zwicht .3 En op haar wangen ons de Schoont ' Twee volmaakte zoete Roosjes toont , Die in geur De Incornate kleur Beschamen , en de Roos Haar zoet gebloos .4 Maat ' t voor - hooft van die Schoone schoon Strekt de Liefde een albaste Throon , En haar hair Strekt aan zijn boog een snaar , En voor een Minne - strik , Elk oogenblik .
1,655
Twee volmaakte zoete Roosjes
['twee volmaakt zoet roosjes']
126
ghy oock terstont u noot te kennen gaeft met schreyen ront dat ghy most zijn gelaeft wt smoeders borst sooght ghy u voetsel goet laefde u dorst godt gaf u den slaep soet tgesicht tgehoor reuck smaeck tghevoel hy gaf soo langhen tijt maer sonder voetsels staf door twoorts ghebiets dats den zeghen van godt soo ist al niet dat haest met ons verrot maer noch ist cleyn dat godt dit alles geeft ten dien aensien dat hy gheschoncken heeft sijn eygen soon die den doot gangsch verslont bracht slevens loon ten toon door tnieu verbont
Ghy oock terstont , u noot te kennen gaeft Met schreyen ront , dat ghy most zijn gelaeft , Wt ' sMoeders borst , sooght ghy u voetsel goet Laefde u dorst , Godt gaf u den slaep soet .' Tgesicht ' tgehoor , reuck , smaeck , ' tghevoel hy gaf Soo langhen tijt , maer sonder voetsels staf , Door ' twoorts ghebiets , dats den zeghen van Godt Soo ist al niet , dat haest met ons verrot .Maer noch ist cleyn dat Godt dit alles geeft Ten dien aensien dat hy gheschoncken heeft , Sijn eygen Soon , die den doot gangsch verslont Bracht ' slevens loon , ten toon door ' tnieu verbont .
1,625
Tgesicht
['tgesicht']
127
zijn gemelijke onverschilligheid hiervoor is het eenige blijk van meerderheidsbesef dat hij de gezonde mij den zenuwzieke tijdens ons verblijf heeft gegeven wat hij zag was eenvoudig en gezond en goed mijn ongezondheid snuffelde naar oneenvoudigs had aan de intieme mooiheid van het gewone niet genoeg zelfs hier begeerde ik satanisme
Zijn gemelijke onverschilligheid hiervoor is het eenige blijk van meerderheidsbesef , dat hij , de gezonde , mij , den zenuwzieke , tijdens ons verblijf heeft gegeven .Wat hij zag , was eenvoudig en gezond en goed ; mijn ongezondheid snuffelde naar oneenvoudigs , had aan de intieme mooiheid van het gewone niet genoeg , zelfs hier begeerde ik satanisme ..
1,917
mijn ongezondheid
['ongezondheid']
128
en boven dat verblijdend feest brengt zij ons schoone dagen dat feest waar moeder laatst van zeî toen wij des avonds op de hei zoo naar de sterren zagen en k vroeg ziet onze lieve heer van daar nu ook op ons ter neêr het feest waarop die jezuslief hier t leven heeft ontvangen die elk gehoorzaam deugdzaam kind sprak moeder ook als broeder mint en opwacht met verlangen in t goed aan de engeltjes gelijk daarboven in het hemelrijk dus houd ik van december t meest al kwelt hij met zijn vlagen dat bloem noch plantje geurt meer tiert het kersfeest wordt er in gevierd die schoonste van de dagen voor ieder die dien kindervrind dien goeden jezus hartlijk mint v
En boven dat verblijdend feest Brengt zij ons schoone dagen ; Dat feest , waar moeder laatst van zeî , Toen wij des avonds op de hei Zoo naar de sterren zagen , En ' k vroeg : ziet onze lieve Heer Van daar nu ook op ons ter neêr ? Het feest , waarop die Jezuslief Hier ' t leven heeft ontvangen , Die elk gehoorzaam , deugdzaam kind , Sprak moeder ook als broeder mint En opwacht met verlangen , In ' t goed aan de engeltjes gelijk , Daarboven in het hemelrijk .Dus houd ik van December ' t meest , Al kwelt hij met zijn vlagen , Dat bloem noch plantje geurt meer tiert - Het Kersfeest wordt er in gevierd , Die schoonste van de dagen Voor ieder , die dien Kindervrind , Dien goeden jezus , hartlijk mint .v .
1,854
bloem noch plantje
['bloem noch plant']
129
alles in huis ziet er weer uit als gewoonlijk de geheimzinnig afgesloten kasten en commodes vol cadeaux hebben hun eigenaardige aantrekkingskracht verloren nu ze leeg zijn de geurende groene tannenbaum behangen met zilverdraad en peperneut is weg gedragen zijn laatste eindjes witte en rose kaars brandden tegelijk uit met de laatste uren van t wegvluchtende jaar
Alles in huis ziet er weer uit als gewoonlijk .De geheimzinnig afgesloten kasten en commodes - vol cadeaux - hebben hun eigenaardige aantrekkingskracht verloren , nu ze leeg zijn , de geurende , groene tannenbaum , behangen met zilverdraad en peperneut , is weg - gedragen : zijn laatste eindjes witte en rose kaars brandden tegelijk uit met de laatste uren van ' t wegvluchtende jaar ..
1,905
groene tannenbaum
['groen tannenbaum']
130
hochdeutsche gedichte sind eben hochdeutsche gedichte wenn sie nicht von heine oder uhland sind es können oden oder gassenhauer sein aber gedichte in plattdeutscher mundart müssen nach dem kuhstall riechen das ist selbstverstand und jede ode unter ihnen wäre eine sünde wider apollo het carel scharten ons dit nie nog ten oorvloede aan die verstand gebreng nie het zuid afrikaansch klinkt tog wel aardig zeker voor gemoedelijke of grappige versjes heeft het de bekoring van kinderlijke onbeholpenheid
.Hochdeutsche Gedichte sind eben hochdeutsche Gedichte , wenn sie nicht von Heine oder Uhland sind , es können Oden oder Gassenhauer sein : aber Gedichte in plattdeutscher Mundart müssen nach dem Kuhstall riechen , das ist Selbstverstand , und jede Ode unter ihnen wäre eine Sünde wider Apollo .’ Het Carel Scharten ons dit nie nog ten oorvloede aan die verstand gebreng nie ? ‘ Het Zuid - Afrikaansch klinkt tog wel aardig ! Zeker , voor gemoedelijke of grappige versjes heeft het de bekoring van kinderlijke onbeholpenheid .
1,919
Kuhstall
['kuhstall']
131
hoe edel is de aardigheid daar gy u in vertoont te regt heeft u de reed lykheid voor een godin gekroont gy doet veel lompe zinnen het groene lauwer blad door snege vaarzen winnen dat anders niemant had gy rukt wel konings kroonen zelf tot zagte harders staat uyt haar doorlugtige gewelf het geen vol zorgen staat my hebt gy zoo verheven door vaarzen hoog van snaar dat ik zal eeuwig leven schoon ik ten grave vaar maar vind m ooit droefheit in de min die is weêrom verzoet door al de lust die ons daar in zoo eyndeloos ontmoet
Hoe edel is de aardigheid Daar gy u in vertoont Te regt heeft u de reed ' lykheid Voor een Godin gekroont , Gy doet veel lompe zinnen Het groene Lauwer - blad Door snege vaarzen winnen , Dat anders niemant had .Gy rukt wel Konings kroonen zelf Tot zagte Harders staat , Uyt haar doorlugtige gewelf , Het geen vol zorgen staat , My hebt gy zoo verheven Door vaarzen hoog van snaar , Dat ik zal eeuwig leven Schoon ik ten grave vaar .Maar vind m ' ooit droefheit in de min Die is weêrom verzoet , Door al de lust die ons daar in Zoo eyndeloos ontmoet .
1,750
Konings kroonen
['koning kroonen']
132
hij voelde zich achter tegen den rug van zijn stoel zitten zijn leden meer in mekaâr terwijl zijn vleesch en geest zich heelemaal overgaf in een neerbuigen van zijn kin over zijn hals terwijl van onder zijn gladde voorhoofd flikkerende in den gas schijn zijn oogen lachten met de grappen van de vrienden toen jozef na het diner weêr op den trottoir stond ruischte het verwijt weêr tegen hem aan uit de onverschillige grommeling van de straat en mathilde
Hij voelde zich achter tegen den rug van zijn stoel zitten , zijn leden meer in mekaâr , terwijl zijn vleesch en geest zich heelemaal overgaf in een neerbuigen van zijn kin over zijn hals , terwijl van onder zijn gladde voorhoofd , flikkerende in den gas - schijn , zijn oogen lachten met de grappen van de vrienden .Toen Jozef , na het diner , weêr op den trottoir stond , ruischte het verwijt weêr tegen hem aan uit de onverschillige grommeling van de straat En Mathilde ? ..
1,887
de onverschillige grommeling van de straat En Mathilde
['onverschillig grommeling straat mathilde']
133
maria reyn suuer sonteyne als den dach claer blinckende vroech soet rieckende maioleyne diet godlijc bloemken droech schenet mi wt charitaten der sielen troostighen dranck ende coemt mi doch te baten in dese werelt stranck ick spreecx v danc mijn leuen lanc in uwen armkens blanc mijn siele seer cranc luyct vaste in v bedwanck maria vol van virtuten bedruct onder des cruycen hout ontsluyt nu die conduten vwer liefden menichfout soudic uwen troost moeten deruen ic bleue int sondich sweet int rijck ws kints wilt eruen vwen dienaer tot v bereet
2 .Maria reyn suuer sonteyne Als den dach claer blinckende vroech Soet rieckende maioleyne Diet godlijc bloemken droech Schenet mi wt charitaten Der sielen troostighen dranck Ende coemt mi doch te baten In dese werelt stranck Ick spreecx v danc Mijn leuen lanc In uwen armkens blanc Mijn siele seer cranc Luyct vaste in v bedwanck 3 .Maria vol van virtuten Bedruct onder des cruycen hout Ontsluyt nu die conduten Vwer liefden menichfout Soudic uwen troost moeten deruen Ic bleue int sondich sweet Int rijck ws kints wilt eruen| Vwen dienaer tot v bereet .
1,889
maioleyne
['maioleyne']
134
constantinopolen krijgskundig beschouwd gelijk met de veroveringen van dezen zetel des griekschen keizer rijks de turken t zelve den doodsteek gaven want ik reeken nu voor niets de splinter die er david commenus te trebizonde van overbleef behalve dat ook deeze binnen kort t lot van constantinus palaeologus hadt alzo zal wederom met t verlies deezes zetels des turkschen rijks dit laatste in duigen vallen t is niet dat de sultans zich niet bevinden in omstandigheeden geheel onderscheiden van die des griekschen keizers wien voor de verovering van constantinopolen buiten t zelve reeds niets overbleef t is om deeze reeden dat alle de pacha s beyglerbey s enz
Constantinopolen krijgskundig beschouwd .Gelijk met de veroveringen van dezen zetel des Griekschen keizer - rijks , de Turken ' t zelve den doodsteek gaven - want ik reeken nu voor niets de splinter , die ' er david commenus te Trebizonde van overbleef ; behalve dat ook deeze binnen kort ' t lot van constantinus palaeologus hadt - alzo zal wederom met ' t verlies deezes zetels des Turkschen rijks dit laatste in duigen vallen .' t Is niet dat de Sultans zich niet bevinden in omstandigheeden geheel onderscheiden van die des Griekschen Keizers , wien voor de verovering van Constantinopolen buiten ' t zelve reeds niets overbleef : - ' t is om deeze reeden , dat alle de pacha ' s , beyglerbey ' s enz .
1,789
de splinter
['splinter']
135
als qualitatieve adjectieven zijn te noemen o de adjectieven die eigenschappen en kenmerkende toestanden en werkingen beteekenen eene zwarte kachel eene krijschende stem een bittere drank eene geurige sigaar eene ruwe oppervlakte een zware steen eene trapsgewijze opklimming een mooi boek eene doelmatige kast eene aanzienlijke som bijzondere tevredenheid een dronken man een geharnast ridder mijn ziek paard eene slaande klok hangende tuinen een reizend tooneelgezelschap een bindend voorschrift enz o
Als qualitatieve adjectieven zijn te noemen : 1o .de adjectieven , die eigenschappen en kenmerkende toestanden en werkingen beteekenen : eene zwarte kachel , eene krijschende stem , een bittere drank , eene geurige sigaar , eene ruwe oppervlakte , een zware steen , eene trapsgewijze opklimming , een mooi boek , eene doelmatige kast , eene aanzienlijke som , bijzondere tevredenheid , een dronken man , een geharnast ridder , mijn ziek paard , eene slaande klok , hangende tuinen , een reizend tooneelgezelschap , een bindend voorschrift , enz .2o .
