text
stringlengths
4
22.7k
label
int64
-1
1
Nee, ‘bruidsmuisje’ is geen tikfout. Het gaat in dit prentenboek (3+) wel degelijk over muizen. Ootje is geeneens een meisje, maar een jongetje en meer bepaald bruidsjongetje. Hij krijgt bij het huwelijk van Flore en Bastiaan de belangrijke taak om samen met Aafje de ringen aan te reiken. De plechtigheid verloopt prima en prachtig… tot die ringen. Ze vallen en rollen weg over de bloemenweide, eentje verdwijnt een muizenholletje in. Maar Ootje laat zich niet onbetuigd en schiet de ring achterna, waarop alles weer goed komt. Leesbevorderaar en auteur van tal van peuterboekjes Elly van der Linden maakt dankbaar gebruik van haar eigen kinderen en kleinkinderen ter inspiratie van haar boeken. In haar vorige samenwerking met de Brugse illustrator Greet Bosschaert waren de inspanningen van haar dochter Dominique om te leren schrijven het uitgangspunt voor Quique verzamelt het alfabet. In dit geval stond haar driejarige kleinzoon Oliver (genaamd Ootje) model voor de pronte en kwieke bruidsjonker. Echter niet een bijna-rampzalige bruiloft leverde het idee voor dit boek, maar de vraag van kinderboekhandels om een boek over een bruiloft. Er zijn nogal wat ‘genre-prentenboeken’ op de markt, die jonge kinderen aanschouwelijk bijstaan bij allerlei levensfasen. Zo bestaan er bijvoorbeeld prentenboeken met als thema de dood (van grootouders of zelfs van kinderen), of zijn er boeken over echtscheidingen of de eerste schooldag, over de geboorte van een nieuw broertje/zusje of over adoptie. Huwelijken maken inderdaad niet zo vaak het onderwerp uit van kinderboeken, hoewel kinderen toch nauw betrokken kunnen zijn bij bruiloften: wanneer hun ouders trouwen of hertrouwen, of wanneer ze als bruidskindjes actief meewerken in de plechtigheid. De gang van zaken op een trouwfeest is deze kinderen vaak nog vreemd. Een prentenboek dat hen een beetje voorbereidt op het verloop van een huwelijk kan daarom nuttig zijn. In Ootje het bruidsmuisje komen de klassieke aspecten van een trouwfeest achtereenvolgens aan bod. Samen met de voorlezer van het boek ontdekken de lezertjes het mooie kostuum, de drukte met vrienden en familie, de fotograaf, de ambtenaar die over het bruidspaar vertelt, de eed en de blosjes, de receptie en de bruidstaart. En natuurlijk de ringen. Ootjes avontuur met de vermiste ring is dan wel een beetje minder gebruikelijk voor een huwelijk, maar anders is zo’n bruiloft toch ook maar een saaie bedoening. De lezertjes pikken via dit boek op hoe leuk en prettig bruiloften zijn, al zijn het zenuwtoestanden, en dat ook kinderen verantwoordelijk én belangrijk kunnen zijn voor het goede verloop ervan. Het zal jonge lezers die te maken krijgen met een huwelijk op hun gemak stellen. Zij herkennen zich makkelijk in de koddige muisjes van Bosschaert, die een weinig spectaculaire, maar kleurrijke combinatie van acryl, kleurpotlood en collage hanteert. Haar techniek komt vooral tot zijn recht in haar bloemenweides en muizenholletjes, gedetailleerde prenten vol dynamiek. Minder geslaagd zijn de wat uitdrukkingsloze gezichtsuitdrukkingen van de muisjes, maar dat zal de identificatie van de lezers niet in de weg staan.
-1
Al eens gedacht aan Djedda als vakantiebestemming? ‘Ik kan me geen betere plek voorstellen.….voor scubaduiken’, zegt Andrew, de echtgenoot van hoofdpersoon Francis, cynisch. Inderdaad, na het lezen van ‘Acht maanden in de Gazastraat’ zullen al uw twijfels betreffende Saoedi-Arabië als vakantieland zijn weggenomen. Wat gebeurt er met een westerse vrouw die enige tijd moet leven in de zeer vrouwonvriendelijke maatschappij van het Koninkrijk? Daar gaat dit boek over, waarvoor schrijfster Hilary Mantel heeft geput uit haar eigen ervaringen in dat land. Hoofdpersoon is de Engelse Francis Shore die met haar man Andrew in Djedda, ook wel de bruid van de Rode Zee genoemd (blz. 105), gaat wonen omdat hij er een baan met een uitstekend salaris heeft gekregen bij een bouwmaatschappij. Terwijl hij druk is met zijn werk, is zij, op een enkele uitzondering na, verstoken van contacten en heeft zij niet de vrijheid om te gaan en staan waar ze wil. Is het boek bedoeld als roman of als een studie? Hilary Mantel heeft zelf over dit boek gezegd dat het ook gezien kan worden als een studie van een maatschappij. Dat maakt het boek tweeslachtig en dat heb ik als lezer als storend ervaren. De schrijfster wil haar punt over de positie van vrouwen in Saoedi-Arabië zó duidelijk maken dat het ten koste gaat van de personages en het verhaal. De personages zijn wat stereotiep en oppervlakkig voor een roman. Ze zijn naar mijn mening duidelijk ondergeschikt aan het thema. Ze blijven in dienst staan van de boodschap die de schrijfster ons wil meegeven. Veel meer komen we niet over ze te weten. Het huwelijk van Frances en Andrew blijft onderbelicht, zeker als je bedenkt hoe afhankelijk Francis van Andrew is voor contacten met de buitenwereld. Zou zij werkelijk nooit eens boos worden, huilen, met de deuren smijten of haar verdriet en eenzaamheid naar hem uitschreeuwen? Het verhaal beperkt zich tot koffiedrinken en etentjes met buurvrouwen en expats en boodschappen doen totdat de schrijfster (wat laat) op tweederde deel van het boek spanningselementen inbrengt, waarvan een aantal met een ‘loose end’. Zo krijgt de lezer alsnog (te veel) gelegenheid om te speculeren over de ontwikkeling van de geestestoestand van Francis en de uiteindelijke afloop van het verhaal. Dat dit boek toch boeit, komt door de beschrijvingen van de verteller over het openbare en huiselijk leven, de rol van mannen en vrouwen, de wetten van de sharia en andere aspecten van het leven in Saoedi-Arabië gezien vanuit westers perspectief. De dialogen waarbij door de ogen van moslimvrouwen naar deze maatschappij wordt gekeken en de ‘Saudi Gazette’ bieden niet genoeg tegenwicht en dat maakt het boek als studie eenzijdig, maar in een roman mag dat. Natuurlijk willen de meeste schrijvers via hun personages en verhaal een boodschap doorgeven of zaken duidelijk maken. Maar in het geval van ‘Acht maanden in de Gazastraat’ heeft dat naar mijn mening niet geleid tot een harmonieuze symbiose. Het is een serieus, donker boek en als zodanig geen luchtige vakantielectuur.
-1
Jouraliste Fay Pizzaro heeft een baan aangeboden gekregen voor een krant in New Orleans, natuurlijk kan zij deze baan niet weigeren en gaat als eerst aan de slag met een verslag over voodoo in New Orleans. Via een collega wordt haar aandacht getrokken naar een vreemde dood. Hiermee raakt Fay Pizzara verstrikt in een web vol intriges en leugens. Samen met twee mede collega's gaat Fay op onderzoek uit in de pas vernieuwende en opbouwende New Orleans nadat het voor aan aantal jaren geleden getroffen is door orkaan Katrina. Ik had zoveel meer verwacht van het boek, voorop de cover staat aangegeven dat het om een ijzingwekkende thriller zou gaan, dat ijzingwekkend en thriller hadden ze achterwege mogen laten. Het boek blijft oppervlakkig, personages worden niet uitgediept, en van het begin tot het eind is er niets van een thriller te bespeuren. Het enig positief puntje was dat de schrijfster zich goed ingestudeerd heeft in New Orleans en het goed weet te beschrijven.
-1
Ik had veel over dit boek gelezen, dus ik had hoge verwachtingen. Te hoog denk ik, want het boek was voor mij 1 groot vraagteken. Ik kon me absoluut niet inleven in het boek en daardoor was het voor mij ook geen prettig boek om te lezen. Het verhaal in grote lijn was wel aardig, maar helaas ook niet meer dan dat. Teveel fantasy voor mijn gevoel. Ik heb meer boeken gelezen die gaan over de toekomst, maar daar kon ik meer mee als met dit boek. Ik werd er soms zelfs bang van hoe het zou kunnen gaan. Dit was zo zweverig voor mij, dat ik dat bij dit boek absoluut niet kan voorstellen. Er werden voor mijn gevoel teveel karakters beschreven en hoewel ze allemaal uiteindelijk wel iets met elkaar te maken hadden, moest ik meerder malen teruglezen wat er ook al weer met iemand gebeurd was. Het bleef niet hangen en was voor mij te warrig allemaal. Dus helaas een goede recensie zit er voor mij dit keer niet in.
-1
Wat je als student over eten moet weten is een boek met een wat dubieuze titel. Want de titel uit het Engels “What’s a cook to do”, doet dit boek veel meer recht aan. Overigens is dit boek al eens onder de naam “Wat je als kok moet weten” uitgebracht. En dat is naar mijn mening de juiste titel. Ten eerste suggereert de titel dat het boek gaat over voeding maar het gaat met name over bereidingen van voeding. En, welke student wil er al weten hoe hij kreeft moet klaarmaken? Hoe je kippenjus maakt, een spuitzak vult, hoe je oesters bereid of mosselen schoonmaakt of hoe je kalfsbouillon maakt? Niet dat er geen ambiteuze studenten zijn in de keuken maar dit boek is naar mijn idee niet echt geschreven voor deze doelgroep. James Peterson, die al vele culinaire titels op zijn naam heeft, komt met een naslagwerk dat vooral op zijn plaats is bij de beginnende maar ook meer ervaren koks die ook een iets bredere portemonnee hebben. Het boek biedt zeker een enorme brede basis aan wetenswaardigheden en (bereidings)tips en trucs. Hoe zie je of schaaldieren vers zijn? Hoe scheid je een ei? Wat is het geheim van stoofvlees? Maar ook, hoe maak je botersaus, hoe smelt je chocolade en hoe maak je een omelet. Als laatste bevat het boek zelfs een etiquette lijst hoe je je in een sterrenrestaurant moet gedragen. Maar dat is ook niet echt studentenvoer. Het boek is interessant en bevat 400 pagina’s informatie en korte recepten. Het is niet overal consistent. Het boek mist ondanks de indeling in 10 hoofdstukken onderlinge structuur. Vaak gaat het van de hak op de tak. In technieken staat hoe je een ui moet schillen of een wortel moet snijden in plaats van in het hoofdstuk groenten en fruit. Terwijl in het hoofdstuk over groenten wel weer staat hoe je wortels julienne snijdt. Ook het gebruik van kruiden staat onder benodigdheden, technieken en tips terwijl dit onder groenten en fruit wat mij betreft beter op zijn plaats is. Van bijvoorbeeld snijden van wortels gaat het naar potten en pannen kiezen, bakken met boter en oliën naar hoe maak je croutons. Het hoofdstuk eieren, kaas, pasta en rijst begint met kaas. Van hamburgers gaat het naar hoe je een vuur maakt voor de grill, schoonmaken van de grill, uitslaande vlammen voorkomen naar een stoofschotel maken. Het ene recept is beschreven in hoeveelheden en temperaturen, het andere is zo minimaal dat je niet weet hoe lang iets in de oven moet, het moet bakken of hoeveel ingrediënten je nodig hebt. Voor een kreeft staat bijvoorbeeld dat je deze op de laagste temperatuur in de oven moet zetten. Mijn laagste temperatuur is 50 graden maar als je goed kijkt in de (wel) handige lijst met maatvoeringen in het boek zie je dat daar de laagste ovenstand 120 graden is. Dus welke is het? Bij het maken van risotto met schelpdieren staat “fruit de uien” (hoeveel?) en “voeg de saffraan met het vocht waarin het heeft geweekt toe” maar waar komt die saffraan opeens vandaan en hoeveel? Erg enthousiast word ik niet van de wirwar aan informatie. De stronk van een broccoli kan je gewoon eten en is zelfs heel erg lekker. Maar het boek beschrijft bijvoorbeeld dat je enkel de roosjes moet snijden van de stronk. Zonde. Ik geef toe er zitten ook een hoop wetenswaardigheden in het boek die wel heel bruikbaar zijn maar ik merk dat ik het boek steeds weer weg leg. Ik kan me voorstellen dat het als naslagwerk zeer bruikbaar is als je even specifiek iets wil opzoeken. Mijn conclusie? Ik kijk altijd naar de intenties van een boek. Wat is de doelgroep en wat wil het boek bereiken. Dit boek is niet “het” boek voor studenten en is het niet specifiek voor deze doelgroep geschreven. Het is oude koek in een nieuwe verpakking. De eerste titel was wat mij betreft een juiste: “Wat je als kok moet weten.” Maar dan wel een (thuis)kok met veel geduld en genoeg inzicht om de soms wat beknopte en onduidelijke info te kunnen ontrafelen. Kaasfondue in tien minuten Sommige mensen denken dat zelf kaasfondue maken moeilijk is, maar in werkelijkheid is het een van de eenvoudigste gerechten – je doet in feite niets meer dan kaas in wijn smelten. Dit recept is voor vier mensen. 1. Rasp 450 gram gruyère en 450 gram emmentaler. Zet opzij 2. Plet een teentje knoflook, verwijder het schilletje en leg de knoflook in een steelpan met 500 ml droge, witte wijn. 3. Breng de wijn aan de kook en laat 2 minuten zachtjes koken. 4. Vis de knoflook eruit en voeg de kaas toe. Blijf roeren tot de kaas begint te smelten. 5. Doe het kaasmengsel in een ouderwetse fonduepan en zet die op een warmhoudplaatje (om te zorgen dat de kaas zacht blijft), haal de fonduevorken tevoorschijn en dien de fondue op met stukken stokbrood of grof boerenbrood.
-1
Alice valt in een konijnenhol en beleeft vervolgens allerlei avonturen in een wonderlijke omgeving. Deze bewerking door de Vlaamse schrijver Ed Franck, van de klassieker 'Alice's adventures in Wonderland' uit 1865 door Lewis Carroll, heeft veel van de fascinerende, diepere lagen van het origineel verloren. Het origineel is een boek voor lezers van 8 tot 80 jaar en deze bewerking is eigenlijk helemaal gefocussed op een hele jonge lezersgroep. Er is weinig diepgang te vinden en het verhaal is in een eenvoudig taalgebruik geschreven. De bedoeling van Franck was om een eigentijdse Alice neer te zetten en dat is hem gelukt, maar het is wel wel ten koste gegaan van de kracht van het origineel. De illustraties van Rebecca Dautremer zijn zonder meer sprookjesachtig mooi en het is een plezier om dit mooi afgewerkte boek door te bladeren en de details van de afbeeldingen te bewonderen. De illustraties dragen het boek en ondersteunen het verhaal bijzonder goed. Kanttekening daarbij is toch wel dat de tekeningen vanwege de complexe details en soms wat sombere uitstraling wat meer geschikt lijken te zijn voor een iets oudere doelgroep. Als boek op zich is het een vlot te lezen verhaal en heel geschikt als voorleesboek voor jonge kinderen. De verhaallijn is goed gevolgd en de gedichtjes zijn leuk en eigentijds. Helaas heeft deze bewerking niet de kracht om de fantasie blijvend te prikkelen en de diepere lagen te vinden die het origineel onsterfelijk heeft gemaakt, en dat heeft niets met het gedateerde taalgebruik van het origineel te maken. Het heeft te maken met het weglaten van mooie dialogen en woordspelingen. Het krachtige spel met logica is vereenvoudigd en doet weinig meer om de lezer te prikkelen. Franck heeft een leuk kinderboek geschreven en het is prachtig geillustreerd. Leuk, niet meer dan dat!
