text
stringlengths
4
22.7k
label
int64
-1
1
Dit boekje kon mij helaas niet bekoren. Als zaken zo summier worden besproken in dit boekje, dan moeten er ook geen zware thema's of zeer bijzondere werelden worden behandeld. Dat is volgens mij althans volstrekt niet gelukt. Het is bijna moeilijk om het verhaal dat de schrijfster wilde vertellen, te begrijpen. Kortom: een voor mij helaas niet gelukte poging om een fantasy-verhaal in een Splintervorm te vertellen. Wat de schrijfster hier allemaal wilde vertellen in 34 paginaatjes was volgens mij ruim voldoende geweest om een volwaardige roman van te schrijven!
-1
Auteur Annemiek Steur bracht in 2015 haar debuut Grezhel, het horloge en de man op de draak in eigen beheer uit; inmiddels is er een herziene uitgave van het kinderboek over Jonas Dubelaar en zijn avonturen. Van het ene op het andere moment belandt Jonas Dubelaar in een andere wereld. Wanneer hij een oud zakhorloge op zolder vindt, komt hij in Sjen’na terecht. Maar daar houdt het niet op. Hij blijkt namelijk uitverkoren te zijn en krijgt zelfs zijn eigen draak! Samen met Grehzel verkent hij deze nieuwe wereld en gaat hij op avontuur om de inwoners van Sjen’na te helpen. Jonas zit in de laatste groep van de basisschool en houdt zich eigenlijk voornamelijk bezig met de voorbereiding voor de middelbare school, tot hij het zakhorloge vindt. Het horloge houdt zijn aandacht vast. Hij vraagt zijn juf of zij de mysterieuze woorden erop kan ontcijferen, maar het lijkt een vreemde taal te zijn. Jonas blijft maar met het horloge klooien, tot hij het sleuteltje omdraait. Dan gaat er letterlijk een nieuwe wereld voor hem open. In dit eerste deel van de Jonas Dubelaar-serie gaat het voornamelijk over de strijd tegen Maereis. Halverwege wordt er een uitstapje gemaakt naar een school, waar Jonas moet trainen om mee te kunnen vechten. Tussendoor moet hij ook nog opdrachten voor de koningin volbrengen; hij is per slot van rekening de uitverkorene. De opbouw van het verhaal is niet overal even duidelijk. In het begin lijkt het om het vinden van Grehzel en het uitvoeren van opdrachten te draaien. Dan moet Jonas opeens trainen, toch weer een opdracht doen, toch weer terug naar school en op het eind draait het voornamelijk om Luftrill (een sport die doet denken aan het zwerkbal van Harry Potter). Qua spanningsopbouw schort het hier een beetje. Ook is het einde van het verhaal niet rond. Tijdens een missie wordt Jonas’ draak gestolen en moeten ze het kasteel van Maereis binnendringen om Grehzel terug te halen. Hier komen ze achter Maereis’ plan, maar verder wordt er niets meer tegen dat plan gedaan. Jonas zegt aan het begin van het boek zijn vader niet te kennen en halverwege blijkt dat zijn vader ook in Sjen’na is geweest, maar daar komt geen verklaring meer voor. In dit eerste deel komen ook de personages nog niet helemaal uit de verf. Maereis is voornamelijk slecht, Jonas nog een beetje onzeker, maar wel heldhaftig en Retake een trouwe vriend. Het meest storend aan deze herziene uitgave, op het feit na dat het boek sterk doet denken aan Eragon en Harry Potter, zijn de taalfouten. Kromme zinnen als 'zo te horen doen volgen ze mijn orders goed op’, taalfouten als ‘het enige wat’ of woorden die niet goed zijn geschreven en letters die missen komen te vaak voor. Vooral in een herziene uitgave had dit er niet meer in mogen staan. Het tweede deel van de Jonas Dubelaar-serie moet in september uitkomen. Hopelijk breit dat wel een einde aan de vragen die deel 1 opriep en niet beantwoordde, en krijgen de personages ook meer ruimte om te groeien.
-1
Als opvolger van het in Nederland bejubelde De ondergang van de Batavia komt Mike Dash nu met Roofmoordenaars op de proppen. Hij probeert hiermee zijn vorig succes te evenaren. Opmerkelijk genoeg staat er soms op de achterflap van zijn boeken een omschrijving die niet helemaal strookt met de werkelijkheid. Schrijft de Britse geschiedkundige spannende romans, of zijn het wel degelijk historische verslagen? De meningen zijn verdeeld. Dit keer wordt beweerd dat het om een onweerstaanbare thriller gaat. Toch is het voor een historisch verslag met een beeldende vertelstijl net wat te optimistisch gesteld. Liefst drie jaren lang verdiepte Dash zich in de geschiedenis van de East India Company. Zijn oog viel gelijk op een moorzuchtige roversbende, de Thugs. De sekte was gedurende een paar eeuwen in grote gebieden van India actief en kon onbelemmerd haar gang gaan. Aan het begin van de negentiende eeuw ging William Sleeman, de nieuwe Britse bestuurder van de East India Company, de strijd met de bende aan. De gruwelijke praktijken van de leden drongen algauw tot hem door. Zo hanteerden de Thugs een geraffineerd systeem waarbij ze het vertrouwen wekten van een onschuldig reisgezelschap. Vervolgens wurgden ze de hele groep, ontvreemdden alles wat kostbaar was en wisten alle sporen uit. De lichamen werden zo goed als mogelijk begraven, of op slinkse wijze in een waterput gegooid. De Thugs hadden strikte regels maar hielden zich er nauwelijks aan. Ze behoorden bepaalde bevolkingsgroepen te ontzien maar door hun verlangen naar geld en kostbaarheden wurgden ze praktisch iedere reiziger die hun weg doorkruiste. Sleeman bedacht een methode die wel eens succesvol kon zijn in de strijd tegen de roofmoordenaars. Hij besloot gevangen genomen Thugs in te zetten als informanten. Zij konden hem zo helpen de vijand te vinden. Sleeman was niet bereid de strijd te staken eer iedere Thug ontmaskerd was. Het concept is erg geschikt om over te schrijven. Je bestudeert de feiten van een barbaarse bende en probeert die op levendige wijze te verwoorden. Het had allemaal zo mooi kunnen zijn, ware het niet dat Roofmoordenaars tachtig pagina’'s aan noten telt, ontelbare asterisken herbergt, en een veel te grote dosis aan onuitspreekbare namen en begrippen kent. Echt bevorderlijk voor het lezen is dit uiteraard niet. Met name de asterisken dwingen je om de haverklap de klein gedrukte teksten onder aan de bladzijde te lezen. Daar komt nog eens bij dat de auteur doorlopend schrijft over het aantal moorden per bende en de buitgemaakte geldbedragen in roepies. In het begin is het nog interessant, maar daarna bekruipt je toch echt een '‘daar gaan we weer’'-gevoel. Het is overigens onnodig vraagtekens te plaatsen bij het grootschalige onderzoek van de schrijver. De geloofwaardigheid blijkt uit ieder geschreven woord. Iemand die toevallig belangstelling toont voor gewetenloze roofmoordenaars uit India zal dit boek als een wondermooi geschenk beschouwen. Voor de echte liefhebber van thrillers zal het een stuk moeilijker te verteren zijn. Je wilt immers in de huid kruipen van de meest geesteszieke karakters. Maar in een historisch verslag, al is het nog zo goed geschreven, is dit helaas niet mogelijk.
-1
Rene Gutteridge studeerde scenarioschrijven aan de Universiteit van Oklahoma, waar zij met haar man en twee kinderen woont. Naast talloze toneelstukken en sketches, heeft zij inmiddels dertien romans geschreven, van lichtvoetige comedy tot spannende thriller. Stormvloed is het laatste boek van haar spannende Stormtrilogie. FBI Agent Mick Kline wordt na tien jaar opnieuw geconfronteerd met een moordzaak waarin hij zelf ooit als eerste verdachte werd beschouwd. Hij ontvangt anonieme brieven met een gecodeerde boodschap die hem de interesse in de oude zaak weer doen opnemen. Het onderzoek leidt hem naar Sammy Earle die reeds een tiental jaren in de cel opgesloten zit voor moord. Sammy pleit echter onschuldig en hoopt dat Mick Kline voor de laatste keer zijn tanden in de zaak zet om hem te helpen ontsnappen aan de doodstraf. Een reeks recente brandstichtingen blijken toevallig een connectie te hebben met de zaak Earle. Wanneer Mick Kline’s hoofdverdachte omkomt bij een van deze branden moet hij noodgedwongen samenwerken met ATF agente Libby Lancaster. Fraude en oplichting werpen een totaal nieuw licht op de zaak. Samen met Libby stuit Mick op een spoor dat leidt naar een gepensioneerde rechercheur. Een oude bekende in het moorddossier Earle. De door liefdesperikelen geteisterde Kline gaat tot het uiterste om de waarheid te achterhalen. De drie vrouwen die zijn leven beheersen spelen hierbij een cruciale rol, wanneer één van hen ontvoerd wordt is Kline gedwongen keuzes te maken onder de dreiging van een verwoestende orkaan. Met Stormvloed heeft Gutteridge een boek geschreven waarin het Amerika na de rampzalige orkaan Katrina centraal staat. De verwoestende kracht van de natuur komt uitgebreid aan bod en Gutteridge maakt er in de apotheose dan ook handig gebruik van. Al voelt de orkaanclimax op het einde toch een beetje oubollig aan. Als een rode draad door het verhaal beleven we de geboorte van een orkaan op volle oceaan en volgen we zijn spoor tot hij aan land komt en zijn verwoestende kracht los laat op de mens. Goed gevonden en zeker origineel. De personages en moordzaken uit de eerste twee delen Stormjager en Stormdreiging komen weer volop aan bod. De gebeurtenissen uit het verleden drukken dan ook duidelijk hun stempel op het verhaal, wat het als lezer niet eenvoudig maakt het boek te lezen zonder voorkennis. Gelukkig maken Gutteridges luchtige manier van schrijven en haar gevoel voor humor en cynisme van het boek toch een luchtig verteerbaar geheel. Rene Gutteridge is een schrijfster die het geloof graag ruim baan geeft in haar boeken. Opmerkelijk, maar derhalve niet verwonderlijk, is dan ook de centrale aanwezigheid van God en het geloof in Christus van de hoofdpersonages. De oneliner ‘God bless America’ zou perfect passen in het verhaal. Gutteridge gebruikt zelfs als beeldspraak het woedende onweer dat vergeleken wordt met passages uit het Nieuwe Testament. Mij gaat dit persoonlijk te ver. Uiteindelijk kon het verhaal op zich me nooit echt boeien: te eenvoudig van structuur en iets te Amerikaans qua opvatting en denkwijze.
-1
Aspe is een Belgische schrijver die in Vlaanderen en Nederland bekend staat om zijn misdaadverhalen. Pieter Aspe is echter niet zijn echte naam, deze is afgeleid van Pierre Aspeslag. Zijn hoofdpersonage is in elk boek hetzelfde: Pieter Aspe. Hij won in 2001 de Hercule Poirotprijs voor zijn roman Zoenoffer. Het handige aan de boeken van Aspe is dat ze op zekere lijn wel op elkaar volgen maar dat ze ook afzonderlijk te lezen zijn. De thriller 13 begint direct met een moord en speelt zich gaandeweg vooral af in Brugge, Blankenberge en Lissewege. Een man wordt dood teruggevonden in zijn hotelkamer met een kredietkaart op zijn nachtkastje en de woorden “Consummatum est” op zijn naakte lichaam geschreven. De kredietkaart geeft de aanwijzing dat het gaat om de moord op Wim Raes, maar wanneer Van In en zijn team de vrouw van Raes willen inlichten over de moord op haar man komt hij enkele minuten later springlevend de woonkamer binnengewandeld. Dit verwarrende begin beviel mij goed. Wie is dan wel het slachtoffer? Wat Van In en zijn team op dat moment nog niet weten is dat de kredietkaart eigenlijk de aanwijzing is tot het volgende slachtoffer. Twee dagen na de moord in het hotel komt ook Raes om het leven bij een val van de kerktoren in Lissewege. Ondertussen is ook duidelijk wie het eerste slachtoffer was, het gaat om Erwin Proot. Maar wat is het verband tussen deze twee mannen? De lezers, niet de personages, zijn wel al op de hoogte van wie de moordenares was, namelijk Anja Van der Weyden. Maar haar motief is nog niet duidelijk. De enige link tussen de twee mannen is dat ze beiden hun vrouwen bedrogen hebben… Naast de verhaallijn van de moorden wordt er vaak teruggewezen naar Van Ins persoonlijke leven met Hannelore Martens. De vrouw met wie hij over twee weken gaat trouwen. Hun relatie is een eeuwige tweestrijd tussen liefde en jaloezie. Soms vind ik de jaloezie wel iets te hard de bovenhand nemen. Er kan niks gebeuren tussen Van In en een andere vrouw of Hannelore wordt laaiend van woede. Dit aspect vind ik lichtelijk overdreven. Daarentegen vind ik de schrijfstijl van Aspe wel erg goed en weet hij zijn verhaal wel een verrassende wending te geven. Al kan ik niet zeggen dat hij een van mijn favoriete schrijvers is. Ik ben uiteraard geen professioneel criticus maar Aspe wordt zeer vaak geloofd als een erg goede misdaadschrijver, terwijl ik zijn verhaal op een soap vind lijken. Om eerlijk te zijn vind ik de serie geslaagder dan de boeken. Bij een serie verwacht je het cliché-effect, in een boek vind ik dit vaak jammer. Een boek heeft me pas echt geraakt wanneer het einde niet was wat ik verwachtte. Mijn algemene beeld over het boek is dus niet zo positief. Dit komt doordat mijn verwachtingen over de schrijver niet zijn ingelost. Nu kan ik alleszins ook zeggen dat ik eens een Aspe heb gelezen en dus mijn persoonlijke mening over zijn boeken kan vormen.
-1
Na een sterke proloog stort het verhaal direct al in en lijkt het wel of Freeman alles uit de kast moet halen om zijn verhaal kracht bij te zetten. Geen cliché wordt daarbij geschuwd diverse automerken vliegen voorbij, mannen zijn lang en vrouwen zijn te klein op een enkeling na en de meeste zien er uit als een mannequin. Het komt dan ook behoorlijk geforceerd over. Meestal heb ik geen moeite met de boeken van Freeman, maar op de een of andere manier sprak dit boek mij niet aan. Het was te langdradig en de personages worden op een vreemde manier beschreven. Ook de naam van Jonathan werd tot vervelens aan toe afgekort, nergens werd hij bij naam genoemd. kwam op mij nog al een beetje vreemd over, het is immers de hoofdpersonage uit het boek. De plot houd echter wel stand, maar mist zeker tot halverwege de spanning. Hierna is het boek iets beter en de ontknoping mag er wel wezen, maar het slechte begin kan het boek bijna niet meer redden. Heb hem dan ook met veel moeite uitgelezen en heb wel eens betere gelezen van Freeman, kom dan ook niet verder dan een schamele 2 sterren. Spanning: 2 sterren Plot: 3 sterren Leesplezier: 2 sterren Schrijfstijl: 3 sterren Originaliteit: 2 sterren Psychologie: 2 sterren
-1
Het is dat af en toe het woord vacht of pootje valt, anders zou je bijna vergeten dat de hoofdpersoon geen gewone neuroot maar een cavia is. Dat lijkt er verder ook niet echt toe te doen in deze kantoorsatire, die niet zo geslaagd is als haar boeken over taal. Een paar situaties zoals "de boswandeling" waren wel grappig, maar verder was ik er snel doorheen.
-1
Als ik de recensies van andere lezers bekijk, dan vraag ik me af of ik de eerste drie delen soms heb overgewaardeerd. Een waardig vervolg op de eerste drie delen? Dacht het niet. Wat een ongelooflijk langdradig verhaal, er zit nergens schot in, in bijna ieder hoofdstuk wordt weer een nieuw personage opgevoerd. Die ergens in de vijf of zes (ben de tel even kwijt) verhaallijnen moet worden geïntroduceerd. Ingewikkelde verhaallijnen, vergezochte verhaallijnen. Er wordt een autist opgevoerd die, ja hoor, als een computer kan rekenen en fotografisch kan tekenen. Origineler had gerust gemogen. Lagercrantz is absoluut geen Larsson. De drie eerdere delen kon ik nauwelijks wegleggen, bij dit boek heb ik het idee dat ik het uit moet lezen, als huiswerk. Natuurlijk is het niet alleen kommer en kwel, maar zonder de voorgaande delen van Larsson was dit boek nooit uitgegeven geweest. Het teert op de roem van de Millenniumtrilogie, maar haalt het niveau bij lange na niet. Ik heb het idee dat Lagercrantz veel liever iets anders had geschreven, iets waar hij wel goed in is. Ik ga de eerste drie delen maar weer eens herlezen.
-1
Jane wordt wakker in een ziekenhuis, verlamd, nauwelijks in staat tot spreken en met geheugenverlies. Ze weet niet wat er gebeurd is. Stukje bij beetje aan de hand van flashbacks komen we te weten wat er gebeurd is, wie welke rol speelt. Het is allemaal heel high-school achtig en behoorlijk kitcherig. Het was niet het boek dat ik verwachtte en viel dan ook danig tegen. Weinig spanning, niet echt een goed tempo in het boek, kortom, tijdsverlies, er zijn betere boeken om te lezen.
-1
Geschreven door Jurgen Snoeren, Invocatie is het eerste deel van 'De demon van Felswyck.' Het boek begint naar mijn mening met veel te veel vooraf info. Een uitleg over personages, sferen en de gebeurtenissen waarin je binnenstapt. Dit is iets wat niet nodig zou zijn, wanneer het boek goed uitgewerkt was. De zinnen zijn lang, slepen de lezer mee en zijn zo nu en dan totaal overbodig. De schrijver wil naar mijn idee zijn beeld overbrengen tot op detail, iets wat niet nodig is bij een boek. Het verhaal zou de lezer en de inbeelding moeten aanspreken, niet opdringen.
-1
De Schotse schrijver Quintin Jardine is geboren in Motherwell, op 29 juni 1945. Zowel zijn vader als zijn moeder waren leraar. Quintin ging een andere richting op. Na een halfzachte poging rechten te studeren, verliet hij de universiteit om een carrière in de journalistiek te beginnen. In 1971 werd hij informatie officier, spindoctor en uiteindelijk een onafhankelijk consultant. Geleidelijk aan begon hij romans te schrijven. In 1993 publiceerde hij Skinner’s Rules, een politieroman met Bob Skinner als hoofdpersoon. Inmiddels bevat de Skinner reeks zeventien boeken en zijn er van Quintin’s tweede held, privé detective Oz Blackstone, negen boeken verschenen. In zijn nieuwste boek Dodelijke valstrik is Bob Skinner echter weer aan de beurt. Twee maanden na de vondst van het eerste slachtoffer vindt er een nieuwe moord plaats. Het is de politie al snel duidelijk dat beide moorden door dezelfde dader gepleegd zijn. Beide slachtoffers waren kunstenaressen en kenden elkaar. Het vinden van de moordenaar blijft echter moeilijk en wordt er zelfs niet makkelijker op als de vader van het tweede slachtoffer een extreem hoge beloning uitlooft. Deze zakenman en miljonair laat het niet bij deze beloning en zet al zijn middelen in om de dader zelf in handen te krijgen. Het is aan Bob Skinner en zijn mannen er voor te zorgen wraakacties te voorkomen en gerechtigheid te laten geschieden. Dodelijke valstrik is een boek boordevol karakters, waardoor het moeilijk is de hoofdpersonen uit elkaar te houden. Hoewel het verhaal op zich staat, is er duidelijk sprake van een niet nader beschreven voorgeschiedenis. Dit draagt niet echt bij aan de leesbaarheid van het verhaal. De lezer heeft continu de behoefte om terug te bladeren om te zien of hij/zij iets gemist heeft. Dodelijke valstrik klinkt spannender dan het is. Het is vooral gericht op de relaties en beslommeringen van de hoofdpersonen en beschrijft uitgebreid het vele politiewerk. De moordenaar, toch meestal een vrij belangrijk karakter, komt helemaal niet aan bod. Het plot is uiteindelijk te gekunsteld en ongeloofwaardig om nog van een goed boek te kunnen spreken. Dodelijke spanning is dodelijk saai. Ondanks het feit dat ik een snelle lezer ben, kostte het mij veel tijd om het boek uit te krijgen. Dit had niets met het aantal bladzijden te maken, maar alles met mijn steeds meer afnemende interesse in dit boek.