1,892
Sigaar
['sigaar']
136
en dat hét zich ouch al mevrouw dreug ouch al rijpen in de plaots van rokken en moot zich nog de schik geven van op soirée te goon hei euver bij de zeipfabriekant och jemine en dan moot ich ongelúkkig schúpsel hei bliiven zitten met hunne krauwel e klein lielik spook en keeche wat noe al veúl schouwer is es ze vajer en mojer bejein mer ich hauw et ouch neet langer mie oet
En dat hét zich ouch al Mevrouw , dreug ouch al rijpen in de plaots van rokken en moot zich nog de schik geven van op soirée te goon hei euver bij de zeipfabriekant .Och ! Jemine ! En dan moot ich , ongelúkkig schúpsel , hei bliiven zitten met hunne krauwel , e klein lielik spook , en keeche , wat noe al veúl schouwer is es ze vajer en mojer bejein .- Mer ich hauw et ouch neet langer mie oet .
1,857
Jemine
['jemine']
137
de zomer is voorby gestreeken de winter die staet voor de deur zy naedert vast met haer gebreeken de bloemen missen geur en kleur de groene blaedjes stuiven reeds als kaf beslikte straedjes heb je nu als haf het weer valt drommels af
1 .DE Zomer is voorby gestreeken , De Winter die staet voor de deur , Zy naedert vast met haer gebreeken , De bloemen missen geur en kleur ; De groene blaedjes Stuiven reeds als kaf , Beslikte straedjes Heb je nu als haf .Het weer valt drommels af .
1,753
Bloemen
['bloem']
138
vóór hem strekte zich een grasplein uit omzoomd met zwarte loovers een weinig terzijde lag het stilstaande water van den vijver zijn ontroering was een weinig bedaard hij stapte omzichtig in het fijne keizand vooruit den balsemgeur inademend van onzichtbare bloemen langs den rand van het slaghout scherend machtige pogingen aanwendend om met den blik de mysterieuse diepten van den zomernacht te peilen maar zijn gewone kortzichtigheid in de duisternis belette hem iets duidelijks te onderscheiden alles bleef in het vage gehuld de tuin teekende nauwelijks zijn omtrekken af de bloemperkjes ontkleurd lagen als grijze ronde of ovale vlekken op het grauwduistere der graspleinen
Vóór hem strekte zich een grasplein uit , omzoomd met zwarte loovers ; een weinig terzijde lag het stilstaande water van den vijver .Zijn ontroering was een weinig bedaard , hij stapte omzichtig in het fijne keizand vooruit , den balsemgeur inademend van onzichtbare bloemen , langs den rand van het slaghout scherend , machtige pogingen aanwendend , om met den blik de mysterieuse diepten van den zomernacht te peilen .Maar zijn gewone kortzichtigheid in de duisternis belette hem iets duidelijks te onderscheiden ; alles bleef in het vage gehuld ; de tuin teekende nauwelijks zijn omtrekken af ; de bloemperkjes , ontkleurd , lagen als grijze , ronde of ovale vlekken op het grauwduistere der graspleinen .
1,894
Balsem
['balsem']
139
haer stinckende wonden door zijn barmherticheyt soet als samaritaen ghesonden voor u sondich ghebroet want hy de ioan
34 .haer stinckende wonden Door zijn barmherticheyt soet Als Samaritaen ghesonden Voor u sondich ghebroet Want hy de Ioan .1 .
1,595
wonden
['wond']
140
zij was flauw en hongerig eieren en ham hoorden niet bij haar streng vegetarisch dieet maar zij kon niet volharden bij haar principes t zag er alles te smakelijk te aanlokkelijk uit zoo heel anders dan in haar amsterdamsche kamer de blauw porceleinen borden en kopjes het zilveren koffiestel de geurige grasboter en daar genoot die andere dagelijks van terwijl zij nu ja dat was het rechte woord armoede en honger leed en toen kwam weer plotseling haar zwoegen en tobben en streven naar hooger idealen haar dom en leeg vóór wie had er iets aan wie zijzelf het minst en niemand wist er haar dank voor zelfs niet de kunst want had zij wel talent men noemde haar dwaas en excentriek dat maakte haar vroeger trotsch en dwars
Zij was flauw en hongerig ; eieren en ham hoorden niet bij haar streng vegetarisch dieet , maar zij kon niet volharden bij haar principes , ' t zag er alles te smakelijk , te aanlokkelijk uit - zoo heel anders dan in haar Amsterdamsche kamer .De blauw porceleinen borden en kopjes , het zilveren koffiestel , de geurige grasboter - en daar genoot die andere dagelijks van terwijl zij - nu ja dat was het rechte woord - armoede en honger leed .En toen kwam weer plotseling haar zwoegen en tobben en streven naar hooger idealen , haar dom en leeg vóór - wie had er iets aan , wie ? Zijzelf het minst en niemand wist er haar dank voor , zelfs niet de kunst , want had zij wel talent ? - men noemde haar dwaas en excentriek , dat maakte haar vroeger trotsch en dwars .
1,904
grasboter
['grasboter']
141
zij hebben dezelfde behoeften gekend als wij hebben bevrediging gevonden door het mijmeren op te offeren voor den arbeid en genezen ons nu met hetzelfde middel welks deugdzaamheid hun proefondervindelijk gebleken is als goede geniussen ruimen zij de steenen des aanstoots voor onze voeten weg verrigten voor ons het werk waartoe wij zelven niet in staat zouden zijn en bieden ons bij het scheiden een ruiker aan zamengesteld uit al de fijnste bloemen van hunnen geest en wat zal ik van de geschiedenis zeggen niemand heeft regt zuchtend mede te spreken over de vorderingen van het scepticisme onzer dagen over de leegte welke daardoor in zijn gemoed ontstaan is over de daaruit geboren lusteloosheid of wilsverzwakking of zedelijke ontzenuwing zoo hij niet ten minste de proef genomen heeft in hoe ver het mogelijk is zich daaruit op te beuren door een weinig historische lektuur
Zij hebben dezelfde behoeften gekend als wij , hebben bevrediging gevonden door het mijmeren op te offeren voor den arbeid , en genezen ons nu met hetzelfde middel , welks deugdzaamheid hun proefondervindelijk gebleken is .Als goede geniussen ruimen zij de steenen des aanstoots voor onze voeten weg , verrigten voor ons het werk , waartoe wij zelven niet in staat zouden zijn , en bieden ons bij het scheiden een ruiker aan , zamengesteld uit al de fijnste bloemen van hunnen geest .En wat zal ik van de geschiedenis zeggen ? Niemand heeft regt , zuchtend mede te spreken over de vorderingen van het scepticisme onzer dagen , over de leegte , welke daardoor in zijn gemoed ontstaan is , over de daaruit geboren lusteloosheid , of wilsverzwakking , of zedelijke ontzenuwing , zoo hij niet ten minste de proef genomen heeft , in hoe ver het mogelijk is zich daaruit op te beuren door een weinig historische lektuur .
1,884
al de fijnste bloemen van hunnen geest
['fijn bloem hunnen geest']
142
na veel moeite gelukte het de leeuw die met de man in zijn bek naar het gebergte liep te doden waarby de hottentotten veel moed toonden het lijk van jan smit en van de leeuw bracht men beide aan de tent en begroeven den man daar hy gegrepen was gelyk wy den leeuw mede onder de aard staken op dat hem het vee niet ruiken zoude de veehandel slaagde vrij wel
Na veel moeite gelukte het de leeuw , die met de man in zijn bek naar het gebergte liep , te doden , waarby de Hottentotten veel moed toonden .Het lijk van Jan Smit en van de leeuw bracht men ‘ beide aan de tent en begroeven den man , daar hy gegrepen was , gelyk wy den Leeuw mede onder de aard staken , op dat hem het vee niet ruiken zoude .’ De veehandel slaagde vrij wel .
1,686
Veer
['veer']
143
t vuur dat eens mijn hart doorgloeide thans tot stof en asch vergaan slechts een straal van t scheidend zonlicht kleurt den vroegeren vulkaan heen zij die mij veertig jaren wond den geur gen levenskrans zij met al het lief der vrouwe met den breeden blik des mans vol van geestkracht rijk in wijsheid edith open needrig zacht vrouwlijk tot in t diepst haars harten vrouw in al haar wondre macht
' t Vuur , dat eens mijn hart doorgloeide , thans tot stof en asch vergaan ; Slechts een straal van ' t scheidend zonlicht kleurt den vroegeren vulkaan .Heen zij , die mij veertig jaren , wond den geur ' gen levenskrans , Zij met al het lief der vrouwe , met den breeden blik des mans .Vol van geestkracht , rijk in wijsheid , Edith , open , needrig , zacht , Vrouwlijk tot in ' t diepst haars harten , vrouw in al haar wondre macht .
1,887
levenskrans
['levenskrans']
144
om te vullen u plaetse hebdy hem ghetempteert dat hy ten lesten dede tgene ghy hem riedt ende om dat hy uwen raet heeft gheuseert hierom en kent den mensch hem selven niedt
2 .Om te vullen u plaetse , hebdy hem ghetempteert , Dat hy ten lesten dede tgene ghy hem riedt .Ende om dat hy uwen raet heeft gheuseert , Hierom en kent den Mensch hem selven niedt .
1,891
ghy hem
['ghy']
145
haar gloed die steeds zyn hert bestraald daar hy om hoog op cherubynen wieken heen streeft daar liefde zégepraald en ryk van éd le specery zal rieken en tuimelt daar ten spyt van druk in roozen van een groot geluk
2 .Haar gloed die steeds zyn hert bestraald , Daar hy om hoog op Cherubynen wieken Heen streeft , daar Liefde Zégepraald , En ryk van éd ' le specery zal rieken ; En tuimelt daar , ten spyt van druk , In Roozen van een groot geluk .3 .
1,741
specery
['specery']
146
dianiertje mijn verkooren wiens siel ik stal na so veel minneklugjens en hondert duysent sugjens most ik mijn trootje in t water sien smooren waar toe ben ik gebooren dat ik mijn middag son met al haar schoon praalen dianiertje dian dian sag daalen byster onweer uyt t soet suy en hoe sal ik derven oyt van al mijn leven haar ouders en na neeven dit over droevig scheeps gevaar beduyen eermen t feest in soud luyen so wort die prille roos t puykje aller haagen dian dian dian
Dianiertje mijn verkooren , Wiens siel ik stal na so veel minneklugjens En hondert duysent sugjens , Most ik mijn trootje in ‘ t water sien smooren Waar toe ben ik gebooren ? Dat ik mijn middag - Son met al haar schoon praalen Dianiertje , Dian , Dian , sag daalen .Byster onweer uyt ‘ t soet suy ’ en , Hoe sal ik derven oyt van al mijn leven , Haar Ouders en Na - neeven , Dit over - droevig scheeps - gevaar beduyen , Eermen ‘ t Feest in soud luyen , So wort die prille roos ‘ t puykje aller haagen .Dian , Dian , Dian .
1,654
die prille roos
['pril roos']
147
roer je knuppels eêle bazen hoor dat maauwen en dat blazen t is een schoone pret niet waar als de boôm vliegt uit het vat is zij zeker dol de kat flinke boertjes jonge maats als ik tóoveren kon leeren zou ik t bordje gaauw verkeeren k stak jou voor de kat in plaats vraag je wat ik wéten woû
.Roer ' je knuppels , eêle bazen ! Hoor ' dat maauwen en dat blazen : ' t Is een schoone pret , niet waar ? Als de boôm vliegt uit het vat , Is zij zeker dol , de kat ! Flinke boertjes , jonge maats ! Als ik tóoveren kon leeren , Zou ik ' t bordje gaauw verkeeren ; ' k Stak jou voor de kat in plaats ! - Vraag ' je , wat ik wéten woû ..