-1
De context is in 1971 verschenen. Sciascia schreef het naar aanleiding van een krantenbericht dat hij gelezen had over een man die werd verdacht van een moordpoging op zijn vrouw. De aanwijzingen voor die verdenking wezen er volgens Sciascia op dat de vrouw zelf alles in scène had gezet. Gaandeweg het schrijven is het verhaal zich op een manier gaan ontwikkelen die Sciascia niet voor ogen had. En dat is te merken aan het boek. De context begint met een reeks aanslagen op rechters en officieren van justitie. Rechercheur Rogas wordt op de zaak gezet, omdat hij de scherpzinnigste speurder van het land is. Zijn verdenking gaat al snel uit naar ex-gevangenen die ooit ten onrechte gezeten hebben en nu wraak willen nemen op het justitiële systeem. De context begint al vrij literair met een beschrijving in vogelvlucht van de moorden en het onderzoek van rechercheur Rogas. Pas op pagina 22 is de eerste dialoog te lezen. Het dunne, hoofdstukloze, boekje balanceert vervolgens een poosje tussen een literaire en een detectiveroman, om halverwege helemaal door te slaan naar de literatuur. Het misdaadelement is dan alleen nog maar nodig om verhandelingen over bijvoorbeeld de misbruik van macht aan op te hangen. Daarmee is De context een boek geworden dat niet bestemd is voor de doorsnee thrillerlezer. Het is dapper van uitgeverij Serena Libri dat ze dit boek wil uitgeven, want de doelgroep zal niet zo groot zijn. Sciascia zegt in zijn nawoord dat hij er met plezier aan begonnen is, maar dat aan het eind het plezier hem was vergaan. Datzelfde had ik met het lezen van dit boekje.
-1
Het vijfde boek in de Bureau MaRiT reeks kampt met dezelfde problemen als het vierde deel. Het boek is slordig en onhandig geschreven. Omdat Vermeulen nog steeds persoonlijke voornaamwoorden gebruikt als er opeens andere personages worden beschreven, is het weer vaak niet duidelijk welke personages het onderwerp van de tekst zijn. Na verloop van tijd is het behoorlijk irritant om elke keer in verwarring terug te moeten lezen om te proberen bepalen over wie het nu weer gaat. Wat me het meest opvalt zijn echter niet de foutjes die weggeschaafd hadden moeten worden voor publicatie, maar de stukken die geheel herschreven hadden moeten worden. Er vinden bijvoorbeeld meerdere gesprekken tussen de hoofdpersonages Marit, Jack en Dix plaats over seksueel misbruik bij kinderen. Dat is een verschrikkelijk zwaarbeladen onderwerp waarbij bij de meeste mensen heftige emoties zouden vrijkomen. Vermeulen geeft ook regelmatig aan dat haar personages emotioneel bewogen zijn. Dit doet Vermeulen door letterlijk dat woord te gebruiken, vb. ‘… zei Marit emotioneel.’ Ondertussen geeft de dialoog hiervan niets weer. De toon is zo droog dat het net zo goed over de jaarlijkse belastingaangifte van de personages had kunnen gaan. Keer op keer komt wat Vermeulen vertelt (het onderwerp raakt Marit) niet overeen met wat ze laat zien (Marit praat op geforceerde wijze over het onderwerp). De zaak is een stuk interessanter dan de zaken in het vorige boek, maar Vermeulen verkwanselt mijns inziens de potentie hiervan volledig. Kortom: ik vind het een flutboek.
-1
Slaughter is voor mij nu echt "gevallen". Wat een slecht boek is dit, bah. Als fan van het eerste uur kwam ik gedurende het lezen van meer boeken van haar tot de conclusie dat ik Slaughter-moe ben geworden. Zeer lange dialogen en ernstige gruweldaden werden gewoonweg "too much" voor mij. Na een stop van 5 jaar toevallig dit boek te leen gekregen. Ik dacht: waarom ook niet. Welnu: ik ben nu klaar met Slaughter. Ontzettend traag boek, veel te lange dialogen (soms wel 20 pagina's lang) en een periode van slechts een paar dagen wordt in ruim 400 pagina's beschreven. Gewoonweg doodsaai. De spanning in het boek is dus ver te zoeken. Slaughter is verder te Amerikaans geworden. Diepgang in het boek mist en de geloofwaardigheid van de hoofdpersonen laat zeer te wensen over. Wat mij betreft: niet aan beginnen.
-1
Dit boek vond ik matig. Je leert de personages kennen vanuit de ik persoon. Maar het waren er dan ook meteen best veel. Het duurde even voordat het verhaal vorm begon te krijgen in mijn hoofd. Dat iemand een drankprobleem heeft en dat het moeilijk is om mee om te gaan, daar kan ik mezelf best in verplaatsen. Maar toch vind ik het in dit boek overdreven vaak aan de orde komen, zodat ik mij begin te irriteren aan de hoofdpersoon. Dan wordt het heel lastig om er een positieve recensie over te schrijven. Als dat wat minder overdreven naar boven gekomen was, dan was er niets mis met het verhaal.
-1
Het verhaal gaat over een terminale zieke dame die op aanraden van haar therapeute een dagboek gaat bijhouden.Haar laatste wens is haar zoon nog te zien waar ze al 2 jaar geen contact mee heeft gehad, met wie ze eigenlijk nooit een goede band heeft gehad en die verhuisd is naar Duitsland. Voor een debuut vind ik het nogal een zwaar onderwerp maar het is luchtig en makkelijk te lezen. Haar schrijfstijl is een mengeling van poëzie. En daar heb ik niet zoveel mee. Het gaat soms van de hak op de tak zodat je even niet meer weet waar het overgaat. Vooral de gedachte over zijn Mexicaanse vader irriteerde soms. Zo ook de herhalingen in het boek. Vond ook de sexuele insinuaties van de dame niet zo nodig. Ik denk dat de schrijfster een mooie toekomst tegemoet gaat.
-1
Ik keek erg uit naar dit boek. Het idee achter dit boek om Hitler in de huidige tijd te plaatsen, is natuurlijk fantastisch. Ik verwachtte dan ook een leuk pakkend verhaal met veel humor, maar helaas kwam dit er niet uit. Met veel moeite heb ik me door het verhaal moeten slepen. In Duitsland was dit boek een bestseller, maar volgens mij geeft dat eens te meer aan dat beide volkeren een ander gevoel voor humor hebben. Niet alleen de humor viel tegen, maar vooral de manier van schrijven. Vermes gebruikt korte, vaak zakelijke zinnen, waardoor het verhaal nogal 'staccato' overkomt en ik moeite had om te blijven lezen. Daarnaast schiet ook de vertaler een aantal keren tekort als hij Duitse woordspelingen één op één probeert te vertalen. De personages in het boek worden vaak te weinig uitgediept, en hebben weinig tot geen binding met de hoofdrolspeler. Het blijft allemaal een beetje afstandelijk en zakelijk. Is het dan een echt slecht boek? Nee, want het idee achter het verhaal zorgt er wel voor dat je nieuwsgierig wordt naar de verdere ontwikkelingen en de nieuwe carrière van Hitler. Ik kan me daarnaast voorstellen dat lezers met een sterke Duitse kennis/achtergrond zich makkelijker kunnen vinden in dit verhaal. Zelf vind ik alleen dat het idee een betere uitwerking verdiend had.
-1
Wat begon als een best goede serie, waarvan ik wilde weten waar het heen ging omdat ik verschillende voorspellingen had gedaan, maakte dit boek dat ik het door de kamer wilde gooien. America is met het hoofdstuk vervelender. Het is natuurlijk knap lastig als je twee mannen tegelijk leuk vindt, maar serieus, dit was een verschrikking om te lezen. Het verhaal van Marlee daarentegen is een stuk interessanter. Het is fijn dat ze terugkomt en er aandacht aan haar wordt gegeven, gezien het verhaal het absoluut nodig heeft. Er zitten pluspuntjes aan het boek waardoor ik hem wel uit heb gelezen. De stijl is vlot en leest fijn weg; voor je het weet ben je weer twee hoofdstukken verder. Voor mij is het dramagehalte te hoog, maar gezien er een heleboel fans zijn heeft Kiera hier een knap staaltje werk neergezet. Wat er precies in dit boek zit waardoor ze zo verslaafd zijn en het zo prijzen, daar ben ik echter nog niet achter.
-1
Ingewikkeld geschreven; niet echt vlot leesbaar. Spijtig.
-1
Gistermiddag na Het Schervengericht wilde ik even wat luchtigers hebben om te lezen. Ik had Buiten zinnen van Mel Wallis de Vries meegomen uit de bibliotheek omdat er 'jeugdthriller' op stond. Ik dacht; wat is dat nu weer en wat moet ik me daar nu weer van voorstellen. Gisteren dit boek dus maar ter hand genoemen en toen ook maar meteen uitgelezen (het was niet erg dik; zo'n 220 pagina's). Het begint met de begrafenis van Karlijn, die de weken voor haar dood steeds dezelfde nachtmerrie had over mensen in haar kamer die haar kwamen vermoorden. Karlijns moeder geeft, om onduidelijke redenen, na haar dood de dagboeken aan Eva, die vroeger haar beste vriendin was, maar nu hadden ze geen contact meer. Wanneer zij de dagboeken leest en zelf ook bezoek krijgt van de man in de nacht, gelooft ze niet meer dat Karlijns dood een ongeluk was. Maar is het wel zo veilig om er onderzoek na te doen? Dit boek werd vergeleken met Nicci French en ook ik vind de gelijkenis treffend. Het had, in een iets andere vorm, met een iets volwassener schrijfstijl inderdaad een boek van het schrijversduo kunnen zijn. Maar dit is een jeugdthriller en dus ook niet bedoeld voor volwassenen. Echt spannend vond ik het niet, het einde zag ik toch wel aankomen en ik vond de personages ook wel weer erg naief (net als bij voorgenoemd schrijversduo). De schrijfstijl was wel erg kinderlijk vond ik, niet echt alsof ik een boek van 15+ aan het lezen was. Het las wel makkelijk, in een paar uurtjes is het boek uit en tijdens het lezen is het best boeiend. Maar een echt spetterend verhaal kon ik het nu ook weer niet noemen en grote verrassingen zaten er voor mij ook niet echt in. Een echt tussendoorboekje, meer kan ik er niet van maken. Volgens mij zijn jeugdthrillers niet echt mijn ding: 2 sterren...
-1
Melissa Hill is een Ierse bestsellerauteur van romantische boeken die tot nu toe nog niet in Nederlandse vertaling zijn verschenen. Samen met haar man Kevin probeert ze nu het thrillergenre uit, onder de naam Casey Hill. Taboe is het debuut van dit schrijvend echtpaar. Reilly Steel is een forensische specialist die zich na een opleiding bij de FBI in Ierland heeft gevestigd, om zo dichter bij haar vader te kunnen zijn. Veel tijd voor familieaangelegenheden heeft ze echter niet. Haar kennis is dringend gewenst om een recente golf van gruwelijke moorden in Dublin op te lossen. Steel ontdekt een verband tussen de moorden dat te maken heeft met Sigmund Freud en taboes. Maar met dat verband is de moordenaar nog niet gevonden. Dat Melissa Hill tot nu toe alleen romantische boeken heeft geschreven is te merken aan Taboe. De personages zijn van bordpapier en de romance tussen Steel en detective Chris Delaney zie je al van mijlen ver aankomen. Taboe kun je nog het beste gedachteloos lezen. Als je iets kritischer naar de plot kijkt, dan valt op hoe gekunsteld die is. De verschillende moorden volgen in snel tempo achter elkaar, met amper ruimte voor enige achtergrondinformatie. Steel krijgt van het echtpaar Hill een geheim mee, iets dat te maken heeft met wat haar zusje Jess destijds in Amerika is overkomen. Op onverwachte momenten wordt in het boek aan het geheim gerefereerd. Voor detective Delaney heeft Hill bedacht dat hij last heeft van pijnlijke ledematen. Hij wil geen medisch onderzoek ondergaan omdat hij bang is zijn functie te verliezen. Het is te merken hoe het echtpaar Hill geprobeerd heeft hier een onderhoudend boek van te maken, met ingrediënten als een beetje Freud, wat lugubere moorden en een vleugje romantiek. Maar door de oppervlakkige uitwerking mist het zijn effect op de kritische lezer. Dat komt bijvoorbeeld tot uiting in de manier waarop de lichamelijke klachten van Delaney afgehandeld worden. Ook is de timing van de gebeurtenissen onzorgvuldig. Het hoe en wat van de moordenaar komt te versnipperd en te laat aan bod, waardoor er van enige diepgang geen sprake meer is. En diepgang is juist wat het boek mist. De plot van het boek had in de handen van een betere schrijver voor meer impact kunnen zorgen. Nu is het niet meer geworden dan een uitstapje van een bestsellerauteur die zich beter kan beperken tot romantische boeken.
-1
Na Deception Point (errug goed) en Da Vinci code (topper!) de derde die ik van Brown las en het is met afstand de minste van de drie. Als ik deze als eerste had gelezen, dan had Brown niet op mijn lijstje favoriete auteurs gestaan. Eén ster zou het boek echter geen recht doen, maar drie sterren is m.i. duidelijk te veel eer. Twee stuks dan maar....
-1
Ik had mij verheugd op dit boek, maar kwam bedrogen uit. Het is dan ook totaal geen thriller. De personages worden tot in den treure uitgewerkt. De eerste 20 pagina’s van het boek worden dan ook al besteed aan wat ze eten, doen en laten. De schrijfstijl is eenvoudig, maar de lange zinnen maken het lezen lastig, tevens is de vertaling nogal vreemd zodat je af en toe ergens op blijft hangen. De plot zit goed in elkaar, de ontknoping is nog wel aardig voor zover je dat kan zeggen van dit boek. Het is dan ook eerder een aaneenschakeling van lange zinnen, veel psychologische uitleg. Dit boek is minstens de helft te dik. De spanning ontbreekt volkomen. Beslist geen boek om je een dag mee te vermaken. Halverwege ging het boek mij zelfs vervelen. Kortom, misschien een goede roman, maar beslist geen thriller. Ik vind het dan ook geen aanrader en heb niet meer dan 2 sterren over voor dit boek.
-1
Wat een verschil met boeken als Inferno of andere topthrillers, waarbij je meteen tot over je oren in de spanning zit. Ripper komt zo traag op gang als een Scandinavische tv-detective. Met dat verschil dat je niet even naar de wc kunt gaan om een flink stuk over te slaan. Ik heb die laatste honderd pagina's, waar je kennelijk in een dag doorheen dendert, niet gehaald. Dit soort boeken die van nul tot honderd in drie kwartier optrekken, dat gaat mijn spanningsboog te boven. Dan begin ik me toch echt te ergeren aan mooischrijverij. Terug in het inpakpapier en cadeau geven aan iemand met meer geduld.
-1
taal voor de leuk, het nieuwste boek van Paulien cornelisse. erg uitkijkend naar dit boek vind ik hem helaas wat tegenvallen. waar bij haar voorgaande boeken ik het boek niet wilde wegleggen en ‘moest’ blijven lezen kwam er voor mijn gevoel geen eind aan dit boek. jammer, want paulien heeft mij mijn liefde voor taal laten inzien met haar eerdere boeken. zoals in haar voorgaande boeken geeft ze haar kijk op de Nederlandse taal.
-1
Ik ben verslaafd aan het werk Sophie Hannah's. Ik heb echt hoge verwachtingen van deze roman, maar ik kwam niet door dit bijzondere boek. Het kostte me een tijdje om erin te komen en dat is heel ongewoon voor mij. Ik vond het heel moeilijk om me te concentreren op het verhaal. Normaal word ik altijd meegesleurd door haar sub-plots, maar deze vond ik niet fijn om te lezen en hierdoor duurde het ook lang voordat ik er doorheen kwam. Haar plots zijn meestal met grootste finesse uitgewerkt, maar er waren er te veel om het verhaal nog te kunnen begrijpen. Hierdoor ben ik bijna gestopt met lezen. Ik zal altijd blijven uitkijken naar haar titels, maar dit boek heeft me behoorlijk teleurgesteld.
-1
Een grote tegenvaller na In de ban van mijn vader dat ik eerder las. Het blijft volkomen onduidelijk wat er nu precies mis is in de verhouding tussen vader en zoon. De zoon is een lethargische nietsnut: niet iemand waarmee je je gemakkelijk identificeert.
-1
Charles Latimer, een Engelse universiteitsproffessor die van zijn hobby als detectiveschrijver zijn beroep gemaakt heeft, is op vakantie in Istanbul. Daar heeft hij een toevallige ontmoeting met de Turkse kolonel Haki. Tijdens deze ontmoeting vertelt kolonel Haki over Dimitrios die een gangster, huurmoordenaar, spion en vrouwenhandelaar. Dit verhaal intrigeert Latimer… en deze wil op zoek naar het “wezen” Dimitrios, om het te verwerken in zijn nieuwe boek. Deze zoektocht gaat over de Balkan tot het eindpunt in Parijs. “Het masker van Dimitrios” is voor mij geen thriller (heeft een onverwacht einde) maar een (doorsnee) misdaadroman. Krijgt van mij 2 sterren.