-1
Het gezicht van de duivel is een heel dik boek, wat vooral komt door een enorme hoeveelheid verhaallijnen die nergens over gaan. Het is het vervolg op Schreeuw onder water, dat ik niet heb gelezen, maar waarvan het wel verstandig is om dat éérst te lezen omdat de hoofdpersoon dan hopelijk minder als een leeghoofdig, verward, wereldvreemd, seksbelust, dom kuikentje overkomt. Een aantal verhaallijnen wordt niet afgerond: je moet ondanks de dikke pil ook nog het vervolg lezen. De vraag is of daar de verhaallijnen die niet direct betrekking hebben op hoofdpersoon Wraa wèl worden afgerond. Lees de "flaptekst" op Hebban en dan weet je waar het niet over gaat: "Hij is een heel gewone man. Denk je. Maar als je een glimp opvangt van zijn ware gezicht, kost het je je leven." Daar gaat het verhaal dus niet over. Lang niet iedereen die zijn ware gezicht ziet, gaat dood. Sterker nog, de vraag is of er een "ware gezicht" is. De titel slaat daarom helemaal nergens op. Het verhaal wordt doorspekt met cursieve stukken van een onbekend personage. Of misschien meer personages. Er wordt gesuggereerd dat het de vermoorde vrouw uit het begin is, maar dat is niet logisch, want dat past niet binnen het perspectief. Of het is buiten het perspectief van de hoofdpersonen, maar dan heb je er dus nog niets aan, want de hoofdpersonen kunnen die informatie niet gebruiken en als lezer wordt je er ook niet wijzer van. Allemaal overbodige ballast. Wat opvalt is dat de locaties worden neergezet als straat- of wijknamen als het in Kopenhagen en omgeving is, maar opvallend vaag zijn in het buitenland ("in de buurt van Amsterdam"). Wie de kaart van Kopenhagen niet op zijn netvlies heeft, zal snel de aandacht verliezen, omdat de locaties niet voelbaar worden gemaakt. Wat zijn dat voor wijken? Hoe ziet het er uit? Ik moest toch behoorlijk in mijn geheugen graven voor een paar locaties waarvan ik wist dat er er ooit ben geweest. Tussendoor krijg je nog slaapverwekkende colleges over profiling en psychologie. Het uiteindelijke verhaal heeft niet veel om het lijf en had ook in 50 pagina's verteld kunnen worden. Ik geloof ook niet dat een profiler nodig was geweest om de moord op te lossen, maar ja, mevrouw Wraa is de hoofdpersoon dus moeten de traditionele opsporingsmethoden opzij worden geschoven. Ik weet niet hoe het origineel is geschreven, maar de vertaling is nu en dan beroerd door onzorgvuldig taalgebruik. Uiteraard is er een "vlotte schrijfstijl" die kenmerkend is voor vrouwenthrillers, maar die zijn oorsprong heeft in "schrijven voor laaggeletterden".
-1
Ik kon mij herinneren dat ik helemaal weg was van deel 1. En keek daarom ook heel erg uit om verder te lezen aan de serie. Maar ik kwam niet echt lekker in dit deel. Ik irriteerde me vooral heel erg aan de relatie tussen Clary en Jace. Verder vond ik het erg langdradig. Ik heb na dit deel opeens ook niet meer de behoefte om de rest van de serie te lezen. De liefde is gewoon weg. Misschien word ik gewoon te oud voor dit soort boeken, dat kan natuurlijk ook.
-1
Vorig jaar las ik het heerlijke Café zon & zee van Jenny Colgan. Ik gaf het boek toen vijf sterren en het boek werd een van mijn favoriete feelgoods. Toen bekend werd dat het vervolg ook zou verschijnen wist ik dat ik deze natuurlijk wilde lezen. Samen met Helma van de Hebban Feelgood Club las ik dit boek voor een buddy read! Laat ik maar gelijk met de deur in huis vallen: wat een tegenvaller! Ik vind het zo jammer dat ik niet heb kunnen genieten van nieuwe avonturen van Flora, Joël en de rest van de eilandbewoners op Mure. Het duurde een hele tijd voordat ik deze roman van Jenny Colgan uit had en kan eigenlijk alleen maar zeggen dat ik ‘m echt met tegenzin heb gelezen. Het verhaal is eigenlijk alles behalve feelgood en ik sloeg het boek zelfs met een deprimerend gevoel dicht, zonde! Jenny Colgan heeft de sfeer die ze het in eerste boek heeft neergezet wel weer weten te pakken en ik had regelmatig het idee dat ik echt op een klein Schots eilandje rondliep. Door de echte Schotse namen (die echt niemand normaal kan uitspreken) die je in je oren hoort en het kleine dorpse gevoel is echt wel een pluspunt aan het boek. Daarnaast is de schrijfstijl die Jenny Colgan hanteert ook wel een positief iets. Zeker niet iets wat je veel leest, soms een beetje chaotisch waarbij alles door elkaar heen loopt, maar wel fijn als afwisseling. Maar verder vond ik het boek echt een tegenvaller. Alle personages zijn op het irritante af ongelofelijk onzeker en zijn zo negatief! Het verhaal draait grotendeels om Joël en Flora en hoewel de situatie rondom Joël op zich goed is neergezet, was het zo treurig en triest dat ik absoluut niet met een feelgoodgevoel bleef zitten. Daarnaast spelen Saif en zijn zoontjes ook een grote rol en hoewel het een diverse (en welkome) invalshoek is, was hier nog veel meer uit te halen. Nee, helaas, Het eindeloze strand is niet mijn cup of tea. Ik vind het zo jammer dat ik het boek niet met hetzelfde gevoel dicht heb geslagen als Café zon & zee. Ik vond het hele verhaal en vooral het einde zo deprimerend dat ik dit niet echt een feelgoodverhaal kan noemen. Jammer, maar helaas geen aanrader wat mij betreft! Ik geef het boek 2,5 sterren, maar aangezien ik zo depri was na het dichtslaan staan rond ik ‘m af naar beneden.
-1
Aardig boek, maar niet bijzonder. Ik miste spanning en er zaten toch wel wat fouten in. Jammer.
-1
Het boek beschrijft hoe Astrid leeft nadat zij een getuigenis over haar broer heeft afgelegd. Ze probeert een normaal leven te leiden, maar dat is onmogelijk. Ze moet continue op haar hoede zijn. Daarnaast is het schokkend hoe Justitie met haar en haar zus omgaan. Heb Judas in een ruk uitgelezen, de meeslependheid van Judas miste ik bij het dagboek. Leek ook of er passages waren die ik in Judas al gelezen had. Ik kwam er niet doorheen.
-1
Ik geef Gerd gelijk, maar ik ben misschien iets kritischer. Ik heb me echt door het boek moeten slepen en vond dat het verhaal met teveel toevalligheden aan elkaar hing, zonder ooit tot echte spanning te komen (de ontknoping valt als het ware uit de lucht). Veel aandacht voor de personages, dat wel, maar ze konden me toch niet blijven boeien. Enfin, ik maak er "redelijk" van.
-1
Nora, het hoofdpersonage in dit boek, had 10 jaar geleden een vreselijk ongeval: Ze viel van de 7e verdieping naar beneden, en als bij wonder overleefde ze haar val. De val betekent een drastische breuk met haar verleden: van een onzekere, ongelukkige, te dikke jonge vrouw, is ze veranderd in een succesvol schrijfster van zelfhulpboeken, die regelmatig ook druk bijgewoonde lezingen houdt. Ze is nu slank, knap en ogenschijnlijk heel gelukkig (perfecte echtgenoot - overigens de man met wie ze ook getrouwd was ten tijde van haar val - , perfecte kinderen, perfect huis). Deze ogenschijnlijke perfectie wordt nogal dik in de verf gezet door Rebecka Aldén, waardoor je eigenlijk al wel heel snel kan vermoeden dat het allemaal toch niet zo perfect is als het op het eerste zicht lijkt. In inderdaad: De komst van een nieuwe buurvrouw, Klara, zorgt er al snel voor dat Nora de controle over haar zo perfecte leven begint te verliezen: Klara maakt zich al snel geliefd in de buurt, en ook de kinderen van Nora zoeken haar voortdurend op en voelen zich goed bij haar. Dit maakt Nora heel onzeker. Tot voor de komst van Klara was zij immers de ster van de wijk, maar die positie dreigt ze nu te verliezen. Tot overmaat van ramp heeft ze het gevoel dat ook haar man zich aangetrokken voelt tot Klara en wil het schrijven van haar nieuwste boek over de zeven hoofdzonden absoluut niet vlotten. Ik had een aantal problemen met dit boek. 1. Nora is absoluut een onsympathiek hoofdpersonage. Ze is egoïstisch, oppervlakkig en enkel bezig met uiterlijke schijn. Een personage waarvoor ik dus weinig sympathie heb. Bij momenten werkte ze me zelfs behoorlijk op de zenuwen. Het feit dat ze de controle over haar leven verliest en in een neerwaartse spiraal terechtkomt, liet mij daardoor eigenlijk koud. Ik kon me er niet in inleven. Ook de andere karakters in het boek komen er niet echt positief uit. In feite is er geen enkel personage met wie je je op een positieve manier kan identificeren. Een beetje te veel van het goede, vind ik. De karakters in het boek maken ook weinig ontwikkeling door (zelfs Nora!) en zijn eigenlijk heel oppervlakkig uitgewerkt. 2. Het boek is behoorlijk voorspelbaar. Ik was nog niet eens halverwege het boek toen ik eigenlijk al doorhad hoe de vork in de steel zat. Ik moest tijdens het lezen van dit boek heel vaak denken aan 'voor ik ga slapen' van SJ Watson: beetje dezelfde insteek, maar wel veel beter uitgewerkt en verrassender. Het laatste hoofdstuk verrast je wel als lezer, maar creëert aan de andere kant ook meer vragen dan antwoorden, waardoor dit ook niet helemaal bevredigend is. Het is eerlijk gezegd ook een beetje ongeloofwaardig... 3. Het boek is zogezegd een thriller, maar wordt nergens spannend. Je leest verder omdat je wil weten of je het bij het rechte eind had of niet, maar je zit op geen enkel moment op het puntje van je stoel. Daarvoor is het verloop van het verhaal dus veel te voorspelbaar en wordt er veel te veel aandacht gegeven aan details die er eigenlijk niet zoveel toe doen: vb Nora die de hele tijd op facebook of instagram zit. We weten ondertussen wel dat ze een ziekelijke hang naar perfectie heeft, dat hoeft niet elke keer herhaald te worden... Ik heb me geamuseerd bij het lezen van dit boek, het is immers vlot geschreven. Maar het heeft weinig indruk gemaakt, en zal dus ook niet blijven hangen. Een 13 in een dozijn-boek dus.
-1
Een taai boek, naar mijn bescheiden mening. Ik vond het naar het einde toe ook wat rommelig worden, het voelde een beetje aan als hoop-herrie-filmscript. Gevallen meisjes vond ik beter, was ook de reden waarom ik dit boek wel wilde lezen. Maar nu even geen Ingrid Black meer voor mij... 2,5 ster, en in dit geval dus naar beneden afgerond.
-1
Verhaal over de verdwijning van de zusjes Bethany in het Baltimore van 1975. Deze verdwijning is nooit opgelost. Wanneer een vrouw wordt aangehouden na een "hit and run" beweert deze vrouw dat zij de jongste van de zusjes Bethany is, maar de vraag is of zij de waarheid wel spreekt. Over het hele boek wordt er vanuit verschillende personen een deel van het verhaal verteld, waarbij het boek op een vreemde manier heen en weer gaat in de tijd, en de stukken absoluut niet chronologisch zijn opgebouwd. Het is bij een nieuw hoofdstuk dan ook niet altijd direct duidelijk of het heden of verleden is, en welke persoon "aan het woord is". Het maakt het verwarrend maar niet onleesbaar. De eerste helft van het boek is soms bijzonder langdradig en de spanning komt over het hele boek op geen enkele manier tot uiting. Het lijkt eerder een roman die gebaseerd is op een waargebeurde verdwijning namelijk die van de zusjes Lyon, die tot nu toe nooit werd opgelost. De verdwijning van deze zusjes in 1975 is overigens wel de enige overeenkomst, de rest is allemaal ontsproten aan het brein van de auteur. Zou het als roman op de markt zijn gezet dan gaf ik er 3 sterren voor, maar nu het als thriller in de winkels ligt zak ik een ster naar 2 omdat ik er absoluut geen thriller in kan zien.
-1
Sarah ontmoet de man van haar dromen die al ras veranderd in de man uit haar nachtmerries en haar alleen achterlaat terwijl hij verdwijnt. De politie doet onderzoek naar een massamoord die uiteindelijk leidt naar het verleden van Sarah en haar verdwenen man. Wat is er gebeurd en waarom vinden er al die moorden plaats. De vrouwelijke hoofdpersoon is Sarah, dit is haar verhaal van verlies en angst en haar levensongeluk. De vrouwelijk speurder is voornamelijk bezig met haar mannelijke collega en diens liefdesleven en wat dit betekend voor hen. De meeste karakters komen niet echt uit de verf en het psychologische aspect van het hele verhaal schiet mijn inziens te kort en biedt totaal geen diepte. Weliswaar makkelijk leesbaar maar waarschijnlijk te voorspelbaar voor een wat door de wol gelezen thrillerlezer. Ik kan het vanuit mijn visie en ervaring niet aanraden, er zijn te veel betere boeken om je tijd aan te besteden.
-1
Hoewel ik veel gelezen heb over Dimitri Verhulst had ik nog nooit wat gelezen van Dimitri Verhulst. Ik moet eerlijk zeggen dat het niet mijn type boek is. De zinnen zijn prachtig en de tekst achterop ook, maar de inhoud spreekt mij niet aan. Het spijt me.
-1
De introductie zet meteen de toon van dit jeugdboek. Daarin wordt verteld dat Foxy van Sluwen erg slim en mooi is. Ze heeft er alles voor over om Alfonso kwijt te raken. Alfonso Alligator is vals en hongerig en wil haar zelfs opeten als hij geen eten van Foxy krijgt. Samen met de andere hoofdfiguren Tony Ravioli (ober) en Billy Bongo alias Ko de kwaadste (zowel schattig als crimineel) beleven ze aardig wat avonturen in alweer deel drie van de Foxy en Alfonso-serie. In dit deeltje moeten ze naar de gevangenis op verdenking ‘van diefstal van een hele hoop geld.’ Ze worden door wel vier grote sterke agenten weggesleept. Daarna volgen er letterlijk vele zwarte bladzijden in het boek. Ze zijn opgesloten! Maar hulp is nabij en een appeltaart-met-vijl lijkt uitkomst te beiden. Helaas moeten ze meerdere pogingen ondernemen om te ontsnappen. 2651 onderbroeken aan elkaar naaien, een kaartje tonen met Verlaat de gevangenis zonder betalen en zo gaat het nog wel even door. Uiteindelijk, spoileralert, lukt het het tweetal dan toch om te ontsnappen. Op weg naar nog meer avonturen… Het laatste hoofdstuk biedt nog wat extra’s, onder andere een ontsnappingstaart, een overzicht van wat een vos nodig heeft in de gevangenis en een ‘ontwerp je eigen onderbroek’-bladzijde. De boeken van Alfonso en Foxy zien er aantrekkelijk uit. Veel grote letters en weinig tekst. Ook zijn er veel tekeningen met originele technieken. Het verhaal is echter eenvoudig en superflauw. Het zijn niet echt erg grappige belevenissen. Het is toch wel wat het na-apen van de Jeronimo Stilton-trend. Dit komt door de tekeningetjes en de teksten die er bij de tekeningen geplaatst zijn, zoals “Waarschuwing: Bevat scenes met onderbroeken en een grote kietelveer, wat voor sommige lezers schokkend kan zijn.” Het omslag laat de twee figuurtjes al direct zien. Het gaat om een alligator en een muis in gevangenispakjes. Zij beleven van alles en de belevenissen volgen elkaar snel op. Het is een soort slapstickfilm en strip tegelijk die ook voor kinderen die moeite hebben met lezen snel uit te lezen is. Dat is dan ook de kracht van het verhaal. Kinderen zullen al snel naar de andere deeltjes grijpen. Caryl Hart is een jeugdboekenschrijfster uit Engeland (Derbyshire). Haar eerste prentenboek Don’t Dip Your Chips in Your Drink, Kate! won twee regionale prijzen. Alex T. Smith is geboren in 1985 en schreef en illustreerde al van jongs af aan kinderboeken. Hij heeft een 1st Class Honours Degree in Illustration gehaald (2006). Ook won hij de tweede prijs van de Macmillan Prize for Children’s Picture Book Illustration.
-1
Lauren Henderson is geboren in Londen in 1966. Ze verhuisde naar Toscane en vervolgens naar Manhattan, maar inmiddels is ze weer woonachtig in Londen. Henderson heeft Engelse literatuur gestudeerd en ze heeft gewerkt als journaliste voor diverse magazines en kranten voordat ze auteur werd. Zoenen & leugens is het vervolg op het boek Fatale kus. In beide boeken is de hoofdrol weggelegd voor de zestienjarige Scarlett Wakefield. Dan Mc Andrew is letterlijk in de armen van Scarlett gestorven. Op een feest zoenden ze elkaar en de kus werd zijn dood. Een fatale kus. Scarlett weet zeker dat dit geen toeval was, maar dat Dan is vermoord. Om dit haarfijn uit te zoeken, gaat ze samen met haar beste vriendin Taylor op onderzoek uit. De meisjes hebben wel ideeën wie de moord gepleegd kan hebben, maar geen bewijzen. De kunst is dus om bewijzen te verzamelen om daarmee naar de politie te kunnen, zodat de dader opgepakt kan worden. Middels een brief aan de treurige familie van de overleden Dan, lukt het Scarlett om een paar nachtjes in het luxe kasteel van de familie Mc Andrew te mogen logeren, dit onder het mom van elkaar te kunnen troosten en met elkaar erover te praten. Scarlett is echter niet uit op warme woorden van de familie, maar op bewijzen, maar dat houdt ze wijs voor zichzelf. Scarlett belandt van de ene vervelende situatie in de andere en bijna iedereen lijkt een verdachte in dezen. Ze geeft echter niet op, ze zoekt alles tot in de puntjes uit, uiteindelijk zelfs met risico voor eigen leven. Zoenen & leugens is zeer zeker geen boek dat thuishoort op Crimezone.nl. Het boek behoort onder de categorie chicklits voor jeugdige lezers. Dat neemt niet weg dat het boek goed en vlot geschreven is voor de desbetreffende doelgroep. Hoofdpersonage Scarlett is een dappere tiener die nergens voor terugdeinst en hierdoor een hoop meemaakt en dat maakt het boek voor een jeugdige lezer waarschijnlijk best aantrekkelijk. Het verhaal is goed opgezet, en kan heel goed gelezen worden zonder kennis te hebben genomen van het eerste deel Fatale kus. De lezer wordt goed ingeleid over de verhaallijn van het eerste boek. Het verhaal speelt zich af op en rondom kastelen en grote landgoederen, iets waar jonge lezers van zullen smullen en bij weg kunnen dromen. Een heel leuk boek voor jonge meiden, maar voor de thrillerliefhebber absoluut geen aanrader.