1,865
boertjes
['boert']
148
op een pleyzierige voys wat is het boeren leven zoet wanneer men met een bly gemoed de barre winter ziet verdwynen dan gaen de meysjes in het groen met vryers in dit nieuw sayzoen men ziet de lieffelijke sonne schijnen maer onder die reden wat gaet er al om de knegjes zijn geurig de meysjes niet dom men snapt daer en klapt daer van liefde by poozen de vryer die strooyt er zijn meysje met roozen die t spelletje niet en verveeld maer wagt u zoet meysje voor t eerste snoepreysje op dat men uw eertje niet steeld laet tirzis u vleyen en coridon vryen t schijnt schoon al wat men verbeeld
Op een pleyzierige Voys .WAt is het Boeren leven zoet , Wanneer men met een bly gemoed De barre winter ziet verdwynen , Dan gaen de Meysjes in het Groen , Met Vryers in dit nieuw Sayzoen , Men ziet de lieffelijke Sonne schijnen ; Maer onder die reden wat gaet ' er al om , De Knegjes zijn geurig , de Meysjes niet dom : Men snapt daer , En klapt daer , Van liefde , by poozen , De Vryer die strooyt ' er zijn Meysje met Roozen , Die ' t spelletje niet en verveeld , Maer wagt u zoet meysje , Voor ' t eerste snoepreysje , Op dat men uw Eertje niet steeld ; Laet Tirzis u vleyen , En Coridon vryen ' t Schijnt schoon al wat men verbeeld .2 .
1,751
Knegjes
['kneg']
149
gretig doolde ik in den kring van vrolijke knapen om en hoorde in alle hunne woorden de stem der blijdschap en des geluks de liefelijke toonen der natuur het schelklinkende lied der vogelen in het geurige woud de ruischende beek van wier zoomen ik de bloemen plukte deden mijnen geest welras op vleugelen der verbeelding nog gelukkiger dagen eene gouden toekomst te gemoet snellen in wier bloemrijke beemden ik mij honderdvoudige genoegens voorspelde onbewust nogtans van welke zijde zij zich aan mij zouden vertoonen ik bespiedde den kring der meer volwassene jeugd
Gretig doolde ik in den kring van vrolijke knapen om , en hoorde in alle hunne woorden de stem der blijdschap en des geluks .De liefelijke toonen der natuur , het schelklinkende lied der vogelen in het geurige woud , de ruischende beek , van wier zoomen ik de bloemen plukte , deden mijnen geest welras op vleugelen der verbeelding nog gelukkiger dagen , eene gouden toekomst te gemoet snellen , in wier bloemrijke beemden ik mij honderdvoudige genoegens voorspelde , onbewust nogtans , van welke zijde zij zich aan mij zouden vertoonen .Ik bespiedde den kring der meer volwassene jeugd .
1,812
Bos|beek
['bos', 'beek']
150
van den hoogen prys niet te tellen onder de algemeene spyzen der natie men vind denzelven inzonderheid versch alleen op de tafel der stedelingen en veelen onzer landlieden kennen den zalm niet anders dan gerookt gelyk den elft welke veelal de spyze der minvermogenden is voorts word de zalm en elft hier te lande gerookt zynde zeer veel naar braband en elders verzonden
van den hoogen prys , niet te tellen onder de algemeene spyzen der Natie .Men vind denzelven , inzonderheid versch , alleen op de tafel der Stedelingen ; en veelen onzer Landlieden kennen den Zalm niet anders dan gerookt , gelyk den Elft , welke veelal de spyze der minvermogenden is .Voorts word de Zalm en Elft , hier te Lande gerookt zynde , zeer veel naar Braband en elders verzonden .
1,772
Zalm
['zalm']
151
o tortel duyf eenvuldigh wilt my de vergevinghe mijnder sonden door u leven onschuldigh en door u doodt predicken en verkonden o soet propoost soon weest ghetroost v sonden zijn vergheven mocht ik u hooren in mijnes herten ooren al mijn leven o schoone gulden roose die eertijdts in mijn hertestondt ontloken en mijn ziele deed bloosen in uwer kennis die ick heb gheroken o sarons blom wilt wederom in mijn herte ontluycken en mijn ghewisse den reuck uwer kennisse laten ruycken o gheestelijcke spijse laet my altijdt u vriendelijckheydt smaken ghemoedelijcken wijse en wilt mijn ziel in wellusten vet maken o druyven tros vol soeten mos maeckt my u sap deelachtigh en gheeft van binnen mijn soet sapighe sinnen voetsel krachtigh
O Tortel - duyf eenvuldigh , Wilt my de vergevinghe mijnder sonden , Door u leven onschuldigh , En door u doodt predicken en verkonden , O soet propoost / / Soon weest ghetroost , V sonden zijn vergheven , Mocht ik u hooren / / in mijnes herten ooren , Al mijn leven .O schoone gulden Roose , Die eertijdts in mijn hertestondt ontloken , En mijn Ziele deed ’ bloosen , In uwer kennis die ick heb gheroken , O Sarons Blom / / wilt wederom , In mijn herte ontluycken , En mijn ghewisse / / den reuck uwer kennisse , Laten ruycken .O Gheestelijcke spijse , Laet my altijdt u vriendelijckheydt smaken , Ghemoedelijcken wijse , En wilt mijn ziel in wellusten vet maken , O Druyven tros / / vol soeten Mos , Maeckt my u sap deelachtigh , En gheeft van binnen / / mijn soet sapighe sinnen , Voetsel krachtigh .
1,637
uwer kennisse
['uwer kennisse']
152
hoe begeert gy van my ons heere te drincken sprack t vrouwken jent want de ioden in geenen keere samaritanen komen ontrent o vrouwken sprack christus verheven kendet gy godts giften soet gy sont hem om t water aenkleven en hy soude u t water geven t welck het water leven doet wat water mag dat wesen sprack het vrouwken goedertier zijt gy boven iacob gepresen want hy haelde zijn water hier christus sprack hem sal noch dorsten die van dit water drinckt maer in wien mijn water magh rusten hem nimmermeer sal lusten t welck in het eeuwigh leven springht wilt my van dit water schencken sprack het vrouwken tot christus dan christus sprack wilt u bedencken en roept my uwen man t vrouwken sprack naer ioannes beschrijven geenen man heb ick soo gy siet christus sprack om deught te verstijven gy hebter gehadt tot vijven en die gy nu hebt en is uwen niet
Hoe begeert gy van my ons Heere Te drincken : Sprack ‘ t Vrouwken jent : Want de Ioden in geenen keere Samaritanen komen ontrent : O Vrouwken sprack Christus verheven , Kendet gy Godts giften soet Gy sont hem om ‘ t water aenkleven , En hy soude u t ’ water geven , ‘ t Welck het water leven doet .Wat water mag dat wesen , Sprack het Vrouwken goedertier , Zijt gy boven Iacob gepresen , Want hy haelde zijn water hier : Christus sprack : hem sal noch dorsten , Die van dit water drinckt , Maer in wien mijn water magh rusten , Hem nimmermeer sal lusten , ‘ t Welck in het eeuwigh leven springht .Wilt my van dit water schencken , Sprack het Vrouwken tot Christus dan , Christus sprack , wilt u bedencken , En roept my uwen Man , ‘ t Vrouwken sprack naer Ioannes beschrijven , Geenen Man heb ick soo gy siet : Christus sprack , om deught te verstijven , Gy hebter gehadt tot vijven , En die gy nu hebt en is uwen niet .
1,655
Water
['water']
153
ook zou ik niemand raaden van by nacht naar spooken te loopen zien want na den klokslag van negen uuren komt zyn pottebakkers vee een ronden dans huppelen verzelt met hun beleemde askatten zynde die ronden dans zo zuiverende en vagevuurachtig dat de emmers de stoelen de glazen de bouteilles de hengelroeden de persikken de abrikoozen de bloempotten ja tot de deuren van het zomerhuis inkluis zo deger worden weggedanst dat zy niet te vinden zyn wanneer aurora het half rond des aardryks komt begroeten maar wat een equivalent ontmoet een huurder aan den anderen kant want de harmonieuze liedjes van de tegelbakkers die voor dag en voor dauw naar de tigchel galei marcheeren van den zwarten pharo het loeijen der koeijen en het blaaren der kalveren die gelyk als landmeeters de parterres van rotsenburg aftreeden het geschal der uilen die jaar uit jaar in tegens de spreeuwen kampen om de voordeeligste nesten het kirren der uitteerende duiven die de tanden der wezels pogen te ontgroeijen het gelol der vuurige katers en gedisapointeerde katten die hun verliefde geschillen by de maan beslechten het vloeken en bannen der schippers die in t hartje van den nacht wel eens aanleggen en een pypje gaan zitten rooken in het speelhuis van rotsenburg het bassen der rekels die den pikdonkeren grillo in slaap doch die den huurder uit zyn nachtrust raazen het hakken en kappen der scheepstimmerluiden het gerei en geros der potscherf wagens die op de order van grillo den tour a la mode circuleeren op de achterplaats van rotsenburg benevens de verschyning van een zwart paard dat tegens elf uuren zyn fortuin loopt zoeken op den voor en achtergrond van rotsenburg en dat éénmaal een paar groene bezems en een halve mande op den reuk van het stroo waar in de bouteilles waaren ingepakt geweest heeft opgesmult en duizent diergelyke vermaakelykheden geniet den huurder dagelyks om niet en tegens dank doch laat een huurder zig vooral wachten van geen ééne hom mel te disobligeeren uit grillo s wespen nest want hoe verdeelt dat ook die respective familie is hoe ongevoelig dat die ook zyn mag op het punt van eer echter accordeeren die discordante adamieten altoos in het punt van een snoode eigenbaat en al hun zinnen staan eeuwig schrap om de huurders van rotsenburg te beledigen met een algemeene eendracht
Ook zou Ik niemand raaden , van by nacht naar Spooken te loopen zien , want na den klokslag van negen uuren , komt zyn Pottebakkers Vee een ronden - dans huppelen , verzelt met hun beleemde Askatten , zynde die ronden - dans zo zuiverende en Vagevuurachtig , dat de Emmers , de Stoelen , de Glazen , de Bouteilles , de Hengelroeden , de Persikken , de Abrikoozen , de Bloempotten , ja tot de Deuren van het Zomerhuis inkluis , zo deger worden weggedanst , dat zy niet te vinden zyn , wanneer Aurora het half rond des Aardryks komt begroeten .Maar wat een equivalent ontmoet een Huurder , aan den anderen kant ; want de harmonieuze Liedjes van de Tegelbakkers , die , voor dag en voor dauw , naar de Tigchel - Galei marcheeren van den zwarten Pharo ; het loeijen der Koeijen , en het blaaren der Kalveren , die , gelyk als Landmeeters , de Parterres van Rotsenburg aftreeden ; het geschal der Uilen , die , jaar uit jaar in , tegens de Spreeuwen kampen om de voordeeligste Nesten ; het kirren der uitteerende Duiven , die de tanden der Wezels pogen te ontgroeijen ; het gelol der vuurige Katers , en gedisapointeerde Katten , die hun verliefde geschillen by de Maan beslechten ; het vloeken en bannen der Schippers , die , in ' t hartje van den nacht , wel eens aanleggen , en een pypje gaan zitten rooken in het Speelhuis van Rotsenburg ; het bassen der Rekels , die den pikdonkeren Grillo in slaap , doch die den Huurder uit zyn nachtrust raazen ; het hakken en kappen der Scheepstimmerluiden , het gerei en geros der Potscherf - wagens , die , op de order van Grillo , den tour a la Mode circuleeren , op de achterplaats van Rotsenburg ; benevens de verschyning van een zwart Paard , dat tegens elf uuren zyn fortuin loopt zoeken , op den voor - en achtergrond van Rotsenburg , en dat éénmaal een paar groene Bezems , en een halve Mande , op den reuk van het Stroo , waar in de Bouteilles waaren ingepakt geweest , heeft opgesmult , en duizent diergelyke vermaakelykheden geniet den Huurder , dagelyks , om niet , en tegens dank .Doch laat een Huurder zig vooral wachten , van geen ééne Hom - mel te disobligeeren uit Grillo ' s Wespen - nest , want hoe verdeelt dat ook die respective Familie is , hoe ongevoelig dat die ook zyn mag op het punt van Eer , echter accordeeren die discordante Adamieten altoos in het punt van een snoode Eigenbaat , en al hun zinnen staan eeuwig schrap , om de Huurders van Rotsenburg te beledigen , met een algemeene Eendracht .