-1
Slap en ongeloofwaardig verhaal, het begon wel aardig maar werdt steeds ongeloofwaardiger.
-1
Wat een zware tegenvaller is dit boek. Met de 50 tinten in mijn achterhoofd (natuurlijk) ben ik aan dit boek begonnen. Het is een keukenmeidenroman met weinig tot geen spannende erotische scenes. Er zit een beetje sex in, maar het is gewoon rechttoe rechtaan. Ik heb spijt dat ik dit boek aangeschaft heb.
-1
Alweer drie jaar lang is uitgeverij Luitingh Sijthoff het verzamelde werk van de Franse fantasyschrijver Pierre Grimbert de Nederlandse markt op aan het jagen. Het tempo is wat afgenomen: vertaalster Margreet van Muijlwijk lukte het de eerste serie van vier boeken binnen een jaar in de Nederlandse boekwinkels te krijgen, terwijl er bij de huidige serie, De kinderen van Ji, zowaar bijna een jaar tussen de eerste twee delen zat. Deel 2, De barbarenkoningin, verscheen afgelopen juni – en is het meest teleurstellende werk van Grimbert tot nu toe. In het vorige deel, Het vergeten testament, hebben de kinderen van Ji te horen gekregen dat één van hen de Tegenstander is die de demon Duyster kan verslaan. De barbarenkoningin uit de titel, Che’b’ree, heeft een kind gekregen met Saat, de tovenaar die Duyster heeft gecreëerd. Ze is vol spijt van haar daden sinds Lana, één van de erfgenamen van Ji uit de eerste serie, haar leven en dat van haar kind redde, en stuurt haar zoon Keb erop uit om de erfgenamen en hun kinderen te beschermen. Ook Zuïa, de godin van de inmiddels bekende Züu-moordenaars, wil zich aan de kant van de kinderen scharen. Met al deze bedenkelijke belangstelling weten de kinderen zelf niet meer wie ze kunnen vertrouwen. Het verhaal ontwikkelt zich traag: zoals het de vorige keer een half boek lang duurde voordat iedereen op avontuur vertrok, zo hebben we deze keer meer dan driekwart van het boek uit voordat de groep de Barbarenkoningin bereikt. Ook is het grotendeels voorspelbaar: vrijwel alle verhaalelementen waar Grimbert gebruik van maakt zijn terug te vinden in A Tough Guide to Fantasyland van Diana Wynne Jones. Dat is geen compliment; haar boek is een verzameling van stereotiepe fantasy-verhaallijnen. Bij vlagen is het boek toch nog spannend. We komen er eindelijk achter wat er met Bowbaqs kleindochter Niss, die niet kan communiceren, aan de hand is. Deze fragmenten maken het frustrerend en intrigerend tegelijk om te bedenken hoe goed het verhaal zou zijn als de eerste twee boeken van deze serie waren ingekort tot één boek met de lengte van De barbarenkoningin. De rest van het verhaal hangt helaas aan elkaar van taalkundige gedrochten zoals deze: 'Na enige tijd begon Cael de plek al minder aangenaam te vinden dan op het eerste gezicht. Hij had even nodig om zijn indruk te kunnen omschrijven; daarvoor moest hij het vertrek eerst beter bekijken.' Show, don’t tell, vertellen talloze inleidingen tot het schrijverschap ons. We willen het zelf zien, niet voorgekauwd krijgen. Verbijsterend genoeg is het Pierre Grimbert gelukt om een beroemd schrijver te worden zonder naar dit advies te luisteren. Op vrijwel iedere bladzijde gebruikt Grimbert het woord ‘trouwens’ om onsamenhangende zinnen aan elkaar te rijgen of zelfs de vorige zin geheel tegen te spreken: 'Hij had zich nooit kunnen voorstellen dat een Wallattische koningin zich op zo’n plek zou kunnen vestigen… Hij kon zich trouwens voor haar geen enkele passende plek voorstellen.' Deze frequentie van houterige zinnen moet na zes boeken zelfs de grootste Grimbert-fan storen. Had Van Muijlwijk maar wat meer kans gehad om creatiever met de brontekst om te gaan. Een jonge lezer die op zoek is naar licht verteerbare fantasy zal zich best kunnen vermaken met Grimberts eerste serie. De barbarenkoningin heeft bevestigd dat de tweede serie de moeite niet waard is: van de hand van deze recensent zullen er geen Grimbert-recensies meer komen. Het is tijd om nieuw talent de ruimte te bieden.
-1
had er meer van verwacht . duurt eeeeeeeeeeeeeeeeeeeuwig voor het op gang komt. Heb vele pagina's diagonaal gelezen omdat ik van het principe ben ; éénmaal aan een boek begonnen , lees ik het ook uit...............maar 'k heb mijn best moeten doen
-1
Blauwe maan is deel twee van een serie over Kate Prospero, speciaal agent in de stad Babylon. In de wereld van Kate Prospero is magie wat drugs in onze wereld zijn: verslavend, misdaad uitlokkend en soms dodelijk. De productie van en handel in illegale magische drankjes tiert welig in bepaalde wijken in Babylon. Als er binnen één maand tijd twee volle manen vallen, raakt de hele magische wereld over zijn toeren. Als dat ook nog eens bijna samenvalt met Halloween, is alle magie sterker en onvoorspelbaarder dan anders. Tijd om overuren te draaien dus, voor het Magic Enforcement Agency (MEA). Kate speelt een bijzondere rol in deze politie-eenheid, omdat ze zelf van magische afkomst is. Haar oom, opperhoofd van een van de machtige magie-kartels, zit al jarenlang in de bak maar trekt op de achtergrond nog stevig aan de touwtjes. Te midden van de toch al chaotische situatie rond de Blauwe Maan duikt er een nieuwe magische drug op die gebruikers aanzet tot ongeremde lust, met als gevolg verkrachting. Dit blijkt geen toeval te zijn. Het boek is een leuke opvolger van deel één, het verhaal is weer een rollercoaster en de personages worden in deel twee wat meer uitgewerkt. Er wordt een hoop met spierballentaal gesmeten, Kate is en blijft een stoer mens dat haar eigen gang gaat. Het gegeven van de stad met de magische kartels met hun eigen wetten is nog steeds heel goed gevonden. Maar toch beklijft de verhaallijn niet. De acties van de 'bad guys' slaan nergens op, ook niet voor irrationele maniakken. De acties van de 'good guys' zijn overdreven gekunsteld. De relatie van Kate tot haar collega's, vrienden en haar broertje blijft moeizaam, wat op zich goed verhaalvoer zou kunnen zijn, als het wat beter uitgewerkt werd. Het taalgebruik is nog meer 'over the top' dan in het eerste boek, zodanig dat het irritatie opwekt. Het 'verhaal achter het verhaal', de interne worsteling van Kate met haar magische afkomst, en het langzaamaan steeds meer ontdekken over haar eigen verleden, vraagt om méér. Maar ook dit komt niet lekker uit de verf: Kate vraagt zich niks af en stelt geen moeilijke vragen, ook niet aan zichzelf, en als ze zich iets realiseert, is het in één klap: pats boem. Alle deuken en bulten die Kate oploopt, zowel fysiek als psychisch, zijn binnen no-time weer gladgestreken. Dóór naar het volgende spannende moment. Te veel, te snel, te weinig doordacht.
-1
Toen ik de samenvatting van Verdwenen las, werd ik direct geprikkeld om het boek te lezen. Het klonk heel mysterieus en interessant. Wat is er toch met die kinderen gebeurd? Waarom komen er maar 5 kinderen terug van de 6 die zijn verdwenen? Echter laat de uitwerking van het verhaal heel veel te wensen over. De personages zijn zeer oppervlakkig, het verhaal voelt geforceerd aan. Je zou wel iets meer verwachten van mensen die zich niets meer kunnen herinneren van de 11 jaar die ze verdwenen waren. Daarnaast zag ik de liefdesrelatie wel aankomen, maar die voelde ook wat nep. Het was allemaal zo voorspelbaar. Het werd gewoon saai om verder te lezen. Toch bleef ik lezen, want ik wilde weten wat er nou met Max was gebeurd. En wie deze kinderen had ontvoerd. Uiteindelijk kwam dat allemaal naar boven, maar er was niet echt een climax ernaartoe. Het was gewoon pats boem dit was het, het is opgelost. Nee, dit boek heeft mijn verwachtingen zeker niet waargemaakt. Daarom krijg het met pijn en moeite 2 sterren.
-1
Het verhaal leest lekker weg maar daar is ook alles mee gezegd. Ik vond het te simpel geschreven, kinderlijk bijna, en niet alles wordt goed uitgewerkt (hoe is bijv. de verbouwing uiteindelijk afgelopen? Spreekt ze haar moeder nog?). En dan lees je de laatste paar blz. die ineens uit een heel ander personage worden verteld. Nee ik vond het te rommelig. Wel ben ik dan toch wel stiekem benieuwd naar hun nieuwe boek, om te zien of ze zijn gegroeid in hun schrijven of om te zien of gewoon dit verhaal mij niet aansprak.
-1
Thrillers, op zich best een aardig genre, ware het niet dat je veel te vaak al precies kunt raden hoe het (af) zal gaan lopen. Soms kom je eens iets tegen wat in het genre thriller een uitzondering vormt. Zoals Zes Verdachten van Vikas Swarup of De Nachtploeg van Natsuo Kirino. Maar dat zijn sowieso verhalen die de standaard thriller (onschuldige vent krijgt bikkelharde boeven achter zich aan en ontkomt op het nippertje) ontstijgen. Op Hebban las ik over Niks van Koen Gubbels dat het een thriller was die buiten de gebaande paden trad. Ik zag dat er een leesclub voor dit boek was en meldde me aan, benieuwd of Niks was wat beloofd werd of dat het de zoveelste ronkende reclame voor niks bijzonders was. Om te beginnen is NIKS niet zozeer een pure thriller. Het gaat over een man die zijn baan, zijn huwelijk en zijn relatie met zijn zoon kwijt is geraakt. Hij is vooral ladderzat en reageert in een dronken waas op een mail uit China, lijkt een nieuwe start te kunnen maken en vertrekt halsoverkop naar China. Ondertussen flashen we regelmatig back naar hoe Nik (de hoofdpersoon) zijn zoon en zijn vrouw kwijt raakte plus nog wat verdere flash backs naar zijn relatie met zijn eigen vader. In China gaat het in no time mis (eerste redelijk spannende deel, maar dat is ook heel snel voorbij) maar daarna keutelt het verhaal lange tijd voort om tegen pagina 220 (van de 278) weer op te vlammen om een regelrechte thriller apotheose te krijgen. Helaas, de apotheose betrad alle gebaande thrillerpaden, pakte alle cliché's mee, eindigde zoetsappig en kreeg met de epiloog nog een totaal overbodige blinde darm. Of appendix, whatever. Nu zijn er ook best thrillers die ondanks cliché's toch boeien doordat ze goed geschreven zijn, maar ook die vlieger ging bij Niks niet op. Het eerste hoofdstuk vond ik zelfs erg slecht. Bordkartonnen personages met 0,0 diepgang, conversaties die alleen in boeken plaatsvinden, cliché op cliché met wat dat betreft als tragisch dieptepunt een Syrische man die enorm krom praat en een totaal ongeloofwaardig gesprek houdt met de hoofdpersoon. Later in het boek komt een Groningse boer voor en die voldoet ook zo'n beetje aan elk cliché van een boer. En zo gaat het met vrijwel elk personage. Van Chinese knappe meid tot Chinese gangster tot Brit, ze zijn allemaal geknipt uit de standaardpersonage gids. De hoofdpersoon is en blijft een ongelooflijke lul, een verwaande kwast, een zak hooi, een niksnut, kortom iemand waarvoor ik nooit enige sympathie ging voelen. Het liet me volslagen koud of hij het zou overleven of niet. De tijd die Gubbels besteed aan semi sentimentele flash backs richting relatie met ex vrouw en richting zijn zoon had ik liever besteed zien worden aan meer uitdieping van wat de kerngebeurtenis van het verhaal zou moeten zijn. Dat wordt er wel in een heel hoog tempo doorheen gejast. Daarnaast doet Gubbels vrijwel niks met het op zich interessante gegeven van orgaanhandel. Zoals veel in dit boek blijft ook dat oppervlakkig. Op zich is het wel een origineel idee, een thriller over organenmaffia, maar de organenmaffia blijkt uiteindelijk maar een bijzaak. In het voortkeutelende deel tussen beide thrillerdelen laat Gubbels nog wat filosofie van de koude grond op ons los, is er wat sentimenteel gedoe (hetgeen sowieso een terugkerend euvel is) en vraag je je regelmatig af wat het allemaal met het eigenlijke spannend bedoelde verhaal van doen heeft. Was het helemaal Niks? Laten we het er maar op houden dat het niks voor mij was.
-1
Het vijfde boek van Sjöwall & Wahlöö begint met de zelfmoord van twee mannen die de politie voor een aantal raadsels plaatst. Waarom liet één van de mannen een briefje achter met daarop enkel de naam van rechercheur Martin Beck? En wat ging er mis met de zelfmoord van de tweede man, waardoor het huis waarin hij woonde volledig in brand vloog en een aantal andere mensen eveneens om het leven kwamen? Hoewel de politie al snel kan bewijzen dat de beide mannen samen bij een groot aantal louche zaken betrokken zijn geweest, is er vooralsnog geen enkele reden te bedenken waarom ze beide besloten hadden hun leven te beëindigen. Het lezen van de beroemde boeken van Sjöwall & Wahlöö bezorgt mij tot dusver bijzonder veel plezier. Hoofdpersoon Martin Beck is zonder overdrijven een voorloper van Kurt Wallander en ook zijn assistenten hebben een zekere gelijkenis met andere personages in de boeken van Henning Mankell. Maar dat is niet zo heel vreemd als je weet dat Sjöwall & Wahlöö in de jaren zestig de toon gezet hebben voor de Scandinavische misdaadromans en dat heel veel auteurs door dit duo zijn geïnspireerd. En wat te denken van het feit dat bijvoorbeeld Karin Fossum haar eigen hoofdpersoon (hoofdinspecteur Konrad Sejer) als eerbetoon een hond heeft gegeven met de naam Kollberg? Uiteraard een grapje van Fossum, maar toch ook wel gedaan met uitermate veel respect. En terecht, want de politieromans van het Zweedse schrijversechtpaar zijn absolute aanraders en zitten stuk voor stuk uitstekend in elkaar. Daarnaast geven ze een prachtig tijdsbeeld en stellen ze de misstanden in de Zweedse maatschappij haarscherp aan de kaak. En dat allemaal zonder oubollig over te komen, wat eigenlijk onvoorstelbaar is voor boeken die zo'n veertig jaar geleden voor het eerst werden uitgebracht. In De Brandweerauto Die Verdween is de hoofdrol voor het eerst niet echt voor Martin Beck, maar staat de niet bijster sympathieke en zeer autoritaire Gunvald Larsson in het middelpunt van de belangstelling. Hij is de spil in het onderzoek naar de zelfmoord van de twee mannen en met zijn vasthoudendheid weet hij iedereen ervan te overtuigen dat er meer aan de hand is dan in eerste instantie werd aangenomen. Een tweede hoofdrol is weggelegd voor de beginnende rechercheur Benny Skacke, een ambitieuze jongeling die droomt van een toekomst als hoofdcommissaris en die in zijn vrije tijd extra werk verricht aan het lopende onderzoek. Maar ook voor Lennart Kollberg is in dit verhaal een hoofdrol weggelegd. Ondanks het goedlopende verhaal vond ik De Brandweerauto Die Verdween minder goed dan ik had gehoopt. Het plot is redelijk simpel en onderzoek sleept zich eindelijk voort zonder dat er echt vooruitgang wordt geboekt. In een periode van enkele pagina’s zitten soms vele weken waardoor het tempo vaak vrij laag blijft. Maar uiteraard zitten er ook genoeg elementen in waar wel volop van genoten kan worden. De plagerijen van Kollberg richting Skacke bijvoorbeeld en de gespannen sfeer tussen Gunvald Larsson en zijn collega’s. Daarnaast komt ook het privé-leven van Martin Beck weer wat in beeld en vooral de speciale band met zijn dochter is kort maar mooi beschreven. Zeker geen slecht boek dus, al had ik er wat meer van verwacht. Ik hoop dat in het zesde deel Martin Beck zelf weer centraal zal staan, want hij is in principe degene waar de serie van Sjöwall & Wahlöö aan is opgehangen. Ik zit met het lezen nu precies op de helft en binnenkort is dus deel zes aan de beurt: De Man Die Even Wilde Afrekenen. Los van de kwaliteit van de boeken zijn ook de titels iedere keer weer fantastisch. En uitgeverij Signature verdiend wat mij betreft een groot compliment dat ze de boeken weer opnieuw hebben uitgebracht.