-1
Een heel kort verhaal van een paar pagina’s en een voorstuk van het verhaal de vuurtoren van Connemara. Jammer dat beide verhalen niet doorgingen! Wil de vuurtoren wel nog keertje helemaal gaan lezen.
-1
Een leesvriendin schreef: 'De structuur van het boek is interessant, het zit goed in elkaar. En het was beslist boeiend te lezen over de Nijinsky’s, over Diaghilev, een mij onbekende balletwereld, maar ik voelde me niet ècht betrokken, nooit deel van het verhaal. Het bleef afstandelijk, ik kreeg niet echt een gevoel bij de personen in het boek.' Hier sluit ik me van harte bij aan. En wat is het langdradig bij tijd en wijle...
-1
Een afknapper. Te veel personages. Ik kon er kop noch staart aan krijgen. Ook niet na twee tot drie keer herlezen. Zal wel aan mij liggen. Hoewel ik lees veel en alle genres. Maar dit boek is werkelijk een duizendkoppige draak. Er zijn voortdurend nieuwe personages aan het woord en voordat je weet wie er nu weer spreekt, ben je de draad van het verhaal kwijt. Ontgoochelend zondermeer.
-1
Het huis van de maskers liet zich gemakkelijk uitlezen maar dit boek waarin D. Cree Black zich opnieuw inzet, ditmaal voor een jongen die door een of meerder geesten (dat is in het begin van dit boek nog niet helemaal duidelijk) bezeten is, is wat mij bertreft in geen enkel opzicht overtuigend. Dr. Cree Black als medium zegt hier zelf over dat geesten sterke emotionele gemoedstoestanden, onoploste gevoelens zijn die zich in verschillende vormen kunnen manifesteren. Aannemelijk of niet, zij gaat verder. Bezetenheid houdt in dat een wezen in je leeft dat zijn energien via jou zenuwen en kronkels van de hersenen binnendringt en in je nestelt. Al sta ik daar bijzonder sceptish tegenover, ik heb me nooit in bovennatuurlijke verschijnselen verdiept maar ik denk dat die er zouden kunnen zijn. Waar Hecht mij te ver in gaat is als hij schizofrenie enigszins parallel laat lopen aan bezetenheid. Hier wordt ik toch wel heel terughoudend. Exorsisme als therapeutische behandeling van schizofrenie??? Dat wordt niet letterlijk beweert maar wel dat de moderne therapeutiche behandelingen t.a.v. epilepsie, hysterie en schzofrenie electroshocks en lobotomie zijn. Amerika het land van de onbegrensde mogelijkheden ... Nu zelfs voor Amerika lijkt dit me dat toch tamelijk achterhaald. Afgezien daarvan vind ik het boek allerminst geloofwaardig en mis ik de spanning en de manier waarop Hecht zijn personen zoals in zijn vorige boeken zo boeiend wist te maken. Eigenlijk alles waardoor ik er zo opgebrand was dat er weer een nieuw boek van hem zou verschijnen. Hij heeft voor mij niet afgedaan maar ik hoop wel dat hij niet in gaat op de vraag 50 boeken met een hoog parapschologisch gehalte (lees dankwoord) te schrijven.
-1
Ik heb alle boeken van Camille gelezen en in mijn bezit. Ik keek enorm uit naar haar nieuwste boek "Gouden kooi". Van begin af aan gaat het onnodig veel over sex, seksuele handelingen, porno, ontrouw. Het verhaal zelf heeft ook weinig diepgang en komt zeer ongeloofwaardig over. Ik schaam me dat ik dit boek in huis heb, en raad het iedereen af om het aan te schaffen. Zonde van het geld en de tijd.
-1
De naam van Dean Koontz staat al vele jaren bekend als een sterk merk. Toch vertonen zijn laatste paar boeken een flinke sleet. Met vele miljoenen verkochte exemplaren hoeft hij zich niet echt zorgen te maken over een minder exemplaar. Wanneer dat er echter meerdere gaan worden zullen de fans zich zeker zorgen gaan maken, want dan blijkt het sterke merk toch niet zo stabiel te zijn maar eerder in de buurt van zijn houdbaarheidsdatum te komen. Koontz probeert met Ademloos het tegendeel aan te tonen. En de lezers, zij hielden hun adem in! In Ademloos maken we kennis met Grady Adams en zijn 3-jarige wolfshond Merlin. Grady leeft vrij geïsoleerd in de natuur en spreekt maanden lang met niemand anders dan zijn trouwe viervoeter, Merlin. Wanneer hij wordt geconfronteerd met 2 spierwitte vriendelijke, niet te definiëren beesten, raakt hij behoorlijk in de ban van deze verschijningen. Uiteindelijk vraagt hij zijn goede vriendin, de dierenarts Cammy Rivers om raad. Ook zij is compleet verrast en belt haar oude mentor Eleanor Fortney voor advies. Die schakelt onverwacht de overheid in en het verrassingseffect lijkt ruw te worden verstoord. Op een andere locatie in de buurt krijgen Jim Rouvroy en Nora Carlyle onverwacht bezoek van Henry, de broer van Jim. Niets vermoedend worden beiden door Henry gedood en neemt de moordenaar de plaats in van zijn broer Jim. Een verband tussen beide verhaallijnen is niet direct zichtbaar. Daarnaast probeert de beroepsgokker Lamar Woolsey al rondreizend de bezoekende casino’s flink wat dollars lichter te maken. Hij moet deze job tijdelijk onderbreken als hij door het Ministerie van binnenlandse Veiligheid wordt verzocht zich naar de woning van Grady Adams te begeven en de beide onbekende wezens te isoleren. Grady en Cammy zijn niet blij met het bezoek en willen hun band die inmiddels met beide dieren is ontstaan, niet zo maar opgeven. Dean Koontz heeft in de basis een interessant verhaal geconstrueerd. Het bezit de potentie om, mits goed uitgewerkt, weer als een echte ouderwetse Koontz over de toonbank te gaan. Maar helaas, na een goed begin en een sterk middenstuk, stort het verhaal in een dramatische vrije val naar een nietszeggend einde. Niet alle verhaallijnen worden afgewerkt en wat uiteindelijk het lot van de twee hoofdfiguren Puzzel en Raadsel is, laat Koontz aan de fantasie van de lezer over. Koontz toont zijn capaciteit een kort moment met de beschrijving van het Cammy’s jeugd. Maar dat is toch echt te weinig om er een topper aan over te houden.
-1
Het was alweer een tijd geleden dat ik een soortgelijk boek had gelezen. Omdat ik op zijn tijd wel trek heb in een romantisch boek heb ik enthousiast de kans gegrepen om dit bijzondere deel in de Bouquetreeks te lezen. Nummer 4000 alweer! In dit boek zijn drie verschillende verhalen gebundeld. In elk verhaal zijn de rollen redelijk hetzelfde. Rijke, machtige en knappe man verliest zijn hart aan een koppige, jongere vrouw, nog altijd aantrekkelijk maar niet heel bijzonder, die de hulp van de betreffende man best goed kan gebruiken. Nu kan ik het prima hebben om eens een boek te lezen waarin de man welvarend is en de vrouw onder zijn hoede neemt, echter in dit boek met drie verschillende verhalen werd het een ‘overkill’. Het zal liggen aan een aantal punten die samenkomen. Allereerst kon ik er moeilijk aan wennen dat de verhalen zich in de huidige tijd afspelen. Ik kon altijd genieten van die kasteelromans die spelen pak ‘em beet de 18e eeuw. Levend in 2018 vind ik de situaties in vooral Machtig en ongenaakbaar en Grieks en verleidelijk erg onwaarschijnlijk. Freddie en Tamsyn komen zeer afhankelijk en naïef over. Natuurlijk is hun jeugd niet vlekkeloos verlopen en beide zijn serveerster wanneer ze de held in het verhaal ontmoeten. Freddie heeft altijd de zorg gehad over haar nichtje en neefje maar dreigt ze nu kwijt te raken omdat zij hen niet genoeg zou kunnen bieden volgens de instanties. Aan de ene kant proberen de auteurs deze vrouwen als sterk neer te zetten omdat ze hun jeugd doorgekomen zijn, hun best doen als serveerster, ook al doen ze dat werk niet graag, en zo toch hun hoofd boven water weten te houden. Aan de andere kant gaan ze beide een bijzondere regeling aan met de rijke, knappe man in het verhaal en raken ze meteen erg afhankelijk van hen. Het is moeilijk voor te stellen dat de vrouwen zich zo opstellen. Zo lijken ze weinig strijdvaardig, gaan het gesprek niet aan, zijn naïef en geven ze zich volledig over. Deze eerste twee verhalen lijken in zoveel opzichten op elkaar dat het jammer is dat ze beide zijn uitgekozen voor deze speciale editie van de Bouquet reeks. Ook komen ze na elkaar waardoor ik ook nog eens moeite had om de twee verhalen uit elkaar te houden. Het derde verhaal, Sexy en arrogant, is net iets anders. Kate is een actrice en zij leert filmmaker Blake kennen. Kate is al tijden verliefd op Lachlan die zij kent van haar opleiding. Hij heeft echter geen interesse in haar en trouwt zelfs met haar zus. Zelfs wanneer zij erachter komt hoe Lachlan echt is, blijft Kate enorm in de slachtofferrol hangen in plaats van boos worden om wat Lachlan heeft gedaan. Natuurlijk komt het allemaal goed, vergeet ze Lachlan en ziet ze Blake staan. In ieder van deze drie verhalen zijn de hoofdpersonages het grootste deel van het verhaal niet gelijkwaardig. Het hangen in de slachtofferrol zoals de vrouwen doen, wekt bij mij een allergische reactie op. Ik kan erg slecht tegen dat hulpeloze terwijl dat niet nodig is. Daar alle drie de vrouwen, maar vooral Kate, deze eigenschap overduidelijk hebben, lukt het mij niet om dit boek als een lekker romantisch tussendoortje te zien. Continue heb ik de neiging om de vrouwen een schop onder hun achterste te geven. Dit 4000e exemplaar binnen de Bouquet reeks kan mij helaas niet bekoren waardoor ik niet verder kom dan 2 sterren.
-1
Dus Grisham gaf zelf aan: ik wilde eens een spannend boek schrijven zonder advocaten. Welaan: mislukt! Er is totaal geen sprake van spanning, op geen enkel moment. Terwijl het onderwerp juist heel leuk is, vooral voor boekenwurmen: de handel in zeldzame en kostbare eerste drukken, liefst met handtekening van de schrijver. Leuk om over te lezen, maar daar heb je het dan wel mee gehad. Een dunne verhaallijn en platte karakters zorgen voor een paar uurtjes slaapverwerkend geneuzel. Graag weer een legal thriller de volgende keer.
-1
Een boekje om verliefd op te worden. Het is klein en handzaam, is een hardcover en telt 175 pagina’s. Het verhaal spreekt tot de verbeelding: Een jonge vrouw bespiedt lezers in de metro en krijgt daarna de kans om bookcrosser te worden. Het doorgeven van boeken aan mensen die dat boek nodig hebben. De verwachtingen liggen dan ook in die verhaallijn en in de richting van een luchtig boek. Helaas worden die verwachtingen niet ingelost. Als eerste valt op dat de schrijfster veel moeite heeft gedaan om lange, soms poëtische zinnen te schrijven. Hiermee schiet ze haar doel voorbij, omdat het enorm stoort tijdens het lezen, het verhaal is ondergeschikt. Sommige zinnen zijn zo lang en met zoveel tussen zinnen, dat ze niet meer zijn te volgen. Het gaat ook ten koste van het verhaal, het is teveel verteld in te weinig bladzijdes, waardoor enige diepgang tekort schiet. Als lezer krijg je daardoor ook geen binding met de personages, het is allemaal net te kort, net te vluchtig. Soliman blijft vaag, Zaida biedt mogelijkheden die niet worden uitgewerkt en zelfs Juliette blijft een vaag personage. Af en toe weet de schrijfster toch te verrassen, als er wordt uitgelegd wat boeken met Juliette doen, en als ze verteld dat ze boeken op een markt koopt waar ze niet van houdt, maar die ze gewoon "Even in haar hand wil houden om ze aandacht te geven",. Dergelijke situaties zijn herkenbaar en mooi, maar die stukken kunnen het boek niet meer redden. Er zijn teveel zijlijnen die nergens naar leiden. Het is te literair, te poëtisch soms filosofisch, waardoor er geen goedlopend verhaal meer is. Jammer, het had heel mooi kunnen zijn.
-1
Een redelijk boek voor mij, met veel ongeloofwaardige dingen. Er zitten spannende stukken in maar ook hele langdradige stukken. Waar ik twijfels had over schaduwkant wat achteraf een goed boek was, had ik beter hier mijn twijfels over kunnen hebben. Het verhaal gaat over Olivia en haar vriend Nick. Ze studeren allebei aan de universiteit van Cambridge maar wat niemand weet is dat Olivia een zwaar jeugdtrauma heeft. Als er het meifeest plaats vind op de universiteit gaat ze daar samen met Nick heen. Als Olivia even naar haar kamer gaat vind ze daar het toegetakelde lichaam van haar vriendin June. Olivia is in shock omdat blijkt dat dit niet de eerste moord op de campus is. Als later blijkt dat Olivia alle slachtoffers persoonlijk kende komen haar angsten uit het verleden in alle hevigheid terug.
-1
Nee dit boek had het niet voor mij. Die stukjes geschreven vanuit de slachtoffers vond ik heel spannend maar die vanuit de rechercheur was zoo lamgdradig. Ik kon mijn gedachten er niet bij houden en heb het uiteindelijk niet uitgelezen.
-1
Safari naar de hel begint met een ijzersterke proloog: een man wordt tot zijn nek toe ingegraven, zodat hij niet bij machte is om de roofvogels te verjagen die boven zijn hoofd cirkelen en die het als eerste hapje op zijn ogen gemunt hebben. De lezer volgt Barend Meuleman die tot zijn stomme verbazing mag solliciteren bij een Amsterdams advocatenkantoor. Als hij bij toeval degenen afluistert met wie hij het sollicitatiegesprek gaat hebben, snapt hij al iets meer. Men is op zoek op naar iemand die niet gemist zal worden door familie of vrienden. Ondanks deze waarschuwing neemt Barend de baan aan, ook al heeft hij geen idee wat hij gaat doen. Hij wordt naar Afrika gestuurd, waar zijn voornaamste opdracht is om aanwezig te zijn. Barend komt onder de hoede van de minister van Veiligheid en volgt hem op al zijn uitstapjes, maar weet nog steeds niet wat zijn taak is. Eén ding wordt wel vrij snel duidelijk: het wordt hem onmogelijk gemaakt om Afrika te verlaten. Na een veelbelovend begin zakt Safari naar de hel in als een pudding. Net als Barend heeft de lezer geen idee waar het verhaal naartoe gaat. Er wordt wat gespeculeerd over corruptie en illegale transacties en af en toe komen er mensen bij auto-ongelukken om het leven, maar dat is niet zodanig beschreven dat je in het verhaal wordt meegezogen. Nemon richt zich regelmatig tot de lezer, legt af en toe de plot uit en strooit her en der met wat levenswijsheden. Er worden wat doopcelen gelicht van personages, wat de enige manier van de auteur is om achtergrond te geven aan de gebeurtenissen. Nemon houdt er een bijzondere schrijfstijl op na. De dialogen zijn niet vertaald, wat betekent dat veel teksten in het Engels geschreven zijn. Daarnaast gaat er regelmatig wat mis met de interpunctie. Ondeelbare zinnen worden gescheiden en losstaande zinnen worden aaneengesmeed. Dat levert spreektaalzinnen op als: 'Die als zij deze sprak zo schel en onaangenaam klonk en naadloos aansloot bij de eerste indruk die haar uiterlijk op hem gemaakt had' en 'Maar hij genoot. Van de elegante manier waarop ze haar racket zwaaide, zelfs al miste ze.' Dat gaat zo ruim 400 bladzijden door, tot Nemon zijn proloog er weer bij pakt. Voor je met je ogen kunt knipperen is het verhaal met wat grote kunstgrepen afgerond. De lezer blijft achter met behoorlijk wat vragen, zoals hoe de situatie in Nederland verder gaat. Maar misschien is de opluchting dat het boek uit is groter.
-1
De Dochter van de Toragh van Tisa Pescar is uitgegeven onder de noemer fantasy, maar heeft de stijl van een young adult-boek, gecombineerd met die van C.S. Friedman. In een barbaars aandoende fantasy-setting is tiener Nura, als dochter van de toragh van Priade, uitgehuwelijkt aan de zoon van de toragh van Birana. De beide toraghs willen zich een vloek van het lijf houden, hun macht vergroten en een grote dreiging van buitenaf afwenden, en Nura is daar een pion in. Ze heeft er weinig zin in, maar schikt zich naar haar lot - dat wil zeggen, tot ze Armina ontmoet, de aantrekkelijke zus van haar aanstaande bruidegom, en halsoverkop verliefd wordt. Want ja, eindelijk hebben we eens een hoofdpersoon die lesbisch is. En een roman waarin het hoofdthema de acceptatie van homo's en lesbiennes is (‘gelijklingen’ in het boek). Wat een verademing na alle clichés. En wat een verademing dat Nura meteen zo duidelijk haar keuze maakt: er is geen over drie boeken uitgesponnen wanhoopsverhaal waarin de love interests in kwestie nooit weten waar ze aan toe zijn, maar desondanks maar blijven strijden om het meisje (gaap). Dank je wel, Tisa! En daarom is het boek waarschijnlijk ook door Luitingh in de categorie fantasy geschaard. Dat gezegd hebbende, is op het verhaal zelf best wel wat aan te merken. De liefdesrelatie tussen Nura en toraghina Armina ontwikkelt zich wel heel abrupt, en met erg weinig tastbare emotie. Nura geeft een paar keer aan hoe mooi ze Armina vindt, maar van echte liefde is weinig te voelen. Ook andersom is het moeilijk te begrijpen waarom Armina zoveel risico neemt voor Nura (hoewel de scène waarin ze dat doet absoluut de spectaculairste en verrassendste in het boek is). Er wordt wel gevreeën, maar er is weinig intimiteit. Dat het daardoor allemaal wat aan de oppervlakte blijft, is zeker in dit geval jammer. De deus ex machina-scène waarin Armina Nura het leven redt, is er een stuk minder krachtig door, en heel wat minder de bevestiging van de epische liefde die het had kunnen zijn. Ook bij de overige personages is er weinig diepgang. Beide toraghs zijn standaard-rotzakken op de achtergrond, met een wat eendimensionale motivatie. De broer blijkt een soort Nero; ook binnen de groep van gelijklingen zijn er ‘standaard eikels’ die precies doen wat je van ze verwacht. Natuurlijk kun je niet iedereen van dichtbij beschrijven, en dat is meestal ook helemaal geen probleem. Maar hier was er maar zo weinig verschil tussen het gevoel dat je als lezer kreeg bij de hoofdpersonages en het gevoel dat je kreeg bij de bijfiguren, dat je wat weinig betrokken raakt. Daardoor sluipt er toch wat voorspelbaarheid in het plot, ondanks het originele uitgangspunt. En daardoor stijgt een heel veelbelovend concept toch niet uit boven de middenmoot. Al met al heeft De Dochter van de Toragh grote ambities die het boek helaas niet weet waar te maken. En voor een pionier in het genre binnen het Nederlandse taalgebied – wat dit boek, en Tisa Pescar, toch zeker ook is – is dat heel jammer. Hopelijk kan het vervolg, dat er lijkt te komen op basis van het open einde, die belofte wel inlossen.