1,724
het Stroo
['stroo']
154
maar hoe wat nieuw gezigt wat rei van kunstenaaren den bodem word bestroeid van eeuwiggroene blaâren den adem van hun geest welt als een hemelbron zyn balsem geuren uit op t juichend helikon k zie teeken schilder bouw en beitel kund herleven k zie k zie hen hand aan hand den grootsten luister geven geen troon geen kapitool geen tempel geen altaar geen schouwburg geene zaal geen praal of pronkpilaar geen standbeeld geen cieraad ja geene zeekasteelen in wier verhevenheid en schikking zy niet deelen jat boeien oog en geest aan hun betoov rend schoon t geen tot in t minste stip zoo wonder staat ten toon wat belgen zyn weleer langs die vergode wegen als t loon van moeit en zweet ten top van eer gestegen
Maar hoe ! wat nieuw gezigt ! wat rei van kunstenaaren ! Den bodem word bestroeid van eeuwiggroene blaâren .Den adem van hun geest welt , als een hemelbron , Zyn balsem - geuren uit op ' t juichend helikon : ' k Zie teeken - schilder - bouw - en beitel - kund herleven ; ' k Zie , ' k zie hen hand aan hand den grootsten luister geven ; Geen troon , geen kapitool , geen tempel , geen altaar , Geen schouwburg , geene zaal , geen praal - of pronkpilaar , Geen standbeeld , geen cieraad , ja , geene zeekasteelen In wier verhevenheid en schikking zy niet deelen ; Jat , boeien oog en geest aan hun betoov ' rend schoon ' t Geen tot in ' t minste stip zoo wonder staat ten toon .Wat Belgen zyn weleer langs die vergode wegen , Als ' t loon van moeit en zweet , ten top van eer gestegen .
1,810
Balsem
['balsem']
155
maar iets verder heet dit laten de leiders des volks op taalgebied daarvoor zorgen dat we zuiver hollandsch spreken gelijk onze vaderen dit deden en niet vervallen in een taal die in beschaafde kringen niet geduld mag worden terwijl naar aanleiding van preller se brosjure die vraag gestel word is dat nu de doodsklok over de uitvaart der hollandsche taal in z afrika of zijn t huwelijksklokken over den echt tusschen de afrikaansche maagd en haar vereenvoudigden nederlandschen echtvriend is dat de patriot taal geijkt eene taal die door beschaafde afrikaners tot hiertoe niet werd erkend of hebben we nu hier een nieuwen vorm der taal een veredeld afrikaansch dat zelfs in de beste kringen mag worden toegelaten zonder de geur van de kombuis of de wanklanken der straat of de keurige spraakwendingen der keukenmeid voorwaar wij staan andermaal voor babels toren en de spraakverwarring is voor goed begonnen bij n eenigssins aandagtige lesing van preller se brosjure son dit prof m
Maar iets verder heet dit : ‘ Laten de leiders des volks op taalgebied daarvoor zorgen , dat we zuiver Hollandsch spreken , gelijk onze vaderen dit deden , en niet vervallen in een taal , die in beschaafde kringen niet geduld mag worden ; ’ terwijl naar aanleiding van Preller se brosjure die vraag gestel word : ‘ Is dat nu de doodsklok over de uitvaart der Hollandsche taal in Z .Afrika , of zijn ' t huwelijksklokken over den echt tusschen de Afrikaansche maagd en haar “ Vereenvoudigden ” Nederlandschen echtvriend ? Is dat de “ Patriot - taal ” geijkt - eene taal , die door beschaafde Afrikaners tot hiertoe niet werd erkend ? Of hebben we nu hier een nieuwen vorm der taal , een veredeld Afrikaansch , dat zelfs in de beste kringen mag worden toegelaten , zonder de geur van de “ kombuis ” , of de wanklanken der straat , of de keurige spraakwendingen der keukenmeid ? Voorwaar , wij staan andermaal voor Babels toren en de spraakverwarring is voor goed begonnen ! ’ Bij ' n eenigssins aandagtige lesing van Preller se brosjure son dit prof .M .
1,919
“ kombuis ”
['“ kombuis ”']
156
als holofernus sagh dese maeght sy hem behaeght o schoone son beelt van het landt wat heeft u hier doen komen en komt gewilligh in ons handt sonder schroomen geen grooter noodt o heere mijn en kander zijn het heyligh offer slacht men al om t bloedt voor wijn te drincken haer sonden zijn sonder getal t doet haer stincken ick weet dat gy in korten tijdt haer meester zijt dat sy en al haer groote schat haest is in u handen raken daerom heb ick my uyt de stadt wegh gaen maken
Als Holofernus sagh dese maeght , Sy hem behaeght , O schoone Son beelt van het Landt , Wat heeft u hier doen komen ? En komt gewilligh in ons handt , Sonder schroomen .Geen grooter noodt o Heere mijn , En kander zijn , Het heyligh Offer slacht men al , Om ‘ t bloedt voor wijn te drincken : Haer sonden zijn sonder getal , ‘ t doet haer stincken .Ick weet dat gy in korten tijdt , Haer meester zijt , Dat sy en al haer groote schat , Haest is in u handen raken , Daerom heb ick my uyt de stadt , Wegh gaen maken .
1,655
haer
['haer']
157
jong jong riep jan en neep zijn oogen dicht en sloeg ze dan ontzet op kaatjenicht en wiegde stom verbaasd heel t lijf terwijl hij staarde en voelde zich heel klein misschien want kaatje blonk van trots ja aai heeft wat gezien en of de vrienden nu aan tafel komen vroeg mijntje die heel veel en mooi had opgebracht zal mijntje bidden man waagde engelien heel zacht een hoofdknik zei de vraag is gunstig opgenomen en over mijntjes lippen ruischte lavend rein het onze vader twee uur later spijzen geeft zondagstrek kon janbaas zelfs bewijzen en schreefjen aan den balk te prijzen ter eere van de aanstaande schonk de gastheer wijn oom stelde een dronk in wat ze hebben voorgenomen strookt met gods wetten en ze tellen dertig jaar zooals wij telden vrouw en steunen zij elkaêr zooals wij deden vrouw wat kan hun overkomen dan t goede
.’ ‘ Jong , jong ! ’ riep Jan , en neep zijn oogen dicht , En sloeg ze dan ontzet op Kaatjenicht , En wiegde stom - verbaasd heel ' t lijf terwijl hij staarde - En voelde zich heel klein misschien , Want Kaatje blonk van trots : ‘ Ja , Aai heeft wat gezien ! ’ ‘ En of de vrienden nu aan tafel komen ? ’ Vroeg Mijntje die heel veel en mooi had ‘ opgebracht ; ’ ‘ Zal Mijntje bidden man ? ’ waagde Engelien heel zacht ; Een hoofdknik zei : ‘ de vraag is gunstig opgenomen ; ’ En over Mijntjes lippen ruischte lavend rein Het Onze Vader ! ‘ Twee uur later spijzen , Geeft zondagstrek , ’ kon Janbaas zelfs bewijzen ; En - ‘ schreefjen aan den balk ’ te prijzen - Ter eere van de aanstaande schonk de gastheer wijn .Oom stelde een dronk in : ‘ Wat ze hebben voorgenomen , Strookt met Gods wetten , en ze tellen dertig jaar - Zooals wij telden , vrouw ; en steunen zij elkaêr - Zooals wij deden , vrouw ! wat kan hun overkomen Dan ' t Goede ? .
1,896
Mijntjes
['mijnt']
158
je hebt het dan lelijk bij hen verkorven maar jonker waar waren toch je zinnen om den stinkenden monnik tegen je pleegvader die je van kinds af heeft opgebracht te gaan bijstaan ik heb hem niet bijgestaan ik heb slechts een gevecht willen voorkomen dat voor mij niet dan noodlottig konde uitvallen noodlottig herhaalde geert hem verbaasd aanziende wat konde u toch die lelijke jesuit scheelen joan zweeg eenige oogenblikken en liep de kamer op en neder vervolgens kwam hij weder bij geertrui terug en zeide die jesuit was de vriend mijns vaders en door zijne hulp kan ik mijne moeder misschien terugvinden
Je hebt het dan lelijk bij hen verkorven .Maar , Jonker ! waar waren toch je zinnen , om den stinkenden monnik tegen je pleegvader , die je van kinds af heeft opgebracht , te gaan bijstaan ? ’ - ‘ Ik heb hem niet bijgestaan : ik heb slechts een gevecht willen voorkomen , dat voor mij niet dan noodlottig konde uitvallen .’ - ‘ Noodlottig ! ’ herhaalde geert , hem verbaasd aanziende : ‘ wat konde u toch die lelijke Jesuit scheelen ? ’ - ‘ Joan zweeg eenige oogenblikken , en liep de kamer op en neder : vervolgens kwam hij weder bij geertrui terug en zeide : ‘ die Jesuit was de vriend mijns vaders , en door zijne hulp kan ik mijne moeder misschien terugvinden .
1,833
monnik
['monnik']
159
met litanie en psalmen in kosteliken kerkgewaad met geurigen wierookwalmen genaakt een statige priesterstaat hij smeekt om s hemels zegen en langen vredestijd men juicht dan allerwegen en t huis is ingewijd
.Met litanie en psalmen In kosteliken kerkgewaad , Met geurigen wierookwalmen Genaakt een statige priesterstaat : Hij smeekt om ' s hemels zegen En langen vredestijd ! Men juicht dan allerwegen , En ' t huis is ingewijd ..
1,869
Wierook
['wierook']
160
in de verdieping gelijkstraats bevindt zich buitendien een magazijn voor geheel en half voltooide producten van allerlei aard die aldaar opgestapeld worden om na in registers geboekt en behoorlijk gecontroleerd te zijn ter verdere bewerking onder handen te worden genomen evenzoo ontvangen de werklieden aldaar de noodige olie voor hunne machines of gereedschappen van welken aard ook en vindt men hier in t algemeen al datgene wat bij de fabricatie gebezigd wordt nu wenden wij onze schreden naar de revisie
) In de verdieping gelijkstraats bevindt zich buitendien een magazijn voor geheel en half voltooide producten van allerlei aard , die aldaar opgestapeld worden , om , na in registers geboekt en behoorlijk gecontroleerd te zijn , ter verdere bewerking onder handen te worden genomen .Evenzoo ontvangen de werklieden aldaar de noodige olie voor hunne machines of gereedschappen , van welken aard ook , en vindt men hier in ' t algemeen al datgene , wat bij de fabricatie gebezigd wordt .Nu wenden wij onze schreden naar de ‘ revisie ’ .
1,890
Olie
['olie']
161
het geestig gesprek van den tragischen dichter en perikles vóor de komst van aspasia de beschrijving van de schoone toovenares die als een wonder van licht en kleuren uit haar draagstoel stijgt de wandeling van het drietal vrienden door de schoone dreven rondom het landhuis dit alles is met de oogverblindende schittering der attische zomerzon overstraald in t bizonder dient hier met lof vermeld de teekening van een afzonderlijk lustoord te midden der landelijke weelde van kolonos sofokles geleidde hen daar waar zooals reeds vroeger is opgemerkt de kefisos een bocht maakte en den hof aan den anderen kant besproeide daar liep het terrein af naar den stroom niet steil maar zacht glooyend zoodat tusschen de beek en de helling een allerbekoorlijkst pad openbleef waarop juist twee menschen onder het dichte geurige loof vertrouwelijk konden wandelen daarlangs voerde de dichter zijn gasten daar murmelde en kabbelde het stroompjen daar kweelden en tjilpten de vogels daar speelden als dartele geesten schaduw en grillig licht op de wateren en door de takken hier en daar trof men een grasperk aan dat tot rust uitnoodigde en gelegenheid aanbood om in zachte droomerijen verzonken de kalmte en koelte van het oord te genieten
Het geestig gesprek van den tragischen dichter en Perikles vóor de komst van Aspasia , de beschrijving van de schoone toovenares , die als een wonder van licht en kleuren uit haar draagstoel stijgt , de wandeling van het drietal vrienden door de schoone dreven rondom het landhuis - dit alles is met de oogverblindende schittering der attische zomerzon overstraald .In ' t bizonder dient hier met lof vermeld de teekening van een afzonderlijk lustoord te midden der landelijke weelde van Kolonos : Sofokles geleidde hen daar , waar , zooals reeds vroeger is opgemerkt , de Kefisos een bocht maakte en den hof aan den anderen kant besproeide ; daar liep het terrein af naar den stroom , niet steil , maar zacht glooyend , zoodat tusschen de beek en de helling een allerbekoorlijkst pad openbleef , waarop juist twee menschen onder het dichte , geurige loof vertrouwelijk konden wandelen .Daarlangs voerde de dichter zijn gasten , daar murmelde en kabbelde het stroompjen , daar kweelden en tjilpten de vogels , daar speelden , als dartele geesten , schaduw en grillig licht op de wateren en door de takken ; hier en daar trof men een grasperk aan , dat tot rust uitnoodigde en gelegenheid aanbood om in zachte droomerijen verzonken de kalmte en koelte van het oord te genieten .