-1
Onlangs verscheen de Nederlandse vertaling van de onthullende biografie over 'The Donald'. Amerikadeskundige Willem Post las het boek als een van de eerste en noemde hem ‘een gevaarlijke gek’ (WNL 7 januari jl.) Binnenkort weten we of hij ook daadwerkelijk voor de republikeinen de strijd om het presidentschap aan zal gaan. Ook voormalig Amerikacorrespondent Charles Groenhuijsen heeft zich gewaagd aan een boekje over Donald Trump met als ondertitel: Iedereen houdt van mij. Deze bijtitel dekt meteen de lading. In de Verenigde Staten val je niet snel op door zelfverheerlijking, maar het ego van Trump is zo immens dat het zelfs voor Amerikaanse begrippen ver boven het landelijk gemiddelde ligt. Het geheel is aan elkaar gebreid met citaten uit Trumps zelf geschreven boeken en het maandblad The Atlantic, stukjes uit diverse biografieën en zijn tv-show The Apprentice (in Nederland en België beter bekend als: Trumps troonopvolger) en natuurlijk de vele nieuwsberichten die er over hem zijn. Eerlijk gezegd, niets nieuws onder de zon. We kennen Trump als een succesvolle projectontwikkelaar die de beste gebouwen op de beste plekken plaatste en daardoor megarijk is geworden. Hij komt uit een gezin van vijf kinderen en noemt zichzelf lid van de 'lucky sperm club’. Vader Fred realiseerde volkshuisvesting voor New Yorkers met lage inkomens, Donald liet super-de-luxe appartementen bouwen voor de rijken. Zijn motto: overdrijven kan nooit kwaad. En dat is wat hij doet, sterker nog, hij kan bluffen als de beste en zijn verhalen kloppen niet altijd. Ook nu hij POTUS, President Of The United States, wil worden, lanceert hij veel onhaalbare, ondoordachte ideeën. Is dit in Nederland bij de gevestigde politiek niet zo ongeveer hetzelfde? Groenhuijsen is duidelijk, voor hem geen Donald Trump als president. Als leider van het land zou hij geen voorbeeld zijn voor de jonge generatie Amerikanen en de rest van de wereld. Als lezer kun je al bijna geen andere mening meer hebben, maar ondanks dat is het best een vermakelijk boekje. Het geeft in vier hoofdstukken zeer beknopte informatie over Trumps (zaken)wereld en de campagne van nu. De politieke campagne waarin hij alle regels overtreedt. De campagne waarvan zijn dochter Ivanka zegt: ‘Hij was en is nog steeds geen politicus, maar hij verandert de politieke dialoog’. Heel erg actueel, maar waarschijnlijk kort houdbaar. Doorspekt met humor en ironie en slechts geschikt voor beginnende Trump-geïnteresseerden. Vanwege het bijzonder kleine lettertype is het minder prettig leesbaar voor de 50plusser zonder leesbril.
-1
Ik vind het heel verdrietig te horen dat een auteur is overleden maar het uitbrengen van dit boek heeft naar mijn idee zijn nagedachtenis niet veel goeds gedaan. Ik vond dit echt een aanfluiting, totaal niet spannend en het stopt naar mijn idee bijna midden in het verhaal.
-1
Ik had verwacht dat Cassie een soort nieuwe Becky Bloomwood (shopaholic) zou worden, dat ze steeds meer zou moeten liegen en liegen zodat haar eerste leugen niet aan het licht zou komen en dus in leuke/grappige situaties zou komen. Helaas komt in het boek de leugen amper voor, (misschien wordt het 3x genoemd) en dat vind ik erg jammer, had dus ook meer van het boek verwacht. Er worden hele passages over vogels verteld, en terwijl ik gek ben op dieren en ik het leuk vind om er over te lezen en leren kon dit me niet echt bekoren. Het boek las erg vlot weg dat was dan zo'n beetje het enige pluspuntje. Zou eigenlijk 2,5 duimpje willen geven maar aangezien dat niet kan rond ik het af naar beneden.
-1
Het is een hele kunst om als schrijver de aandacht van de lezer weten vast te houden. En al zeker als er in het boek niet bijster veel gebeurt en het verhaal rustig verder kabbelt. Ernest Hemingway bewijst met “The old man and the sea” dat hij dit aspect van het schrijven goed onder de knie heeft. Af en toe kom je in het verhaal mooie beschrijvingen tegen, zoals bijvoorbeeld: “He always thought of the sea as 'la mar' which is what people call her in Spanish when they love her. Sometimes those who love her say bad things of her but they are always said as though she were a woman. Some of the younger fishermen, those who used buoys as floats for their lines and had motor-boats, bought when the shark livers had brought much money, spoke of her as 'el mar' which is masculine. They spoke of her as a contestant or a place or even an enemy. But the old man always thought of her as feminine and as something that gave of withheld great favours, and if she did wild or wicked things it was because she could not help them. The moon affects her as it does a woman, he thought.” Hoewel veel mensen in deze novelle heel wat symboliek zien, beweerde Hemingway zelf: “There isn't any symbolysm. The sea is the sea. The old man is an old man. The boy is a boy and the fish is a fish. The shark are all sharks no better and no worse. All the symbolism that people say is shit. What goes beyond is what you see beyond when you know.” Persoonlijk sprak het boek mij minder aan, deels omdat er weinig in gebeurde en deels omdat het verhaal op een gegeven ogenblik maar blijft aanslepen en er steeds dezelfde zaken herhaald worden. Dit neemt niet weg dat ik de schrijfstijl van Hemingway in dit boek toch weet te appreciëren.
-1
Voor de liefhebbers van onderbroekenlol zal dit ongetwijfeld een topper in het misdaadgenre zijn. De karikaturale personages en de bijpassende humor lijken echter niet meer dan een excuus te zijn om de aandacht af te leiden van de slappe plot. 100 bladzijden heeft de schrijver nodig om tot de moord te komen waarnaar de titel verwijst. Dat het vervolgens nog enkele honderden bladzijden duurt om tot een voorspelbaar slot te komen, mag best wel een hele prestatie genoemd worden. Bladzijden die de schrijver wel nodig lijkt te hebben om een aantal frustraties van zich af te schrijven. Het weze hem gegund, maar een fan heeft hij er niet mee bijgewonnen.
-1
Wat jammer! Kathy Reichs is een auteur die ik graag lees en die meerdere, zeer spannende romans op haar naam heeft staan. Begraven beenderen is geen goede 8e geworden, integendeel: het verhaal is saai en humorloos, onbeert spanning, irriteert en doet geen enkel recht aan de ware, intrigirende vondst van een 'echte' collega, als je epiloog mag geloven. Ik kreeg een beetje deja-vu gevoel zoals bij Patricia Cornwell met Zuiderkruis, ook zo'n misser. Laat je door dit misstapje niet aan de zijlijn plaatsen en lees een Deja dead, of Fatale vondst. Aanraders!
-1
Duidelijk geen boek voor mij. Thema's zijn katholicisme en vrouwen en als niet-gelovige man kom je al meteen op achterstand. Mogelijk is het boek ook wat gedateerd en daardoor nu minder urgent. Ik neig er echter naar om te denken dat dit gewoon niet zo'n goed boek is met weinig aansprekende personages van een nogal pretentieuze schrijfster.
-1
Op zich een spannend boek, redelijk geschreven. De ontsnappingen zijn wel erg toevallig maar goed alles is mogelijk. De schrijver is natuurlijk wel schatplichtig aan: Baigent; Leigh & Lincoln. Deze schreven reeds het zelfde, beter onderbouwd, in 1982 het boek: Het heilige bloed en de Heilige graal. Dan Brown verwijst in zijn boek achteloos in een zin naar dit boek, een dankwoord was meer op zijn plaats geweest. Kortom een spannend boek maar het hangt van pikwerk aan elkaar vast. Het is dan ook niet vreemd dat er reeds plagiaat processen lopen.
-1
In Simon vs. de verwachtingen van de rest van de wereld heeft Leah Burke ook een rol; beste vriendin van Simon Spier. Desondanks is het mogelijk dit boek los te lezen. Leah Burke zit in het laatste jaar van de middelbare school. Ze worstelt met verschillende dingen: haar vriendengroep begint uit elkaar te vallen, ze is biseksueel en durft dat niet te vertellen, ze maakt middelmatige tekeningen (vindt ze zelf) en ze is hopeloos verliefd op een goede vriendin die hetero is. Naast al deze problemen moet ze zich ook klaarmaken voor prom en voorbereiden op de universiteit. Het boek heeft 309 pagina's en er gebeurt helemaal niets. Er zit op geen enkel moment spanning het verhaal. Leah is een vermoeiend personage dat heel veel zeurt. Het is knap dat ze haar gevoelens zo goed kan beschrijven, maar ze maakt geen ontwikkeling door. De struggles die ze heeft, horen niet bij haar leeftijd. Ze moet een bh kopen voor prom en doet daar heel erg moeilijk over. Het einde was ook heel voorspelbaar. Misschien is het wel een aanrader voor jongere lezers.
-1
Elfriede Jelinek, in 1946 geboren in Oostenrijk, winnaar van de Nobelprijs voor de literatuur in 2004, de Georg Büchner-prijs en de Franz Kafka-prijs. Ze beschikt over een palmares op basis waarvan je mag concluderen dat zij bewezen heeft in staat te zijn een goed stuk literatuur te schrijven. Jelinek staat bekend om haar scherpe kritieken op de kapitalistische samenleving, waar zij een sarcastische, provocerende stijl voor gebruikt. Haar werk wordt zowel geprezen als bekritiseerd. Zeer benieuwd hoe dit uitpakt in haar nieuwe werk: Rijngoud, in het Duits is het getiteld Rein Gold: Ein Bühnenessay. Jelinek begint Rijngoud met een kritische uiteenzetting over de mens en maatschappij, tot zover zijn we dit van haar gewend. Het verhaal vangt aan met Der Ring der Nibelungen van Wagner, dat wordt afgezet tegen de hedendaagse maatschappij. Ook in dit verhaal uit de 19e eeuw heeft de mens een materialistische obsessie en verkiest het goud boven de liefde. In de hedendaagse maatschappij plaatst de schrijfster kritische noten bij de verdeling van rijkdom, de (ruil- en gebruiks)waarde van objecten, contracten, arbeid, het systeem van schulden en de goudstandaard als basis voor geld. De beweringen over deze onderwerpen worden verteld door Wotan en Brünnhilde uit de opera van Wagner. Zij richten hun pijlen hierbij met name op hoe mensen, als onderdeel van de maatschappij, onderdeel zijn van het kapitalisme en waar dat zoal toe leidt. Jelinek reserveert hier met name veel ‘zendtijd’ voor de slapende mensen, degenen die wars zijn van deze maatschappelijke onderwerpen en zich hier niet voor interesseren of zich daar enigszins druk om maken. De tirade stopt pas op de laatste bladzijde. De leesbaarheid van deze tirade laat echter flink te wensen over, als deze überhaupt al aanwezig is. Dit komt vooral doordat onderwerpen, maatschappelijk kritische uitingen en oordelen over menselijk handelen elkaar razendsnel opvolgen. Jelinek presenteert een schrijfstijl met een eigen interpretatie van interpunctie en witregels, waardoor het leest als een operatekst waar de witregels en adempauzes uit weggelaten zijn. Zelfs in een opera heeft het publiek tijd nodig om op adem te komen en de tijd en ruimte te gebruiken om al het gehoorde te interpreteren. Dit is iets waar Jelinek in dit boek volledig aan voorbij gaat. Of dit nu komt doordat zij door het winnen van de vele prijzen en de bijkomstig verworven status denkt geen rekening meer met de lezer te hoeven houden, of dat ze het heeft beschouwd als een experiment. In dat laatste geval is de conclusie: mislukt.
-1
Als we de YA-romans van tegenwoordig mogen geloven kun je maar beter geen stiefouder worden. Jongeren hebben per definitie een hekel aan de ‘bonusvader’ of ‘bonusmoeder’ en geven ze geregeld geen kans. Dezelfde film draait in Mus van Kristof Desmet. De bijna 180 pagina’s tellende Young Adult-roman beschrijft het verhaal van Merel; het meisje dat koste wat het kost de nieuwe vlam van haar moeder buiten de deur wil houden. Het verhaal van Desmet begint met een fragment waarin Merel – Mus – door haar moeder achtergelaten wordt bij sociaal-verpleegkundige Frauke. Ze zal de komende tijd in een opvang verblijven, een vorm van time-out: ‘Ja, ze was slecht. En ja, ze was een gestoord kreng. Een ongeëvenaard serpent.’ Al snel krijgt Mus de opdracht haar verhaal op te schrijven. Dat is het moment dat de lezer mee terugkeert naar een periode eerder in de tijd; de periode geschapen uit overbekende verhaalelementen. Mus woont samen met haar broertje Brix en haar moeder. Haar vader heeft haar moeder bedrogen met een ander en is vervolgens vertrokken om met zijn nieuwe vlam samen te gaan wonen. De ramp, en daarmee ook de opeenstapeling van clichés in de roman, wordt groter wanneer blijkt dat de moeder van Mus zich anders gaat gedragen. Al snel komt Mus erachter dat moeders een nieuwe relatie heeft. Alsof dat probleem nog niet groot genoeg blijkt, is de nieuwe vlam een bekende van Mus: de meest verschrikkelijke leraar op Mus’ school en tevens de collega van haar moeder; Lux. Mus besluit er geen gras over te laten groeien. Ze zet alles op alles om de verschrikkelijke vlam te laten verdwijnen. Helaas kan Mus niet overtuigen. Dat komt ten eerste door de gekozen tijd van waaruit Desmet zijn personages laat vertellen. Door de verleden tijd te gebruiken, plaatst hij het verhaal ver van de lezer. Hij schept een onnatuurlijke afstand die juist bij dít verhaal zo klein mogelijk zou moeten zijn. Ook de beschreven verhaallijn gooit roet in het eten. Enige spanning die opgelaaid wordt door de vraag wat Mus in het verleden heeft gedaan waardoor ze een ‘time-out’ kreeg, krijgt niet de kans te floreren. De oorzaak hiervoor ligt in het overmatig inzetten van het welbekende verhaal over mislukte ouderrelaties, boze stiefouders en ontevreden kinderen. Dat Mus geen grenzen lijkt te kennen als het gaat om het beschermen van haar ‘lege’ huis, is een boeiend gegeven. Als lezer hoop je dat ze op een of andere manier los zal gaan en alles uit de kast zal halen. Helaas komt dit pas tegen het slot echt aan bod. Tot die tijd vervalt de dame in het uitvoeren van kinderachtige of voor de hand liggende acties. Wel lijkt ze psychisch steeds verder af te zakken. Ook dat gegeven is op zichzelf interessant. Helaas blijft diepgang hierin achterwege. Desmet haalt zoveel verschillende elementen aan, zoals weglopen, zelfmoordgedachten en paniekgevoelens, dat een overkill ontstaat, waarbij de diepere basis mist. Als lezer krijg je niet het gevoel écht te begrijpen wat er bij Mus speelt. Het gevolg is dat je haar moeizaam kunt volgen en bij vlagen haar gedrag beoordeelt als ‘kinderachtig’ of ‘overtrokken’. Haar verhaal stuit op onbegrip. Haar psyche is moeilijk te doorgronden, waardoor een gevoel van antipathie ontstaat. Ook als het gaat om de verhaalstijl valt Mus enigszins tegen. Flauwe, ietwat simpele humor sijpelt door het verhaal, ‘‘Meneer, ik voel me niet goed, kan ik even naar het toilet?’ Dat klopte natuurlijk niet. Mus wilde vurig naar wat ander gezeik gaan luisteren. Letterlijk dan’, en soms ongeloofwaardige dialogen zorgen ervoor dat je als lezer vraagtekens plaatst bij hetgeen gebeurt: ‘‘We gaan gewoon door, Merel. Met of zonder jouw goedkeuring.’ Nu was het zijn beurt. ‘Je mag me noemen wat je wilt. Je zult niet tussen ons komen, meisje, daar ben je nog te groen voor achter je oren.’’ De kernvraag ‘heiligt het doel alle middelen’heeft in de roman zeker zijn plaats heeft gekregen, maar trekt te weinig aandacht. Een goede, diepgaande uitwerking – een uitwerking die recht doet aan de Young Adult – mist. Mus lijkt een schot, maar mist de roos.
