meta
dict
text
stringlengths
0
710k
id
stringlengths
20
24
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 6, "section": 30 }
[Ernst en Falk] ERNST en FALK. Zie lessing.
_alg008alge01_01_5_29
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 6, "section": 31 }
[Erskine (Thomas)] ERSKINE (THOMAS Lord) was in het jaar 1750 Grootmeester van de Groote Loge van Schotland, (van de Ancient-Masons), die onder zijn voorzitterschap zeer in glans en aanzien toenam.
_alg008alge01_01_5_30
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 6, "section": 32 }
[Eschi] ESCHI. Het verminkte Hebr. woord Ischi (Heil), een in de hooge graden beteekenend woord.
_alg008alge01_01_5_31
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 6, "section": 33 }
[Esdras] ESDRAS. (Gnesra, Hebr. ארזע) Een woord in de hooge graden (Schotsche Ritus, 32e. graad).
_alg008alge01_01_5_32
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 6, "section": 34 }
[Esoterisch] ESOTERISCH werd in de oude mysteriën de geheime leer der ingewijden genoemd. Exoterisch daarentegen was de leer die voor de ongewijden bestemd was. Zie verbond (het Pythagoreesche).
_alg008alge01_01_5_33
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 6, "section": 35 }
[Espérance] ESPÉRANCE. (Ordre des Chevaliers et Dames de l') Een der vele in Frankrijk zoo ligt ontstane als weder uitgebluschte Vrouwenorden, die een deel der Vrijmetselaars-Broederschap moesten uitmaken.
_alg008alge01_01_5_34
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 6, "section": 36 }
[Esseërs] ESSEëRS, (De) die in beoefenende en bespiegelende (welke laatste men gewoonlijk met den naam van Therapeuten bestempelt) worden verdeeld, maakten eene sekte van godvruchtige Joden uit, welke hunne instellingen zeer verborgen hielden en wier aanzijn, wat de eerstgenoemden betreft, slechts met zekerheid twee honderd jaren vóór en nog honderd jaren na christus geboorte bekend is geweest, terwijl van de laatsten nog in de zesde eeuw sporen worden gevonden. De eigenlijke Esseërs leefden hier en daar verspreid in de eenzaamste streken van Syrië en Judea, onderscheidden zich door eene bijzondere bedrijvigheid en vormden eene vereeniging, welke het kenmerk eener hooge aartsvaderlijke eenvoudigheid droeg. Van de drie hoofdsekten des Jodendoms vóór de verwoesting des tweeden tempels in Jeruzalem, waren de Phariseërs ﬦישורפ om hunne geleerdheid en stipte opvolging der uiterlijke godsdienstige gebruiken in bijzonder aanzien, en verkregen door den schijn van heiligheid, dien zij aannamen, grooten invloed; zij werden voor de voornaamste steunsels der regtgeloovigheid gehouden. De Saduceërs ﬦיקורצ, die zich uitsluitend aan den letterlijken zin der mozaïsche wet hielden en alle mondelinge overlevering verwierpen, leefden met hen gedurig in onmin. Geheel rustig daarentegen gingen de vreedzame Esseërs, die zich in allen deele van de gunstigste zijde deden kennen, hunnen weg. Het weinige dat omtrent de lotgevallen dezer sekte tot onze tijden is overgebragt, bestaat alleen hierin: dat de Esseërs (die reeds ten tijde van jonathan den Maccabeër als gevestigd voorkomen), de bescherming, die zij onder de regering van herodes genoten, verschuldigd waren aan een lid hunner orde, welke aan dezen vorst, in diens kinderjaren, zijne toekomstige grootheid zoude hebben voorspeld, en dat zij, gedurende den oorlog met de Romeinen, blijken hebben gegeven van ongemeene grootheid van ziel, door aan hunne beginselen, onder de hevigste folteringen, getrouw te blijven, en liever hun leven op te offeren dan van hun geloof afstand te doen; dat de Therapeuten daarentegen, die, volgens hunne grondstellingen, meer warsch van aardsch geluk moesten geweest zijn, minder standvastigheid hebben betoond; dat voorts, onder keizer constantinus, twee zusteren dier sekte, martha en marthena, wegens hare vroomheid en heiligheid beroemd waren; en, eindelijk, dat deze sekte, die echter verscheidene veranderingen in leer en gebruiken had ondergaan, nog ten tijde van keizer justinianus in aanwezen was. Het tijdstip van het ontstaan dezer sekte is vrij onzeker; volgens sommigen stamt zij af van de Keniten of Rechabiten (Zie Rigteren I:16 en jeremias XXXV). Anderen wilden het ontstaan derzelve reeds in de zoogenaamde profeten-scholen vinden, waarvan samuel de stichter was. (Zie I sam. XIX:48-24, II Kon. II:3 en 5. enz.) Het waren deze scholen, die de ware Godsvereerders jesaja, micha en meer anderen voortbragten, welke alle