-1
“Wie niet weg is” is het zesde boek van Piet Baete, een Vlaams scenarist en schrijver. Ik heb nog niet eerder een boek van Piet Baete gelezen, dus ik ben benieuwd. Het boek begint met een spannende quote op de cover: “Durf jij alles achter te laten in de hoop dat het weer goed komt?” Het boek is een roman, maar door de cover en de quote zou het ook zo een goede thriller kunnen zijn. Het is een mooie cover met een goede compositie van licht en schaduwen. De takken door de schaduw van de man maken de cover geheimzinnig. “Wie niet weg is” is een verhaal over 2 geliefden (Tristan en Clarisse) die sinds hun jeugd samen zijn. Op een gegeven moment stelt Clarisse voor om elk een reis te gaan maken om daarna te kijken of het toeval hen weer samen zal brengen. Het boek bevat een paar mooie quotes: “Als je de bodem raakt, moet je 'm goed raken. Dan kun je je beter afzetten, terug naar boven.” en “Ik reis lukraak van ontmoeting naar ontmoeting en begeef me onder vreemden die zich overduidelijk afvragen of ik onderweg niet meer ben kwijtgeraakt dan alleen Clarisse.” Het verhaal leest gemakkelijk, maar het is wel een beetje een verdrietig verhaal. Tristan loopt een beetje met z'n ziel onder z'n arm. Hij heeft geen vriendin, geen werk. Hij loopt rond om de tijd te doden en hij denkt veel na. Halverwege het verhaal vind ik dat het verhaal soms lastig te volgen is. Tristan heeft veel verschillende ontmoetingen met verschillende mensen en het is lastig om alle namen en bijbehorende verhalen te onthouden. Ook voelt het als een slow-motion boek, alle gebeurtenissen gaan heel langzaam en helaas is er weinig diepgang. Op driekwart van het boek lijkt het ineens spannend te worden! Maar helaas, het wordt toch niet spannend… Ik vind het een onwaarschijnlijk verhaal, het lijkt een soort van (onrealistische) droom. Conclusie: ik vind het een saai en langdradig boek, helaas heb ik de boodschap van het verhaal niet gevonden en ook het einde is voor mij onduidelijk.
-1
Ook hier weer de vraag: wanneer is iets literatuur? Déjà vu is het zeker niet. Het is gewoon volgens een succesformule geschreven en de trucs zijn te doorzichtig. Verhoef wil hier weer eens even scoren. Het hoofdpersonage wordt geen moment geloofwaardig, je zit niet in haar hoofd. Ze is niet eer dan een container voor een aantal eigenschappen van de moderne jonge vrouw. Waarom ze dingen wel of niet doet is onduidelijk. Omdat je niet met haar meeleeft, is het ook niet erg als ze wordt ontvoerd. Je kunt daar alleen maar om lachen. Verder weten Esther en de uitgeverij niet goed wat een déjà vu precies is - jammer. Wegens ruimtegebrek kun je hier nog verder lezen: http://marter.nl/bes_literatuur_volgens_esther_verhoef.html
-1
Een onopvallend krantenartikeltje kondigt aan dat Christus op aarde gaat verschijnen, op 21 juli, als een vrouw langs het parcours gaat zitten volgen er meer. Uiteindelijk wordt het hele volk bewogen en zijn ze er van overtuigd dat de intrede van Christus ook daadwerkelijk gaat plaatsvinden, kranten staan er bol van, verkeer wordt lamgelegd, maar of het ook werkelijk gaat gebeuren laat zich raden. Een uitermate vreemd verhaal, waarin en passant de wereldproblemen de revue passeren, ik vond het een verhaal van niks, zelfs de humor van Dimitri Verhulst haalde bij lange na zijn normalen niveau niet, dit boek had voor mij niet geschreven hoeven te worden, voegt totaal niets toe.
-1
Nestor Camacho, is een Cubaanse agent in Miami, hij wordt wat minderwaardig behandeld door zijn collegae, totdat hij de kans krijgt zich te onderscheiden met het redden op een spectaculaire manier, van een eveneens Cubaanse vluchteling uit een 21 meter hoge mast van een boot,die daarna wel wordt ingerekend en daarbij zijn vluchtpoging ziet verijdeld, hij zal waarschijnlijk teruggestuurd worden. In plaats van held wordt hij als verrader gezien door zijn eigen mensen en ook door zijn vriendin, die hem daarna verlaat voor haar werkgever, een sex-psychiater. Hij weet niet meer hoe hij het heeft, als ook nog de overmeestering op een drugshandelaar hem fataal wordt omdat gefilmd wordt dat hij hierbij racistische taal bezigd, lijkt zijn baan op het spel te staan. Op eigen houtje, als hij van dienst is ontheven, gaat hij samen met een journalist op onderzoek uit naar een wat zal blijken, de handel in kunstvervalsingen. Hier kruisen de wegen van hem en zijn ex zich weer. Hoewel het verhaal wel tot mijn verbeelding sprak, begon de schrijfstijl van Wolfe mij helemaal tegen te staan, met de overvloedige en overbodige voornaamwoorden en de eveneens storende herhalingen om zinnen kracht bij te zetten, ik begon me er echt aan te ergeren. Ik heb het met moeite uiteindelijk uitgelezen.
-1
ug 08, 2018 · God als Misvatting is een vlot en goed geschreven boek. De door Dawkins gebruikte humor gaat al snel vervelen omdat het cynisch sarcasme is waar hijzelf kennelijk niet genoeg van krijgt. De reden waarom ik dit boek maar 1 ster heb gegeven is omdat ik nooit eerder een meer zinloos boek gelezen heb dan dit. Op pagina 310 ben ik dan ook gestopt. Ergens in het begin citeert Dawkins een wetenschapper die gezegd zou hebben dat geloof over geloven gaat, niet over wetenschap. En daarmee heeft hij meteen de grootste valkuil te pakken voor zijn missie; bewijzen dat God niet bestaat. Het boek pretendeert te gaan over alle godsdiensten maar richt zich, gaandeweg in toenemende mate op het Christendom. Pagina's lang wijdt Dawkins aan de Christelijke kerk die probeert haar gelijk te halen door belangrijke wetenschappers, door de eeuwen heen, ten tonele te voeren als vrome gelovigen. Vervolgens besteedt Dawkins nog meer pagina's om het zelfde te doen; wetenschappers die niet geloven ten tonele voeren. Er worden pagina's gewijd aan de veronderstelling van Dawkins dat geloven vooral voor de dommen is. En zo gaat het maar door. Dawkins neemt in zijn stellingen nooit een tijdsgewricht in ogenschouw, politiek en economische omstandigheden en beredeneert alles vanuit zijn eigen perspectief in het hier en nu. Niemand kan aantonen dat God bestaat of niet bestaat; een heilloze missie dus. Het is jammer omdat Dawkins wel een belangrijk onderwerp opvoert maar niet verder uitwerkt namelijk de discriminatie van niet gelovigen (atheïsten) in onze westerse samenleving. Ik was nu juist zeer geïnteresseerd in zijn gedachten en opvattingen hierover. Als hij zijn boek meer gericht had op die discriminatie in plaats van te willen bewijzen dat God niet bestaat dan was het vele malen sterker geweest en niet zinloos. Duizendmaal liever lees ik het wetenschappelijk verantwoorde boek van Karin Armstrong Een Geschiedenis van God 4000 jaar jodendom christendom en islam, dat gaat over het telkens veranderende Godsbeeld van mensen onderdruk van sociale, politieke en economische omstandigheden. Het zet, door het neutraal wetenschappelijke karakter en een uitputtende historische kennis, veel meer aan tot denken.
-1
Van huis-aan-huisbladen naar een eigen debuutroman: Carla Gielens deed het dit jaar en hiermee is de droom van deze freelance journaliste uitgekomen. Gielens, woonachtig in Arnhem, schreef meerdere boekjes maar nog nooit had ze een roman geschreven. Uitgeverij Ellessy zag er wel wat in en zo verscheen Verberg je liefde in de boekhandels. Verberg je liefde is een korte roman die 265 pagina’s telt. Het verhaal gaat over Carolina Groenendaal die na een heftige ervaring is geëmigreerd naar Engeland. Hier werkt ze een paar dagen in de week bij een bloemist en de rest van de tijd werkt ze bij een bedrijf dat documentaires maakt. Door deze baan legt ze, na twee jaar, eindelijk wat nieuwe contacten en al snel dansen de mannen om haar heen. Toch blijft Carolina wat terughoudend, want een nieuwe relatie betekent ook dat ze moet opbiechten wat er in het verleden is gebeurd. In deze roman ontbreekt iedere vorm van ritme. De zinnen zijn kort en de scènes snel. Als een straaljager verplaatst de lezer zich door het boek, maar erg positief is dat niet. Het is duidelijk te merken dat Carla Gielens een beginnende schrijver is op fictiegebied. Verberg je liefde vertelt letterlijk alles, zonder daar enig plaatje bij te creëren. Behalve dat het boek bol staat van de clichés, zijn ook de zinnen zeer amateuristisch neergezet: "Hij loopt actief naar zijn kantoortje", "Frank raakt geïrriteerd", "Ze geniet van haar koffie" en "hij kijkt haar streng, vragend aan" zijn nog maar enkele voorbeelden. Het is duidelijk te merken dat er geen redacteur betrokken is geweest alvorens Verberg je liefde werd uitgegeven. In de roman komt "zij wilt" regelmatig voor en ook andere taalfouten bederven de zin om verder te lezen behoorlijk. Als lezer word je heel letterlijk geïntroduceerd in het verhaal en de achtergrond van Caroline. Het idee dat Gielens had is erg mooi, maar het komt helaas niet tot zijn recht. Caroline schrijft brieven aan een specifiek persoon, maar als lezer heb je duidelijk door dat deze brieven eigenlijk bedoeld zijn om jou informatie te geven over de achtergrond van de hoofdpersoon. De persoon aan wie Caroline deze brieven schrijft, weet immers wel wat er allemaal is voorgevallen. Het blijkt moeilijk om de aandacht erbij te houden. Gebeurtenissen die prachtig voor het verhaal zouden zijn, worden compleet weggelaten in de roman en de lezer blijft daardoor achter met droge scènes over het leven op kantoor. Gielens had de mogelijkheid om de lezer mee te nemen naar het prachtige Italië, maar gebruikte die niet, waardoor de hele trip naar dit land niet eens in de roman had moeten voorkomen; het voegt niets toe. Verberg je liefde lijkt een roman waarvan de eerste schets inmiddels op papier staat en waar nu flink aan herschreven kan worden. Er zijn veel aspecten waaraan de lezer zal merken dat het om een onervaren schrijfster gaat en dat is jammer. Wellicht kan Verberg je liefde met een beetje inspanning en geduld, ooit nog uitgroeien tot een mooi en volwaardig verhaal.
-1
Alex Blake is onderzoeker bij een militair medisch onderzoekscentrum. Haar specialiteit: genetica. Tegen haar zin wordt ze ingedeeld bij een team dat een seriemoordenaar dient op te sporen die telkens in de buurt van een militaire basis vrouwen wurgt en zijn handtekening nalaat in de vorm van een tatoeage op de borst van het slachtoffer. Als hoogleraar genetica zou Lori Andrews de geknipte persoon kunnen zijn om een boeiende thriller te schrijven waarin voor DNA-onderzoek een belangrijke rol is weggelegd. Helaas beschikt Lori Andrews wel over de kennis maar niet over het nodige schrijverstalent om hiermee een succesvol debuut af te leveren. Het DNA-onderzoek krijgt namelijk zo’n prominente rol toebedeeld dat het eentonig wordt. Het volledige onderzoek steunt zo goed als voor 100% op DNA-analyses en om de paar bladzijden loopt Alex Blake naar haar sequencers voor een volgende ontleedsessie. C.S.I. in overdrive! Hoewel Lori Andrews met de moed der wanhoop tracht om haar personages enige diepgang mee te geven (het Vietnam-trauma van Alex, haar relatie met rocker Luke en congreslid David Thorne) blijven haar pogingen in Hollywoodiaanse oppervlakkigheid steken. Het hele onderzoeksteam bestaat voor het grootste deel uit machomilitairen die zo goed als niets bijdragen aan het onderzoek, in tegendeel zelfs, en haar romance met David Thorne baadt in een kunstmatig “The bold and the beautiful”-glamoursfeertje. Lori Andrews lijkt in deze haast schatplichtig aan de stijl van Laura van Wormer, wat nog eens bevestigd wordt door het bijzonder kleffe feel-good einde: het galadiner op het Witte Huis met het verplichte complimentje voor bewezen diensten van de president. Bloedproef mist bovendien het universele karakter van een goede thriller. De talrijke beschrijvingen van het politieke leven in Washington D.C., het hierboven vermelde galadiner, het alomtegenwoordige militaire establishment: het is allemaal net iets teveel gericht op het Amerikaanse publiek. Lori Andrews trad op in verschillende TV-shows (waaronder Oprah Winfrey!) en zoiets zal in de VS wel zijn weerslag hebben op de populariteit van de schrijfster. Misschien ben je dan als Amerikaanse lezer geneigd heel wat door de vingers te zien, maar dat voordeel geldt niet voor de Nederlandstalige markt. Hier word je afgerekend op de kwaliteit van je product. Het vervolg The silent assassin zal uitsluitsel moeten geven of Lori Andrews meer is dan de zoveelste overgewaardeerde mediahype. Debuut Bloedproef kan alvast niet overtuigen.
-1
Dat mensen van mening kunnen verschillen is mooi en goed. Maar toen Erik van Vliet in 2009 met Het bonobo-alternatief de Schaduwprijs won, was ik vooral hogelijk verbaasd. Over mijn sterloze beoordeling in VN’s jaarlijkse thrillergids had ik namelijk nauwelijks getwijfeld. “Maar het is wel een origineel verhaal”, vertelde juryvoorzitter Charles den Tex me destijds. Tja, als dat het belangrijkste criterium is… Hoe dan ook, Erik van Vliet beloofde me een herkansing, hij was al bezig met boek twee. Koelbloedig verscheen aan het eind van 2010 en, inderdaad, Van Vliet heeft weer een originele invalshoek gekozen. Even onzinnig als de vorige keer. Maar hij gaat vooruit. “Phapuh pheh phe? Ph ph phe!” Dat is wat Karin ’s nachts hoort als ze in bed ligt. Ook wordt er regelmatig geld van haar rekening gestolen, krijgt ze ongevraagd reptielenvoer toegestuurd en is zoon Yves tijdens zijn slaap een stuk vinger kwijtgeraakt. Een normaal mens zou gillend gek geworden zijn, maar Karin heeft het geluk troost te kunnen vinden bij hagedis Fluffie. Totdat blijkt dat het beest over meer vernietigingskracht beschikt dat Karin en Yves zich ooit konden voorstellen. Sterker nog: dan de mensheid ooit heeft kunnen bedenken. Op Erik van Vliet na dus. Dat het verhaal van Koelbloedig tot op driekwart nauwelijks te bevatten en tot op het eind uitermate bizar is - wat wordt versterkt door fragmenten vol gezwets van winderige, naar seks hunkerende, vanuit hun anus pratende wezentjes die met allerhande vage dingen bezig zijn, gebaseerd op Hollandse bestuursregels (!) - heeft op zich zijn charme. In volle afwachting van het moment dat het muntje gaat vallen blijft de lezer zich door de korte hoofdstukken heen worstelen. Om, als het moment daar is, gedesillusioneerd maar vol bewondering voor Van Vliets schier oneindige fantasie van het papier op te kijken. Het is jammer dat de auteur, die zo hier en daar in het boek een serieus spannende, knap vervreemdende of uitermate interessante passage neerzet, niet voor infantiliteit behoed is. Een zin als “Krompik wordt altijd opgewonden als hij aan seks denkt” zou zelfs een stuiversroman niet halen. En of het volgende past in een boek dat toch echt voor volwassen bedoeld lijkt te zijn, mag u zelf bepalen: Ineens begreep hij het. Hij moest de envelop zelf op de bus doen. De brievenbus heeft twee gleuven met zwarte tanden die loszitten. De ene gleuf is voor brieven dichtbij en de andere voor ver weg. Japan is nogal ver weg. Zo, de envelop is weg. Gelukkig. Opgelucht rent Yves naar het schoolplein. Waarom dan toch die extra ster? Omdat ik blij ben dat een auteur het aandurft (ver) buiten de gebaande paden te gaan. De thrillerwereld barst immers van de voorspelbaarheid. Maar ook omdat Erik van Vliet (heel) af en toe laat zien dat hij heel scherp en helder van geest kan zijn. Origineel ook, ja. Wat dat betreft zal ook dit boek Den Tex’ goedkeuring kunnen wegdragen. Maar ik ben vooral blij dat een Schaduwprijs alleen aan debutanten kan worden uitgereikt.
-1
Schrijf dit met enkel kennis van de Belgische rusthuizen. Maar klop zeker niet met de toestanden hier! Dan is er ook nog het langdradige van het verhaal. In een korte novelle had het misschien nog net gelukt. Tegenvaller!
-1
Als Fulia in het dorp Sayleche, waar zij samen met haar moeder woont voor zichzelf opkomt als zij wordt aangerand door 2 dorpsgenoten, moet zij het dorp verlaten. Haar moeder besluit haar dochter niet in de steek te laten. Zij neemt Fulia mee naar Nivantes, een vrouwenklooster. Het is één van de laatste veilige plekken. Het land wordt namelijk geteisterd door de Mirrax, insectachtige wezens die moordend over het land trekken en worden aangevoerd door de Achlias. De bevolking leeft in doodsangst voor deze wezens. Fulia ontpopt zich tot een jonge vrouw met een eigen mening. Langzamerhand komt zij achter de achtergrond van haar moeder. In Ninates wordt Fulia klaargestoomd om het Verbond te herstellen. Dat verbond zal het land weer tot één natie moeten maken, weer moeten gaan samenwerken om zo de veiligheid in de landen te herstellen. het is een queeste vol gevaren, onverwachte vriendschappen en persoonlijke ontwikkeling. Het begin van Fulia is veelbelovend en schept hoge verwachtingen die helaas niet worden waargemaakt. het verhaal kent wel spannende passages, maar wordt op den duur wat saai. De schrijfwijze is hier mede schuldig aan. Het verhaal wordt gerekt. Het had met de helft van de bladzijde kunnen doen en dan was het waarschijnlijk een veel sneller en pakkender verhaal geweest. De mirrax zijn mooi gevonden, maar waar komen ze vandaan? Wat is hun doel? Dat wordt niet uitgediept. In het verhaal worden zaken verteld waarbij ik grote vraagtekens heb. Op een gegeven moment ligt er een dode man in het water met zijn gezicht naar beneden gericht. De man is aangevreten door insecten, maar zijn gelaat ongeschonden omdat het in het water lag. In het water zwemmen mijn inziens vissen en ook insecten. Ik heb moeite met feiten die niet kloppen. Ook wordt er verteld over hoe Fulia strengen haar uitdeelt. Nu kan zij wel lang haar hebben, maar op een gegeven moment houdt ook dit, daarbij moet het een raar gezicht zijn als er steeds strengen haar uit je haardos verdwijnen. Dit maakt voor mij het verhaal moeilijk om te lezen. Het einde van het boek is alsof de auteur niet kon beslissen waar te stoppen en is midden in het verhaal afgekapt. Het voelt onaf en heel vreemd. Het is jammer want ik denk dat er veel meer in dit verhaal zit dan dat er nu is uitgekomen.