-1
David Wolstencroft is - net als Raymond Khoury - een scenarist van de BBC-serie Spooks, die ook thrillers schrijft. Maar in tegenstelling tot Khoury, situeert hij zijn boeken in hetzelfde sub-genre als de serie: namelijk de spionage. Dit debuut uit 2004 was in 2006 al aangekondigd onder de titel Goed nieuws, slecht nieuws, maar is nu dus verschenen als De opdracht. Charlie en George runnen een fotokiosk in een Londens metrostation. Net als ze van elkaar te weten gekomen zijn dat ze beiden werken voor de Britse geheime dienst, krijgen ze de opdracht elkaar uit de weg te ruimen. Maar in plaats van de orders uit te voeren, besluiten ze samen proberen uit te vissen wie de opdracht gaf en waarom. Het is te merken dat Wolstencroft zijn brood verdient met scenario’s schrijven voor TV, want hij gebruikt dezelfde structuren en trucs. Maar in tegenstelling tot op het scherm, werkt dit allemaal niet even goed in boekvorm: de Matrix-achtige vertragingen van de werkelijkheid, in de vorm van onder andere een uitgebreide beschrijving van de baan van een kogel die zich door iemands hoofd boort, met de opsomming van alle lichaamsdelen die daarbij geperforeerd worden, zorgt er enkel voor dat de in de actiescène opgebouwde snelheid en spanning nog sneller doodbloedt dan het ongelukkige slachtoffer. Bovendien creëert de afwisseling van de korte scènes en flashbacks eerder een oppervlakkige en rommelige indruk, dan dat ze de spanning in het verhaal verhoogt. Meer dan spannende lectuur is het vermakelijk leesvoer, maar of het zo bedoeld is blijft natuurlijk de vraag.
-1
Ik vond het eerste deel van de serie al niet erg goed, maar het verhaal sprak me wel nog aan. In dit tweede deel van de trilogie was Sally Green mijn interesse echt compleet kwijt . Ik vond dit boek vrij saai en ik heb echt moeite moeten doen om het uit te lezen. Ik vind het idee voor het verhaal wel erg goed, maar ik vind dat het niet zo goed uitgewerkt is. De schrijfstijl spreekt me ook niet echt aan. Dit was dus niet helemaal wat ik verwacht had na het lezen van het eerste deel en het zien van de cover, die ik overigens echt prachtig vind.
-1
Op een dag worden er twee lichamen gevonden in een gigantisch huis dat al jaren onafgebouwd staat te wachten op een vonnis van de eigenaar. De positie van de twee lichamen liegt er niet om; de twee hebben een feestje gebouwd en daarna de liefde bedreven. Door deze eigenaardige positie is Milo Sturgis meteen geïnteresseerd in de zaak. Het mannelijke slachtoffer blijkt Desmond Backer te zijn; een architect met een beetje een tegenstrijdige geschiedenis. Zo heeft hij een geschiedenis van vernielingen maar ook van opbouwen. Het meisje met wie hij gevonden is blijft nog enige tijd onbekend. Wat deed Desmond in het huis? Deed hij dat al vaker en waarom zou iemand hem en het meisje willen vermoorden? Al met al is een vreemd verhaal en zowel Milo als zijn maat (en psycholoog) Alex kunnen er geen touw aan vast knopen. Dit geldt eigenlijk ook een beetje voor de lezer, want Sluitend bewijs lijkt alles behalve op de vorige boeken van Kellerman. Wat een tegenvaller. Het onderzoek lijkt er eentje van dertien in een dozijn en er zitten maar weinig spannende ontwikkelingen in de zaak. Het verhaal suddert door en zelfs Alex onderneemt geen poging om met zijn, normaal gesproken verrassende, psychologische blik een spannende ontwikkeling in de zaak te vinden. Hij slentert maar een beetje achter Milo aan als een passieve vent die niet weet wat hij met zijn leven wil. Ze gaan uit eten, Alex vrijt een paar keer met Robin en de hond Blanchet wordt onder haar kinnetje gekrabbeld. Ondertussen verhoren ze een paar mensen, leggen ze wat bezoekjes af waarbij er totaal geen druk wordt opgevoerd en duiken ze in wat paperassen. Lees verder op: hhttp://boekenz.nl/2016/02/jonathan-kellerman-sluitend-bewijs/
-1
De rozenmoorden van Anna Kalman is volgens de omslag ‘het Duitse antwoord op Nicci French’. Deze uitspraak schept hoge verwachtingen! Het boek is geschreven door twee Duitse journalistes en dit is hun debuutroman. De beide dames kunnen in elk geval een onderhoudend boek schrijven dat niet verveelt. Het boek leest heel gemakkelijk en ik had het snel uit. Het was toegankelijk, spannend en met veel vaart geschreven. Maar de vergelijking met Nicci French vind ik niet terecht. Waarom niet? In De rozenmoorden is teveel sprake van toeval. Het verhaal speelt zich af in München, een hele grote stad. Iedereen met wie Mandy in aanraking komt, lijkt in verband te staan met de moorden. Zoveel toeval kan niet bestaan. Daarnaast zijn er nog paar onwaarschijnlijkheden. Zo ligt er op de plek van de misdaad een aansteker met initialen. De politie heeft op die plek al uitvoerig onderzoek verricht, maar dit voorwerp niet gevonden terwijl het gewoon op tafel ligt. Mandy, de speurder, ziet het natuurlijk wel. Beetje vergezocht. Qua thematiek en karakters is dit, volgens mij, een misdaadroman die met name veel vrouwen zal aanspreken. Er is sprake van romantiek, een eigentijdse sfeer met eigenzinnige vrouwelijke hoofdpersonen die een zelfstandig leven leiden. Het is vooral een boek dat verstrooiing biedt. Daar is overigens niets mis mee. Maar De rozenmoorden zal bij mij niet blijven hangen en de vergelijking met Nicci French houdt, naar mijn mening, geen stand. Ik vind Nicci French echt een klasse beter.
-1
Ik heb het korte verhaal aan een stuk door gelezen. Misschien komt het omdat ik de andere boeken van deze serie niet heb gelezen, ik kende de personages niet. Maar hierdoor kreeg ik het gevoel dat er te veel personages meededen. Maar het is natuurlijk wel knap om een kort verhaal te schrijven, heel anders dan een boek schrijven.
-1
Een nietszeggend boek. Pas lezen als je in je eentje op de Noordpool zit en je hele stapel NTL allang gelezen is.
-1
Het boek is boeiend door de verrasende ontdekking, maar voor de rest is het de moeite niet waard om het te lezen. Vooral de plot valt tegen. Volgende keer beter Eschbach!
-1
Dit boek vertelt over Helene, een dame uit de gegoede klasse die een avontuurtje beleeft. De man overlijdt na de daad. In paniek verlaat Helene de woning van de man. Zij vergeet haar tas. Zij vertelt haar man niets over haar misstap. Er blijkt echter een getuige te zijn en zij chanteert Helene met het feit dat zij haar man niets heeft verteld. Ik vond het verhaal erg voorspellend en geen moment spannend. Het eind is vreemd en voelde voor mij "onaf." Meer dan een "tussendoortje" vond ik dit boek niet waard.
-1
Ik ben Mo Hayder gaan lezen ,omdat ze vertelde dat het veel op Karin Slaugther leek,nou als het 1 ding is, dan is het wel dat dit boek zeker niet op die van Karin Slaugther lijkt.Ik ben zwaar teleurgesteld in dit boek en of ik uberhaupt nog een boek van haar zal lezen,ik denk het niet.De eerste dikke 200 blz dacht ik elke keer zal ik hem uitlezen of niet ,wel gedaan maar wat een zwak verhaal,dus van mij maar 2 sterren **,meer vind ik het niet waard..
-1
Een slecht geschreven boek, wat betreft de schrijfwijze van deze auteur. Het boek is op een zeer kinderlijke (en hinderlijke) manier geschreven. Het onderwerp is wel boeiend, al zijn hier al tig boeken over geschreven, het blijft toch belangrijk om de jonge meisjes te waarschuwen voor deze bedriegers.
-1
Dit boek is aangenaam leesvoer voor wie van wielersport houdt. De columns staan vol historische feiten en fietsbelevenissen van de schrijver zelf. Soms nogal van de hak op de tak...
-1
Ik vond dit boek ook enorm tegenvallen. Het is inderdaad nogal rommelig geschreven. Ik kon er op het laatst echt geen touw meer aan vast kopen.Ik kon het zelfs niet opbrengen om het uit te lezen. Erg jammer, want het thema interesseerde me wel... Syl, je hebt precies verwoord wat ik ook vind van dit boek. Inderdaad erg zonde van het geld!
-1
Nora Roberts kreeg bij haar geboorte de naam Eleanor Marie Robertson. Ze heeft inmiddels ruim 160 boeken geschreven, voornamelijk romans. Haar boeken zijn al in meer dan 30 talen vertaald. Wereldwijd heeft ze dan ook ruim 280 miljoen boeken verkocht. Ook zijn van enkele boeken de filmrechten verkocht. Onder het pseudoniem J.D. Robb schreef Nora Roberts bijna 40 misdaadromans. Een indrukwekkend curriculum vitae. In De schilder werkt Lila Emerson als huizenoppasser, ook schrijft ze fantastische young adult boeken. Lila heeft geen eigen huis, haar belangrijkste spullen passen in een koffer en haar overige eigendommen slaat ze op bij haar beste vriendin Julie in New York. Als Lila op een avond op het dakterras zit van een van haar chique oppasadressen, is ze getuige van een moord. Ze ziet hoe een jonge vrouw doelbewust uit een raam wordt geduwd. Later blijkt dat ook de vriend van de vermoorde vrouw, die Oliver blijkt te heten, om het leven is gebracht. Op het politiebureau ontmoet Lila de broer van Oliver: kunstschilder Ashton Archer. De twee blijken een enorme klik te hebben en gaan samen op zoek naar de daders. Hun zoektocht leidt hen van New York naar Toscane en ze komen in aanraking met de criminele, duistere wereld van kunsthandel. Een wereld waar een moord meer of minder geen verschil maakt. Het gevaar komt zelfs zo angstaanjagend dichtbij, dat zij wel eens de volgende kunnen zijn… De schilder is niet echt een thriller, eerder een spannende roman. Al is de suspense in het verhaal ver te zoeken. Onverwachte wendingen, zenuwslopend spannende alinea’s, een verrassende ontknoping: niets van voorgaande is aanwezig in De schilder. Het boek is vooral samengesteld uit saaie dialogen die vaak geen toevoeging zijn aan het verhaal. Het maakt het onnodig langdradig. Een aantal hoofdstukken hebben zeker vaart, maar het overgrote deel sukkelt wat voort. De spanning zit hem in een aantal moorden die worden gepleegd en het kat-en-muisspel tussen de hoofdpersonages en de daders. Tussen hoofdpersonages Lila Emmerson en Ashton Archer bloeit een vurige romance op. Het is allemaal erg zoetsappig omschreven, je moet er echt van houden. De auteur weet de hoofdpersonages goed tot leven te brengen. De overige personages blijven wat op afstand, maar dat is een doelbewuste keuze. Het verhaal speelt zich af in zowel Amerika als Europa. Nora Roberts weet de omgeving goed te schilderen. Het verschil tussen de twee continenten komt goed uit de verf. Een groot pluspunt aan het verhaal, maar het is niet genoeg. Godfried Bomans zei ooit: “Schrijven is schrappen”. Daar had Nora Roberts met De schilder een voorbeeld aan moeten nemen.
-1
Vol enthousiasme begon ik aan dit debuut van Per Anton Olsson (pseudonyme van Ton Bakker). Deze eerste thriller van hem is me tegengevallen. Wat mij betreft staan er te veel verwijzingen in naar songteksten (waarvan ik verreweg de meeste wel ken dus daar zit het probleem niet). Maar overdaad schaadt, ik heb ze niet geteld maar er zijn tientallen verwijzingen. Dan de plot, die zich héél langzaam. Het begint met Stendert Sadowski, die voor een korte vakantie bij een Bed & Breakfast in de buurt van Bunnik aankomt. Na een poosje verdwijnt dan een medewerkster, Dette, van het Bed & Breakfast. Ze laat een briefje achter waarin ze zegt dat ze uit onvrede plotseling vertrekt. Sommige bewoners, waaronder Stendert en Kat geloven niet dat ze vrijwillig vertrokken is, waarna ze samen op onderzoek gaan. Via allerlei omzwervingen komen ze achter een gebeurtenis uit de jaren ’60 (!), meer precies 1967 – de flower power periode – die te maken lijkt te hebben met de verdwijning van Dette. Na wat speurwerk besluiten Stgendert en Kat in ik zou haast zeggen in een dolle bui om even op en neer te gaan naar zuid Frankrijk waar Dette enkele jaren gewerkt heeft op een camping. Het komt er op neer dat ze met zijn tweetjes zo’n 3000 km hebben gereden in 2,5 dag! Daarna wordt het pas echt spannend in het verhaal, maar dan zijn we al aan het deel (ik schat de laatste 50 pagina’s van het boek. Dat is wat mij betreft te laat. Dit laatste stuk is dan weer wel echt spannend. Er is ook nog een nazorg, waarmee ik bedoel dat er na de ontknoping nog wat uitleg komt over hoe het nu precies zat. Hierbij is letterlijk de laatste pagina cruciaal. Die heb ik dan ook 2 keer moeten lezen (wat voor mij een uitzondering is). Al met al een tegenvaller en ik zal dan ook zeer waarschijnlijk geen boek meer van Per Anton Olsson meer oppakken! Ik heb er 2 sterren voor gegeven, en daar moet hij het mee doen om met rechter Frank Visser te spreken.
-1
Het bijzondere aan deze klassieker heb ik er niet aan afgelezen. Leuk plot, maar het deed me vooral aan een toneelstuk denken. Het is allemaal wat overdreven aangezet. Verder vond ik het nogal rommelig. Het ging soms zo van de hak op de tak, dat ik wel eens dacht dat er passages ontbraken.
-1
Ik hou van dit soort boeken, het eeste deel vond ik mooi maar bij blz. 200 zoveel , dacht ik waarom lees ik dit eigenlijk, en ben er toen mee gestopt.
-1
De Spaanse poëet en schrijver van liederen en toneelstukken Carlos Zanon waagt met Broers in Barcelona zijn kans als schrijver van spannende boeken. Althans, zijn Nederlandse uitgever De Geus profileert deze roman als een spannend boek. Maar een misdaadnovelle heeft meer nodig dan enkel een onnatuurlijke dode als voorspel tot de rest van het verhaal. Epi Dalmou, een kansarme jongeman uit de achterbuurten van Barcelona, vermoordt de man die hem zijn grote liefde ontfutselde, in de hoop haar voor zich terug te winnen. Zijn oudere broer Alex vindt het zijn verantwoordelijkheid om de naïeve moordenaar uit het vizier van de politie te houden. Een taak die hem bloed zweet en tranen kost en hem bevestigt dat ondank ’s werelds loon is. Verhaaltechnisch springen twee zaken meteen in het oog: de eerste hoofdstukken worden bij momenten gesierd door zo’n mooi taalgebruik dat gevoelens van jaloezie meteen de kop opsteken bij elke lezer die maar enige ambitie heeft ooit iets op papier te zetten. Maar een aangename leeservaring wordt anderzijds heel fel tegengewerkt door vertelperspectieven die soms sneller wisselen dan Lucky Luke zijn pistolen kan trekken. Achter elke nieuwe paragraaf kan een ander camerastandpunt schuilgaan, zonder de minste vorm van indicatie of verwittiging. Een ruimere interlinie bij de wisseling van personage was niet alleen het minste wat het publiek mocht verwachten; het had wonderen gedaan, bij het verteren van dit werk Lezers van spannende boeken geven nog geld uit aan hun hobby, de verkoopcijfers bewijzen dat week na week. Veel auteurs en hun uitgevers willen hier graag een graantje van meepikken, met als gevolg dat poëten, filosofen, cabaretiers, bekende Vlamingen en Nederlanders en auteurs met naam en faam in andere literaire domeinen proberen de muren van het fort Knox dat de misdaadliteratuur is, te slechten. Maar de meesten onder hen lijken niet te beseffen dat het schrijven van een goed spannend boek een metier is, niet iets dat je zomaar even snel tussendoor doet. Het jammerlijke gevolg van dit opportunistische gedrag is dat de koper van spannende boeken alsmaar veelvuldiger thuiskomt met boeken die eigenlijk weinig of niets met spanning te zien hebben en op termijn zijn briefje van twintig euro meermaals zal omdraaien vooraleer het in te ruilen voor een thriller. Kortom de uitgevers zijn volop bezig de markt kapot te maken door het creëren van een aanzienlijk verhoogde kans op het aanschaffen van een kat in een zak. Dat Carlos Zanon ook nog eens gemakkelijk kan verward worden met zijn succesrijke landgenoot Carlos Ruiz Zafon, zal wel een toevalligheid zijn, maar zal wellicht ook resulteren in de nodige verkeerde aankopen. Ook Broers in Barcelona behoort tot bovenstaande groep werken: een overdaad aan gedachten en herinneringen larderen het verhaal, en smoren elke opflakkering van suspense in de kiem. Daarenboven wordt de spanningsboog ook nog eens tegen de grond gedrukt door het royaal aangebrachte multiculturele sausje. Door de naïviteit van het hoofdpersonage en de gevolgen van zijn daden, kan dit verhaal dan ook alleen maar het predicaat coming-of-ageroman opgekleefd krijgen. Maar geen thrillerliefhebber die daar zal van wakker liggen. Natuurlijk moet er even stilgestaan worden bij het bij momenten sublieme taalgebruik waarmee de uitzichtloosheid van het bestaan van de hoofdpersonages, in de wijken van een van ’'s werelds populairste citytrip bestemmingen die zorgvuldig geweerd worden uit de reisgidsen, doeltreffend beschreven wordt. Maar ook hiervan zal geen thrillerliefhebber een seconde slaap voor laten. Uitgeverij De Geus had Carlos Zanon beter uitgebracht onder de vleugels van hun literaire afdeling, want nu ligt Broers in Barcelona bleekjes te wezen tussen de echte spannende boeken, en mist het wellicht zijn doelpubliek.