de leer verkondigden, dat God te kennen en menschen wel te doen, het wezenlijke der godsdienst is. Aan deze scholen nu, welke buiten de steden en meestal in eenzame streken waren aangelegd, en waarop de scholieren ook gemeenschappelijke voeding genoten, hebben de Esseërs in latere tijden, in vorm als anderzins, meerdere ontwikkeling gegeven. Velen gelooven dat deze sekte uit die der Hellenistische Joden (ןיהםנלא), welke zich in Egypte ophielden, voortgesproten is. Het gevoelen van de rossi in zijn werk: Meor Enajiem is hieromtrent, dat baithos, een der scholieren van antigonus socheus, hun stichter was. Voor 't overige vindt men in den Talmud vele sporen van de leer en de gebruiken der Esseërs, zonder vermelding echter van wien dezelve herkomstig zijn. Brucker (in zijne Hist. critica philos. Lips: 1766, tom II, pag. 761), zegt, dat de vereeniging der Esseërs de oudste der joodsche sekten was. Even duister als de oorsprong der Esseërs, is ook de afleiding van hunnen naam, en de meeningen hieromtrent zijn ook zeer uiteenloopend. De een denkt, dat die van het grieksche woord ὅσιος (heilig) afkomstig is, een ander van het hebreeuwsche woord הםה (stil zijn), omdat het een voorschrift dezer sekte was, weinig te spreken; weder anderen beweren dat hun eerste stichter hosséus of esséus was genaamd. Het natuurlijkste en met de geschiedenis der sekte meest overeenkomende gevoelen is dat, hetwelk Esseërs van het arameïsche Assia איםא (Arts, Geneesheer) afleidt, hetzij omdat zij zich met de genees- en heelkunde onledig hielden, hetzij omdat zij tevens zielenartsen waren. Mörlin zegt: ‘Volgt mij in de woning van den eenzamen joodschen Esseër, aan de westelijke zijde der Roode Zee! De dageraad wekt hem, hij verlaat zijne legerstede, en even als de edele Pythagoreër eens den nieuwen dag met de toonen der lyra begroette, en, met zich en zijne bestemming bezig, de harmonie van het Pentakoord over zijn geheel wezen trachtte te verbreiden, zoo ook begint de Esseër den dag met eene Hymne, met een van de vaders overgeërfd gebed: dat het licht worde! De zon verrijst. In een ligt, eenvoudig gewaad spoedt hij zich tot zijnen dagelijkschen arbeid, tot den landbouw of de ooftteelt, op het vrije veld of in eenen tuin, tot zijnen bijenkorf of zijne kudde. Slechts een aartsvaderlijk en vreedzaam leven is hij toegedaan, wapens vervaardigt hij nimmer, den handel kent hij niet. Door tevredenheid, matigheid en arbeidzaamheid, is hij rijk in zijne armoede; een stil, vrij leven is hem genoegzaam. Hij wordt niet gediend en is ook niet dienstbaar. Allen zijn vrij. Hij arbeidt niet voor zich alleen, maar voor allen, en allen voor hem; want het verbond en de bondsleden onderling, hebben de persoonlijke bezittingen in gemeenschappelijk goed veranderd. Hij zoekt kruiden of steenen, aan welke men genezende krachten toeschrijft, en nadert, helpend en vertroostend, de lijdenden. Hij spoedt zich naar zijne woning, baadt zich en kleedt zich aldaar in een wit linnen gewaad, zijn' eenigen opschik. Zoodanig eenvoudig uitgedost, gaat hij aan het gemeenschappelijke maal, en vindt de broeders, na gelijken arbeid, in gelijke kleeding vereenigd. De opziener spreekt het gebed (איצומה) uit. De spijzen worden verdeeld, brood en groenten voor elk in eenen bijzonderen schotel. Wijn is van de tafel gebannen, doch gesprekken - ofschoon aan eene zeer bepaalde orde onderworpen, houden den kring levendig - gesprekken over natuur en landbouw, over zinspelingen en geheimzinnig verklaarde plaatsen der Schrift. Met bidden besluit men den maaltijd. De bezigheden van den morgen keeren ook na het middagmaal terug, en door eenen gelijksoortigen maaltijd, met gulle gastvrijheid ook voor den reizenden broeder bereid, wordt, met inachtneming derzelfde gebruiken, de dag onder feestelijke lofgezangen geëindigd, die voor niemand ten onnutte voorbijging, zelfs niet voor honderdjarige grijsaards, welke (volgens de uitdrukkelijke getuigenis van josephus) onder deze overeenkomstig de natuur levende menschen, niet zeldzaam waren.’ De inhoud van het ochtendgebed was welligt eene uitdrukking der hoop op den te verwachten Messias, of een gebed om innerlijk licht. Misschien was het ook het LX Kapittel van jesaja, hetwelk gebeden werd, in de hoop op betere tijden, en het is bijna zeker dat josephus daarop doelt, wanneer hij spreekt van gebeden, die van de voorvaderen overgeërfd waren, enz. Bij deze schets, zullen wij nog vermelden, de bijzonder feestelijke viering van den Sabbath, welke hunnen wekelijkschen arbeid afwisselde; deze was aan de rust, de overdenking en aan de bijeenkomsten in hunne eenvoudige, tot godsdienstige einden bestemde vergaderzalen toegewijd, en werd met de uiterste gestrengheid gevierd, zoodanig dat zij niet konden besluiten op dien dag vuur te doen ontsteken, weshalve zij daags te voren hunne spijzen bereidden. Voor het overige moeten wij aanmerken, dat behalve de wijn ook de olie onder de gaven der natuur behoorde, wier genot volstrekt verboden was; dat zij zelve hunne woningen bouwden, en dat sommigen onder hen de weverij en andere bedrijven des vredes uitoefenden; dat, hoezeer zij nimmer wapens vervaardigden, zij die echter ter hunner bescherming op reis medenamen, doch geene spijzen, omdat zij bijna in alle oorden van hun vaderland broeders vonden, die naar de voorschriften der orde leefden, hen gastvrij ontvingen, en ook in geval van nood, van gewaad, schoeisel en dergelijke zaken voorzagen; eindelijk, dat zij, daar de minste hunner zich in den huwelijken staat begaven, ongemeen gaarne vreemde kinderen opnamen, en naar hunne grondstellingen grootbragten. Niet aan ieder die zulks verlangde was de toetreding geoorloofd tot de Esseïsche orde, waartoe, volgens het getuigenis van philo en josephus, 4000 broeders behoorden. Omzigtig en gestreng in de keuze, onderwierpen zij elk, die zich ter inlijving aanbood, aan eene ernstige beproeving. Men gaf hem een wit gewaad, een linnen voorschoot en eene kleine bijl (Dolabella), en alsdan moest hij zijn proefjaar doorstaan naar de uiterlijke voorschriften der maatschappij. Slechts dan, wanneer hij in dit tijdsbestek bewijzen van onthouding en zelfbeheersching had gegeven, verleende men hem eenen naderen toegang, en hij werd de wijding door het zuivere water deelachtig. Waarschijnlijk eene soort van zuiveringsbad הליבט hetwelk ook bij andere mysterien gebezigd werd. Tot de eeuwig onoplosbare verbindtenis met de leden der orde en hiermede tot de bijwoning van hunne gemeenschappelijke maaltijden kon hij niet geraken, dan na eenen herhaalden proeftijd van twee jaren te hebben ondergaan. Vóór zijne volledige intrede in de regten en pligten als lid, beloofde hij door eenen vreesselijken eed: 1o. Eerbied voor de Godheid te zullen hebben, geregtigheid jegens de menschen te oefenen en noch uit eigene beweging, noch op bevel van een ander tegen iemand, wie hij ook zijn mogt, onregt te plegen. 2o. Den booswicht te vlieden en den brave te beschermen, zich altijd getrouw jegens elk en vooral jegens de voerders der heerschappij te betoonen, dewijl niemand zonder den wil Gods regeert. 3o. Wanneer hij zelf eens tot het bestuur mogt geraken, nimmer willekeurig zijne magt te misbruiken noch zich in kleeding of versiering van zijne onderhebbenden te zullen onderscheiden. 4o. Nimmer zijne handen met diefstal - zijnen mond met logen - en zijn geweten met onregt te bezoedelen - en, eindelijk 5o. Voor zijne broeders niets te verzwijgen, maar hen de leer, zoo als hij die ontvangen had, weder te verkondigen, den vreemde daarentegen, al werd hij met de grootste folteringen bedreigd, niets van hunne geheimenissen noch van de boeken des verbonds of de namen der Zendelingen te verraden. Behalve hetgeen wij reeds hebben aangestipt omtrent de volkomene gelijkheid en de gemeenschap van goederen, welke onder de Esseërs heerschte, willen wij nog het volgende vermelden. Er bestond onder hen slechts ééne Wetgeving en ééne Regterlijke magt, zamengesteld uit al de leden der orde, en waarin alle stemgeregtigd waren. Er konde geen vonnis wegens grove vergrijpen worden geslagen, wanneer niet minstens honderd van hen tegenwoordig waren. De veroordeelde en verbannen Esseër konde, door eed en zeden verpligt geene spijzen van anderen aan te nemen, zich slechts met wilde vruchten en kruiden voeden, en zag alzoo, wanneer een jaargetijde genaakte waarin deze schaarsch waren, een langzaam verscheiden te gemoet. Meesttijds namen zij derhalve den half verhongerde weder in hun midden op. Voor het overige waren de Broeders in drie klassen verdeeld, en hadden hunne priesters, hunne oudsten, voorzitters en voorzangers bij hunne gemeenschappelijke maaltijden en hunnen gemeenschappelijken schatbewaarder; deze onderscheidingen werden geregeld naar de meerdere of mindere tijdruimte die zij als orde-leden hadden doorgebragt. Volgens josephus werd door deze bestuurderen bepaald wat ieder verrigten moest; en, ofschoon hulpbetoon en 't bewijzen