-1
De kaft van Vogelvrij is donker en naargeestig met de snelweg en slechts 2 rijdende auto’s. De ondertitel “Sommige herinneringen kun je maar beter vergeten” past wel goed bij het uiteindelijke verhaal. De titel knalt, in het wit, van de cover af, maar had op zich ook wel iets subtieler gemogen om meer nadruk op de coverafbeelding te leggen. Hoofdpersonage Olaf is de enige die enigszins uitgewerkt is, al is het nu niet bepaald een sympathiek en aangenaam persoon. Hij komt over als een watje, is regelmatig de oorzaak van enige irritatie tijdens het lezen doordat hij zo besluiteloos is en weet dit gaandeweg het verhaal, ondanks dat hij een soort van gedwongen wordt om in actie te komen, helaas niet te veranderen. De man komt over als een grijze muis, terwijl hij het verhaal moet dragen en weet Van Beek onvoldoende neer te zetten. De twee andere personages die een redelijke grote rol hebben, Mila en Alex, zijn onvoldoende uitgewerkt om ze echt te leren kennen wat er mede voor zorgt dat je je als lezer gaat afvragen wat hun rol nu eigenlijk is en dat komt het plot niet ten goede. Waar de roadtrip van Olaf filmisch is beschreven en je het landschap aan je voorbij ziet trekken, een absoluut pluspunt wat dat betreft, komt Vogelvrij verder onvoldoende tot leven. De spanning is zeer matig en is vooral interessant voor de lezers van de psychologische roman waarin het, gebrek aan, onderlinge vertrouwen moet zorgen voor boeiende wendingen. Voor een echte thriller ontbreken de momenten van piekspanning dat je op het puntje van je stoel zit en wil doorlezen, waarna je even later een onverwachte wending voorgeschoteld krijgt. Helaas ontbraken ook deze laatste en gebeurde steeds wat in de lijn der verwachting lag, wat niet bepaald spanning verhogend werkt. Een verhaal dat, zeer waarschijnlijk, in een film prima tot uiting komt maar op papier helaas geen voldoende behaald.
-1
Een mooi boek om te zien, prachtig omslag en als de lezer het opent wordt die getrakteerd op een cadeautje zo mooi: fijne pentekeningen van bloemen op heel veel bladzijden. De een nog mooier dan de ander. Wat een werk en al die namen van bloemen, daar is heel wat research aan voorafgegaan. De opzet is dus geslaagd. Maar dan de inhoud: Het boek is als een boeket bloemen, helaas aan bloemen zitten bladeren die verwelken. Het eerste hoofdstuk is eigenlijk een proloog. Dan is het boeket nog fris. Maar bij de volgende hoofdstukken vallen de bloemen uiteen en zitten er al heel veel losse bladeren aan. Heel veel zinnen komen niet met elkaar overeen; zoals: De rivier had een rustige regelmatige stroming..... en twee regels verder, zelfde rivier: het kolkende groene water. Of ze trok haar schoenen uit..... en ze liep terug naar haar laarzen... Dan is het moeilijk voor de lezer om de aandacht bij het verhaal te houden. Het tweede deel van het boek begint met wat meer belevenis en mooie natuurbeschrijvingen, maar al snel gaat het verhaal van Alice weer over woestijnerwten. De spanning en aandacht zij snel verdwenen. Conclusie: Het boek is als een prachtige bloem, maar als je die opensnijdt, dan is de binnenkant niet zo mooi, als de buitenkant. Maar gelukkig is het nog altijd zo, dat de lezer beslist! Uw, jouw mening kan heel anders zijn. Dus: Lees dit boek en oordeel zelf! Veel Plezier.
-1
Vergeet de meisjes (2017) van schrijfster Alma Mathijsen gaat over de journalist Fields, de schrijfster Iris Kouwenaar die als een kluizenaar leeft en haar bijzondere vriendin. Fields krijgt de opdracht om naar Nederland af te reizen om Kouwenaar de interviewen naar aanleiding van de twintigste jaar van haar boek Antidote. Het probleem is echter dat Fields door de jaren heen een aversie tegen de schrijfster heeft gekregen en eigenlijk de opdracht niet wil doen. Hij heeft echter geen keuze en probeert een interview met Kouwenaar te regelen. Maar hij stuit op problemen want de vriendin van Iris Kouwenaar, Kay, zorgt ervoor dat haar vriendin geheel van de wereld wordt buitengesloten. Ze maakt het onmogelijk voor Fields om de schrijfster te spreken. Toch krijgt Fields het op een bijzondere manier voor elkaar om veel van de schrijfster te weten te komen. Dit gaat echter niet zonder problemen. Vergeet de meisjes is een apart verhaal. Een verhaal die je niet vaak zal lezen. Mathijsen heeft dus een bijzonder idee gehad voor ze begon met schrijven. Ook wordt het al snel duidelijk dat ze veel oog voor details heeft. De schakeling tussen het ik-perspectief van het eerste deel van het boek naar het tweede deel met een derde persoon-perspectief is echter te abrupt. De chronologie van het verhaal wekt ook te vaak verwarring op. Het gaat eigenlijk al fout wanneer Mathijsen de verhalen van Fields en Iris in elkaar verweeft. De manier waarop zij elkaar ontmoeten is door de schrijfster erg geforceerd beschreven, alsof ze eigenlijk niet helemaal wist hoe ze dit moest aanpakken. Dit is jammer, want het idee is erg origineel. Bovendien is de snelle afwisselingen van vreemde gebeurtenissen eigenlijk niet nodig. Het kan zelfs resulteren in een vervreemding van de lezer tot het verhaal. En dan de grootste vraag die speelt na afloop van de roman: wat is nu de boodschap van dit verhaal? Is het de bedoeling geweest om het verhaal onderschikt te maken aan de feministische kant van het boek?
-1
Het idee dan Anke ten Doeschate en René van Veen hadden, hoe zou een partner reageren als de man een verjaarde moord 'bekend' is origineel en klinkt als een goed ingrediënt voor een spannende thriller. Colette overkomt dit als ze zit te eten met Alex in een luxe restaurant. Alex is het verhaal behoorlijk kwijt en laat daarom maar weinig los. Dit doet Colette en haar vriendin Fiona besluiten om uit te zoeken wat er echt gebeurd is in 1992. De verwikkelingen zitten eigenlijk slecht verstopt in het verhaal waardoor de spanning ver te zoeken is. Het verhaal krijgt daardoor meer de overhand van liefdes perikelen en als ik dit boek in het genre chicklit had moeten beoordelen dan had dit qua schrijfstijl goed geschreven boek een betere beoordeling gehad. Maarja een thriller moet toch wel echt spannend zijn.
-1
Een losse samenhang van korte hoofdstukken over een depressie, met af en toe iets bruikbaars ertussen. Overal algemeen een slecht samenhangend geheel. Het meest kwalijke vind ik nog het hoofdstuk over medicatie en therapie, waar wordt gezegd "ik heb maar geen medicatie gebruikt, maar misschien werkt het wel!", 1 vorm van reële therapie (gesprekstherapie) en vervolgens gaat het over alternatieve therapieën (bijv. rebirth therapie). Ik kan me zomaar voorstellen dat er betere boeken over dit onderwerp te lezen zijn met wat meer praktische tips en een objectievere blik op de zaak.
-1
Wederom een boek waarvan ik niet snap dat mensen het zo goed vinden. Ik vind het een slecht geschreven keukenroman, volkomen ongeloofwaardig, alsof Anastasia zo maar zou kunnen ontsnappen terwijl de rest van de familie doodgeschoten wordt. En dan nog net op tijd geld vinden om een treinkaartje te kunnen kopen om te ontsnappen.
-1
"Amerika's beste misdaadschrijver", zo valt te lezen op de achterkant van Bitter eind. Vergezeld van lovende woorden van collega-recensenten. De awards die de auteur in de wacht sleepte liegen er ook niet om. Een goed staaltje van het scheppen van torenhoge verwachtingen. Bitter eind is het derde deel van de Billy Bob Holland serie van Burke. En evenals de voorgaande verhalen speelt Bitter eind zich af in het zuiden van de Verenigde Staten. Deze keer is Montana het decor van onmiskenbare wildwest taferelen tijdens de ontdekkingstocht van Billy Bob naar de onschuld van zijn vriend Doc Voss. Burke is er met verve in geslaagd om de zuidelijk sfeer dichtbij te brengen: een onbetrouwbare sherrif, gemotoriseerd tuig, ouderwetse knokpartijen en rondsuizende kogels... Maar veel verder dan dát komt de auteur niet echt. Zijn personages blijven vlak, de dialogen erg mager en van spanning is nauwelijks sprake. Met Bitter eind heeft Burke de belofte op de omslag in mijn ogen verre van waargemaakt. Misschien is dit één van de mindere verhalen van Burke, of is het mijn aversie tegen wildwest-achtige taferelen waar iedereen met een revolver in de aanslag klaar lijkt te zijn een ander het leven zuur te maken. Twee sterren, naar boven afgerond, voor het haarfijn overbrengen van het opgefokte sfeertje in Montana.
-1
Op de cover kan je een leuke tekst lezen. Het lijkt een heel avontuurlijk, spannend verhaal. Ik begon met veel zin te lezen, na een paar hoofdstukken werd het boek langdradig, ik moest mezelf aanzetten om verder te lezen. Het boek leest zeer traag, er zitten ook niet veel spannende of avontuurlijke verhalen in. Maar de boodschap dat het boek wilt overbrengen vind ik wel heel mooi. Het thema 'gelijke behandeling voor vrouwen en meisjes' past volledig in onze hedendaagse context.
-1
Duizelingwekkende hoogte is het tweede deel in de Duizend hoog serie en speelt zich ongeveer een maand na de gebeurtenissen in Duizend hoog af. Leda, Watt, Rylin en Avery moeten nu leren omgaan met de dramatische (en vaak ook traumatische) dingen die hen overkomen zijn. Ondertussen arriveert er ook een nieuw meisje, Calliope, in de stad. Zij brengt allerlei nieuwe problemen met zich mee en doet er alles aan om te krijgen wat ze wil. Maar doordat iedereen bezig is met zijn/haar eigen problemen, merkt niemand dat ze in de gaten worden gehouden. En deze persoon is uit op wraak. Ik las Duizend hoog via een Hebban leesclub en was helemaal onder de indruk van alle glamour, glitter en drama en de super vlotte schrijfstijl van de auteur. Jammer genoeg was ik minder onder de indruk van dit tweede deel in de serie. Duizend hoog eindigde met een enorm spannende cliffhanger en ik verwachtte dan ook dat McGee hierop verder zou gaan in het tweede boek. Maar dit was helemaal niet het geval. Het personage dat alles zo spannend maakte komt amper voor in het tweede boek en dat zorgde voor een grote teleurstelling. Het verhaal was wel nog steeds interessant, maar jammer genoeg was dit niet het enige dat me een negatiever gevoel gaf bij dit boek. Dit boek zat net zoals het eerste deel vol drama, maar hoewel dit een soort van spannend, “guilty pleasure” gevoel achter liet in Duizend hoog, kwam dit hier een beetje geforceerd over. Bij dit boek kreeg ik het gevoel dat het meer ging om “drama om het drama” dan om iets dat een meerwaarde geeft aan het verhaal. Ook vond ik dat hierdoor de personages vaak op een onnatuurlijke of onlogische manier reageerden op bepaalde dingen. Aangezien ik in dit boek ook een gigantische cliffhanger verwachtte zoals in Duizend hoog, probeerde ik de kleine dingen die me wat tegen zaten gewoon te negeren en van het boek te genieten. Maar jammer genoeg stelde het einde mij ook wat teleur. Ik ga er niet te veel over zeggen vanwege de spoilers, maar ik wou toch even kwijt dat het niet was wat ik verwachtte en dat het me niet echt aanzet om het volgende boek in de serie te lezen. Ik geef dit boek maar 2 sterren, omdat het niet aan de verwachtingen voldeed en in mijn ogen een gemiste kans was om een sensationeel, spannend vervolg te zijn. Het boek zat nog steeds vol glamour, glitter en drama, maar dit drama kwam te geforceerd en onnatuurlijk over.
-1
De misdaad van graaf Neville Het adellijke gezin Neville bezit weinig meer dan de schijn van waardigheid en een pauper kasteel dat uit geldnood te koop wordt aangeboden. Als de graaf op een ochtend wordt gebeld door de secretaresse van een waarzegster, blijkt dat zijn dochter was weggelopen. De waarzegster vond haar in het bos. Hij haalt haar op en door zijn hoffelijke manier van doen komt hij onverschillig en kil over, waardoor de waarzegster hem op het hart drukt dat er een zwarte vlek in zijn toekomst zit. Op het allerlaatste familiefeest zal hij een van zijn gasten vermoorden, zegt ze. Maar hij is meer dan zijn statige houding en onder de oppervlakte broeit de vraag: wat als ze gelijk heeft? Een onwaarschijnlijk slechte klucht De novelle is volgens de uitgeverij een ‘moderne, literaire parel’. Ik kan het er niet meer mee oneens zijn en ik vind het bijzonder pijnlijk dat dit boek werkelijk is uitgegeven, tenzij er een cruciale moraal aanwezig is die zó goed verborgen is dat ik hem heb gemist. En iets zegt me dat dat inderdaad het geval is. HUMO noemt de novelle een parabel: ‘een kort verhaal, gewoonlijk gesitueerd in het dagelijks leven, dat dient om een religieus, moreel of filosofisch idee te illustreren,’ aldus Wikipedia. Nu heb ik geen moeite met het analyseren van filosofische romans, maar dit is zó onwaarschijnlijk slecht dat ik graag geloof iets over te hebben gemist. De plot is zwak en voorspelbaar. De personages zijn stereotiep en wankelen in hun uitwerking. De dialogen zijn tragisch amateuristisch en komen gekunsteld over. De schrijfstijl is geforceerd simplistisch. Alles is zo aangedikt slecht dat het ik ervan overtuigd ben (of juist hóóp) dat het een onduidelijke reden moet hebben. Dat vermoeden wordt versterkt door de behoorlijk aanwezige intertekstualiteit. Wie verder de aangehaalde teksten opzoekt, vindt meer duidelijkheid. Het wordt weliswaar nog voorspelbaarder voor wie de intertekstualiteit al tijdens het lezen begrijpt. Zo lijkt het verhaal een soort moderne, onvolledige reproductie van Oscar Wildes 'Lord Arthur Savile’s Crime'. Verder zal ik niet uitweiden om spoilers te voorkomen. De tragiek is zo aangedikt dat je bij een modern verhaal verwacht dat dit een reden heeft. Het schuurt, omdat het slecht is uitgewerkt en een sterke moraal ontbreekt. 'De misdaad van graaf Neville' is een onwaarschijnlijk slechte klucht in een moderne setting die kant noch wal raakt. (Deze recensie verscheen eerder op www.alexhoogendoorn.nl als onderdeel van de blogtour van Xander Uitgevers.)
-1
Dit boek stond op het programma van onze leesclub. Ik ben tot blz. 88 geraakt. Zo'n gezeur, over jengelende kinderen en vervelende ouders. Nee, dit was echt niet mijn ding.
-1
de Zuid Afrikaan Samuel Wilson moet gedacht hebben om kans van slagen te hebben in de overvloedige thriller wereld moet ik me onderscheiden. Hiervoor schept hij een geheel nieuwe maatschappij, een wereld waar alles draait om je.......Sterrenbeeld. Waar je sociale klasse wordt bepaald door dit sterrenbeeld, waar ouders plannen dat hun kind geboren wordt met het juiste sterrenbeeld en waar er opvoedkundige scholen zijn om de waarden die bij je sterrenbeeld zouden horen extra ontwikkeld worden. Een maatschappij waar grote segregatie heerst. De gewelddadige Rammen. De linkse boogschutters en de gematigde en geliefde weegschalen, hoeveel onzin kan je verzinnen. Onderscheidend is het maar het wekt voornamelijk irritatie op. Het verhaal waarin inspecteur Jerome Burton en de (uiteraard sterrenkundige) profiler Lindi Child een aantal moorden moeten oplossen wordt volledig opgeslokt door de onzin. Dat is best jammer want Wilson behelpt zich van een prettige schrijfstijl, korte hoofdstukken, twee verhaallijnen die vakkundig bij elkaar worden gebracht en wisseling van vertel perspectief bieden nog enigszins tegenwicht. Het van de onzin ontdane verhaal is niet opzienbarend maar wel degelijk. Het boek gaat ten onder aan de insteek. Een originele invalshoek is niet altijd een betere.
-1
Het boek Dochter van de revolutie is het verhaal van een Cubaans meisje dat, zoals gebruikelijk in Cuba, verplicht met haar school op werkkamp moet. Het boek vertelt niet alleen het verhaal van een puber die de liefde ontdekt, zware arbeid verricht in het kamp om maar aan te tonen dat ze een goede revolutionair is, maar aan de andere kant ook steeds meer worstelt met het regime van Castro. Het geeft tevens een beeld van hoe het leven van zo'n meisje nu is in een land als Cuba; corruptie, eten op de bon, niet kunnen zeggen wat je wilt, anti-homobeleid, anti-Verenigde Staten en de verheerlijking van Rusland etc. Verhaal op zich vond ik matig, maar heb wel een goede indruk gekregen van het leven in Cuba.
-1
Octavia wil niets liever dan een whitecoat worden, net als haar ouders. Whitecoats bestuderen de flora en fauna op hun nieuwe planeet, Faloiv, waar de mensheid naar toe is gegaan nadat de originele planeet dood is gegaan. Wanneer ze eindelijk de kans krijgt om in contact te komen met haar eerst Faloiv dier, merkt ze dat ze daar anders op reageert dan anderen… Het onderwerp van dit boek is zeer uniek, ookal zag ik her en der wat vergelijkingen met Jurassic Park, Avatar en Terra Nova. Octavia is een sterk personage om van te lezen en ik vind vooral haar eerlijkheid ontzettend fijn. Eindelijk eens iemand die geen geheimen voor haar vrienden heeft, maar gewoon eerlijk is over wat haar overkomt en waar ze zich zorgen over maakt. Het boek zet je aan het denken. Hoe zouden wij reageren als we gedwongen werden de aarde te verlaten en we een leven moeten opbouwen op een onbekenden, nieuwe planeet waar al een andere bevolking woont. Hoe zouden wij omgaan met de Faloii? Zouden we de flora en fauna bestuderen en zouden we in staat zijn om te overleven, zelfs floreren? Het verhaal komt een tikje langzaam op gang en ik werd er niet gelijk door gepakt. Ik genoot zeker wel van het verhaal, maar ik legde het boek zonder problemen weg en voelde niet echt de drang om hem gelijk weer op te pakken. Pas de laatste 75 pagina’s zogen mij in het verhaal en die heb ik ook in 1 ruk uitgelezen. Maar persoonlijk vind ik dat een tikje laat voor een boek met dik 400 pagina’s. Ook vond ik de romance in het verhaal overbodig. Het is niet dat het uit het niets kwam, overdreven of niet passend was, maar ik vond het gewoon niet nodig voor het verhaal. Normaal hou ik wel van een beetje romantiek, verweven in een spannend verhaal, maar in dit geval vond ik niet nodig en trok het de aandacht weg in plaats dat het toevoeging gaf, zonde. Het einde was zoals gezegd erg spannend, ook al had ik het vanaf het begin van het boek al voorspeld. De laatste zin van het boek is zo’n cliffhanger, dat je maar 1 ding kunt wensen: het volgende deel! 2.5*
-1
Steven Saylor heeft al diverse boeken geschreven over het oude Rome ten tijde van Julius Caesar met de speurder (of ‘vinder’) Gordianus in de hoofdrol. In De triomf van Caesar is Julius Caesar eindelijk terug in Rome na diverse overwinningen te hebben behaald in het buitenland. Rome maakt zich op voor het houden van vier triomfoptochten waarbij de oorlogsbuit en de krijgsgevangenen getoond worden aan het publiek. Dan wordt Gordianus ontboden door de vrouw van Caesar. Zij heeft sterke vermoedens dat Caesar met de dood bedreigd wordt en gezien Gordianus’ reputatie wil ze graag dat hij op zoek gaat naar de boosdoener. Gordianus wil de opdracht weigeren, maar verneemt dan dat zijn goede vriend Hieronymus vermoord is toen hij dezelfde opdracht uitvoerde. Hij besluit om de opdracht aan te nemen, zodat hij ook kan uitzoeken wie Hieronymus vermoord heeft. Wie destijds de televisieserie Rome gezien heeft, of wie gewoon goed op de hoogte is van de oude Romeinse geschiedenis, zal allemaal bekende personages voorbij zien komen. Brutus, Cicero, Antonius, Octavius.... zelfs Cleopatra maakt haar opwachting. Ze is uit Egypte overgekomen om de triomfen van Caesar bij te wonen en heeft haar zoontje bij zich waarvan ze beweert dat Caesar de vader is. Saylor heeft het verhaal van De triomf van Caesar handig verweven met de bekende geschiedenisfeiten en dat is zowel bewonderenswaardig als een last voor het boek. De lezer leeft niet mee met de dreiging dat Caesar vermoord zal worden tijdens één van zijn triomftochten omdat de geschiedenisboeken vertellen dat dat niet is gebeurd. En omdat Saylor zich zoveel mogelijk aan de feiten houdt, blijft de kring van verdachten beperkt tot de fictieve personages. Het enige plezier dat de lezer nog aan het boek had kunnen beleven, had dan moeten komen van de opmerkelijke deductische gaven van Gordianus die uitvoerig geprezen worden in het boek, wanneer er wordt terugverwezen naar zijn vorige zaken. Van enige deductie is in De triomf van Caesar echter geen sprake. De oplossing van de zaak wordt Gordianus op het eind in de schoot geworpen. Valt er dan nog wat te genieten van de beschrijvingen van het leven in het oude Rome? Nee, niet bijzonder veel. Gordianus is de verteller van het verhaal waarbij hij aan het publiek in de 21ste eeuw de gebruiken van die tijd uitlegt. Dat is aardig om te lezen, maar het blijft vrij oppervlakkig. De triomf van Caesar schiet als detective- en geschiedenisverhaal tekort.