-1
Het leuke aan haar boeken is vaak het einde. Op het einde komt alles op z'n plaats, maar dan niet zoals je verwachtte. Nu zijn er weinig verrassingen en ik vind het ook geen spannend boek. Het is gewoon een raar verhaal. Het enige knappe eraan (vond ik) dat ik zo'n verhaal nooit zelf zou kunnen verzinnen, zelfs niet dromen. Nee, niet echt een aanrader...
-1
In dit tweede deel van de Rizzoli and Isles-reeks zijn we een jaar verder na de gebeurtenissen uit het eerste boek. Jane Rizzoli is met haar team op jacht naar de moordenaar die trekjes van Hoyt heeft overgenomen. Warren Hoyt leerden we in het eerste deel kennen als De Chirurg, maar zit ondertussen gelukkig achter slot en grendel. Toch speelt hij nog steeds een flinke rol in Jane haar leven en vooral in haar gedachtes. Haar nachtmerrie wordt werkelijkheid als ze te horen krijgt dat hij is ontsnapt uit de gevangenis... Ook hier wisselende gevoelens over. Het karakter Hoyt is zeer goed neergezet en de stukken tekst die ons een kijkje in zijn gedachten geven zijn luguber. De spanning is ook een stuk beter opgebouwd en ergens in het boek zat ik heel eventjes op het puntje van mijn stoel. Het is alleen jammer dat het zowat een herhaling van het eerste boek is. De personages zijn wat vriendelijker neergezet dan in het eerste boek, maar nog steeds heerst er volop negativiteit. Waarom kunnen detectives nou nooit eens normale mensen zijn? Waarom moeten ze altijd een kwelgeest bij zich dragen die de hele toon van de boeken voert? Ik vind het jammer en bovenal begin ik het doodvermoeiend te vinden. 2,5*. Teveel minpunten op een goede voldoende te scoren.
-1
Ik heb er lang over gedaan om dit boek uit te lezen. Het idee van het verhaal is intrigerend en het is wel goed uitgewerkt, maar ik kwam er moeilijk doorheen. Ik ben blij dat ik het uit heb. Is niet echt mijn favoriete soort verhalen en er zitten teveel woorden in waaraan ik me stoor.
-1
Echo was eens het populaire meisje dat allerlei feestjes met haar vriendinnen afging en een hunk als vriendje had. Maar dit zorgeloze leventje verandert drastisch op een avond die ze zichzelf niet meer kan herinneren. Wat is er gebeurd tijdens die afschuwelijke nacht? Noah is het type jongen waar alle vaders van een dochter schrik voor hebben. Hij vergrijpt zich regelmatig aan de drank en drugs, trekt van pleeggezin naar pleeggezin en kent geen liefde, alleen maar lust. Maar tegenpolen trekken elkaar aan, en Echo overschrijdt een hele hoop grenzen voor een jongen die o zo fout is, maar haar o zo goed begrijpt. Over de grens is het eerste deel van een Young Adult-reeks, geschreven door Katie McGarry. Bekend staat deze auteur om de serieuze problemen die ze behandelt in haar boeken. En dan vooral die waarmee tieners vaak worstelen. Drugs, een gevaarlijke liefde en trouw zijn aan jezelf zijn de onderwerpen die we terugzien in dit boek. Wat meteen duidelijk wordt, is de unieke schrijfstijl in dit boek. De schrijfster kiest voor een ietwat donkere humor, en sarcasme is er in overvloed. Dat, in combinatie met het brutale en jonge taalgebruik, zorgt voor een frisse wind in het Young Adult-genre. Woorden als ‘lekker stuk’, ‘bimbo’, ‘loco’ en scheldwoorden die niet genoemd mogen worden, vliegen je om de oren. Schokkend? Ja. Maar ook vermakelijk. Iets minder vermakelijk is de setting van het verhaal. Je bevindt je als lezer in een cliché high school-wereldje. Oppervlakkige en gemene meiden die je het leven zuur maken, basketbalspelers met wasbordjes die je het bed in willen krijgen en een groepje outsiders dat zich vergrijpt aan drugs. Het schoolbal maakt dit plaatje compleet. Een andere setting krijg je buiten een paar oppervlakkig beschreven locaties niet. Jammer. Helaas blijft het niet bij een oppervlakkige setting alleen. Ook de verdieping in de karakters blijft uit. Noah en Echo mag je dan redelijk kennen als lezer, de rest van de personages zijn slechts schimmen die af en toe de levens van het tweetal kruisen. De vader van Echo speelt een prominente rol in het verhaal, maar wie hij nou eigenlijk is? Geen flauw idee. Datzelfde geldt voor de vrienden en broertjes van Noah en het overgrote deel van Echo’s vriendinnen. Het zijn net marionettenpoppen die een toneelstukje opvoeren. Leeg. Het boek lijkt gered te worden door een prachtige boodschap die schuilgaat achter de vele woorden. Alleen jij kunt jezelf gelukkig maken. Je moet niet leven voor anderen om het ze naar hun zin te maken. Je leeft voor jezelf, en daar moet je trouw aan blijven, no matter what. Dit laten Noah en Echo perfect zien tijdens hun zoektocht naar een ‘normaal leven’, iets wat ze alle twee dolgraag willen maar buiten hun bereik lijkt te zijn. Toch blijft die redding van het boek uit door het gebrek aan verdieping in de liefdesrelatie tussen Noah en Echo. De vurige liefde die overgebracht zou moeten worden, blijft uit. Van de eerste ‘ik hou van je’ tot de meest intieme momenten, alles voelt te snel en niet oprecht. Daarbij is een teveel aan iets nooit goed, en dat geldt ook voor het teveel aan liefkozende woordjes als ‘mijn nimf’, ‘schatje’, ‘liefje’ en ‘godin’. Kots. Ja, de plot van het verhaal en de prachtige boodschap doen het boek veel goeds, maar het gebrek aan verdieping doet Over de grens de das om.
-1
Deze reactie bevat spoilers, selecteer de tekst om de spoilers te lezen. Ik vond dit boek tot niets leiden. De dialogen waren erg formeel en de gebeurtenissen werden niet uitgewerkt. Om maar eens even wat te noemen: Hoe gaat het verder met Pauls moeder? Kan Hanna verwerken wat er gebeurd is in het park? Gaan M&M vrijuit? Krijgt Hanna ooit nog contact met haar moeder? Komt de vrouw van Paul ooit terug? Ook vrij onlogisch vond ik dat Hanna dagenlang "onvindbaar" is, terwijl ze zich gewoon opgesloten heeft op haar kamer.
-1
Hm, ik ben niet zo te spreken over dit nieuwste boek van Helen FitzGerald. Ik heb haar eerdere boeken met veel plezier gelezen. Ze zijn alledrie totaal over the top en overdreven, dus ik wist wat ik moest verwachten. De duivelskamer vind ik eigenlijk vaak ronduit belachelijk. Wat Bronnie allemaal met die vrienden doet en wat voor beslissingen ze neemt, is echt totaal ongegrond. Wel is het een boek in dezelfde stijl als haar eerdere boeken; een chicklit-achtige thriller. Misschien ligt het aan mij en las ik het niet op het juiste moment. De boeken van Helen moet je lezen als je zin hebt in dat specifieke genre. Jammer.
-1
Patricia van Mierlo is o.a. scenarioschrijfster en heeft ervaring opgedaan met Goede Tijden, Slechte Tijden. De naam van Maria is haar thrillerdebuut. Isa is de dochter van een junk. Na een verschrikkelijke jeugd vindt de lezer haar aan het begin van het boek terug in Berlijn waar ze als hoer geld verdient. Haar laatste klant blijkt een snuffmoviemaker te zijn die haar martelt, tot de politie haar bevrijdt en ze kans ziet hem neer te schieten. Dan gaat het boek tien jaar vooruit in de tijd. Vanuit de goot waarin ze geleefd heeft, heeft Isa de grote sprong gemaakt en is Spaanse letterkunde gaan studeren. Van Mierlo legt niet uit hoe en wat, maar ik vermoed dat het wel handig was voor het plot om Isa Spaans te laten spreken. Dankzij haar kennis van het Spaans krijgt Isa een tijdelijke baan in een bloemenbedrijf van een ontzettend rijke en dertig jaar oudere man, met wie ze na een week trouwt. Waarom hij zijn minnares voor haar aan de kant zet en zich in een liefdeloos huwelijk stort met een vrouw die alleen op zijn geld uit is, is een ander raadsel dat Van Mierlo niet wil uitleggen. Isa is ongelukkig in haar huwelijk. Haar nieuwe standing verplicht haar om deel te nemen aan het societygebeuren en daar voelt ze zich niet thuis, wat niet vreemd is gezien haar afkomst. Ze denkt met een kind gelukkig te kunnen worden. Helaas is ze onvruchtbaar, is haar man te oud om een kind te adopteren en komt zij met haar achtergrond daar ook niet voor in aanmerking. De enige mogelijkheid die ze nog ziet is om naar Colombia te gaan en daar op een slinkse wijze een kind te adopteren. Van Mierlo laat deze verhaallijn lopen naast een lijn waarin een kopstuk van een Colombiaanse drugsbende van plan is om in Nederland onder te duiken. Op gekunstelde wijze brengt Van Mierlo deze man in contact met Isa en wordt zij zonder het te weten opgezadeld met geheime informatie over de drugsbende, waarna zij het doelwit van deze bende wordt. De naam van Maria is een vreemde mengeling van stijlen geworden. ‘Literaire thriller’ staat er op de voorkant, maar zover dat tegenwoordig nog iets zegt over een boek, kan dat alleen slaan op de wijze waarop zaken beschreven worden: ‘... de zwarte gaten waarin ooit ramen zaten, open monden waarin beijzelde glasscherven blikkerden als de tanden van een roofdier’. Van Mierlo houdt deze stijl niet vol. Zodra ze het over situaties heeft, vervalt ze in een stijl die nagenoeg spreektaal is. Daarnaast gebruikt ze regelmatig uitdrukkingen waar ze net een eigen draai aan geeft en die daardoor de plank misslaan: ‘Een man die niet goed is voor zijn woord, wordt door het milieu uitgekotst met de snelheid van een dum-dumkogel.’ Een voorwaarde voor een goed boek is dat de auteur je mee kan voeren in zijn verhaal. Door de mengeling van stijlen die Van Mierlo gebruikt, gebeurt dat niet. Ook voor de personages kun je als lezer geen sympathie hebben. Je kunt dit boek dan nog alleen maar afstandelijk en verhaaltechnisch lezen en dan valt op hoe geforceerd de verhaallijnen met elkaar verbonden zijn. Voeg daar nog een rommelig einde aan toe en dan weet je dat Van Mierlo nog een heel lange weg te gaan heeft voor ze kan uitgroeien tot de Nederlandse Karin Slaughter, zoals het tijdschrift Boek op de achterkant beweert.
-1
Over het debuut van Bart Chabot kan ik vrij kort zijn: wat een onvoorstelbaar kutboek! Zonde van je tijd, van je energie en van het papier waarop het is gedrukt. Dit is een voorbeeld van een boek dat puur en alleen is uitgebracht op basis van de naam en faam van de auteur. Pagina na pagina moet je als lezer zwaar en eenzaam ploeteren in de hoop ergens toch nog iets van enig vermaak te vinden. Het verhaal is warrig, langdradig en bovenal ontzettend saai. Niet zomaar saai, maar werkelijk in de meest overtreffende trap. In “Triggerhappy” staat de chirurg Frank Versteeghe centraal, getrouwd met zijn tweede vrouw Nicole en vader van twee kinderen. Het verhaal speelt zich voornamelijk af in Frankrijk, waar Frank en Nicole – in de buurt van de Pyreneeën – op vakantie zijn. Meer hoef je over het boek niet te weten. De rest is namelijk pure onzin en een mislukte poging om een verhaal te vertellen. Ja, Frank Versteeghe spoort niet. Hij snijdt als tiener de poppen van zijn zusje in stukken en verzamelt skeletten van dode dieren. Als volwassen man is hij niet anders. Hoewel het nergens in het verhaal expliciet wordt genoemd, is Frank een seriemoordenaar. In Frankrijk laat hij een spoor van vuilniszakken achter waarin hij zijn slachtoffers heeft gedumpt. Je hoopt tijdens het lezen dat het verhaal ergens een apotheose heeft, maar niets is minder waar. Het gaat uit als de voor boeken zo gevreesde nachtkaars. Al staat het vlammetje vanaf het begin al niet zo hoog. Het vreemde is echter dat het boek in de eerste paar pagina’s nog wel enigszins te pruimen valt. Vooral de lekkere en vrij soepele schrijfstijl van Chabot valt op. Goed kunnen schrijven en goed kunnen vertellen zijn echter twee verschillende disciplines. Chabot schrijft makkelijk maar zijn verhaal raakt kant noch wal. Het is een wat zielige poging om een intrigerende roman te schrijven, maar het komt totaal niet van de grond. Het is fantasieloos en op het oog zonder enige passie op papier gezet. Blijkbaar was er bij de uitgeverij niemand echt bezig om de auteur te helpen of te corrigeren. Om hem de juiste weg te wijzen en allerlei valkuilen aan te wijzen. Chabot maakt er mede daardoor een potje van en zorgt ervoor dat “Triggerhappy” voor de argeloze lezer een enorme tijdsverspilling is. Hoewel Chabot tussen de regels door van alles insinueert, gebeurt er 255 pagina’s lang werkelijk helemaal niets waardoor je denkt dat het misschien toch nog allemaal enigszins de moeite waard kan worden. Woord na woord, regel na regel, pagina na pagina is het een brij van vaak totaal onsamenhangende gebeurtenissen. Het is bijna lachwekkend slecht. Nergens is enige structuur te ontdekken. Het boek is een liedje met twee refreinen en een couplet, dat de band vervolgens eindeloos blijft herhalen. Na veertig pagina’s weet je het allemaal wel. De rest is totaal onnodige bladvulling. Het is om treurig van te worden.
-1
Ik had me erg verheugd op dit boek, maar viel echt tegen. Er zicht geen mooie vertelkracht in het boek, het lijkt meer op een wat uitgebreide verslaggeving. Het kon me niet boeien.