van deelneming aan elk lid veroorloofd was, zóó zelfs, dat zij aan waardige personen hulp bewijzen en den nooddruftige voeden mogten ten koste van den gemeenschappelijken schat, was het hen echter ontzegd, zonder voorkennis der opzieners, aan bloedverwanten geschenken te geven, waarschijnlijk ter voorkoming van de zoo mogelijke misbruiken, waar het de naaste betrekkingen gold. De Esseërs geloofden aan één eenig eindeloos Wezen, van hetwelk zij waardiger begrippen koesterden, dan het grootste gedeelte hunner tijdgenooten, waarom een vroom leven hun dan ook als Gode het meest behagelijk toescheen. In Hem stelden zij zich den Gever van al het goede voor. ‘God,’ dit is hunne hoofdstelling, ‘kan slechts in geest en in waarheid, door de deugd van het hart, niet door offers en uiterlijke gebruiken, vereerd worden.’ Eenige verordeningen, vooral wat de sabbathsviering betreft, volgden zij met de uiterste gestrengheid op. Hunne eerdienst beoogde voorts de Godheid in vaderlandsche en welligt ook, even als de Therapeuten, in door hen zelve vervaardigde lofzangen, in de daartoe bestemde vergaderzalen te prijzen, zoo als wij dit reeds hebben vermeld. Den eed, uitgezonderd dien, welken zij bij hunne aanneming aflegden, beschouwden zij als misdrijf, daar het strijdig zoude zijn met den eerbied, dien men aan het Opperwezen verschuldigd is, om Hetzelve wegens nietige aardsche zaken aan te roepen, en dewijl de handelingen van elk mensch zoodanig moesten zijn, dat men hem, zonder aflegging van eeden, geloof kon schenken. Dat de ziel met het ligchaam niet vergaat, was bij hen een onwankelbaar geloofspunt. De ziel, leerden zij, was een etherisch wezen, tijdelijk in het ligchaam als in een' kerker gebannen, en dat, na volbragten proeftijd, bevrijd van de banden des vleesches, overzweeft naar verhevener gewesten, veel gelijkende naar de gewesten der zaligen, waarvan de grieksche dichters gewagen, en van welke de Esseërs, volgens josephus, de volgende voorstelling hadden: Den brave, zeggen zij, wacht een leven aan gene zijde van den Oceaan, in eene streek, die noch van stortregens of sneeuwvlagen, noch van brandende hitte, te lijden heeft; maar door uit een van den Oceaan derwaarts waaijend windje eene verfrisschende koelte ontvangt. - Des te vreesselijker schetsen zij daarentegen met hunne rijke verbeeldingskracht de woningen der boozen af. Voor het overige strekte huns inziens het geloof aan belooning en straf hiernamaals zoo wel tot meerdere aanmoediging der vromen, als om goddeloozen terug te houden van buitensporige handelingen in dit leven. Hunne zedeleer was gevestigd op den drievoudigen stelregel, bemin God, bemin de deugd, bemin de menschen. Broederliefde, matigheid, kuischheid, waarheidsmin en onkreukbare goede trouw, eerbied der jeugd jegens de ouderen van jaren, zindelijkheid, arbeidzaamheid, geduld en standvastigheid in tijden van beproeving, onwrikbare vastheid van zedelijke beginselen, die zelfs door de uitgezochtste martelingen van vijanden niet aan het wankelen konde gebragt worden, en vooral eene onbeperkte weldadigheid, die zich over alle menschen uitstrekte, waren de uitvloeisels dezer schoone zedeleer, en de grondtrekken waardoor deze sekte uitmuntte. In de heilige boeken van hun volk zochten zij, buiten den bewijsbaren woordelijken, nog een' verborgen zin, en besteedden vele moeite tot deszelfs ontcijfering, terwijl hunne leerwijze overigens zinnebeeldig was. De Esseërs, plaatsten in hunne vergaderzalen het cabbalistische zegel van Salomo of het Phytagorisch zinnebeeld der schepping, hetwelk uit twee in elkander geschovene regtzijdige en met zonnenstralen omgeven driehoeken bestond. In dit mystieke teeken lag toenmaals het zinnebeeld der vermeende vier grondstoffen, vuur, water, lucht en aarde, opgesloten, waaruit de Schepper met hulp van het licht, de wereld naar maat, getal en gewigt meetkunstig had gebouwd. Nog heden vindt men dit geheimzinnig teeken (als kerkelijk zegel) bij vele Israëlitische Synagogen in gebruik, het wordt het schild davids, of salomons zegel genaamd. Bij de Israëliten bestaan nog stukken, welker inhoud en eigendommelijke uitdrukkingen, hunne afstamming van de Esseërs doet gissen; zoo als: De Spreuken der vaderen, (in den Talmud) II. § 15 en 16. ‘De dag is kort, de arbeid veel, de werklieden zijn traag, de belooning is groot, en het opperhoofd des huizes spoort ernstig aan. U wordt, wel is waar, niet opgelegd den arbeid te voltooijen, maar gij hebt ook geene vrijheid er u geheel aan te onttrekken. Naar mate gij de H. Leer veel bestudeerd hebt, zal u ook veel loon gege-ven worden. De Heer, wiens werk gij verrigt, is ook getrouw om u het loon voor uwen arbeid te vergelden. Maar bedenk dat de belooning der regtvaardigen eerst in de toekomstige wereld plaats heeft.’ IV. § 1. ‘Wie is een (ware) wijze? Hij die van een ieder leert.... Wie is een (ware) held? Hij die zijne hartstogten bedwingt.... Wie is (inderdaad) rijk? Die met zijn deel tevreden is.... Wie is (wezenlijk) geëerd? Die zijne medemenschen eert....’ Gewoonlijk aten de strenge Esseërs niet voor zonsondergang, en hadden zij voor grondregel, dat de tijd des lichts aan de wijsheid en den arbeid, en die van de duisternis aan het voeden des ligchaams moest gewijd worden. Alle waren bij hunne zamenkomsten in het wit gekleed; de mannen hielden hunne handen onder de kleederen verborgen, wordende de regterhand tusschen de borst en de kin geplaatst, terwijl de linkerhand langs het ligchaam nederhing, klaarblijkelijk als het teeken van nadenken. In de Esseërs vindt men wel niet het geheel, maar toch een gedeelte verwezenlijkt der republiek van plato, zoowel als het gedeeltelijk denkbeeld van den nog ouderen wijsgeer pythagoras. Dit bijeengenomen, is het dus niet onwaarschijnlijk, dat de Kuldeërs (zie dat Art.), de latere hervormers of stichters van de Maç∴ gebruiken, zich, vooral bij de invoering van de drie groote lichten, hoofdzakelijk hebben gegrondvest op de drie gemelde grondstellingen der Esseërs. Vergelijk over deze sekte josephi, antiqq. Judaicae en De bello Judaico, gelijk ook philonis, Liber de vita contemplativa, en Tract. quod omnis probus Liber. Colon. 1613, of Frankf. 1691.
_alg008alge01_01_5_35
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 6, "section": 37 }
[Essex. (Thomas Cromwell)] ESSEX. (THOMAS CROMWELL, Graaf van) Grootmeester der Engelsche Bouwlieden van 1539-1540, in welk jaar hij onthoofd werd.
_alg008alge01_01_5_36
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 6, "section": 38 }
[Ethelward] ETHELWARD, zoon des Angelsaksischen Konings eduard de Oude. Zie ethred.
_alg008alge01_01_5_37
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 6, "section": 39 }
[Ethelwulf] ETHELWULF, Koning der Angelsaksers. Hij benoemde in het jaar 857 st. within tot opzigter der bouwondernemingen, die hij in zijn rijk uitvoeren liet.
_alg008alge01_01_5_38
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 6, "section": 40 }
[Ethred] ETHRED, Graaf van Mercia, zwager van den Angelsaksischen Ko-ning eduard de Oude, welke hem en zijnen broeder ethelward, in het jaar 900, tot opzieners der bouwlieden en hunnen arbeid benoemde.
_alg008alge01_01_5_39
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 6, "section": 41 }
[Étoile (l') flamboyante] ÉTOILE (L') FLAMBOYANTE. (De vlammende Ster.) De titel van een bekend Fransch Maç∴ werk. Zie tschoudy.
_alg008alge01_01_5_40
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 6, "section": 42 }
[Eugenius] EUGENIUS. (Prins) Zoo ooit een man van verdienste in de jongste tijden bestond, wiens naam in de jaarboeken is ingeschreven, zoo er ooit een V∴ M∴ heeft kunnen bewijzen, door zijn gedrag niet alleen vrij van blaam, maar integendeel ook allen lof waardig te zijn, om de vervulling zijner pligten als zoon, echtgenoot, vader en burger, dan was het zeker de waardige aangenomen zoon van den Keizer napoleon, de dappere Prins eugenius, zoon van den Generaal Burggraaf de beauharnais en van josephine tascher de la pagerie, die sedert als Keizerin der Franschen werd begroet. Eugenius rose de beauharnais werd den 3den September 1781 geboren, en bezat een der edelste karakters. In het vierde jaar van napoleons bestuur werd het volk, op bevel van barras, in de Kerk van St. Rochus ontwapend, en daarna had onmiddellijk de algemeene ontwapening der burgers van Parijs plaats. Eugenius, die het vernederend denkbeeld niet kon verdragen, om het zwaard, dat hem door zijnen stervenden vader geschonken was, over te geven, vervoegde zich bij den Generaal en beklaagde zich. Zoodra napoleon, die zoo veel prijs op moed stelde, en zoo gaarne eene edele fierheid in zijne soldaten zag, zijne bede had verstaan, bezocht hij in persoon dien vijftienjarigen jongeling, en bood hem zijn eigen zwaard aan. Des anderendaags ging buonaparte haar begroeten, aan wie dezen jongeling het leven was verschuldigd, met dat gevolg, dat hij haar weldra huwde. Echtgenoot van josephine