-1
In het begin van dit boekje dacht ik; dit is een beschrijving van hoe ik Cohen beleefd heb, meegemaakt heb, hoe ik zijn muziek en teksten heb beschouwd. Nee. Opeens ging het alleen over religie en de Bijbel , iets wat Cohen volgens mij juist niet expliciet bedoelt. Volgens mij bedoelt Cohen juist met het opperwezen de mensheid. De mensheid die helpt, zucht en steunt. Het volledig bijbeltechnisch verklaren is volgens mij juist volledig de plank misslaan. Don t Let it junk gaat over alcohol, die hem omhoog zweept en in diepe dalen laat vallen. Geen God. Geen bijbel. Jammer.
-1
Ik heb dit boek zo snel gelezen dat ik echt even na moest denken over mijn mening, toen ik het uit had. Ik ben redelijk positief over dit debuut van Van de Coevering. Ondanks dat het verhaal in een heel Hollandse omgeving afspeelt met heel herkenbare dingen, was het toch mysterieus. Ik bleef als lezer heel actief in het boek met mijn gedachten, waar ik erg van houd. Ik vond wel dat het lang duurde voor ik het verhaal echt interessant begon te vinden. Pas net na het midden begreep ik welke richting het verhaal in ging. Daarna ging het heel snel en werd je echt meegesleept in het plot. Ik ben dan ook benieuwd naar het volgende boek van deze meneer!
-1
Het boek is van een dramatisch laag niveau, namelijk geschreven vanuit het eenvoudige kinderlijke perspectief van een 12-jarige (hetgeen simpel is en al snel irriteert). Daardoor is het niet meer dan een saai, langdradig kinderboek waarbij het open einde de enige oplossing is, omdat de logica van een kind nu eenmaal ontoereikend is voor het oplossen van een moord. Was Verborgen geschiedenis een 9, dan is dit boek een 2. Staat Tartt nog net op een voldoende gemiddeld...
-1
‘Het Wolfgetal’ gaat over de beklemmende vriendschap tussen twee meisjes in de puberleeftijd en speelt zich af in de jaren ’90. Vikki is de vriendin van de naamloze ik-figuur. Na de basisschool gaan ze naar verschillende middelbare scholen, maar de ik-figuur blijft zich door Vikki aangetrokken voelen. De ik-figuur groeit op met haar ouders en haar broertje. Vikki woont bij haar wat wereldvreemde moeder die zich grotendeels afzondert achter een gordijn en haar dochter in feite verwaarloost. De sfeer van de jaren ’90 komt tot uiting door de muziek uit die tijd, de flippo’s en de Hitkrant. ‘Het Wolfgetal’ is geen vrolijk boek en heeft een beklemmende sfeer. Vikki is bezitterig en manipulatief terwijl de ik-figuur achter haar aan loopt. "Vikki is niet iemand om mee te laten komen, zij is iemand die gáát, en de rest mee laat komen. Ook ik ben de rest." Het verhaal werd afgewisseld door korte stukken uit een autopsierapport en uit een psychiatrisch rapport. In het begin van het boek zijn die onderbrekingen wel intrigerend. De lezer zal zich afvragen over wie het in het autopsierapport gaat. Hiermee wordt enige spanning opgebouwd. Al van mijlenver is echter duidelijk wat er staat te gebeuren en dan voegen die stukken niet veel meer toe. De spanning is verdwenen. Van der Haar schrijft in de boek vaak spreektaal en regelmatig herhaalt ze woorden, bijvoorbeeld zes keer 'nee' achter elkaar. Dat komt overdreven over. Ongemakkelijke onderwerpen zoals seks en drankmisbruik worden heel expliciet beschreven en zullen veel lezers een ongemakkelijk gevoel geven. Zo opent het boek met: “Kijk jij wel eens naar je kutje?” De taal is vaak puberaal, passend bij de leeftijd van de meisjes, maar waarschijnlijk niet altijd bij die van de lezer. Het verhaal heeft me niet helemaal gegrepen. Tot halverwege het boek trok het boek me wel aan, maar daarna steeds minder. Het leek allemaal een beetje een herhaling van zetten. In het boek ontbreekt de diepgang en het einde was onbevredigend.
-1
Inpikkend op de trend van literaire thrillers genre Dan Brown zit volgens mij de sfeerschepping wel goed, maar naarmate het einde nadert, werd het allemaal wat langdradig en onduidelijk. Kon aanmerkelijk beter...
-1
Hoewel Het vorige meisje, het eerdere boek van Delaney, wel in mijn kast staat, heb ik het nog niet gelezen. Mijn eerste kennismaking met deze auteur dus! Het boek begint spannend, na de proloog neemt Delaney je mee naar vijf dagen daarvoor. Slim gedaan want dit zorgt ervoor dat je het boek niet aan de kant wilt leggen. Je leert Claire kennen, een jonge vrouw met een passie voor acteren. Waar ik erg aan moest wennen was de manier waarop je bepaalde gesprekken leest. Deze staan geschreven zoals in een script. De laatste zin op de achterflap van het boek geeft (helaas) al iets teveel weg waardoor sommige dingen niet meer als verrassing kwamen. Na het geweldige begin vond ik het verhaal minder worden. Eigenlijk vanaf het moment dat Claire de politie gaat helpen. Hoewel er daarna toch nog een plotwending kwam die mij wakker schudde, duurde deze opschudding niet lang. Al snel zakte het verhaal weer in. Waar eerder al eens van de hak op de tak werd gesprongen, gebeurt het vanaf dit moment steeds meer. Het verhaal wordt vluchtig, alsof je in een sneltrein zit zonder tijd je weer in het verhaal te verdiepen. Dit alles maakte dat het boek voor mij verwarrend en chaotisch werd waardoor mijn interesse verslapte. Zo zonde omdat het boek mij in het begin juist meteen wist te pakken. Hoewel Delaney deze thriller wel origineel weet te schrijven, is het denk ik de snelheid en chaos die voor mijn gevoel een echt verhaal in de weg staan. Doordat ik zo op de oppervlakte blijf en de ruimte mis om het verhaal te omarmen, blijf ik verdwaasd in het rond kijken naar wat er toch in hemelsnaam allemaal aan de hand is. De poëzie waar constant naar verwezen wordt, is origineel. Spreekt poëzie je aan dan kan dit een grote meerwaarde zijn, heb je niet zoveel met poëzie dan is het makkelijk om deze teksten vluchtig door te lezen (het zijn namelijk geen hele gedichten achter elkaar die je te lezen krijgt) en door te gaan met het verhaal. Ik voelde enige teleurstelling na het dichtslaan van dit boek, mijn soort thriller bleek dit niet te zijn dus van mij krijgt het 2 sterren.
-1
Een boek met weinig spannig,geen personen waar je een band mee voelt.Leest wel snel.Echt een boek voor tussendoor als je écht niets anders hebt.Of als je niet in een leesstemming bent. Dat was voor mij zo dus daarom toch 2 duimen.
-1
Fred Vargas is het pseudoniem van de Franse schrijfster Frédérique Audouin-Rouzeau. Als geschiedkundige en archeozoöloge is ze gespecialiseerd in dierlijk gebeente. Haar eerste roman Les Jeux de l'amour et de la mort verscheen in 1986 waar ze gelijk al een prijs mee won. Niet al haar boeken zijn in Nederlandse vertaling verschenen. IJsmoord is het tiende boek in de serie met politiecommissaris Adamsberg. Vargas heeft een aparte stijl van schrijven, je moet daarvoor zijn. Haar taalgebruik is subliem, dat kan je alleen maar toejuichen. Het is de manier waarop ze haar verhaal brengt alsook de dialogen die bijzonder zijn. Ze werkt haar personages, toch diegene die er toedoen heel erg goed uit, je hebt de eerdere delen in de serie niet nodig om de karakters te duiden en mee te zijn in de dynamiek van het hele team. Het is daar niet altijd rozengeur en zonneschijn, dat maakt het ook zo begrijpelijk en menselijk. Het komt heel natuurlijk over. Er is wel een overvloed aan personages, dat is opletten geblazen om ze uiteindelijk nog allemaal te kunnen plaatsen. Over de plot is ook serieus nagedacht. Het onderzoeksteam wordt op twee pistes gezet om het mysterie op te lossen. Het valt mooi in elkaar. Er is vooreerst de reis tien jaar eerder naar IJsland en daarnaast een stuk geschiedenis, de Franse Revolutie en de rol van Robespierre hierin eind van de 18e eeuw. De plot wordt een complex kluwen, zoals Adamsberg zelf het onderzoek ook beschrijft. Bij sommigen zal deze manier van schrijven helemaal aanslaan. Voor anderen kan het het leesplezier bederven. De dialogen alsook de geschiedenislessen zijn vaak zo uitvoerig dat de aandacht wel eens wil verslappen. Spannend is het dan ook al niet, op een enkel momentje na en je moet ook kunnen meegaan in fantasierijke taferelen. IJsmoord is helemaal geen slecht boek maar zoals gezegd moet je ervoor zijn. Persoonlijk vond ik het moeilijk om door te komen dit keer, het was niet altijd even boeiend. Ik heb echter wel genoten van het taalgebruik en de humoristische wijze waarop Vargas schrijft.
-1
In dit boek vertelt Gabriel Weston over haar (ja, want het is een vrouw. Ik dacht eerst ook dat het een man was) opleiding als chirurg. Hoe ervoer ze de opleiding tot chirurg? Welke dingen maakte ze allemaal in al die jaren? Het boek is onderverdeeld in lange hoofdstukken. Elk hoofdstuk heeft een titel waarover dat hoofdstuk gaat. Ik lees heel graag boeken over de medische wereld, maar dan moeten ze wel een beetje vlot lezen. Dit boek nam me totaal niet mee in het verhaal. Ik las woorden en letters, maar geen verhaal. Het was niet mijn ding en ik ben eerlijk gezegd blij dat ik naar het volgende boek kan. :-)
-1
Neen een echt spannend verhaal is het niet, toch leg je het boek niet zo maar weg als je er aan begonnen bent. Er is zonder meer een goede sfeertekening van het China vlak voor de recente industriële revolutie en zij die Shanghai kennen zullen veel in het boek herkennen. Ook de beschrijving van de bureaucratie komt goed uit de verf. De plot is wat mager en het slot doet wat chaotisch en geforceerd aan en de romantische touch (een opbloeende romance tussen de hoofdrolspelers) is erg amateuristisch beschreven. Ergerlijk is alleen het frequente gooien en smijten met passages uit chinese poezie, soms ter zake maar meestal niet
-1
Beetje een merkwaardig boek. Een verhaal over een jonge wetenschapper, Bas (v) die voor onderzoek een maand wordt gestationeerd op een onderzoeksschip op de Noordpool als plaatsvervanger van de plotseling overleden hoogleraar Reinier. Het hoofdthema is de hevige maar onbeantwoorde verliefdheid van Bas op Reinier. Het boek is soepel geschreven maar op een nogal chicklit-achtige manier, met veel ‘populair’ taalgebruik. Af en toe mooie zinnen (‘Wie in het leven voor de dood al niet van wachten houdt, moet beseffen dat daarna misschien wel nóg meer wachten volgt’) maar bij tijd en wijle ook tenenkrommende passages (‘het geld was al betaald’, ‘hij loopt te zeggen’, ‘de ander is aardbeiblond en blozend’).
-1
Vier zussen runnen ergens in Vlaanderen een net pension, Viersprong genaamd. Ze verschillen nogal in leeftijd (twee wat meer ouderen, twee wat meer jongeren), in temperament en interesse. Mariëtte (Jet), de oudste, ziet zichzelf als de zaakvoerster van het pension en als de vervangende moeder van alle zussen. De hoeder van de erfenis van het verleden, waaronder het beeld van hun rechtschapen vader. Ze is de keurigheid zelve. Naar de buitenwereld dan, want waar jongere zus Estelle (Stella) openlijke romances met gasten en anderen heeft, blijkt ook de nette Mariëtte er buiten de openbaarheid zo haar eigen manieren op na te houden. Keeping up appearences: veel mag, mits in het geniep. Ziekelijke zus Louise (Wiske) en jongste zus Judith, die niets liever zou doen dan het benauwende nest te verlaten om te musiceren op de trekzak, completeren het viertal. Het verhaal speelt in de jaren 60; de moord op Kennedy en de impact die dat gaf, komt voorbij. We krijgen beschrijvingen van de zussen, de pensiongasten en de – soms uitgekotste – klusjesman Maurice die een geestelijk gehandicapte dochter heeft. De twee jongere zussen verzetten zich in stilte tegen de twee ouderen, door Stella steevast als ‘De Trollen’ aangeduid, die hen te weinig vrijheid gunnen. Er vibreert spanning tussen het viertal; ieder heeft moeite zijn eigenheid in het collectief voldoende ruimte te geven. De kloof is het grootst tussen de oudste, keurige Mariëtte en de vurige, wulpsere Estelle; op hen focust het verhaal. Estelle is de emotionele en de liefdezoekende van het viertal. Als zij geconfronteerd wordt met een relatie uit haar verleden, slaat ze door. Ze is zwanger, verkondigt ze in de eetzaal met alle gasten erbij en wijst zelfs één van hen als vader aan. Eerder moest ze al eens voor zenuwziekte naar een opvang. Nu ‘hervalt ze’ en ze wordt weer opgenomen. Viersprong is Vlaams geschreven; de keuvelende dames van K3 in hun tv-shows zijn er niets bij. Grappig is dan het contrast dat wordt opgeroepen met de Nederlandse gast die zich meldt; het feit dat hij zo netjes Nederlands praat, geeft hem welhaast iets exotisch. Mede daarom dat Estelle op hem valt. Die gast, Koos Polderdam, komt uit Nijmegen. Petit detail: hij zou wonen op de Paviljoenstaat 39 in die stad. Een niet of nooit bestaande straat. Het lijkt me toch niet moeilijk voor een auteur een waarlijk bestaand adres te kiezen. Qua tekening van een zussenrelatie, het uiteen gegroeid zijn terwijl men ‘verplicht’ bijeen moet zijn, is bij wijle boeiend, maar als totaal overtuigd verhaal en karakters onvoldoende; enkelen zijn te karikaturaal, zoals de ziekelijke en kruistekens makende zus Judith en bijna alle gasten. En de mysterieuze kant van het dramatische einde is al te snel duidelijk en te abrupt is het dan gedaan met het verhaal – terwijl heel die slotdramatiek feitelijk buiten de wereld van Viersprong staat. Als totaal daarmee is het verhaal onvoldoende in evenwicht. Toch nog wel lekker om te lezen, **1/2 (tweeënhalve ster).
-1
Het boek is vlot geschreven. Het is eerder een hoopvol jeugdboek. Vind het soms te langdradig en zeker het tweede deel kan me niet overtuigen.
-1
‘Een stad, een meisje en de duivel’ is het derde boek van de Duitse Svealena Kutschke. Een pracht van een naam en dus vraagt een mens zich spontaan af of het boek net zo interessant zou zijn. We maken kennis met vier generaties van één familie, waarbij de hoofdrollen zijn weggelegd voor de vrouwen Lucie en Jessie. Geen enkel van de personages in het boek schijnt gelukkig te zijn, het is een hoop kommer en kwel. Bijzondere mannelijke personages doen hun intrede: een nazi, een schilder, een schrijver,… En dan is daar de duivel. Een heel boek lang duikt hij op en blijft je je afvragen wat zijn precieze rol is, wat hij verpersoonlijkt. Zeer bevreemdend is ook de rol die de schaduw van mensen toebedeeld krijgt. Die kan bij Kutschke zelfs een eigen leven gaan leiden… Een aantal magische elementen dus, waarvan je je regelmatig afvraagt wat ze bijdragen aan het verhaal. Ze worden niet goed uitgewerkt, ze zijn er zonder meer, in het Duitse Lübbeck van de 19e eeuw. Het gebeurt me zelden of nooit, maar deze klepper van 700 bladzijden heeft me dik teleurgesteld. Het klonk nochtans goed: een familiesaga die zich in Duitsland afspeelt en verschillende generaties omspant. Oké, er was iets met een duivel, maar dat element zou me niet uit mijn evenwicht brengen. En dat deed het ook niet. Het grote probleem was dat er geen echt verhaal te bespeuren viel. Wel veel verschillende verhalen/verhaallijnen, waarbij geregeld onduidelijk was wat dat alles in hemelsnaam te betekenen had. Nee, ik had geen klik met dit boek. Tot ongeveer halverwege vond ik het best te pruimen. Het had me weliswaar nooit echt in zijn greep, maar de personages leken interessant, de schrijfstijl was op dat moment best oké, vaak zelfs mooi. Uiteindelijk kwam de manier van vertellen mij te gekunsteld over, te wollig, te weinig rechttoe rechtaan. De laatste 200 bladzijden van dit 700 bladzijden tellende boek tarten elke verbeelding. Is het geschreven in een psychedelische roes? Was de auteur aan het experimenteren? Ik weet het niet, maar het deed het boek geen goed. Nee, Svealena Kutschke is tot nog toe de teleurstelling van 2018.