1,876
loof
['loof']
162
zij is afkomstig uit midden azië werd in griekenland bij philippi in italië in campanië gekweekt en vandaar in naar engeland overgebracht de kaneelroos rosa cinnamomea zoogenaamd wegens de kleur van het hout en niet om den reuk zooals eenige oude beschrijvingen leeren is bij ons de vertegenwoordiger van de groep welke naar haar genoemd wordt zij is een slanke struik met lange takken die eene hoogte van meter bereikt
Zij is afkomstig uit Midden - Azië , werd in Griekenland bij Philippi , in Italië in Campanië gekweekt en vandaar in 1322 naar Engeland overgebracht .De kaneelroos , rosa cinnamomea , zoogenaamd wegens de kleur van het hout en niet om den reuk , zooals eenige oude beschrijvingen leeren , is bij ons de vertegenwoordiger van de groep , welke naar haar genoemd wordt .Zij is een slanke struik met lange takken , die eene hoogte van 2 meter bereikt .
1,876
kaneelroos , rosa cinnamomea
['kaneelroos , rosa cinnamomea']
163
bevallige juffertjes te gehoorsamen t en soude niet geschiet zijn aanvaart dan nevens andere ongeveynsde en vrolijke basen mijnen lacchenden apoll ofte drollige rijmen leest en door leest kauwt en herkauwt onze gerijmde drollen ten einde gy zien meugt van wat geur natuur en eygenschap sy zijn en in gevalle u dese drollige lucht te vies en machtig is gelieft de selve met een statig minne zankje te parfumeeren op dat alsoo d eene lucht d ander verdrijve laat den drollige naam van mijn rijmen u e niet af keerig maken van onse poëzy om de selve ongehoort of ongelesen te verdoemen maar leestze vry ter deeg eer gy s aanstuk gaat scheuren want deze strontery die heeft al meê zijn geuren ik verlaat my dan op u e
bevallige Juffertjes ! te gehoorsamen , ' t en soude niet geschiet zijn : aanvaart dan nevens andere ongeveynsde en vrolijke Basen , mijnen Lacchenden Apoll , ofte Drollige Rijmen , leest en door leest , kauwt en herkauwt onze Gerijmde Drollen , ten einde gy zien meugt van wat geur , natuur , en eygenschap sy zijn , en in gevalle u dese drollige lucht te vies , en machtig is , gelieft de selve met een statig Minne - Zankje te parfumeeren , op dat alsoo d ' eene lucht d ' ander verdrijve : laat den drollige naam van mijn Rijmen U E .niet af - keerig maken van onse Poëzy , om de selve ongehoort , of ongelesen te verdoemen : Maar leestze vry ter deeg , eer gy s ' aanstuk gaat scheuren , Want deze strontery , die heeft al meê zijn geuren .Ik verlaat my dan op U E .
1,667
deze strontery
['strontery']
164
veel vogels zingen t weer in kruin bij kruin en de aromatische aarde vochtig bruin houdt trouw bewaard den indruk van mijn schreden door t groen der twijgen zie ik vijvers blinken en zwanen drijven rein als dichtertaal in t zilvren water gouden bloemen zinken en vruchten vallen rood als bloedkoraal
Veel vogels zingen ' t weer , in kruin bij kruin .En de aromatische aarde , vochtig bruin , Houdt trouw bewaard den indruk van mijn schreden .Door ' t groen der twijgen zie ik vijvers blinken En zwanen drijven , rein als dichtertaal , In ' t zilvren water gouden bloemen zinken En vruchten vallen , rood als bloedkoraal .
1,892
aarde
['aarde']
165
vergeefs zijn hoop sterft in een bangen zucht maar welk een balzemgeur vervult op eens de lucht wat schaterend gejuich hoort hij langs t veld weêrgalmen het woud ontsluit zijn nacht verwijdt en buigt zijn palmen een wezen nooit aanschouwd treedt voort met zachten tred elk bloempje elk blaadje buigt waar zij haar treden zet het lisplend koeltje zweeft en dartelt door de abeelen en t grensloos bosch weêrgalmt van juichende orgelkelen verschrikt deinst hij terug verbazing grijpt hem aan hij voelt zijn zwoegend hart den boezem tegen slaan een nieuwe wereld schijnt voor hem aan t niet ontrezen
vergeefs ! zijn hoop sterft in een ' bangen zucht .Maar welk een balzemgeur vervult op eens de lucht ? Wat schaterend gejuich hoort hij langs ' t veld weêrgalmen ? Het woud ontsluit zijn ' nacht , verwijdt , en buigt zijn palmen ; Een wezen , nooit aanschouwd , treedt voort met zachten tred ; Elk bloempje , elk blaadje buigt , waar zij haar treden zet ; Het lisplend koeltje zweeft , en dartelt door de abeelen , En ' t grensloos bosch weêrgalmt van juichende orgelkelen .Verschrikt deinst hij terug ; verbazing grijpt hem aan ; Hij voelt zijn zwoegend hart den boezem tegen slaan ; Een nieuwe wereld schijnt voor hem aan ' t niet ontrezen .
1,816
balzemgeur
['balzemgeur']
166
de musschen speelden bij wintertijd en waren schoon te aanschouwen in maart reeds werd er luid gevrijd men zag ze boelen en bouwen maar ach den buur kostte ieder ei wel tienmaal zijne waarde ook geurde t hok als look en porei of wat dien evenaarde dies wordt gewurgd de fiere haan met zijnen getrouwen wijven
De musschen speelden bij wintertijd , En waren schoon te aanschouwen ; In Maart reeds werd er luid gevrijd , Men zag ze boelen en bouwen .Maar ach , den buur kostte ieder ei Wel tienmaal zijne waarde , Ook geurde ' t hok als look en porei Of wat dien evenaarde .Dies wordt gewurgd de fiere haan Met zijnen getrouwen wijven .
1,869
' t hok
["' t hok"]
167
zyn gebuuren te besteelen en gestoole goederen aan den hemel te verëeren in zo wel in de voorgaande dan de tegenwoordige eeuw de mode geweest ja wie weet of jupyn zelf die zo keurig op den reuk van eene versche meloen afgerigt was wel ooit eene hecatombe van gestoolene ossen heeft gewraakt en wat vorst heeft immer in een geschenk van heerenwyn fout gevonden schoon die vendange uit het bloed van kwynende burgers en uitgeteerde boeren was geparst geen gift hoe ver gezogt zal ooit t geweeten krenken jupyn den blixemdrig verzoent men door geschenken
Zyn gebuuren te besteelen , en gestoole goederen aan den Hemel te verëeren , in zo wel in de voorgaande , dan de tegenwoordige Eeuw de mode geweest .Ja wie weet of Jupyn zelf , die zo keurig op den reuk van eene versche Meloen afgerigt was , wel ooit eene Hecatombe van gestoolene Ossen heeft gewraakt ? en wat Vorst heeft immer in een geschenk van Heerenwyn fout gevonden , schoon die Vendange uit het bloed van kwynende Burgers en uitgeteerde Boeren was geparst ? Geen gift , hoe ver gezogt , zal ooit ' t geweeten krenken .Jupyn , den blixemdrig , verzoent men door geschenken .
1,722
eene versche Meloen
['eene versch meloen']
168
neen zij ging niet slapen ze bleef op om te waken dat geene geluiden in huis haren man te vroegtijdig zouden wekken toen de dokter den anderen morgen om tien uur beneden kwam wachtte zijne vrouw hem met een geurig kop koffie en nu zeide de dokter ga ik terstond naar villa nuova om te hooren of er een brief van hilda is
neen , zij ging niet slapen ; ze bleef op , om te waken , dat geene geluiden in huis haren man te vroegtijdig zouden wekken .Toen de Dokter den anderen morgen om tien uur beneden kwam , wachtte zijne vrouw hem met een geurig kop koffie .- En nu , zeide de Dokter , ga ik terstond naar Villa Nuova , om te hooren of er een brief van Hilda is .
1,871
kop koffie
['kop koffie']
169
zoo kome o god uw koningrijk al meer zoo zal t één kudde en zal t één herder wezen het menschdom u met heilgen eerbied vreezen en buigt heel de aard zich dankend voor u neêr zoo zal één naam van aller lippen vloeijen één lofgezang weêrgalmen om uw troon en volk bij volk ontslagen van zijn boeijen juicht met ons in de weêrkomst van uw zoon hij komt hij komt de dag is niet meer ver reeds ziet mijn oog zijne eerste stralen gloren alom alom zal t hallel zich doen hooren de wierookgeur zweeft opwaarts ginds en her hij komt hij komt bazuinen zullen klinken het englenheir zal zingen hem ter eer het menschdom voor zijn grootheid nederzinken
Zoo kome , o God ! uw Koningrijk al meer ! Zoo zal ' t één kudde , en zal ' t één Herder wezen , Het menschdom U met heilgen eerbied vreezen , En buigt heel de aard ' zich dankend voor U neêr , Zoo zal één naam van aller lippen vloeijen , Één lofgezang weêrgalmen om uw ' troon , En volk bij volk , ontslagen van zijn boeijen , Juicht met ons in de weêrkomst van uw ' Zoon .Hij komt , Hij komt ! De dag is niet meer ver ; Reeds ziet mijn oog zijne eerste stralen gloren ! Alom , alom zal ' t Hallel zich doen hooren , De wierookgeur zweeft opwaarts ginds en her ! Hij komt , Hij komt ! Bazuinen zullen klinken , Het Englenheir zal zingen Hem ter eer , Het menschdom voor zijn grootheid nederzinken : ..
1,846
Wierook
['wierook']
170
nederkomend in het dal hoort men den klank der kalintoeng het klokje dat den forschen buffel aan den nek wordt gehangen een kleine jongen leidt de kudde van de geurige weide weêr terug naar de veilige schilplaats onder de woning weldra onderscheidt men tusschen het sawahgroen den hoogrooden slendang welken de maleische vrouw als zij op weg is gewoonlijk om het hoofd heeft geslagen en volgt men het pad dat door de weiden leidt dan achterhaalt men eene menigte mannen en vrouwen die rustig van hun dagwerk huiswaarts keeren
Nederkomend in het dal , hoort men den klank der kalintoeng , het klokje dat den forschen buffel aan den nek wordt gehangen .Een kleine jongen leidt de kudde van de geurige weide weêr terug naar de veilige schilplaats onder de woning .Weldra onderscheidt men tusschen het sawahgroen den hoogrooden slendang , welken de Maleische vrouw , als zij op weg is , gewoonlijk om het hoofd heeft geslagen , en volgt men het pad dat door de weiden leidt , dan achterhaalt men eene menigte mannen en vrouwen , die rustig van hun dagwerk huiswaarts keeren .
1,871
Weiland
['weiland']
171
in deser wisen rechte selen nu dese knechte inder kerstene lant keren ende die winnen ende struweren aldus sal onse here met den vulen volke besmet wreken inder selver stonden der kerstinen stinkende sonden dat die bisscop van ludicke met andren vremden heren street jeghen sine ghemeynte
" In deser wisen rechte Selen nu dese knechte Inder Kerstene lant keren / Ende die winnen ende struweren .Aldus sal Onse Here / met Den vulen volke besmet / Wreken inder selver stonden Der Kerstinen stinkende sonden .Dat die bisscop van Ludicke met andren vremden heren street jeghen sine ghemeynte .
1,869
Der Kerstinen
['kerstinen']
172
hier bracht men hun een paar groote emmers met een water gevuld hetwelk coponius beweerde uit de naaste moddersloot te zijn geschept hoewel zijn vriend hem verzekerde dat het zoo helder was als men verlangen kon wat hiervan wezen mocht zij dienden er zich mede te vrede te stellen en zich van stof gezuiverd hebbende trokken zij de versche kleederen aan welke hunne slaven aanbrachten terwijl aquilius zich daarenboven goed wenschende voor te doen uit een klein koffertje van ebbenhout met zilver en ivoor ingelegd eenig reukwerk en de noodige armbanden en ringen voor den dag haalde en zich opschikte gelijk
’ - Hier bracht men hun een paar groote emmers , met een water gevuld , hetwelk Coponius beweerde , uit de naaste moddersloot te zijn geschept , hoewel zijn vriend hem verzekerde dat het zoo helder was als men verlangen kon .Wat hiervan wezen mocht , zij dienden er zich mede te vrede te stellen : en , zich van stof gezuiverd hebbende , trokken zij de versche kleederen aan , welke hunne slaven aanbrachten , terwijl Aquilius , zich daarenboven goed wenschende voor te doen , uit een klein koffertje , van ebbenhout met zilver en ivoor ingelegd , eenig reukwerk en de noodige armbanden en ringen voor den dag haalde en zich opschikte gelijk ..