-1
Ik Ben De Nacht van Ethan Cross werd met hoge verwachtingen aangekondigd. Het boek zelf is al bijzonder op zich, de compleet zwart cover met zwarte letters in relief, maar vooral de titel en auteurnaam in witte letters op de verder zwarte bladzijden. De achterflaptekst geeft flashbacks naar Hannibal Lector van auteur Thomas Harris. De eigen woorden van seriemoordenaar Francis Ackerman jr. over zijn werkwijze laten de huiveringen over je rug lopen en maken dat je direct wilt gaan lezen. In de eerste hoofdstukken vertrekt het boek gelijk in volle vaart. Francis Ackerman houdt huis in een tankstation waar zeer veel bloed vloeit en hij geen mededogen kent met zijn slachtoffers. Dit is zeer veelbelovend en maakt de verwachtingen nog hoger. Helaas was dit voor mij ook direct het hoogtepunt, Ethan Cross weet met geen enkele scene of confrontatie in de buurt te komen van de gruwelijkheid van de eerste hoofdstukken. De spanning is op vele momenten compleet verdwenen en dit is toch het belangrijkste thrilleraspect. Het boek leest op sommige momenten haast meer als een roman. De introductie van Marcus en zijn rol in het verhaal is veel te groot. Ethan Cross heeft veel woorden nodig voor Marcus en probeert verwarring te zaaien door zijn aanwezigheid en daardoor spanning, maar dit komt niet uit de verf. De spanning wordt er compleet door weggenomen. Het verhaal rond de sheriff en zijn perikelen is ongeloofwaardig, zeker als Andrew plotseling opduikt. Ethan Cross heeft twee verhalen proberen te verwerken in het boek - zonder uit te wijden over de inhoud - en dit is zijn fout geweest. Had hij Francis Ackerman jr, zijn gang laten gaan met de politiemacht of Marcus achter zich, dan was de spanning veel hoger geweest. Ik geef het boek twee sterren, het heeft me helaas niet kunnen bekoren.
-1
Brigadier Manon Bradshaw heeft als opdracht om binnen 72 uur de verdwenen Edith Hind terug te vinden. Na 72 uur is de kans immers groot dat verdwenen personen dan al lang dood zijn. Hiermee was mijn interesse onmiddellijk gewekt, en mede dat dit een 'internationale bestseller' is zorgde voor hoge verwachtingen. Deze werden echter niet ingelost. Het verhaal wordt verteld vanuit verschillende personages. Dit zou een meerwaarde kunnen geven aan het verhaal door dit vanuit verschillende standpunten te bekijken. Maar Susie Steiner koos ervoor om meer aandacht te geven aan de personages zelf. Het verhaal zelf verdween hierbij meermaals op de achtergrond, waardoor de snelheid uit het boek gehaald werd. Dit boek is het eerste uit een reeks rond Manon Bradshaw. Het is natuurlijk mogelijk dat de schrijfster ervoor koos om in dit eerste boek de diverse personages neer te zetten, en dat de volgende boeken (hopelijk) meer spanning opleveren. Dit boek vind ik dus eerder een roman, zeker geen thriller. Citaat: ... "Onze diepste angst is niet dat we inadequaat zijn. Onze diepste angst is dat we oneindig machtig zijn." Eronder schreef ze (Edith): "Niet gezegd door Nelson Mandela, maar toch prachtig."...
-1
Rood kwik is het debuut van Alwin van Ee. Hoofdpersoon is Ruben Sender, specialist in gevaarlijke stoffen die free lance werkzaamheden verricht voor de soja verwerkende fabriek Protenol, die met sluiting wordt bedreigd. Ruben verdenkt salesmanager Ludo Corvinus ervan zich bezig te houden met illegale handel in pesticiden. Hij gaat op amateuristische wijze op onderzoek uit. Vlak voordat hij in een Rotterdamse loods wordt neergeslagen, vindt hij een capsule met een raadselachtige stof, die later het levensgevaarlijke Rood kwik blijkt te zijn. Tijd om verder te zoeken is er niet omdat Rubens baas en vriend Charles Lafevre hem naar Cuba stuurt met de opdracht zijn vriendin Maria te zoeken en haar, als het kan, mee te nemen naar Nederland. Het snoepreisje krijgt een sinister tintje als Italiaanse maffiosi proberen Ruben te vermoorden en als blijkt dat er wat betreft de handel in illegale chemische stoffen een connectie is tussen Nederland en Cuba. Terug in Nederland raakt Ruben verzeild in een maalstroom van levensbedreigende situaties en ontdekt hij de ware samenhang tussen de gebeurtenissen. Rood kwik is een echte eersteling, met alle fouten van dien. Van Ee kan schrijven, dat moet gezegd, maar een volwaardige roman heeft hij nog niet in de vingers. Daarvoor worstelt hij met teveel roman-technische problemen. De toonzetting bijvoorbeeld is volstrekt inconsequent: soms is het verhaal geschreven in een soort Hollandse Hard Boiled stijl: “Als de boel explodeerde moest je er natuurlijk niet met je snufferd bovenop staan” en als Ruben bij iemand schaatsmedailles ziet, overpeinst hij stoer: “Het leek me een troep van likmevestje, die een ander in een schoenendoos op zolder zou smijten”. Als hij Rotterdam beschrijft: “De onderwereld sijpelde hier door de riolen naar boven, moorddadig, verpauperd, smerig, onpersoonlijk, in een woord:een wereldstad.” Aan de ander kant is het taalgebruik super braaf: “Ik nam voldoende proviand mee. Wie weet zou het een langdurige aangelegenheid worden.” Wat karakterbeschrijving betreft begaat Van Ee de fout in door zijn hoofdpersoon dusdanig negatief neer te zetten dat de lezer zich op geen enkele wijze met hem kan identificeren. Ruben Sender wordt neergezet als een onaardige, zelfzuchtige man die lijdt aan zelfoverschatting, een vrijgezel die zichzelf beschouwt als luxe paard, die neerkijkt op arbeiders, die rondsnuffelt in het kantoor van een collega, die spullen van de zaak mee naar huis neemt voor eigen gebruik, die er op Cuba niet voor terugdeinst om met de vriendin van zijn vriend naar bed te gaan, die hoereert en die laf is. Verder is de humor van Van Ee gekunsteld en vermoeiend: Zo zegt de secretaresse: “Soep en vrouwen moeten heet zijn”. De boekhouder roept: “Water is alleen te drinken als het bij de brouwerij is geweest.” Over de ex-vriendin van Charles en hemzelf zegt Ruben: “We waren dus zogezegd kutzwagers”. En ook de kreet “Tante Neel, je bent een juweel” roept bij mij geen glimlach op. Deze quasi humor is storend en staat veelal het verhaal in de weg. Maar het grootste manco van Rood kwik is het ontbreken van een deugdelijke spanningsboog. Het begin van het boek is stroef, de aanleiding tot het ondernemen van actie is erg afhankelijk van toeval. Het onlogische vervolg is een enorm blok van bijna 90 pagina’s waarin Ruben op Cuba van links naar rechts reist en zich regelmatig laat verwennen door welwillende dames. Het is een stuk tekst dat het goed zou doen in een reisgids, maar dat het verhaal niet wezenlijk verder helpt. Ook de verdere ontwikkeling en de ontknoping in Nederland hangen allemaal van toevalligheden aan elkaar. Steeds als je denkt dat het boek uit is, gaat het weer verder. Kortom, de opbouw van spanning is ver te zoeken. En in een misdaadroman is dat de grootste fout die je kunt maken, want spanning is nu eenmaal de levensader van elke goede thriller. In een interview zegt Van Ee dat hij vindt dat humor erg belangrijk is. “Thrillers lees je voor je plezier. Het boek is in de eerste plaats entertainment.” Hiermee geeft hij perfect weer wat zijn doel is: publiek behagen, entertainen. Een duidelijker definitie van ontspanningslectuur is niet denkbaar. Maar ook ontspanningslectuur moet goed zijn, wil hij echt ontspannen. Daar is Rood kwik helaas te onevenwichtig voor.
-1
Wat maakt een reeks nutteloze feiten interessant? Ik heb de A en de B doorgelezen en bleef wachten op een verrassende wending, of juist opbouw van feiten. Ik vond het een nutteloze bezigheid. Misschien te vroeg weggelegd? Dat is dan niet anders.
-1
De stichting Fantastische Vertellingen wil met haar nieuwe snuffel-reeks een springplank bieden voor nieuw of miskend talent in Nederlandstalige, fantastische speurders. Dit is het tweede boekje in de reeks en het eerste boekje over Commissaris Omer. Het mag met recht een boekje genoemd worden: het bevat zo’n 80 bladzijden verhaal. Commissaris Omer is een detective uit de toekomst, op het moment gestationeerd op de planeet Smyrnia. Op verzoek van de plaatselijke overheid heeft hij net een moord opgelost en staat hij op het punt zich te storten op een tweede. Commissaris Omer is van de oude stempel: samen met zijn twee collega’s lost hij de zaak op met behulp van beredenering, het gebruik van het aanwezige bewijsmateriaal, en in dit geval een flinke dosis geluk. Het voelt alsof Commissaris Omer een detective uit een film Noir is, die is opgepakt en in de toekomst is neergezet. Het verhaal zou zich dan ook zonder problemen kunnen afspelen in het huidige Nederland. Hoewel er gebruik wordt gemaakt van robots en technieken die (nog) niet bestaan, is geen van deze elementen van cruciaal belang voor het verhaal. Ook is er iets mis met de continuïteit op plekken. Iemand die op maandag- of dinsdagavond langs zou komen, komt ineens op woensdag. Een verdachte die volgens een forensisch onderzoeker vrouw is, blijkt man te zijn. Deze dingen kunnen bewuste verhaalelementen zijn, maar doordat ze niet benoemd worden lijken het eerder fouten. Oxana Langbeen houdt er een licht-poëtische schrijfstijl op na. De openingszin sluit je direct in je hart: 'Lieve hemel, wat had die vent een gok, zeg! In de schaduw daarvan zou een voltallig gezin de strandvakantie veilig kunnen doorbrengen'. Dat past prachtig bij de setting van het verhaal en geeft het geheel iets meer diepgang en iets minder het gevoel van een dertien-in-het-dozijn detective verhaal. Aan de andere kant haalt het de snelheid uit het verhaal. Sommige zinnen zijn nogal lang of lijken niet op hun plaats. Het verhaal verloopt gestaag, en is makkelijk te volgen. Het lijkt echter alsof de nadruk op punten meer ligt bij de beschrijving van de personages en de technieken die Langbeen bedacht heeft, dan bij het verhaal. Enigszins voorspelbaar kabbelt het voort tot de laatste scene. Waar het volledig mis loopt. Het einde is namelijk niet in karakter met de rest van het boek. Sterker nog, het gaat tegen alle principes van een rechtschapen detective in. Een 'en ze leefden nog lang en gelukkig' is nou eenmaal niet in elk verhaal een passend danwel realistisch einde. Daarnaast worden niet alle vragen opgelost, zoals hoe is de dader nou uiteindelijk in de buurt gekomen van het slachtoffer? Commissaris Omer en de Vermoorde Onschuld is een lekker tussendoortje. Het is een korte novelle die vermaakt met haar taalgebruik. Het is echter geen hoogstaand verhaal dat de schrijfster in de schijnwerper zal zetten. Daarnaast vraagt het een stevige portie goodwill van de lezer om over bepaalde dingen heen te lezen.
-1
Zoals zo vaak: lees je een boek van een schrijver waar je van hebt genoten, in het geval van Hoffman haar vorige boek dan begin je vol goede moed en zin aan een nieuw boek van haar en vaak.....Ja vaak valt dat dan toch tegen. Eerdere schrijvers waren dat ook al met me eens maar de spanning is weg, valt tegen, de karakters zijn vrij vlak, toch wel een redelijk verhaal maar niet meer dan 2 sterren. Bij een volgend boek van haar ga ik toch echt af op de recensies van Crimezone. Dat is en blijft natuurlijk individueel.
-1
Ik kom er níet doorheen, terwijl de andere boeken wel goed zijn... Vreemd, wellicht een uitprobeersel, verandering in stijl? Geen geslaagde verandering wat mij betreft.
-1
Na De verborgen geschiedenis is dit een absolute teleurstelling. Haar eerste boek was goed geschreven en las je in één keer uit. Bij De kleine vriend bekruipt je echter het gevoel dat het de schrijfster uitsluitend te doen is om de sfeertekening van de streek en de periode. Het verhaal wordt nergens echt spannend en kan de aandacht ook niet vasthouden. Ik heb er maanden over gedaan om het boek uit te lezen. Het verhaal kwam nooit echt goed op gang, en gaat uit als een nachtkaars. Onbegrijpelijk dat schrijfster hier tien jaar aan gewerkt heeft.
-1
Een slecht boek schrijven, dat zal Henning Mankell niet gauw doen. Maar Labyrint is bepaald erg matig. Natuurlijk zijn alle ingrediënten voor een succesvolle Mankell: de vasthoudende speurder, die zijn (in dit geval haar) leven niet op orde heeft, de twijfels, interessante sociale thema's - in dit geval fraude en hebzucht. Maar de korte staccato zinnetjes (het verhaal was oorspronkelijk een script voor een televisieserie), de summier en rafelig uitgewerkte verhaallijnen, dat bevordert het leesgenot niet. Erg spannend of labyrinterig is de plot ook al niet. Ter zijde: wel is het origineel dat het in Labyrint een vrouw is die een drankprobleem heeft... dat is overigens niet Louise's enige probleem in het leven. Je zou echt niet met Mankell's helden willen ruilen... Bovendien is het boek beroerd vertaald (of staat er in het orgineel ook zes keer "het gesprek bloedt dood" en andere cliché's). Omdat Mankell voldoende kwaliteiten heeft is ook een matig verhaal nog wel de moeite waard om uit te lezen, maar ik hoop dat zijn volgende boek beter is dan dit...
-1
Ik heb dit boek gekregen in een boekbox. Nu heb ik persoonlijk al niet zoveel met het verhaal van Mulan, maar ik heb wel vaker gehad dat boeken me dan toch wisten te verrassen. Helaas was dat bij dit boek niet het geval. Voor mijn gevoel komen het boek, de wereld, het plot en de karakters nergens echt tot leven. Het lijkt wel alsof er een ziel mis. Ik kon geen persoonlijke band aangaan met de karakters, ik kon geen idee krijgen van de sfeer in het land en daardoor kon het me eigenlijk niet heel veel schelen wat er met de karakters gebeurde. Wellicht ligt het aan mij. Wellicht dat iemand die worstelt met transgender issues zich wel kan verbinden met dit boek. Maar mij lukte het helaas niet.
-1
Dit boekje leest als een belabberd geacteerde Nederlandse film. Op enkele momenten wel vermakelijk maar hoofdzakelijk dringt zich plaatsvervangende schaamte op.
-1
Bloed op sneeuw is geen boek, op z'n hoogst een novelle, Bloed op sneeuw is ook geen thriller, maximaal zou je het een literaire thriller kunnen noemen, spanning is ver te zoeken, Bloed op sneeuw is niet uniek en origineel, de werken van bv Malcom Mackay hebben hetzelfde onderwerp, maar veel beter uitgewerkt.. Toch geeft het boek wel plezier aan de lezer, ook al is het dan maar zo' n 90 minuten. En dan voel je je toch wel bekocht, veel geld voor het geleverde, Een zeer dun verhaaltje, Nesbo onwaardig.
-1
Een in deze tijd een beetje langdradig boek, wel met een zwaar onderwerp: 6 jaar onschuldig in de gevangenis gevolgd door een wraakactie. Niet helemaal politiek correct - dat bestond toen nog niet - maar toch wel gedeeltelijk achterhaald. Zowel technologisch als qua schrijfstijl. Dat betekent niet dat het onleesbaar is, integendeel. Wat het boek aan spanning te kort komt maakt het meer dan goed door de diepgang van de karakters en de achtergrond van het gebeuren. Rekening houdend met het feit dat dit het eerste deel is van een reeks boeken met dezelfde personages en met de Discus als centraal thema is het zeer vlot leesbaar en wekt verwachtingen voor de volgende delen.
-1
Ik ben persoonlijk nogal teleurgesteld in dit verhaal. Het is opzich een mooi verhaal, leest ook lekker weg, maar heeft weinig met een echt goeie thriller temaken. Ik zou het willen omschrijven als een prachtig mooi reisverslag met wel een spannend plot. Na hoofdstuk 41 komt er pas wat spanning om de hoek kijken. Jammer. Maar desalniettemin wel een mooi boek om gelezen te hebben. Zeker als je ooit nog eens plannen hebt om naar Noorwegen te gaan. Thanks Paul, R.I.P toch jammer niets meer van jou hand te mogen lezen.
-1
Vond dit echt geen goed boek. Verwarrend, langdradig en helemaal niet spannend. Kon echt niet in het verhaal komen, ook de personages zijn niet geloofwaardig. Was een echte inspanning om het boek uit te lezen. Teleurstellend.