geworden zijnde, haaste napoleon zich, den Prins eugenius als zoon aan te nemen, en hem weldra tot Aarts-Kanselier van Frankrijk en tot Onderkoning van Italië te verheffen, gelijk ook over de erfopvolging, in des Keizers brief van den 12den Januarij 1797, ten voordeele van eugenius beauharnais beschikt werd. Daarna kreeg hij met zijne moeder ongenoegen, en brak er een hevige stormwind over Frankrijk los. Eugenius was toen sedert acht jaren (in 1806) gehuwd met de Prinses amelia, dochter van den Koning van Beijeren. Het verdrag van Fontainebleau bragt hem in Rusland, Pruissen en Oostenrijk. Toen stierf de uitmuntende josephine in het kasteel van Malmaison. Eugenius Frankrijk ontvlugt zijnde, en zich van zijne familie meer en meer verwijderende, reisde al verder, onder den titel van Hertog van Leuchtemberg, tot in de Staten van zijnen schoonvader, en stierf aldaar den 26sten Februarij 1824. Gelijk wij hebben gezegd, was hij Vrijmetselaar. De Loge St. Eugenius, in het O∴ van Parijs, telde hem in 1805 onder hare leden. Hij was toen achtb∴ Mr∴ van Eer. Eene Loge te Milaan was ook naar zijnen naam genoemd, toen die stad Fransch was geworden, en het G∴ O∴ van Italië had hem tot G∴ M∴ der Italiaansche LL∴ benoemd. Eindelijk benoemde de Suprême Conseil van den 33en graad van het oud en aangenomen Schotsche systema, hem tot Souverein Groot-Kommandeur voor geheel Italië.
_alg008alge01_01_5_41
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 6, "section": 43 }
[Euphraat] EUPHRAAT. Eene der grootste, in den ouden tijd merkwaardigste Aziatische stroomen. Volgens de geschiedkundige mythe van verscheidene systema's, moesten de Ridders van het Oosten zich met de wapenen in de hand eenen overtogt over deze rivier banen.
_alg008alge01_01_5_42
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 6, "section": 44 }
[Evangelie van Johannes] EVANGELIE VAN JOHANNES (Het) wordt door de Vrijmetselaars-Broederschap in bijzondere achting gehouden, dewijl het veel van de leer der Esseërs en der oorspronkelijke Vrijmetselarij en vele hoofdgebruiken derzelve bewaard en tot ons heeft overgebragt. In enkele landen is het dit boek waarop de nieuw ingewijden den eersten eed moeten afleggen, ten welken einde het bij het eerste Hoofddeel voor den achtbaren Meester op het altaar opengeslagen ligt. Het eerste, dat daarbij geleerd wordt, is vermeld vs. 15. Het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft hetzelve niet begrepen.
_alg008alge01_01_5_43
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 6, "section": 45 }
[Evergeten] EVERGETEN. (De) [de Weldoeners] Een in het jaar 1792 door onderscheiden Metselaren in Silezië opgerigt geheim gezelschap, ter bevordering van het zedelijk goede, de ontwerping van welker statuten, innerlijke organisatie en Rituaal den Professor fessler, toen in Carolath, werd opgedragen, die den geheelen arbeid, nadat dit verbond reeds in het jaar 1795, zonder eigenlijk te hebben bestaan, was te niet gegaan, in het geschrift: Actenmässige Aufschlüsse über den Bund der Evergeten in Schlesiën (Freyberg 1804, in 8o.), in druk gaf.
_alg008alge01_01_5_44
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 6, "section": 46 }
[Excludeeren] EXCLUDEEREN. Zie uitsluiten.
_alg008alge01_01_5_45
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 6, "section": 47 }
[Exoterisch] EXOTERISCH. Zie esoterisch.
_alg008alge01_01_5_46
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 6, "section": 48 }
[Expert] EXPERT. (Een) Een in de kunst ervarene. Onder deze benaming bestaat in de Fransche Loges een Logeambt, wiens bezitter verpligt is, de bezoekenden te beproeven, en wanneer het noodig is, de plaats van iederen afwezenden beambte te vervullen.
_alg008alge01_01_5_47
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 6, "section": 49 }
[Exter, (van)] EXTER, (Baron VAN) Officier in de lijfwacht des Konings lodewijk XVI van Frankrijk, was voor de verbreiding der Strikte Observantie in Frankrijk zeer nuttig. Hij voerde in de hoogere graden den ordesnaam: Eques a pino virente.
_alg008alge01_01_5_48
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 6, "section": 50 }
[Exter, (Johan Gotfried van)] EXTER, (JOHAN GOTFRIED VAN) Doctor der Medicijnen in Hamburg, geboren in het jaar 1734, overleden den 12den April 1799, was van 1786 tot zijnen dood Provinciale Grootmeester van de Groote Provinciale Loge van Neder-Saksen, in Hamburg, en de onder haar werkende Loges van Engelsche constitutie.