1,838
Reukwerk
['reukwerk']
173
m ja ja tiert zo niet ik meen daar je pist dat men daar wel een hoer zou ruyken je bent de beste nergens na
M .Ja , ja tiert zo niet , ik meen , daar je pist , dat men daar wel een Hoer zou ruyken .Je bent de beste nergens na .
1,729
Hoer
['hoer']
174
gewis zy onthoud zich daaromtrent ik bemerk het aan het gras t gras ziet veel jeugdiger en groener ook zyn de veldbloempjes ongelyk frisser en schooner zie welk een glans ligt er op die purperen fiooltjes welk een geur verspreiden die dallelitjes en hoe verrukkend schoon vertoont zich de paersvervige affillanthus de gansche natuur
Gewis zy onthoud zich daaromtrent ! Ik bemerk het aan het gras ; ' t gras ziet veel jeugdiger en groener ; ook zyn de Veldbloempjes ongelyk frisser en schooner .Zie , welk een glans ligt ' er op die purperen Fiooltjes ; welk een geur verspreiden die Dallelitjes , en hoe verrukkend schoon vertoont zich de paersvervige Affillanthus ! De gansche Natuur ..
1,776
Dallelitjes
['dallelit']
175
die van brugghe hoerende ende vernemende den schimp die men dien van den vryen dede hoe dat men se heymelyke vinc onthoefde ende dootslouch ende by nachte van haren bedde haelde ende men wiste kume waer men ze verloes daeromme die van brugghe sonden vj notable poorters te cortryke om ten besten te sprekene ende om ghemeen proffijt van den lande dit vernemende de grave lodewijc hy quam te cortryke ende dede vanghen de vorseide vj notable poorters van brugghe die sy tot hem ghesonden hadden die van brugghe verhoerende dat hare ghedeputeerde boden van s princhen weeghe ghevanghen waren te cortryke daeromme soe sonden die van brugghe vjm mannen wel te harnassche te cortryke wart om hare vj poorters die ghevanghen waren weeder te cryghene met vrienschepen oft by crachte ende de grave dit vernemende hy dede die van curtryke zweeren met hem ende hy zwoer oec met hemlieden te levene ende te stervene ende daer die van brugghe te wederstane de eedele die by den prinche waren rieden dat men t vorbouch van cortryke noordt staende verbarnen soude om datter die van brugghe niet luusschen en souden ende sy soudens te vryere sijn ende de steede te bet houden jeghen die van brugghe men stac t fier in t voerbouch ende het wart barrende stappans de wint ghinc noordt staen ende wieu zeere hooghe soe dat de sparken vloghen over de veste in de steede soe dat by dien al de steede van cortryke in gloede wart ende waren die van cortryke sonder eenighe hulpe nalincx al af ghebarrent
Die van Brugghe hoerende ende vernemende den schimp , die men dien van den Vryen dede , hoe dat men se heymelyke vinc , onthoefde ende dootslouch , ende by nachte van haren bedde haelde , ende men wiste kume waer men ze verloes , daeromme die van Brugghe sonden vj notable poorters te Cortryke , om ten besten te sprekene , ende om ghemeen proffijt van den lande .Dit vernemende de grave Lodewijc hy quam te Cortryke , ende dede vanghen de vorseide vj notable poorters van Brugghe , die sy tot hem ghesonden hadden ; die van Brugghe verhoerende dat hare ghedeputeerde boden van ' s princhen weeghe ghevanghen waren te Cortryke , daeromme soe sonden die van Brugghe vjm mannen wel te harnassche te Cortryke wart , om hare vj poorters , die ghevanghen waren , weeder te cryghene met vrienschepen oft by crachte ; ende de grave dit vernemende , hy dede die van Curtryke zweeren met hem , ende hy zwoer oec met hemlieden te levene ende te stervene , ende daer die van Brugghe te wederstane ; de eedele , die by den prinche waren rieden dat men ' t vorbouch van Cortryke noordt staende verbarnen soude , om datter die van Brugghe niet luusschen en souden , ende sy soudens te vryere sijn , ende de steede te bet houden jeghen die van Brugghe .Men stac ' t fier in ' t voerbouch , ende het wart barrende , stappans de wint ghinc noordt staen ende wieu zeere hooghe , soe dat de sparken vloghen over de veste in de steede , soe dat by dien al de steede van Cortryke in gloede wart , ende waren die van Cortryke sonder eenighe hulpe nalincx al af ghebarrent .
1,839
t vorbouch van Cortryke
['t vorbouch cortryke']
176
liefde rijkdom eer en genot zullen uw deel worden gij weet dat ik u bemin ik kan u thans met mijn liefde het leven hergeven een leven van zalig elkaar bezitten laat mij u omhelzen en kussen voelt gij niet uw machteloosheid weet gij niet dat ik alles kan dat gij een werktuig zijt in mijne handen neen edele servatius gij zult mij niet weerstaan hoor de zang mijner liefde zie en ruik de weelde van mijn lijf drink de adem van mijn hartstocht voel mijn vleesch
Liefde , rijkdom , eer en genot zullen uw deel worden .Gij weet dat ik U bemin - ik kan U thans met mijn liefde het leven hergeven - een leven van zalig elkaar bezitten - laat mij U omhelzen en kussen - Voelt gij niet uw machteloosheid ? - Weet gij niet dat ik alles kan , dat gij een werktuig zijt in mijne handen ? Neen , edele Servatius , gij zult mij niet weerstaan ; hoor de zang mijner liefde - zie en ruik de weelde van mijn lijf , drink de adem van mijn hartstocht , voel mijn vleesch ..
1,623
Adem|de weelde van mijn lijf
['adem', 'weelde lijf']
177
visschers en schippers leert uw kroost zwoegen in het zweet zijns aanschijns om gretig en dankbaar eene bete broods en een teug biers te smaken liever dan eene wijle het wonder van het dorp te wezen en na twintig jaren worstelens zulk een blik te werpen op het graf niet in éénen adem was die klagelijke klagt gestort niet met dezelfde voortglijdende pen dat smeekschrift op het papier gebragt t geen wij in sybrandi s vertaling mededeelden zoo crabbe lang had nagedacht of hij er toe over zou gaan hij overpeinsde hij overlegde nog langer toen het besluit was genomen toen de nood tot de uitvoering dwong eindelijk wij zagen het eindelijk was de brief die over zijn lot beslissen zoude af er ontbrak slechts het opschrift aan wiens naam zou het dragen gis eens talenten een goed een groot man rang en fortuin een menschlievend en edelmoedig harte al zijn die lofspraken bij lang na niet in eenvoud des harten door den brief verspreid al zijn ze oordeelkundig en welsprekend ter regter plaatse aangebragt greintjes wierook welke een zweem van geur achterlaten terwijl deze kwistig gestrooid walging zouden wekken och het is een hulde meent ge die de eerste groote heer de beste gelooven mag dat hem toekomt die vleijerij heeft men voor ieder veil mis antwoorden wij gij doet èn george èn hem in wien hij hoopte zijn goeden genius aan te treffen om het zeerst onregt die onbekende verdiende elke dezer onderscheidingen ten volle verdiende er meer de naam des mans voor wien die brief was bestemd zweefde in dien tijd op aller tongen en echter was hij die hem droeg zijne vermaardheid zoo min eener hooge geboorte als een aanzienlijk vermogen verschuldigd zijn strenge vader had van hem na volbragte studiën geëischt dat hij werken zoude hij was arm gehuwd thans de vijftig over werd hij meêgeteld waar sprake was van welsprekendheid die der ouden op zijde strevend thans gold zijn oordeel een vonnis bij iedere vraag over vernuft
’ Visschers en schippers ! leert uw kroost zwoegen in het zweet zijns aanschijns , om , gretig en dankbaar , eene bete broods en een teug biers te smaken , liever dan eene wijle het wonder van het dorp te wezen , en , na twintig jaren worstelens , zulk een blik te werpen op het graf ! Niet in éénen adem was die klagelijke klagt gestort , niet met dezelfde voortglijdende pen dat smeekschrift op het papier gebragt , ' t geen wij in Sybrandi ' s vertaling mededeelden ; zoo Crabbe lang had nagedacht of hij er toe over zou gaan , hij overpeinsde , hij overlegde nog langer , toen het besluit was genomen , toen de nood tot de uitvoering dwong .Eindelijk , wij zagen het , eindelijk was de brief , die over zijn lot beslissen zoude , af ; er ontbrak slechts het opschrift aan ; wiens naam zou het dragen ? Gis eens : ‘ talenten , - een goed , een groot man , - rang en fortuin , - een menschlievend en edelmoedig harte , - ’ al zijn die lofspraken bij lang na niet in eenvoud des harten door den brief verspreid ; al zijn ze oordeelkundig en welsprekend ter regter plaatse aangebragt , greintjes wierook , welke een zweem van geur achterlaten , terwijl deze kwistig gestrooid walging zouden wekken , - och ! het is een hulde , meent ge , die de eerste groote heer de beste gelooven mag dat hem toekomt ; die vleijerij heeft men voor ieder veil ! Mis , antwoorden wij , gij doet èn George , èn hem in wien hij hoopte zijn goeden genius aan te treffen , om het zeerst onregt ; die onbekende verdiende elke dezer onderscheidingen ten volle , verdiende er meer .De naam des mans , voor wien die brief was bestemd , zweefde in dien tijd op aller tongen , en echter was hij , die hem droeg , zijne vermaardheid zoo min eener hooge geboorte als een aanzienlijk vermogen verschuldigd ; zijn strenge vader had van hem , na volbragte studiën , geëischt , dat hij werken zoude ; hij was arm gehuwd ; thans de vijftig over , werd hij meêgeteld waar sprake was van welsprekendheid die der Ouden op zijde strevend ; thans gold zijn oordeel een vonnis bij iedere vraag over vernuft .
1,898
greintjes wierook
['greint wierook']
178
toen ik voor het laatst u toesprak van den kansel in wat dichte scharen waart gij opgekomen om mijn afscheid te ontvangen en dat mijn afscheid u pijn deed een kostbare traan in veler oog heeft het mij op de aandoenlijkste wijze verzekerd ben ik bezig met uit de bloemen uwer liefde een krans te vlechten voor eigen ijdelheid met hare geurige bladen de leemten te bedekken die mijn werk onder u hebben ontsierd maar sints wanneer heeft het ontvangen van groote liefde op hem die nadenkt een andere dan een zeer beschamende uitwerking gij die mij van nabij hebt gadegeslagen kent mijne gebreken ik geloof dat ik ze ook ken
Toen ik voor het laatst u toesprak van den kansel , in wat dichte scharen waart gij opgekomen om mijn afscheid te ontvangen ! En dat mijn afscheid u pijn deed , een kostbare traan in veler oog heeft het mij op de aandoenlijkste wijze verzekerd .Ben ik bezig met uit de bloemen uwer liefde een krans te vlechten voor eigen ijdelheid ; met hare geurige bladen de leemten te bedekken die mijn werk onder u hebben ontsierd ? Maar sints wanneer heeft het ontvangen van groote liefde op hem die nadenkt een andere dan een zeer beschamende uitwerking ? Gij die mij van nabij hebt gadegeslagen , kent mijne gebreken .Ik geloof dat ik ze ook ken .
1,865
Blad
['blad']
179
aen ioffer handschoenen verneem ick byde giss aen ioffer handschoenen verneem ick byde giss wat slagh van volck het is of suyver of onboenigh maer tgoed rieckt dickwils meer handkoussigh dan handschoenigh
, 389 .[ Aen Ioffer - handschoenen verneem ick byde giss ] Aen Ioffer - handschoenen verneem ick byde giss Wat slagh van volck het is , Of suyver , of onboenigh : Maer ' tgoed rieckt dickwils meer handkoussigh dan handschoenigh .11 .