-1
Iedereen kan gerust zijn - Bond paft tonnen sigaretten in de loop van deze roman (alhoewel hij in het begin onder medisch toezicht staat...). Sebastian Faulks slaagt er niet in om de intensiteit en de pure 'leesbaarheid' van Fleming te evenaren. Bond is redelijk dom en naïef in deze roman (iedereen ziet de eerste twist rond Scarlett en Poppy Papava al van heel vroeg aankomen, Bond is totaal clueless). De schurk, Julius Gorner, heeft niet een, niet twee, maar DRIE meesterplannen tegelijk lopen. Zijn motivatie voor al die slechtheid is zeer mager (pathologische haat tegenover Engeland). Zijn handlanger, Chagrin, een Noord-viëtnamese sadist, lijkt een mager doorslagje van Oddjob, en zijn rol in het verhaal is maar flauwtjes. De tennismatch tussen Bond en Gorner is op zich leuk maar een kopie van de golfwedstrijd tussen Bond en Goldfinger. En er zijn nogal wat te letterlijke 'homages' aan die roman hier. Als ik zeg dat Bond dom is, dan is dat omdat hij zo vaak erg onprofessioneel handelt. Zodra hij zijn missie krijgt, wordt hij belaagd (de enige actiesekwens in de eerste helft van de roman), maar dit doorgeven aan M of onderzoek instellen naar wie hem uit de weg wil ruimen? Ho maar. Gorner zit in Iran, heeft daar ongelofelijk veel mannetjes zitten, maar wordt blijkbaar toch gezocht door de Iraanse geheime dienst Waarom? Niet duidelijk. Met zijn reserves kan hij moeiteloos het hele land omkopen. Bond is ook bijzonder kuis in deze roman, en zijn relatie met Scarlett Papava wordt veel te snel veel te serieus. Zo vraagt hij zich de hele tijd af of hij verliefd is geworden op haar terwijl zich eigenlijk niets bijzonders tussen hen afspeelt. Tenslotte de plot: zoals vermeld heeft Gorner heel wat boze plannen, maar nadat die verijdeld worden is Bond héél ver uit zijn buurt. Dus moet Faulks tot tweemaal toe heksentoeren uithalen om de hoofdschurk en zijn handlanger tot bij Bond te krijgen om finale confrontaties op te zetten. En die zijn allebei helaas aan de zeer magere kant. Wat is er wel goed aan de roman? De sfeerschepping van de jaren zestig (Faulks schetst een overtuigend beeld van Teheran in die periode), en wat ironie in de geopolitieke details dankzij onze kennis van wat er sinds de jaren 60 gebeurd is. Zo gelooft Bond Gorner niet wanneer die hem vertelt over de Amerikaanse heroïnesmokkel van Air America, en krijgen we het verhaal van hoe de Amerikanen op vraag van de Britten de Sjah van Iran aan de macht brachten en het land in een harde dictatuur stortten - met de gekende gevolgen. Het 'geestige' is dat Fleming zijn lezers met mondjesmaat wat insider kennis van de spionagewereld meegaf, terwijl Faulks Bond informatie geeft die de meeste lezers van deze roman al weten. De eerste paar romans van John Gardner waren veel beter dan dit boek. Het was beter geweest de literaire Bond-erfenis toe te vertrouwen aan iemand die het gewend is spannende boeken te schrijven, maar die meer literair talent heeft dan de verschrikkelijke Raymond Benson en de te wisselvallige John Gardner.
-1
Uitstekende schrijfstijl,vandaar (eventueel)aan te raden. Inhoudelijk lijkt het wel herkouwde kost,maw iets wat men precies min of meer nogal gelezen heeft. Jammer voor een auteur met groot potentieel.
-1
Na de dood van Baer (44) ontvangt zijn ex-vrouw Esther een grote doos gevuld met brieven die aan haar gericht zijn: Baers levensverhaal. Esther is toevallig alleen thuis en begint direct te lezen: "Ik heb een leven achter me liggen, Esther, en het belangrijkste deel van dat leven heb ik met jou mogen doorbrengen. Hoeveel deelden we in onze relatie? Wat zeiden we tegen elkaar en wat vooral niet?" De laatste vraag is direct de rode draad in het romandebuut van Rutger van Reysen. Eerder schreef hij al een boek over zijn clubliefde voor Go Ahead Eagles en een voetbalboek over de belevenissen van een jonge voetballer. En dan hier zijn eerste roman. Het slagveld van de liefde is een verhaal dat alle grote onderwerpen van het leven bespreekt: liefde, lust, loslaten, onverwerkt verleden en de dood. Het verhaal kent echter geen grote verrassingen. Het zijn de clichés van het leven die zich achter elke voordeur kunnen afspelen. Baer en Esther zijn elkaars grote liefdes. Het mocht alleen niet voldoende zijn om samen door het leven te blijven gaan. Naast het feit dat Baer onlangs overleden is en Esther al een tijd met hun kinderen bij een andere man woont, weet je ook direct dat angsten en trauma’s een grote rol zullen spelen in Het slagveld van de liefde. In deze roman wordt echter teveel vooraf verteld om het spannend te houden. Niet alleen aan het begin van een boek, maar ook aan het begin van een hoofdstuk. Zo lees je: "Hoe anders was het die andere keer, toen ze zich wel ernstig zorgen gemaakt had over zowel een zwangerschap als een geslachtsziekte. Esther kreeg het koud over haar hele lichaam toen ze eraan terugdacht". Je krijgt wel heel veel informatie: wellicht ongewenst zwanger en waarschijnlijk een traumatische ervaring. Te veel om nieuwsgierig door te kunnen blijven lezen. De stukken over Esther lees je tussen de brieven van Baer door. Het boek bestaat voor het grootste gedeelte uit de brieven die in korte, duidelijk afgebakende, hoofdstukken zijn opgenomen. Tussen de brieven door lees je dan hoe Esther hier op reageert en wordt haar eigen verhaal ook opgehelderd. Zo wordt duidelijk dat beide personen traumatische gebeurtenissen hebben meegemaakt in het verleden. Jammer genoeg worden deze ervaringen, reacties en gevolgen hiervan niet gebruikt voor het gedrag in de toekomst. Alle gebeurtenissen blijven erg op zichzelf staan en worden niet met elkaar verbonden. Zoals de onderwerpen clichématig gekozen lijken, zo worden ze ook beschreven: "Het was opmerkelijk zacht voor de tijd van het jaar en de prachtige gebouwen langs de Seine hadden een gouden gloed door het lichtschijnsel dat ze bescheen. De rivier doorsneed als een zwarte streep het goud en in dit prachtige decor had ik sterk het gevoel dat wij de hoofdrolspelers waren in een klassieke film. Mooier dan nu kon het leven niet worden." Met Het slagveld van de liefde heeft Van Reysen een vlot te lezen roman geschreven. Aardig om te lezen ter ontspanning, maar niet geen geschikt voor lezers die behoefte hebben aan groot denkwerk.
-1
Ik heb hem uitgelezen, maar vraag me niet hoe. Het is een pittig boek en ik kwam er met moeite doorheen maar het is gelukt en daar ben ik trots op. deze roman gaat over een prettig gestoorde kerel die dolgelukkig is. eindelijk wordt hij uit een psychiatrische inrichting en verhuist met zijn kamergenoot Kjell naar een woning. het blijkt minder eenvoudig te zin dan dat hij dacht. telefoneren en al die onbekende mensen om hem heen. een overmaat aan gevoelens vloeit. een bijzonder boek wat je ogen opent.
-1
De Zweedse Rebecka Edgren Aldén, over wie niet meer bekend is dan dat ze journalist en redacteur is, heeft onlangs haar tweede thriller uitgebracht in Nederland. De laatste zomer volgt precies twee jaar na De achtste doodzonde. Een boek waarover de lezers op Hebban gematigd enthousiast waren. De moeder van Gloria stichtte samen met een paar gelijkgestemden een commune op Ekudden, een eiland voor de Zweedse scherenkust. Gloria brengt daar in haar jeugd drie zomers door, waarna haar moeder plotsklaps wil vertrekken om nooit meer terug te komen. Twintig jaar later heeft Gloria een relatie met Adam, die ze zijdelings kent van haar jeugd op het eiland, maar die destijds geen oog had voor het alternatieve meisje uit de commune. Nu ze weer met hem op het eiland is, herbeleeft ze haar jeugd daar. Herinneringen aan het ongeluk waarbij Jimmy omkwam, het vreemde gedrag van haar moeder voorafgaand aan hun vertrek, het gemis van een vaderfiguur. Op het moment dat Gloria een lijk vindt op de plek waar vroeger de commune huisde, blijkt dat de zomer van twintig jaar geleden nog niet afgesloten is. Edgren Aldén schrijft een begin dat niet aanspreekt. Je valt gelijk in wazige beschrijvingen van een ruzieachtige sfeer in de familie van Adam, waarvan je geen idee hebt waaróm die beschreven wordt. Wat niet meehelpt bij het vertellen van een soepellezend verhaal is de setting van een kleine gemeenschap, waarin iedere bewoner zijn eigenaardigheden en geschiedenis heeft en waarbij er allerlei onderlinge verbanden en geschillen zijn. Dit is altijd lastig door de vele namen die voorbijkomen. De personages hebben ook allemaal iets onsympathieks. De manier waarop bijvoorbeeld hoofdpersoon Gloria denkt en handelt, is ergerlijk. Het wachten is op het moment dat de auteur doorpakt naar een meer trefzekere verhaallijn. Dat gebeurt helaas te laat en niet overtuigend. Op het gebied van de schrijfstijl vallen ook steken. Edgren Aldén schrijft in simplistische, wat zoetsappige bewoordingen. Ze probeert af en toe wel meer cachet aan haar zinnen te geven, maar slaat de plank vervolgens mis. Irritatie speelt op bij passages waarin Gloria zich dingen afvraagt en de auteur direct daarop antwoordt met ‘(…), maar nee’. Ze doet hiermee direct afbreuk aan mogelijke spanning. Het ontbreekt De laatste zomer aan een strak opgebouwd plot, waarbij je voelt dat de auteur de controle heeft over het verhaal. De aanleiding voor alle gebeurtenissen is alleszins magertjes te noemen en de noodzaak komt niet aan bij de lezer. De spanning wordt gedurende het hele boek opgebouwd rond één persoon, waarvan je al van verre ziet aankomen dat diegene het natuurlijk níet is. Tegen het einde laat Edgren Aldén haar hoofdpersoon wat kort-door-de-bochtaannames doen en hop, de zaak komt in een ongeloofwaardige stroomversnelling. Toch een pluspuntje; er zit wel vaart in het verhaal. Dat zorgt ervoor dat je er alsnog rap doorheen bent.
-1
De debuutroman van Lindsey Lee Johnson, De gevaarlijkste plek ter wereld, gaat over het leven op een Amerikaanse highschool. Lee Johnson studeerde Engels en volgde een schrijfopleiding, zelf geeft ze nu les in ‘creative writing’ in Los Angeles. Haar debuut werd door de Amerikaanse pers met veel lof ontvangen, maar zal dit boek het in Nederland net zo goed doen? Lee Johson werpt in haar roman het licht op verschillende levens die één ding met elkaar gemeen hebben; Tamalpais High. Alle leerlingen wonen ten noorden van San Francisco. Hun ouders, en daarmee zijzelf, zijn schatrijk. Er gebeurt veel in hun kleine leventjes en alles is binnen no-time ook online en op sociale media terug te vinden. De auteur geeft het hele idee van de roman al in het eerste hoofdstuk weg, het lijkt daar zelfs een Young Adult roman à la Thirteen Reasons Why te worden. Vervolgens gooit ze het over een andere boeg; het perspectief van de docenten wordt aan het verhaal toegevoegd. Waar deze verschillende levens, perspectieven en de daarmee gepaarde schrijfstijlen en het woordgebruik diepgang aan het verhaal moeten geven, vallen ze helaas keer op keer terug in teleurstellende clichés. Er is de docent die zichzelf als wereldverbeteraar ziet, graag één wil worden met haar leerlingen. De docent die niet van zijn vrouwelijke studenten af kan blijven. De leerling die worstelt met de hoge verwachtingen van zijn ouders, de drugsdealer, de hoogbegaafde, de student met gescheiden ouders en een verknipt gezinsleven en uiteraard de pesters en gepesten. De vele details die Lee Johnson in haar beschrijvingen gebruikt zijn vaak onnodig en halen de vaart uit het verhaal zonder daar noodzakelijk iets aan toe te voegen. Vaak doet de schrijfstijl daarmee gekunsteld aan en dienen de details slechts als opvulling tussen de weinige echte gebeurtenissen in het verhaal. Wat vooral ontbreekt is het grote verhaal, daar waar je na het lezen van de flaptekst een intrigerend verhaal over sociale media en de gevolgen daarvan voor de jongeren in de samenleving zou verwachten, hebben de levens van de jongeren apart van elkaar als gemene deler alleen hun middelbare school. Deze hoofdstukken zijn te weinig uitgewerkt om op zichzelf te staan of betekenis te krijgen, maar deze betekenis is ook in het grotere geheel moeilijk terug te vinden. In de laatste pagina’s van haar boek lijkt Lee Johnson zich haar oorspronkelijke idee weer te herinneren. Sociale media krijgt ineens een grote rol en dit heeft ook grote gevolgen voor de hoofdpersonages. Ook verwijst de auteur terug naar het allereerste hoofdstuk, ze weet de eindjes op een sterke manier aan elkaar te knopen. Het begin en einde van De gevaarlijkste plek ter wereld getuigen van veel potentie en stellen zeker ook interessante vraagstukken aan de orde, maar helaas voegt alles daartussenin daaraan weinig toe en laat het totale verhaal dus geen verpletterende indruk achter.
-1
De 40 jarige Lucio Battistini is getrouwd met Paola en heeft 2 kinderen, Eva en Lorenzo. Lucio geniet met volle teugen van het leven totdat Paola er achter komt dat Lucio een misstap heeft begaan en dan is het snel gebeurd met het uithalen van de grappen en grollen met zijn vrienden Umberto en Corrado. Als hij een dag later te horen krijgt dat hij nog maar 100 dagen te leven heeft neemt zijn leven een hele andere wending aan en brengt hij veel tijd door met zijn vrienden. Voordat ik aan dit boek begon heb ik wel even gedacht wat ik zou doen als ik deze boodschap kreeg ... Ik zou het eerlijk gezegd niet weten, er gaat zoveel door je hoofd maar of ik het daadwerkelijk ook zo doen ... het antwoord is ik zou het echt niet weten. Als Lucio te horen krijg dat hij kanker heeft besluit hij zijn ziekte vriend Fritz te gaan noemen. Hij begint op te schrijven wat hij allemaal nog wil doen en één van de belangrijkste dingen is dat hij er voor moet zien te zorgen dat Paola het hem weer vergeeft en dit is ook een belangrijk punt en loopt als een rode draad door dit boek. Leonardo da Vinci is een wetenschappelijke bron die in het verhaal ook een rol in neemt die je zeer regelmatig terug ziet komen. De schrijfstijl is eenvoudig en makkelijk te lezen en dit is te danken aan de flinke dosis humor die erin verwerkt zit. Wat goed naar voren kwam was de zin van leven en de tijd om ervan te genieten. Ook is er plaats voor verdriet. Fausto Brizzi heeft dit toch wel moeilijke en emotionele verhaal wat mij betreft erg luchtig gehouden en de karakters, daar heb ik me jammer genoeg niet echt in kunnen verplaatsen. Hierdoor bleef het verhaal voor mij te oppervlakkig en kon me niet raken op de punten waar ik verwachtte.
-1
In dit boek begonnen op aanraden van een klant van de bieb. Ik heb er spijt van, vond het totaal niet spannend en de privé-problemen van Fiona begonnen me danig te vervelen. Ik vond het behoorlijk langdradig en ook erg afstandelijk geschreven. Eigenlijk is het een psychologische roman over een rechercheur met behoorlijk psychische problemen,dat er daarnaast een moord op te lossen valt is maar bijzaak. Althans zo heb ik het ervaren. Twee sterren omdat ik het wel heb uitgelezen, al is het dan de laatste hondervijftig blz. met de franse slag.
-1
Herkend is het debuut van de 19-jarige Kelly Zwiers. In het boek is de 17-jarige Yara verliefd op Max. Hij is knap, beroemd, hij komt op tv en draait plaatjes in de club waar Yara heel graag naartoe wil. Als Yara voor haar verjaardag naar een feest mag waar Max draait is ze door het dolle heen, eindelijk zal ze hem in het echt zien! Tijdens het feest wordt Max onwel en hij wordt opgenomen in het ziekenhuis. Wat Yara echter niet weet, is dat Max Yara vlak voordat hij onwel werd heeft gezien en koste wat kost met haar in contact wil komen. Uiteindelijk vindt Max Yara in het ziekenhuis en geeft haar zijn nummer. Dat is het begin van hun relatie. Deze relatie neemt echter rare wendingen aan wanneer Max en Yara worden ontvoerd in een restaurant. Samen moeten ze zien te overleven en kunnen ze samen ontsnappen…? Op de achterflap wordt Herkend omschreven als ‘een jeugdthriller over liefde en vriendschap, gecombineerd met de nodige spanning.’ Het boek bevat daarentegen weinig spanning en kan ook niet echt als thriller omschreven worden. Dat kan komen door de keuze voor de hoofdstuktitels, die veel informatie weggeven. Te veel informatie, want ze verraden de kern van het komende hoofdstuk en halen de spanning eruit. Zo luidt een van de titels: ‘We weten toch al wie het is’. Door hier al een aanwijzing weg te geven over de kennis van de personages over de dader en daarmee ook het verloop van het verhaal, wordt de spanning niet opgebouwd, maar juist afgebouwd. Het boek bestaat uit vier delen. In deel een worden de hoofdstukken om en om door Yara en Max verteld. Dit is een leuk idee, maar wordt niet helemaal goed uitgewerkt. De hoofdstukken bevatten veel overlappende informatie en de hoofdstukken vanuit het perspectief van Max zijn niet geheel geloofwaardig. Wanneer je deze hoofdstukken leest, krijg je het gevoel dat een meisje doet alsof ze een jongen is. Toch was het verhaal sterker geweest als het hele boek volgens deze structuur ingedeeld was. Nu krijgt de lezer het gevoel dat de schrijfster er van alles wat in wilde stoppen. Dat ze te veel ideeën had, die helaas niet goed zijn uitgewerkt. In de andere delen van Herkend worden de hoofdstukken namelijk vanuit een personale verteller geschreven. Daarnaast voegt het laatste deel niet heel veel toe, omdat het uit slechts een hoofdstuk bestaat. Het verhaal was logischer opgebouwd als dit hoofdstuk in deel drie was verwerkt, of als deel vier uit meerdere hoofdstukken bestond. Als lezer krijg je het gevoel dat dit hoofdstuk eraan is geplakt, dat de schrijfster het verhaal niet compleet vond zonder deze toevoeging die zich drie maanden later afspeelt. Voor de lezer is deze aanvulling niet per se noodzakelijk geweest, ook zonder dit hoofdstuk had het verhaal een kloppend einde gehad. Het verhaal in Herkend is in de basis goed, maar er worden te veel onnodige verhaallijnen en details toegevoegd. Zo is de aanwezigheid van de manager die verliefd is op Max niet noodzakelijk en zijn de uitgebreide gedachtes van de personages en de dialogen tussen Yara en Max te ver uitgewerkt. In de meeste gevallen was het beter geweest als de schrijfster wat open plekken gecreëerd had om deze op een later tijdstip in te vullen. Nu wordt alle informatie meteen weggegeven en ook dit haalt de spanning uit het boek. Herkend is een debuut dat goed had kunnen zijn, maar door de uitwerking verliest het al zijn spanning.