_alg008alge01_01_5_49
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 1 }
[Fabrè, (Bernhard Raymund)] FABRÈ, (BERNHARD RAYMUND) Doctor in de Medicijnen te Parijs, werd in het jaar 1804 tot Grootmeester benoemd der nieuwere Tempelheeren in Frankrijk, onder den naam van bernardus raimundus.
_alg008alge01_01_6_0
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 2 }
[Falck, (Anthon Reinhard)] FALCK, (ANTHON REINHARD Baron) Nederlandsche Staatsminister, een der verlichtste Staatsmannen van zijnen tijd, in 1776 te Utrecht geboren, verwierf hij aldaar zijne eerste kundigheden, en bezocht in het jaar 1800 de Universiteit te Göttingen. In zijn vaderland openden zich hem, bij zijne terugkomst, vele uitzigten. Aanvankelijk was hij Advokaat te Amsterdam, en vervulde toen eenige stedelijke ambten. In het jaar 1802 was hij Gezantschaps-Secretaris aan het Madridsche hof. In dezen tijd vond hij veel gelegenheid, in de geheimen der toenmalige Europesche diplomatie ingewijd te worden, en dit te meer, daar hij een' tijd lang, gedurende de afwezigheid van den Gezant, diens post vervulde. Hij keerde in 1806 naar zijn vaderland terug, sloeg onder Koning lodewijk napoleon iedere aanstelling aan het hof en bij de diplomatie af, tot hij in 1808 als Secretaris-Generaal in het Departement van het zeewezen en der koloniën optrad. Bij de kritische tijdsomstandigheden, in den herfst van 1813, toonde hij evenveel moed als kloekheid. Als Kapitein eener kompagnie der Nationale Garde, was zijn naam de meest gehuldigde in zijnen tijd. Dadelijk tot Secretaris-Generaal gekozen der provisioneele regering, die zich, bij de verwijdering der Franschen, in 's Hage gevestigd had, werd falck, na de aankomst des Prinsen van Oranje uit Engeland, die daarna tot Koning der Nederlanden uitgeroepen werd, tot Staats-Secretaris benoemd, welken post hij tot 1818 vervulde, waarop hem de Ministeriën van het openbaar onderwijs, van de nationale industrie en der koloniën toevertrouwd werden, welke hij tot in 1824 bestuurde. Buitendien had hij verscheidene gewigtige diplomatische zendingen, onder anderen, in 1819 en 1820, naar Weenen. In 1824 verving hij den Baron fagel als Afgezant te Londen, waarheen hij later weder gezonden werd, en er buitengemeen werkzaam was bij de onderhandelingen, wegens de scheiding van België en de Nederlanden. Met den rang van Staatsminister is hij in 1832, nadat hij, uithoofde zijner gekrenkte gezondheid, eene buitenlandsche reis gemaakt had, stil gaan leven. In weerwil, dat zijne geschokte gezondheid hem de rust noodzakelijk maakte, golden bij hem de belangen zijns vaderlands zoo zeer boven zijne eigene, dat hij de hem opgedragen post, als afgezant naar België in 1839, waartoe hij hoofdzakelijk benoemd werd, om de algemeene achting, die hem ook aldaar werd toegedragen, aannam. Met zijne gewone werkzaamheid nam hij dien post waar, tot hij op den 16den Maart 1843 te Brussel overleed. Zijn lijk werd van daar met statie overgevoerd naar Utrecht, waar het begraven werd. Kort geleden werd te Brussel ter zijner nagedachtenis eene medaille geslagen. Wat zijne Maç∴ werkzaamheden betreft, werd hij, kort na de vestiging van het G∴ O∴ der Nederlanden, benoemd tot vertegenwoordiger van den G∴ M∴ Nat∴ in de Noordelijke of Oud-Nederlandsche Provinciën, terwijl hem later den post werd opgedragen als Gedeput∴ G∴ M∴ Zeldzaam zal men mannen vinden, die meer doordringendheid van geest met een meer beminnelijk karakter, zachtheid en bevalligheid van manieren en edeler inborst vereenigen. Even zeldzaam waren zijne gaven als staatsman. Daarom zegt ook van der palm ten zijnen opzigte: ‘Door de natuur met smaak en gevoel voor het schoone begiftigd; door oefening rijk in kennis, zoowel der wereld als der boeken; bij uitstek beschaafd, bevallig in den omgang, voor fijne scherts zoowel als gepasten ernst gestemd, is hij in den kring der geletterden, in de gezelschappen van den goeden toon, en in de vergadering der staatslieden, gelijkelijk op zijne plaats. Staatsman te zijn was zijne bestemming, en paart hij met zijne overige talenten al de behoedzaamheid, tot dien stand vereischt; bezit hij de groote kunst, te zwijgen, zonder achterdocht te wekken, en te spreken zonder zich bloot te geven.’ Zijn rusteloos openbaar leven veroorloofde hem niet, zich als schrijver bekend te maken, waartoe enkele kleine verhandelingen in van hemerts kritisch Magazijn, en het geschrift: Over den invloed der Hollandsche civilisatie op de volken van Noord-Europa, bijzonder op de Deenen, in de verhandelingen van het Nederlandsch Instituut, de hoop gaven.