-1
Dit was echt het slechtste tot nu toe in de Sara Linton-reeks. Al dat geweld: rondvliegende kogels, stukken hersen en hersenpan, ogen die uit de kas zijn geraakt enz. Een goed en spannend verhaal kan ook verteld worden zonder al die nodeloze bloederige details. Je kunt Onzichtbaar beter niet lezen als je eet. Dan vergaat de honger je al snel. Dit was inderdaad too much. Ik heb Onzichtbaar wel uitgekregen maar dat heeft moeite gekost. Het einde was toch geen grote verrassing, helaas. Zouden ze daar in het zuiden van de VS echt zo puriteins zijn wat betreft sex, en iemands sexuele voorkeur? Ik irriteerde me een beetje aan Sara's voor ons nogal preutse gedachten. Hopelijk bevalt Karin Slaughters' volgende boek beter, want haar eerste heb ik met plezier gelezen.
-1
In zekere zin had Dimitri Casteleyn goud in handen. Een boek over een professor en zijn gezin. De professor verruilt de universiteit voor het bedrijfsleven, maar de ziekelijke bezorgdheid voor zijn dochter brengt hem tot faliekant aflopende verkeerde keuzes. Intrigerend. Menselijk. Spijtig. Zo’n boek had ik graag gelezen. Helaas werd Witte warmte niets van dat alles. Casteleyn wil te veel – een op roem en geld beluste professor, de donkere kanten van nanotechnologie, een scheefzittende vader-dochterrelatie, een ecologisch sprookje, grondige klimaatveranderingen… - en eindigt met bijna niets – een boek boordevol bordkartonnen personages en ongeloofwaardige gebeurtenissen. Is het toch vlot leesbaar? Ja. Maar is dat een argument om meer dan één ster toe te kennen? Je verwacht van een auto toch ook gewoon dat ie rijdt, zonder daar laaiend enthousiast over te hoeven doen. Het hele boek voelt als een gemiste kans, ondanks enkele mooie beschrijvingen en sfeervolle situaties.
-1
De auteur heeft een actueel thema verwerkt in een roman. Fictie mag daarin volop de ruimte krijgen mits het een aannemelijke combinatie oplevert met wat zich afspeelt. Hij is helaas het verhaal volledig uit het oog verloren en heeft zich laten gaan in kinderlijke dialogen tussen hoofdpersonages en onwaarschijnlijkheden die echt niet kunnen, zelfs niet in fictie. Met vlagen haast onmogelijk om door te lezen. Toch ben je nieuwsgierig, want waar gaat de auteur heen met zijn verhaal? Het wordt helaas niet beter. Maffiajongens, waar de grootste man wegzwijmelt met gedachten aan opa zaliger, die ineens last van hun geweten krijgen tijdens een snorkeltochtje door al dat plastic in het water, maar vervolgens hun hand niet omdraaien om de problematiek te verergeren? Of het nu gaat om De Houtman, zijn bestuurders, zijn P.A. Saskia of de Golden Boy Steve. Bijna niets van wat er gebeurt is aannemelijk te noemen. De auteur heeft zich volledig laten gaan en geen maat gehouden met ‘wat zou kunnen’. En dat is enorm jammer. De Trash Heroes op Bali bestaan echt. De afvalberg ligt er daadwerkelijk. Waarom heeft de auteur zich niet gehouden aan de fictieve schrijfmogelijkheden die daar lagen? Maar dan resten nog de vele fouten in het boek. Hoofdletters en leestekens ontbraken of staan op de verkeerde positie. Heel veel grammaticale fouten, kromme zinnen en onlogische perspectiefwisselingen tijdens een dialoog. De auteur herhaalt zichzelf vervolgens meerdere malen door een draai aan een zin te geven en deze vervolgens, nagenoeg identiek, weer toe te passen. En dat alles in dezelfde alinea! Het zijn er teveel, het is meer dan storend. Cursieve teksten, dan weer wel en dan weer niet. En wanneer woorden dan ook nog eens willekeurig worden afgebroken t.b.v. de bladspiegel, Meyer als Meier en Albert Heijn als Albert Hein wordt geschreven… Ergens houdt het op. Al met al is De plasticwatermaffia een grote teleurstelling. Het is allemaal té. De auteur heeft gevoelsmatig geen maat gehouden en heeft alles dat voor handen kwam gebruikt. Niets is te gek, alles mag en kan. Helaas uit zich dat niet in spanning of als verrassing. De strijd aan de top van Danesto zou zoveel meer mogelijkheden hebben gehad, maar nagenoeg alles richt zich op kinderachtige dialogen tussen CEO’s en criminelen, een absurde bedrijfshiërarchie die een multinational onwaardig is en bad guy becomes good guy, omdat de stoute man ineens last krijgt van een geweten? Soms ga je zelfs voor fictie te ver en schrijf je fantasy, daar kan alles. Voor een roman sla je de plank volledig mis. Het enige pluspuntje aan dit alles is dat de lezer zich, hopelijk, bewuster wordt van de afvalberg die hij/zijn produceert en de schadelijke effecten voor mens en natuur van de plasticindustrie. De auteur is goed op hoogte van Balinese gebruiken en buit dat tot vervelens toe uit door middel van toelichtingen en vertalingen. Maar hij maakt geen gebruik van de actualiteit door een ongeloofwaardig verhaal rondom deze problematiek neer te zetten. Al zullen sommige praktijken niet eens zo vergezocht zijn.
-1
Ik vond de serie zelf het verhaal lijn wel leuk, vond het alleen heel jammer dat van de 300 pagina(ereader) d'r toch wel 250 uit seksende senes bestonden! Het was voor mijn iets te veel van het goede
-1
Een redelijk verhaal, totdat er niks gebeurt na de eerste keer dat er suspense lijkt te worden gegenereerd: in de bibliotheekkelders met onderzoekster Margaret. Zowel plot als romance met alles wat daarna volgt gaan als een natte kaars uit, waarna de aanvankelijk best wel originele mysterieus-koele schrijfstijl haar prikkeling verliest. Wat rest is een teleurstellende hoofdpersoon in een tweedimensionale sleutelroman. Meest boeiende persoon in dit verhaal: Margaret; gemiste kans van Grossman om haar meer statuur te geven in relatie tot de rest van de spelers.
-1
Het boek was oké. Ik heb ervan genoten en het was erg fijn om te lezen. Als je het uit hebt laat het toch wel een zekere indruk achter. Alleen had ik na het boek het gevoel dat er iets ontbrak, dat er iets miste.Dat vindt ik wel jammer, aangezien er wel de nodige spanning in zit.
-1
Een familievakantie die op aanraden van een bevriende auteur bij hem in de ardennen wordt gepland terwijl hij een groot geheim heeft en dus niet zit te wachten op pottenkijkers......dat vond ik al niet geloofwaardig. Ik wist halverwege al hoe het zou aflopen en dat vind ik geen goed teken. Een erg dun verhaal kortom dat voor mij nooit echt spannend werd. Barbara vind een schoen en meteen verdenkt ze haar vriend van het ergste......fijne relatie. Ik zal van deze schrijver niet snel weer een boek lezen. Hij kan veel leren van bv Herman Koch die wel de spanning weet op te bouwen en vast te houden.
-1
Geen aanrader. Ondanks de heftige gebeurtenis die de hoofdpersoon is overkomen, verkracht in haar jeugd heeft het boek mij niet kunnen boeien. Geen diepgang, oppervlakkig verhaal, teleurstellend .
-1
Federico Axat is een Argentijnse schrijver en bracht in 2010 zijn eerste boek Benjamin uit. De laatste uitweg is zijn derde, een psychologische thriller. We kunnen niet veel zeggen over de inhoud, gevaar voor spoilers. Het is een speciaal boek, in eerste instantie heb je dit echter niet door, dat duurt wel even. Alles welbeschouwd, na het lezen van het hele boek, kun je wel niet anders zeggen dan dat het knap in elkaar zit, een goed geconstrueerde plot. Het duurde heel lang eer er wat vaart in het verhaal kwam en dan nog slechts met momenten. Persoonlijk vond ik het boek traag en zelfs ietwat saai en heb op een gegeven moment getwijfeld om verder te lezen. Je weet trouwens niet goed wat je aan het lezen bent. Helemaal op het einde weet je pas waar het boek echt over gaat en het is net dat dat niet uitgewerkt is. Verrassend is het wel, maar je bent dus helemaal niet mee in deze clou. Ah ja, zo zit dit, punt andere lijn. Dit boek was dus niet mijn ding, totaal niet. Ik kan er wel inkomen dat het voor anderen wel goed is. Maar de constructie bleek dus wel goed te zijn, ingenieus zelfs en het is goed geschreven.
-1
Had een goed verhaal kunnen zijn, maar de uitvoering is erg jammer. Eenvoudige schrijfstijl, geen moment spannend. Niets voor mij
-1
De titel en de korte inhoud van het boek zijn heel erg veelbelovend. Je verwacht een snelle en razend spannende thriller. Edith is verdwenen, ontvoerd of vermoord, en de eerste 72 uur zijn cruciaal om haar terug te vinden. Dit boek zou ik onmiddellijk kopen. Helaas voldeed het helemaal niet aan mijn verwachtingen. Het verhaal wordt vanuit het standpunt van de verschillende personages verteld. Dat kan zorgen voor dynamiek. Als deze techniek goed gebruikt wordt, kan de spanning heel hoog opgedreven worden en krijg je ook telkens een andere visie op het gebeurde. Dat was hier helaas niet het geval. Het leek eerder alsof iedereen die aan het woord kwam zichzelf en zijn collega’s in the picture wou zetten. Er werd heel veel over de diverse personages verteld, maar het verhaal zelf werd precies een beetje aan de kant geschoven. Je zou dan denken, ok, geen thriller, maar een goed uitgewerkte roman. Ook hier moet ik jammer genoeg negatief op antwoorden. Er worden inderdaad heel veel bladzijden besteed aan de beschrijvingen van de personages, maar voor mij zit er geen diepgang in. Is er dan niets positiefs te vertellen over dit boek? Jawel. Het begin en het einde zijn goed. In het begin lijkt het alsof er spannend verhaal zit aan te komen en de uiteindelijke plot is wel verrassend. Het middenstuk had echter veel beter gekund. Daarom vergelijk ik dit boek met een croque monsieur: een lekkere boterham aan de buitenkanten, maar een pover beleg van jonge Gouda met ham er tussen, terwijl het gerookte zalm met kruidenkaas had kunnen zijn.
-1
Dat het boek het aantal sterren van mij krijgt die ik gaf heeft te maken met het verwachtingspatroon. Als "boek van het jaar" in de Vrij Nederland Detective & Thrillergids verwacht je een thriller en dat is het in de verste verte niet. Graeme Macrae Burnet (1967. Kilmarnock,VS) heeft een roman geschreven wat opgehangen is aan een drievoudige doodslag in een Schots gehucht in het midden van de 19e eeuw. Het boek is grofweg opgedeeld in drie delen, De realiteit weergeven door de bril van Roderick MacRae, het onderzoek en het proces, en het geeft je een mooie inkijk in het leven en de gedachtegang van die tijd. Het trage levensritme, het zware leven en het lijden van de gewone man zijn prachtig beschreven. Maar het verhaal is dunnetjes. Kracht van het boek is naast de reeds genoemde facetten de weergave van het verhaal zonder een bepaalde moraal mee te geven. De lezer wordt gevraagd na te denken en zelf te overwegen wat goed is of fout. Conclusie: helemaal geen slecht boek maar wat een raar iets dat het in de markt is gezet als thriller.
-1
Spannend verhaal, mooie wendingen, maar soms ook wat warrig. Het oude keltische herleeft in dit boek, waarin het gevlochten wordt met het heden en een oeroude legende. Mooi, maar niet echt beklijvend. ong. 8-14 jaar.
-1
In Hemel boven Londen laat Leonard Vermin zijn familie naar Londen komen. Elke persoon slaapt in hetzelfde hotel maar ze weten niet hoe en wat. Er is zelfs een persoon die niemand kent. De hele week volg je de personages tijdens hun verblijf in Londen. Leonard is erg ziek en bereid een afscheid diner voor. Je gaat met hem terug naar oude tijden. Zijn hele leven komt voorbij. Hakan Nesser kan heel goed vertellen. Het is een traag geschreven boek. In mijn ogen geen thriller. Dit zegt hij zelf eigenlijk ook al. Het is geen flitsende thriller en daar heeft hij helemaal gelijk in. Het is zo jammer dat uitgeverijen er dan de stempel thriller opplakken omdat het verkoopt.
-1
Adriaan Bos (1949) is 25 jaar lang advocaat geweest. Momenteel is hij raadsman / coach en begeleidt hij professionals in persoonlijke en zakelijke bewustzijnsontwikkeling. Advocaat van de waarheid is zijn debuut en is ontdekt via tenpages.com. Op deze website kan een (beginnend) auteur de eerste 10 pagina's van een manuscript plaatsen en proberen genoeg aandeelhouders te krijgen om het boek te laten uitgeven. In Advocaat van de waarheid is Thomas van Buitenhuyzen de hoofdpersoon. Hij is advocaat en bevriend met Sam, die een chip heeft uitgevonden waarvan de technologische ontwikkelingen eindeloos lijken, maar die een gevaar dreigen te zijn voor de privacy en de vrijheid van het individu. Sam ziet de gevaren en is van plan de chip geheim te houden en Thomas heeft beloofd hem hierbij te helpen. Maar zijn de twee opgewassen tegen de hebzucht van anderen? En hoever zijn die anderen, waaronder de zonen van Sam, bereid te gaan om de chip in handen te krijgen? Alles raakt in een stroomversnelling wanneer er een dodelijk virus opduikt en de chip het enige middel lijkt te zijn waarmee de overheden de zaak onder controle kunnen krijgen, de privacy van de burgers ten spijt. Wanneer Sam aan het virus overlijdt is Thomas vast van plan de chip uit handen te houden van de mensen die zich nu opwerpen als redders van de mensheid. Hij raakt hierbij verstrikt in allerlei intriges en al gauw is niet meer duidelijk wie nog te vertrouwen is en wie niet. Advocaat van de waarheid is een zeer actueel verhaal over de gevaren van zich steeds dieper in de privacy van de mensen nestelende digitale technologie. Orwell's 'big brother is watching you' neemt wel heel concrete vormen aan. Controle en informatie zijn daarbij sleutelwoorden, die haaks staan op innerlijke vrijheid en fysieke integriteit van het individu. Het boek is één grote aanklacht tegen de huidige cultuur van angstzaaien tegen 'de ander' en het inperken van vrijheden van iedereen die niet aan de normen en waarden van de machthebbers voldoen. Het taalgebruik van Adriaan Bos is mooi met vloeiende volzinnen ('haar reservoir aan tranen was opgedroogd') en met veel aandacht voor de diepere zin van het leven. Hij maakt van Thomas een levensechte figuur, die zijn alter ego kon zijn: voormalig advocaat die na het overlijden van zijn vader een meer spirituele weg is ingeslagen. Thomas' grote voorbeeld is Franciscus van Assisi, in wiens voetsporen hij wil treden. Tot ongeveer op 2/3 van het boek is het verhaal met zijn spannende ontwikkelingen en spirituele accenten volledig in balans en een plezier om te lezen. Maar net wanneer het verhaal naar een zinderend einde gaat, ontspoort het verhaal en verliest de auteur zich in spirituele en esoterische beschouwingen. Hij vergeet dat hij een thriller aan het schrijven is; de plot van het verhaal wordt genegeerd en hij laat de lezer verdwaasd achter in zijn zoektocht naar verlichting. Ik hoop dat Adriaan Bos in een eventueel tweede boek het evenwicht tussen spanning en esoterie beter weet te bewaren, want met deze combinatie heeft hij mij in het eerste deel van zijn debuut zeker kunnen boeien. Na de laatste hoofdstukken liet hij mij ontgoocheld en teleurgesteld achter en dat gevoel blijft helaas toch overheersen.
-1
Ik vind Eco een geboren en begenadigd verteller, maar ik begrijp niet wat hij met dit boek wil. Er is een vergezocht plot met een nieuwe krant waarbij de lezer zogenaamd wordt ingewijd in het vileine journalistenwereldje, maar die 'onthullingen' kent een beetje volger van de media al lang. Ook het 'vreselijk geheime' complot van de Gladio-organisatie is toch al dertig jaar bekend, evenals de machinaties van de Italiaanse politiek, de maffia, het Vaticaan, de banken en het grootkapitaal, de CIA (hè, geen Mossad?) en oude fascisten. Niets nieuws onder de zon, dus waarom dit boek? Ik weet het niet, maar het is wel weer heel onderhoudend en goed geschreven. Dat dan wel weer.
-1