-1
Elk jaar tussen Kerst en Nieuwjaar komen twee broers en hun neef met hun gezinnen samen in Schotland om te jagen en het nieuwe jaar in te luiden. Tijdens een wandeling ontdekt een van de broers een plek in het bos die behekst lijkt door een duistere entiteit. Meteen daarop ontwikkelt hij griepsymptomen. Twee dagen later en amper weer thuis in Amerika, is hij dood. Onderweg besmette hij iedereen waarmee hij in contact kwam en die besmetting verspreidt zich razendsnel. Op slechts een paar weken tijd sterven miljarden mensen en verandert de wereld in een chaotische en gevaarlijke plaats. Binnen deze chaos gaan mensen op zoek naar gelijkgestemden en proberen te overleven. Nora Roberts (1950) heeft reeds een immens aantal boeken geschreven. Ze publiceert jaarlijks minstens vijf boeken en is nog slechts enkele boeken verwijderd van haar 250ste publicatie. In vele van haar boeken speelt romantiek een belangrijke rol, maar onder het pseudoniem J.D. Robb publiceert ze jaarlijks ook enkele sciencefictionthrillers. Aan dat tempo verwacht men amper meer dan dertien-in-een-dozijn-boeken, steeds meer van hetzelfde. Het is dan ook verrassend dat Roberts dit keer iets nieuws probeert. Met Het begin, dat het eerste deel is van wat een trilogie moet worden, richt ze haar pijlen op fantasy. De start van dit boek is werkelijk zeer goed. De hele introductie in Schotland wordt gedetailleerd en sfeervol opgebouwd en de wijze waarop de mysterieuze plek in het bos in het verhaal gebracht wordt, brengt je meteen in een griezelstemming zoals de bekendste meesters van de horror hem creëren. De lezer komt heel wat te weten over de personages en verwacht dan ook ze lang te zullen kunnen volgen. Maar dan… gaan ze allemaal abrupt dood en verplaatst Roberts haar actieterrein naar Amerika met totaal nieuwe personages die ze amper uitwerkt. Een zeer merkwaardige keuze. Het verhaal blijft nog eventjes boeiend. De maatschappij vervalt in chaos en we volgen een drietal verhaallijnen met enkele personages die moeten overleven in een omgeving die snel gewelddadig en gevaarlijk wordt. De beproeving van Stephen King en de tv-serie The Walking Dead, maar dan zonder zombies, tonen precies hetzelfde verhaal, maar Roberts’ versie is beduidend minder sterk. Ergens tussen een kwart en de helft van dit boek gaat de plot snel verzwakken. Roberts begint de verhaallijnen samen te voegen. De personages vinden elkaar zeer snel en onderweg pikken ze honderden andere overlevenden op. Enig hoe of waarom wordt niet gegeven. Vrij abrupt vinden ze elkaar in een leegstaand dorp dat ze een nieuwe naam geven: New Hope. Plots wordt men geconfronteerd met heel veel extra personages en het is amper te onthouden wie wie is. Boeiende dingen doen ze amper. Er wordt vooral ergerlijk veel gekwebbeld en bewoners gaan zich organiseren in clubjes. Tuinieren, samen haken, samen kaas maken... De wereld duikelt een afgrond in, er waart bovendien ergens een duistere kracht rond, en samen haakwerkjes maken is het beste wat Roberts kan verzinnen!? Op dit punt valt elke lezer van zijn stoel. Weg is de geloofwaardigheid. De horror en het mysterieuze van de eerste bladzijden worden gaandeweg vervangen door fantasy. Een percentage van de overlevers heeft door het virus bijzondere gaven gekregen. Ze worden feeën, heksen, vormveranderaars of helderzienden. Roberts trekt een blik onsamenhangende fantasy-elementen open maar lijkt verder geen idee te hebben wat ermee te doen. Amper wat, zo blijkt uiteindelijk. Nog in dit blik vond de schrijfster een hoofdpersonage, pas zwanger, en haar foetus wordt meteen en zonder aanleiding gebombardeerd tot ‘De Ene’, ‘De Verlosser’. Dit kind is belangrijk, maar wie na de steile neergang van de plot nog wil weten waarom, zal op het tweede deel moeten wachten in de hoop dat daarin wat interessants gebeurt en antwoorden gegeven worden. Dit is een zeer slap afkooksel van de betere pandemie- en fantasyboeken. Het eerste kwart verdient veel sterren, de rest is flauw, rommelig en onsamenhangend.
-1
Als ik al een biografie lees, hoop ik altijd iets meer te weten te komen over het leven van de hoofdpersoon, en niet alleen met wie hij allemaal het bed heeft gedeeld. Meer zinnigs kan ik niet over deze 'biografie' vertellen.
-1
Dit boek is het allemaal net niet. Het mist de sprankeling en vertelkunst die bijvoorbeeld Simone van der Vlugt wel in haar historische romans heeft. De personages komen niet echt tot leven en het verhaal is te oppervlakkig en eentonig. Ik had gehoopt dat het later in het boek alsnog beter zou worden maar helaas is dat niet het geval. Het idee is leuk maar helaas is de uitwerking niet goed genoeg.
-1
Ik weet niet wat er met dit boek was maar kwam er maar niet lekker in. De verhaallijn was wel leuk maar was op een of andere manier niet spannend genoeg om mij er volledig in te krijgen.
-1
Eindelijk, de nieuwe Dan Brown! Iedereen wil het nieuwe boek van Brown lezen en toch heeft deze auteur na zijn 2 klassiekers De Da Vinci code en Het Bernini mysterie volgens mij geen echt goede thrillers meer geschreven. Dit boek kan ik ook geen meesterwerk noemen, mij komt het meer over als een poging om het succes van vooral De Da Vinci code nog eens vluchtig over te doen. Robert Langdon rent weer in ijltempo door een wereldstad en ziet op bijna elke straathoek verborgen en eeuwenoude symbolen die hij moet ontcijferen. Eeuwenoude gebruiken, rituelen, symbolen en wetenswaardigheden passeren pagina's lang de revue. Het verhaal is redelijk langdradig en op sommige momenten vraag je jezelf af waar het eigenlijk nog over gaat. Dan Brown heeft ongetwijfeld weer enorm veel research gedaan maar mij komt het over als wil hij te veel indruk maken met zijn kennis over bepaalde onderwerpen. Wanneer je bij zijn vorige 2 klassiekers de indruk had een spannend boek met veel historische inslag en geschiedenis te lezen, heb je nu het omgekeerde gevoel: een soms saai geschiedenisboek met af en toe een beetje spanning. Het onderwerp is voor Dan Brown (en alle andere na-apers) nu echt wel uitgemolken. Tijd voor iets anders!
-1
(Deze recensie verscheen eerder in het Elf Fantasy Magazine) De slag om Corrin is een gemakzuchtig boek in een gemakzuchtige trilogie, en levert onomstotelijk bewijs dat schrijftalent niet in de genen zit. In de strijd tussen mensen en intelligente computers zet computer Omnius biologische wapens in. Het succes hiervan verleidt hem tot het organiseren van een massaal offensief. Dit gaat echter ten koste van zijn verdediging, en aanvoerder Vorian Atreides lanceert een tegenaanval waarbij hij het computerimperium reduceert tot één enkele zwaarbewaakte planeet: Corrin. Er ontstaat een patstelling, maar een weinig stabiele: de cyborg-titanen zwerven ook nog rond en de intelligente robot Erasmus heeft plannen waar Omnius niets van weet. Op de eerste pagina wordt gesproken van ‘het dodelijkste virus ooit’ met een ‘sterftepercentage van drieënveertig procent.’ Mis! Het is heel behoorlijk, maar haalt het niet bij sommige anderen, bijvoorbeeld het Ebola-virus (sterftepercentage gemiddeld 50%). Dit zet gelijk de toon van het boek: slordig en regelmatig inconsistent. De ‘intelligente’ computers zijn cliché en hun conversaties tenenkrommend. Ook de mensen kennen weinig variatie in hun dialogen en moralistische oude mannen krijgen altijd gelijk. Aan échte morele dilemma’s wordt overigens snel en gevoeglijk voorbij gegaan. Is over dit boek dan niets goeds te zeggen? Tja, er zijn minder hoofdpersonen dan in boek twee, wat de verhaallijnen overzichtelijker maakt. En we leren hoe typische Duin-dingen zoals de mentats en de Bene Gesserit zijn ontstaan. Dit maakt het boek aardig voor Duin-fans om eens door te bladeren, maar aan het verhaal zelf valt weinig lol te beleven.
-1
Deel 6 de grenzeloze is een behoorlijke tegenvaller. Het verhaal komt niet op gang en valt uiteindelijk tegen. De personages worden steeds belangrijker en daardoor steeds ongeloofwaardiger. Ruim 350 bldz op zoek naar de indentiteit van 1 vd mogelijke daders en vervolgens in 50 bldz de oplossing zonder dat er echt speurwerk aan te pas komt.
-1
Elke raakt tijdens haar studie biologie gefascineerd door de wateraap. De wateraap staat vooral symbool voor een theorie die stelt dat de mens in zijn evolutie een fase moet hebben gekend waarbij hij als amfibie een groot deel van de tijd in het water doorbracht. De theorie wordt meestal als nonsens afgedaan maar Elke denkt daar het hare van. Ze negeert goede raad van anderen en besluit van de wateraap haar afstudeerproject te maken. In Wenen woont en werkt Lena die ooit publiceerde over de wateraap en zij besluit haar op te zoeken. Ze spenderen een korte maar intense tijd samen. De wateraap is een dier dat vis noch vlees is, een levensvorm die niet kiest tussen water en land. Elke beschouwt zichzelf ook als een tussenvorm. Ze wil niet kiezen voor man zijn of vrouw zijn, weet niet in welk hokje ze past, en of ze wel in een hokje past of hoeft te passen. Ze valt op vrouwen maar is gendertwijfelaar. In dit debuut onderzoekt schrijfster Mariken Heitman (1983) hoe personage Elke hiermee omgaat, in welke richtingen dit zoeken haar duwt, en hoe ze als gevolg hiervan als mens groeit en haar eigen ik ontdekt. Heitman is zelf, zoals haar hoofdpersonage, biologe en kan die passie in dit boek volledig beleven. Elke is enthousiast tuinierster en heeft ten gevolge van haar studie uiteraard wel wat zinnige en interessante dingen over het dieren- en plantenleven te vertellen. Elke is in deze het alter ego van Heitman, want ook de korte verhalen die de schrijfster eerder publiceerde, draaien om biologie. Haar personages staan dicht bij de natuur en zijn daarin geïnteresseerd. ‘Waar het hart van vol is loopt de mond van over’, is een uitdrukking die voor Heitman bedacht lijkt te zijn. Een bladzijde in De wateraap vinden waarop niets over de natuur wordt gezegd, is dan ook een heuse opgave. De zoektocht van personage Elke is experimenteel beschreven. Heitman spendeert een groot deel van de tekst aan het verwoorden van Elkes gedachten en twijfels. Het eigenlijke verhaal is daar ondergeschikt aan en biedt slechts een kader om die gedachten vorm te kunnen geven. In de gebeurtenissen zelf worden wel eens sprongen gemaakt als deze geen functie hebben in de zoektocht van Elke in en naar zichzelf. Alhoewel de dingen zich meestal wel chronologisch afspelen, zitten er daarom gaten in het tijdsverloop. De schrijfster snelt vooruit in het verhaal, gaat soms meteen in op gevolgen, zonder aan de oorzaak veel woorden te spenderen. De lezer holt de feiten achterna, en dat maakt het verhaal af en toe lastig om volgen. Nog lastiger is het om zich te identificeren met het hoofdpersonage. Voor wie niet met enige gendervragen worstelt en nooit geworsteld heeft, of daar in de omgeving niet van heel dichtbij mee te maken heeft, is dit een onderwerp dat lastig te vatten is. Dit is immers geen rationeel gegeven dat te berekenen of proefondervindelijk te bewijzen valt. Maar er zijn nog genoeg andere onderwerpen waarover dit kan gezegd worden en een schrijver ziet zichzelf dan voor de lastige taak gesteld lezers toch inzicht te doen krijgen in de emotionele leefwereld van het personage. Dat lukt in dit geval niet erg goed. De link tussen de wateraap en genderidentiteit is goed gevonden en duidelijk, en Heitmans taalgebruik, dat tegen het poëtische aanleunt, zit een goed verhaal ook niet in de weg, maar het verder experimentele en wat zweverige karakter van dit boek maakt het onderwerp niet toegankelijker. Dit is geen vrijblijvend boek om op een zonnige vakantiedag aan het strand te lezen. Het wil de lezer iets bijbrengen. Maar als deze na het lezen ervan geen stap dichter heeft gezet richting inzicht verwerven in de gevoelswereld van mensen die worstelen met hun identiteit, dan is het boek niet geslaagd, ergo niet goed genoeg.
-1
Wanneer Paul beschrijft hoe het er onder water toegaat kan hij echt pakken. Maar verder vond ik dit boek minder dan zijn eerste. Iets te veel bij het haar er bij gesleurd. Te onwaarschijnlijk en zelfs storend. Ook de ontknoping is overdreven. Wat mij het meest stoorde waren de veelvuldig aanwezige vergelijkingen, die dan echt vergezocht waren (als een nijlpaard op een ijsschots, ...). Wanneer Paul in het hoofd kruipt van zijn karakters en hun tekening wil maken loopt het erg traag en moeilijk. Een zuiver ontspannende lectuur waar ik misschien te veel van verwachtte. leesbaarheid: 3 spanning: 3 geloofwaardigheid: 1 diepgang: 1 origineel: 3
-1
Mario Escobar raakte onder de indruk van het verhaal en de persoon van Helene Hannemann. Om haar geschiedenis niet in de vergetelheid te laten verdwijnen, schreef hij dit boek. Helene Hannemann is een raszuivere arische Duitse. Zij gaat in 1943 zonder daartoe gedwongen te worden met haar zigeunerechtgenoot en hun vijf kinderen mee op transport naar Auschwitz. Daar wordt zij door kamparts Josef Mengele gevraagd een schooltje en crèche te leiden. Hoewel dit boek beoogt een ode te zijn aan deze vrouw en haar tragische geschiedenis, alsook aan de zigeunergemeenschap, doet de stijl geen recht aan de immense ontberingen. Geschreven vanuit de ik van Helene leren we haar innerlijke beleving nauwelijks kennen. Escobar schrijft over het reilen en zeilen in het kamp bijna alsof het om gewoon alledaagse leven gaat. Zo hebben bijv. de vrouwen ter gelegenheid van de verjaardag van de tweeling van Helene een chocoladetaart gebakken? Cadeautjes tijdens een kerstviering? Uitgemergelde vrouwen die twee uur voordat het schooltje om 8 uur start (dus om 6 uur ‘s morgens) al hun lessen gaan voorbereiden? En dat terwijl de reflecties in de paar korte stukjes waar Helene iets in haar dagboek schrijft zoveel rijker van vorm en inhoud zijn. Een roman waar veel meer in had kunnen zitten.
-1
Morgan's Reach is een nederzetting in de Australische outback waar Rebecca's familie het hospitaal bestiert. In het dorp kent iedereen iedereen en er speelt uiteraard van alles onder en tussen de mensen. Ook zijn anno 1946 voor sommigen de gevolgen van de oorlog nog sterk voelbaar. Rebecca's zoontje weigert bijv. te accepteren dat zijn vader in de oorlog is omgekomen en is er zeker van dat hij -zoals beloofd- terugkomt. Als er na een lange periode van droogte noodweer over de outback trekt, breken en branden uit. Alle hens moeten aan dek om te voorkomen dat het vuur slachtoffers gaat maken. En dan is er nog die soldaat die terugkomt en nog één keer van een afstandje zijn vrouw en zoontje wil zien voordat hij aan de vergevorderde gevolgen van kanker bezwijkt. Het verhaal is makkelijk leesbaar. McKinley weidt behoorlijk uit over wat er allemaal gebeurt in het hospitaal en uiteraard over het bestrijden van de brand. De plot zelf is erg dun, de karakters uitermate plat. Het thema waarmee het boek start dat men de nasleep van een brand kan benutten om een streep te zetten onder vetes, berouw en verdriet, wordt niet overtuigend uitgewerkt. Wat er gebeurt in het verhaal, zou zonder brand ook wel hebben plaatsgevonden. Bovendien speelt het zich af vóór en tijdens de brand, tot de dag erna. Dus van nasleep weinig sprake. Sterkste punt aan dit boek is de onverwachte wending helemaal op het eind. Daar heeft Tamara McKinley me verrast. Toch tilt ze het geheel daarmee niet naar een drie sterren waardering.
-1
Het boek speelt zich af in de Jizraeel-vallei in Israel. Hier is de schrijver geboren en hier zijn veel zionistische pioniers uit Oost-Europa terechtgekomen. Zijn manier van schrijven zou je ook Oost-Europees kunnen noemen. Verhalen worden uitgebreid vertelt en in een verhaal zit vaak ook weer een verhaal. Dat maakte het soms lastig om de draad van het verhaal vast te houden. Behalve Oost-Europees zijn de vertellingen ook echt Joods. Dat merk je aan de relatie met het Oude Testament, de humor en de veel Jiddische uitdrukkingen. Een veel gebruikte in dit boek is: A mentsj tracht oen Got lacht. Jacob, een van de hoofdpersonen uit het boek houdt de hoop vast om met zijn geliefde te trouwen. Hij doet zijn best om dit te verwezenlijken en als het bijna zover is bakt God hem een poets. Het verhaal wordt verteld door Jacob Sjenfeld, een van de drie vaders van Zejde. Jacob bereidt vier maaltijden voor hem en tijdens deze maaltijden vertelt hij over zijn liefde voor zijn moeder van Judith. De illustratie op de voorzijde kan ik niet duiden. Deze heeft niets met het verhaal te maken. De vallei, kraaien of kanaries, het dorp of boeren was een betere keuze geweest. Ik vond het geen makkelijk boek om te lezen. De vraag hoe Zejde nu aan drie vaders komt of wie de echte vader is wordt niet echt duidelijk. Het lot of het toeval speelt een grote rol en misschien is het dat waar het verhaal om draait: het lot is niet te beïnvloeden, hoe je je best ook doet.
-1
in tegenstelling tot wat jullie recescenten schrijven vind ik dit het boek "teveel" over het Knokse politiekorps.Vooral het feit dat hij zijn personages heeft laten evolueren van een prettig gestoorde bende naar een groep levensmoede zageventen belemmert sterk het leesplezier. Schrijver weet echt niet meer hoe hij er mee verder moet maar zal waarschijnlijk, commercieel gezien, verder blijven breien tot de echte burgervader Lippens zal doodvallen.
-1
Ik ben een fan van Herman Koch zijn boeken. Maar ik ben geen fan van de boekenweek geschenken. Die zijn gewoon 50 pagina's te kort om een sluitend verhaal te schrijven. Zelfs nu. Zelfs Koch. Het is een Koch, maar dan anders. En dat ligt puur aan het format. Het verhaal was leuk, maar dat was het dan ook. En dat komt naar mijn mening puur door de beperkte ruimte. Er zat veel meer in. Juist omdat het Herman Koch is. Nu vond ik De Greppel ook al een stuk minder dus ik hoop dat het geen gewoonte gaat worden maar ik denk het niet. Moedige poging maar zoals eigenlijk iedereen in deze boekjes....niet echt geslaagd.
-1
Op de achterkant van het boek kan je lezen dat Teigeler meermaals genomineerd is voor de gouden strop dus ik begon vol verwachting aan dit boek (voor mij het eerste van deze schrijver). Ligt het nu aan mijn grote verwachting? Ik weet het niet maar ik vond er niet veel aan! Het klassieke speurdersduo, een gepensioneerde commisaris en zijn opvolger, een moord en verder een paar privé problemen, een zwangerschap, een dode parkiet en heel veel moeilijke servische namen. Er zat wel ergens een verhaal in dit boek maar ik vond het heel moeilijk om bij de les te blijven en het heeft dan ook een hele tijd geduurd eer dit boek uit was. Misschien zijn de andere boeken van Piet Teigeler beter maar dit is het zoveelste (flauw) afkooksel van de thrillers waar we de laatste tijd mee overspoeld worden. Het mindere broertje van Deflo, Geeraerts e.a.!
-1