1,652
' tgoed
["' tgoed"]
180
hetgeen ik hieronder weergeef bespraken we voor een deel in een erker van zijn woonvertrek terwijl voor onze oogen het witte paard zijn sprongen maakte boven hem in een wat te deftige lijst hing het ondeugend tronie van jopie bremer ons aller vriend geschilderd door marinus broekman en dat kwam goed uit want hij vertelde in echt amsterdamsche woorden van zijn amsterdamschen tijd later droeg zijn vrouw fluks alle lampen van het huis bijeen en schikte ze in verschillende hoekjes waar ze gezellige schijnsels gingen gieten maar de kamer met zijn italiaansche pleisterbeeldjes en gravures lieten in halfduister waarin de gebeitste betimmeringen de witte muren met de nog geurende rieten lambrizeering een geheimzinnig effect deden en toen kwam het meer diepzinnig gedeelte van ons onderhoud ik had hem vooraf geschreven wat ik ongeveer wilde weten en dus kon hij aanvankelijk zonder onderbreking voortpraten als gymnasiast van zeventien achttien jaar maakte ik kennis met de nieuwe gids
Hetgeen ik hieronder weergeef bespraken we voor een deel in een erker van zijn woonvertrek , terwijl voor onze oogen het witte paard zijn sprongen maakte ; boven hem in een wat te deftige lijst hing het ondeugend tronie van Jopie Bremer , ons aller vriend , ( geschilderd door Marinus Broekman ) - en dat kwam goed uit , want hij vertelde in echt - Amsterdamsche woorden van zijn Amsterdamschen tijd .Later droeg zijn vrouw fluks alle lampen van het huis bijeen , en schikte ze in verschillende hoekjes , waar ze gezellige schijnsels gingen gieten , maar de kamer met zijn Italiaansche pleisterbeeldjes en gravures lieten in halfduister , waarin de gebeitste betimmeringen , de witte muren met de nog geurende rieten lambrizeering een geheimzinnig effect deden : en toen kwam het meer diepzinnig gedeelte van ons onderhoud .Ik had hem vooraf geschreven wat ik ongeveer wilde weten , en dus kon hij aanvankelijk zonder onderbreking voortpraten : Als gymnasiast van zeventien , achttien jaar maakte ik kennis met ‘ De Nieuwe Gids ’ .
1,920
lambrizeering
['lambrizeering']
181
ah boven het koud ongevoelig talent hoe rijk begaafd ook is de ziel verheven en uit conscience s kunstwerk spreekt n ziel en die ziel is toch zóó schoon en edel zóó eerlijk en zóó goed zóó gul en gevoelig zóó trouw en rechtschapen zóó vroom zóó vaderlandsch dat men hem acht en bemint met dankbaar kloppend herte en warme geestdrift een schrijver zonder ziel hij kunne bedreven zijn als niet een in het hanteeren der pen hij kunne vertellen en beschrijven op wonder handige wijze hij zij kunstenaar o ja maar ontbreekt hem de kunst van de herten te treffen dan slacht hij mij immer n bleeke zonne uit de nevelige noorderstreken zonne zonder warmte zonder uitstralend levenslicht of levenskracht wat er door voortgebracht wordt zijn bloemen zonder geur zijn vruchten zonder smaak is dat conscience o neen duizendmaal neen er spreekt daar uit zijne werken iets zoo gemoedelijks iets zoo gezelligs dat u aandoet u meêlokt nu eens is de toon diep ernstig en overtuigend waar het b
Ah ! boven het koud , ongevoelig talent , hoe rijk begaafd ook , is de ziel verheven , en uit Conscience ' s kunstwerk spreekt ' n ziel , en die ziel is toch zóó schoon en edel , zóó eerlijk en zóó goed , zóó gul en gevoelig , zóó trouw en rechtschapen , zóó vroom , zóó vaderlandsch , dat men hem acht en bemint met dankbaar kloppend herte en warme geestdrift .Een schrijver zonder ziel ! hij kunne bedreven zijn als niet een in het hanteeren der pen , hij kunne vertellen en beschrijven op wonder handige wijze , hij zij kunstenaar , o ja ! maar ontbreekt hem de kunst van de herten te treffen , dan slacht hij mij immer ' n bleeke zonne uit de nevelige noorderstreken , zonne zonder warmte , zonder uitstralend levenslicht of levenskracht : wat er door voortgebracht wordt , zijn bloemen zonder geur , zijn vruchten zonder smaak .Is dat Conscience ? O neen ! duizendmaal neen ! Er spreekt daar uit zijne werken iets zoo gemoedelijks , iets zoo gezelligs dat u aandoet , u meêlokt : nu eens is de toon diep ernstig en overtuigend , waar het b .
1,912
Bloemen|vruchten
['bloem', 'vrucht']
182
truren treuren als gij duurdet vaert hoest
truren - treuren .= Als gij duurdet .vaert - hoest .
1,918
gij
['gij']
183
wij holden en kwamen juist in tijds voor het middagmaal o geurige thym en venkelgeurige ham van mijn dierbaar vlaanderen o brood zacht en voedzaam hoe dan ook grauw en den blik niet aansprekend brood van mijn vaderland en gij bier audenaardsch bier het beste bier der geheele wereld chambertin der bieren hoe hebben wij geblaseerde journalisten met die twee uren wandelens door den wind en de zon in onze beenen er genoten als het rijkste wat een gelukkig mensch kan geboden worden
Wij holden , - en kwamen juist in tijds voor het middagmaal .O , geurige , thym - en venkelgeurige ham van mijn dierbaar Vlaanderen ; o brood , zacht en voedzaam , hoe dan ook grauw en den blik niet aansprekend brood van mijn vaderland ; en gij , bier , Audenaardsch bier , het beste bier der geheele wereld , Chambertin der bieren : hoe hebben wij , geblaseerde journalisten , met die twee uren wandelens door den wind en de zon in onze beenen , er genoten als het rijkste wat een gelukkig mensch kan geboden worden ! ..
1,913
Ham
['ham']
184
gewoonlijk staat dit huisje in een hoek van het vertrek en de aanwezigheid heet de inwoners voor ziekte te behoeden deze vereering der voorouders is het eenige wat bij de papoeas op godsdienst gelijkt tenzij men de karwars of beeldjes daartoe wil rekenen die met wierook of andere reukwerken berookt op krijgstochten en bij andere ondernemingen als talisman dienst doen wij mogen trouwens wel aannemen dat deze beeldjes oorspronkelijk niets anders dan vertegenwoordigers der voorouders waren aangaande een der verschillende deels vrij phantastische beeldjes die in dit werk zijn afgebeeld deelt de schrijver ons het volgende mede
Gewoonlijk staat dit huisje in een hoek van het vertrek en de aanwezigheid heet de inwoners voor ziekte te behoeden .Deze vereering der voorouders is het eenige , wat bij de Papoeas op godsdienst gelijkt , tenzij men de karwars of beeldjes daartoe wil rekenen , die , met wierook of andere reukwerken berookt , op krijgstochten en bij andere ondernemingen als talisman dienst doen .Wij mogen trouwens wel aannemen , dat deze beeldjes oorspronkelijk niets anders dan vertegenwoordigers der voorouders waren ; aangaande een der verschillende , deels vrij phantastische beeldjes , die in dit werk zijn afgebeeld , deelt de schrijver ons het volgende mede .
1,893
Wierook
['wierook']
185
zy vertelt het wonderbaare van haaren schepper hier opgemerkt aan den luisterenden jongeling die haaren geest deugd en liefde voor haaren maaker bewondert daar zy zich en hem verkwikt heeft met het rieken der afgeplukte bloemen spelt zy er eenigen op haaren zonnehoed en vergroot zonder des bewust te zun haare schoonheid met de fraaiheden van den heer der waereld zy behaagt elk die haar ziet al denkt haar nedering hart niet om te willen behaagen
Zy vertelt het wonderbaare van haaren Schepper , hier opgemerkt , aan den luisterenden Jongeling , die haaren geest , deugd , en liefde voor haaren Maaker bewondert .Daar zy zich en hem verkwikt heeft met het rieken der afgeplukte Bloemen , spelt zy er eenigen op haaren Zonnehoed , en vergroot , zonder des bewust te zun , haare schoonheid met de fraaiheden van den Heer der Waereld .Zy behaagt elk die haar ziet , al denkt haar nedering hart niet om te willen behaagen .
1,777
der afgeplukte Bloemen
['afgeplukken bloem']
186
steeds wandlen zullen hand aan hand de lente kreeg haar schoonste dagen de rozen prijkten met haar geur doch op de wangen van het meisje heerscht geene zachte rozenkleur op t treurig ziekbed neergezegen verliet ze eilaas den aardschen woon en slechts haar bleeke ontgeeste schedel ontving een geurge rozenkroon
Steeds wandlen zullen hand aan hand ! ’ De lente kreeg haar schoonste dagen , De rozen prijkten met haar geur ; Doch op de wangen van het meisje Heerscht geene zachte rozenkleur .Op ' t treurig ziekbed neergezegen , Verliet ze , eilaas ! den aardschen woon , En slechts haar bleeke ontgeeste schedel Ontving een geurge rozenkroon ..
1,873
Rozenkrans
['rozenkrans']
187
langzaam daalde de zon en weerspiegelde groot en vurig in de ramen van de notariswoning ze ademde diep en snoof den geur op van versch gemaaid gras zou de wei achter de kerk alweer zijn gemaaid dacht ze
Langzaam daalde de zon en weerspiegelde , groot en vurig , in de ramen van de notariswoning .Ze ademde diep en snoof den geur op van versch gemaaid gras .Zou de wei achter de kerk alweer zijn gemaaid ? dacht ze .
1,920
versch gemaaid gras
['versch maaien gras']
188
nu gevoelde ik mij tengevolge van al de kleine vermoeyenissen een weinig onwel alles is zoo vreemd in londen de lucht de wonderlijke dampen het rumoer op straat de reuk van steenkolen ale rundvleesch en zalm die uit de huizen schijnt overgeplant naar de straat het rijden in hansoms en open rijtuigen het geratel der raderen en het geschreeuw der koetsiers alles begon zijn invloed op mij te doen gelden ik had behoefte aan rust en stilte
Nu gevoelde ik mij tengevolge van al de kleine vermoeyenissen een weinig onwel .Alles is zoo vreemd in Londen - de lucht , de wonderlijke dampen , het rumoer op straat , de reuk van steenkolen , ale , rundvleesch en zalm , die uit de huizen schijnt overgeplant naar de straat , het rijden in hansoms en open rijtuigen , het geratel der raderen en het geschreeuw der koetsiers - alles begon zijn invloed op mij te doen gelden .Ik had behoefte aan rust en stilte .
1,877
ale|zalm|rundvleesch|van steenkolen
['ale', 'zalm', 'rundvleesch', 'steenkolen']
190
had ick hem niet bedwongen hy had den booswicht voort verscheurt gelijck een wilt hageroos mijn toeverlaet mijn troost mijn boogh mijn pijl mijn schilt mijn hazepoot hebt ghy mijn ongelijck gewroken adelaert het scheen als of de hont uw tranen had geroken uw kuischeit en gekerm hy beet met zijnen mont in t zant in dezen boogh dien hy er liggen vont
Had ick hem niet bedwongen , Hy had den booswicht voort verscheurt , gelijck een wilt .Hageroos : Mijn toeverlaet , mijn troost , mijn boogh , mijn pijl , mijn schilt , Mijn Hazepoot , hebt ghy mijn ongelijck gewroken ? Adelaert : Het scheen als of de hont uw tranen had geroken , Uw kuischeit , en gekerm .Hy beet met zijnen mont In ' t zant , in dezen boogh , dien hy ' er liggen vont .
1,645
uw tranen
['traan']
191
en deze ex kamenier die zoo iets gedistingueerds en voornaams over zich heeft dat ik in het eerst vooral ook met het oog op haar onuitputtelijke schatten haar minstens voor een vermomde markiezin hield heeft ondanks haar onverklaarbare eigenaardigheden en avonturen iets zeer uit het leven gegrepens die fransche conversatielessen met de geurige schoteltjes op den achtergrond hebben iets echt fransch origineels en pikants ook het echtpaar stichen van uit het kousenmagazijn tot de crême der amerikaansche haute volée opgevoerd door den alvermogenden boggs die eindigt met op het omhoog gewerkte kleine vrouwtje te verlieven en haar trouw aan den braven ploert haar echtgenoot is een allerliefste episode
En deze ex - kamenier , die zoo iets gedistingueerds en voornaams over zich heeft , dat ik , in het eerst , vooral ook met het oog op haar onuitputtelijke schatten , haar minstens voor een vermomde markiezin hield , heeft , ondanks haar onverklaarbare eigenaardigheden en avonturen , iets zeer uit het leven gegrepens .Die Fransche conversatielessen , met de geurige schoteltjes op den achtergrond , hebben iets echt Fransch origineels en pikants .Ook het echtpaar Stichen , van uit het kousenmagazijn , tot de crême der Amerikaansche haute volée opgevoerd door den alvermogenden Boggs , die eindigt met op het omhoog gewerkte kleine vrouwtje te verlieven ; en haar trouw aan den braven ploert , haar echtgenoot , is een allerliefste episode .
1,878
schoteltjes
['schotelt']
192
k zie uwer handen naarstigheid alleen in t goede en eerlijke aangeleid met volle stroomen zégens òvergieten des gy uw brood met rust genieten zult na lust en nood uw wéderhelft uw hert vriendinn zal bloeyen als een wijnstok die zyn vlégten aan uwen huis muur vast laat hegten en keurd en neemt daar toe de zon zyde in om zyne trossen by dien gloed te koestren en er geur en geest rijk bloed der gòden lust te zuivren in zyn à ren want hare jeugd zal vrugten bàren u tot troost en vreugd waar uit veel ligt nog zal ontstaan dat uwen disch daar méde aan alle kanten versierd word als met jonge planten van boomen vrugtbaar in ólyven graan welks voênde zoet en heel zaam vet zyn geest in s lévens geesten òverzet o heerlijk ding als t voorbeeld mag zyn na zaad in t heil spoor zien en kwaad en kwà raad uitter herten vliên
' k Zie uwer handen naarstigheid , Alleen in ' t goede en eerlijke aangeleid , Met volle stroomen zégens òvergieten , Des gy uw brood , Met rust genieten Zult , na lust en nood .Uw wéderhelft , uw hert - vriendinn ' , Zal bloeyen als een wijnstok , die zyn vlégten Aan uwen huis - muur vast laat hegten , En keurd , en neemt daar toe de zon - zyde in , Om zyne trossen by dien gloed Te koestren , en ' er geur - en geest - rijk bloed ( Der Gòden lust ) te zuivren in zyn à ' ren , Want hare jeugd Zal vrugten bàren , U tot troost en vreugd .Waar uit ( veel - ligt ) nog zal ontstaan , Dat uwen disch daar méde aan alle kanten Versierd word , als met jonge planten Van boomen , vrugtbaar in ólyven - graan ; Welks voênde , zoet en heel - zaam vet , Zyn geest in ' s lévens geesten òverzet : O heerlijk ding ! als ' t voorbeeld mag zyn na - zaad In ' t heil - spoor zien , En kwaad en kwà - raad , Uitter herten vliên .
1,698
bloed ( Der Gòden lust )
['bloed ( gòden lust )']
193
het was elis of alle zijne leden verlamd waren het werk had geen val meer hij klom naar boven toen de oude meester die juist uit den anderen gang kwam hem gewaar werd borst deze uit om christus wille wat is u weervaren gij zijt bleek als een doode heeft de zwaveldamp waaraan gij niet gewoon zijt u aangegrepen drink dan toch brave jongen drink dat zal u goed doen elis zwolg een duchtigen teug brandewijn uit de flesch hem door den meester toegereikt in en verhaalde toen wat hem in den benedengang bejegend was en ook hoe hij met dien ouden zonderlingen mijnwerker in götheborg kennis had gemaakt
Het was Elis of alle zijne leden verlamd waren , het werk had geen val meer , hij klom naar boven .Toen de oude meester , die juist uit den anderen gang kwam , hem gewaar werd , borst deze uit : ‘ Om Christus wille , wat is u weervaren , gij zijt bleek als een doode ! - Heeft de zwaveldamp waaraan gij niet gewoon zijt , u aangegrepen ? - Drink dan toch , brave jongen ! drink , dat zal u goed doen .’ - Elis zwolg een duchtigen teug brandewijn uit de flesch , hem door den meester toegereikt , in , en verhaalde toen wat hem in den benedengang bejegend was , en ook hoe hij met dien ouden zonderlingen mijnwerker in Götheborg kennis had gemaakt .
1,895
Zwavel
['zwavel']
194
ik volgde eugenius daer hy belgrado rukt uit achmets wrede boei gods tempels en altaren weêr op bout uit den roof dor vluchtende barbaren doch k sloeg nu reukeloos op t spoor van faëton myn onbedreve hant aen t wagenzeel der zon en godt noch mensch zou myn vermetelheit beklagen
Ik volgde Eugenius , daer hy Belgrado rukt Uit Achmets wrede boei , Gods tempels en altaren Weêr op bout , uit den roof dor vluchtende barbaren .Doch ' k sloeg nu reukeloos , op ' t spoor van Faëton , Myn onbedreve hant aen ' t wagenzeel der zon ; En Godt noch mensch zou myn vermetelheit beklagen ..
1,857
k
['k']
195
bezie mijne handen mijnheer bezie deze beide mijne handen ik bezie die handen zijn kort de palm ervan is vierkant doorheuveld en bepokt als een zeebeschuit de vingeren lijken angstvallig gespannen worstjes de polsen zijn als knietjes van aan reumatiek lijdende zwijnen de nagelen aan t andere eind zijn
- ‘ Bezie mijne handen , mijnheer ; bezie deze beide mijne handen ! ’ Ik bezie .Die handen zijn kort ; de palm ervan is vierkant , doorheuveld en bepokt als een zeebeschuit ; de vingeren lijken angstvallig - gespannen worstjes ; de polsen zijn als knietjes van aan - reumatiek - lijdende - zwijnen ; de nagelen , aan ' t andere eind , zijn ..
1,914
Varken
['varken']
196
buiten t omhein der muren over t breede land heerschte de zomer aanhoudend stonden de vruchten heel de rijkdom als een schoone praal en over heel die ruischende schoonheid en rijkdom was er niets wat aan menschelijke engheid kon doen denken de bloeitijd was voorbij maar de schoone zomerrust beheerschte nog volkomenlijk de wereld
Buiten ' t omhein der muren , over ' t breede land , heerschte de zomer aanhoudend , stonden de vruchten , heel de rijkdom als een schoone praal .En over heel die ruischende schoonheid en rijkdom was er niets wat aan menschelijke engheid kon doen denken .De bloeitijd was voorbij maar de schoone zomerrust beheerschte nog volkomenlijk de wereld .
1,907
schoonheid
['schoonheid']
197
op den laatsten duitschen socialistendag te jena zei de oude bebel naar aanleiding van de debatten over zijn motie welke de politieke massa staking tot behoud van het algemeen kiesrecht aanbeval ik heb nog nooit zooveel over bloed en revolutie hooren spreken als nu van tijd tot tijd heb ik eens naar mijn laarzen gekeken om te zien hoe diep ik er wel in stak zoo is ook de lezer van dit boek geneigd nu en dan zijn schoeisel te inspecteeren met den auteur waadt hij door het nog dampend bloed van pas geslachte runderen en die auteur kent klaarblijkelijk die slachters en veekooperswereld op de belgisch nederlandsche grenzen op end op details van verschillende vleeschsoorten van runderprijzen enz
Op den laatsten duitschen socialistendag te Jena zei de oude Bebel naar aanleiding van de debatten over zijn motie , welke de ‘ politieke massa - staking ’ tot behoud van het algemeen kiesrecht aanbeval : ik heb nog nooit zooveel over bloed en revolutie hooren spreken als nu ; van tijd tot tijd heb ik eens naar mijn laarzen gekeken om te zien hoe diep ik er wel in stak .- Zoo is ook de lezer van dit boek geneigd nu en dan zijn schoeisel te inspecteeren : met den auteur waadt hij door het nog dampend bloed van pas geslachte runderen .En die auteur kent klaarblijkelijk die slachters - en veekooperswereld op de Belgisch - Nederlandsche grenzen op end ' op ; details van verschillende vleeschsoorten , van runderprijzen enz .
1,906
Bloed
['bloed']
198
hiertegen moeten wij wederom betuigen dat de vloeljende stijl zoo verre verwijderd is van alle stijfheid en kunst dat hij hier en daar aan het losse het onachtzame grenst schoon ook van dezen kant in geene fout vervallende en nu willen wij den lezer geen geurig nageregt uit s mans eigenen voorraad onthouden een of ander der karakters komt ons daartoe wel het voegzaamst voor
Hiertegen moeten wij wederom betuigen , dat de vloeljende stijl zoo verre verwijderd is van alle stijfheid en kunst , dat hij hier en daar aan het losse , het onachtzame grenst , schoon ook van dezen kant in geene fout vervallende .En nu willen wij den lezer geen geurig nageregt uit ' s mans eigenen voorraad onthouden .Een of ander der karakters komt ons daartoe wel het voegzaamst voor .
1,816
nageregt
['nageregt']
199
gy vest beide s hémels assen daar het groot gewelf op draaid met gewisse en zékere passen dat zoo sierlyk is bezaaid in zyn blaauw lazuuren veld met robynen ongeteld daar t gezigt heen gerigt in verward en dwaald en schémerd door den glans die van den opper trans dus af na benéden daald hermons hooge groene kruinen thabors top heel digt begroeid lust prieelen hòven tuinen daar sipres en lauwer bloeid spreiden door de geur en vrugt uwes godsheids lof gerugt wyd en verr rondom her over berg en dal dat eene wéder klank van prys en eere en dank wekt in u verkooren tal uwes arrems regt gerigte is de zuyl van uwen troon gaande voor uw aangezigte liefde en waarheid uit als boôn o gezégend volk dat hem keerd na t klinken van haar stem en die vaat t en ze laat zinken in de ziel terwyl et wand len mag in t ligt van uwen dag daar nooit mist of nével viel billik mògenze all haar léven zigh dan voên met uwen lof gy die haar dus hebt verhéven uit het ongeziene stof gy ô heere waar t en zyt nog de geen die ons altyd heeft bewaakt en gemaakt dat men òverwon gy zult na dézen wé er ons zoo verdonkerde eer door doen bréken als een zonn
Gy vest beide ' s hémels assen , Daar het groot gewelf op draaid , Met gewisse en zékere passen , Dat zoo sierlyk is bezaaid , In zyn blaauw lazuuren veld , Met robynen ongeteld , Daar ' t gezigt , , heen gerigt , In verward en dwaald , En schémerd door den glans , Die van den opper trans , Dus af na benéden daald .Hermons hooge , groene kruinen , Thabors top heel digt begroeid , Lust - prieelen , hòven , tuinen , Daar Sipres en Lauwer bloeid , Spreiden door de geur en vrugt , Uwes Godsheids lof - gerugt , Wyd en verr ' , , rondom her , Over berg en dal , Dat eene wéder - klank , Van prys en eere en dank Wekt in U verkooren tal .Uwes arrems regt gerigte , Is de zuyl van Uwen troon : Gaande voor Uw aangezigte , Liefde en waarheid uit , als boôn , O gezégend volk ! dat hem Keerd na ' t klinken van haar stem , En die vaat ' t , , en ze laat , Zinken in de ziel : Terwyl ' et wand ' len mag , In ' t ligt van Uwen dag , Daar nooit mist of nével viel , Billik mògenze all ' haar léven Zigh dan voên met Uwen lof : Gy Die haar dus hebt verhéven Uit het ongeziene stof , Gy ô Heere ! waar ' t en zyt Nog de geen , die ons altyd Heeft bewaakt , , en gemaakt Dat men òverwon : Gy zult na dézen wé ' er , Ons zoo verdonkerde eer ! Door doen bréken als een zonn ' .
1,698
Lauwer|Spreiden|Sipres
['lauwer', 'spreiden', 'sipre']
200
de musch wordt niet vermaakt door dien fraai bloeienden tulpenboom het bastaard nagtegaaltje riekt niet de geuren der bloeiende magnolia de os staat niet stil om zich te verwonderen over duizend veldbloemen
De Musch wordt niet vermaakt door dien fraai bloeienden Tulpenboom .Het Bastaard - Nagtegaaltje riekt niet de geuren der bloeiende Magnolia .De Os staat niet stil , om zich te verwonderen over duizend Veldbloemen .
1,777
Bastaard - Nagtegaaltje
['bastaard - nagtegaaltj']
201
daar is geen twist noch wrevel in gods stad de duivel riedt den mensch dien hy bezat
Daar is geen twist , noch wrevel in Gods Stad .De duivel riedt den mensch , dien hy bezat .7 .
1,720
den mensch
['mensch']