_alg008alge01_01_6_1
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 3 }
[Familie-Loges] FAMILIE-LOGES. Zie conferentie-loges.
_alg008alge01_01_6_2
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 4 }
[Fanatismus] FANATISMUS. Zie dweepzucht.
_alg008alge01_01_6_3
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 5 }
[Feesten der Orde] FEESTEN DER ORDE. Van deze heeft men er twee in het jaar. Zij worden telkenmale met St. jan gevierd. Het eerste heeft plaats op den 24sten Junij, het laatste den 27sten December.
_alg008alge01_01_6_4
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 6 }
[Feesten (Omstandigheids-)] FEESTEN (OMSTANDIGHEIDS-) hebben bij zekere gelegenheden plaats, wanneer men meent, het eene of andere voorval in zijne Loge te willen gedachtig zijn.
_alg008alge01_01_6_5
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 7 }
[Félicitaires] FÉLICITAIRES. Omstreeks 1730 werd de Metselarij der vrouwen ingesteld. Men kent haren daarsteller niet, doch zij verscheen in Frankrijk het eerst, en zij is ook wel gewis een voortbrengsel van Franschen geest. De vormen dezer Maçonnerie zijn echter eerst na 1760 vastgesteld, en zij werd niet vroeger dan in 1774, door het besturend ligchaam der Metselarij erkend en aangenomen. Eerst droeg zij onderscheidene namen en had verschillende Ritualen, die niet tot ons zijn gekomen. In het jaar 1743 had zij zinnebeelden met eene kunsttaal, aan de scheepvaart ontleend. De zusters deden ingebeelde reizen naar het eiland des geluks (Félicité), onder het bestuur der Broeders. Dit was de Orde der Felicitarissen. Zij bevatte de graden van Scheepsjongen, Schipper, Schout bij Nacht en Onder-Admiraal; tot Admiraal, dat is tot Grootmeester, had zij den Broeder de chambonnet, die de oprigter was. De Kandidaat moest geheimhouding zweren aangaande het ceremonieël, waarmede de inwijding gepaard ging. Was deze een man, zoo zwoer hij: ‘Nooit zijn anker te zullen laten vallen in eene haven, waar reeds een ander schip der Orde ten anker lag.’ Was het eene vrouw, dan beloofde zij: ‘Nimmer een vreemd vaartuig in hare haven toe te laten, zoo lang er een schip der Orde lag geankerd.’ Dien eed leide zij af, gezeten op de plaats van den Schout bij Nacht of Voorzitter, welke bij die verrigting voor haar nederknielde. Eene scheuring in deze Orde gaf in 1745 het aanzijn aan de Orde der Ridders en Ridderessen van het Anker, welke slechts eene zuivering der eerste was en hare formulieren had bijbehouden.
_alg008alge01_01_6_6
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 8 }
[Felicité] FELICITÉ. Zie félicitaires.
_alg008alge01_01_6_7
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 9 }
[Felix] FELIX. (Graaf) Zie cagliostro.
_alg008alge01_01_6_8
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 10 }
[Fendeurs] FENDEURS. (L'ordre des) De Orde der Houthakkers, of Hout klovers. Deze geheime mannen- en vrouwenverbinding werd den 17den Augustus 1745 te Parijs door den Ridder de beauchaine gesticht. Van dezen beauchaine zegt thory, dat hij bekend was voor den dweepzuchtigsten van de onafzetbare Meesters der oude Groote Loges van Frankrijk. Hij had eene Loge gevestigd in eene herberg, alwaar de gouden Zon uithing; hij sliep in deze Loge, en gaf, tegen betaling van zes francs, op éénen dag al de graden van de Vrijmetselarij aan diegenen, die dezelven wilden ontvangen. Het Rituaal had in al zijne deelen betrekking op den stand der houtklovers.
_alg008alge01_01_6_9
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 11 }
[Ferdinand] FERDINAND. Zie hütten.
_alg008alge01_01_6_10
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 12 }
[Ferdinand] FERDINAND, Hertog van Brunswijk, geboren den 11den Januarij 1721, overleden den 3den Julij 1792, werd om zijne bekwaamheden als veldheer, zoowel als om zijne kundigheden in andere vakken en om zijne deugden, zeer bemind. Hij was een ijverig aanhanger der Vrijmetselarij, en oefende groote invloed op de orde in Duitschland. Op het convent (zie dat Art.), door de Strikte Observantie, in 1772 te Kohlo gehouden, werd hij tot Grootmeester verkoren der vereenigde Loges van dat systema, in hetwelk hij den naam van Eques a victoria (Ridder der overwinning), droeg. In 1775 riep hij te Brunswijk een convent bijeen van de Loges, onder zijn beheer staande; vervolgens in 1778 een ander te Wolfenbuttel, dat van 15 Julij tot 27 Augustus bijeen bleef, en toen een derde te Wilhelmsbad, in hetwelk hij zelf het voorzitterschap bekleedde, en benoemd werd tot Grootmeester der Martinisten, of weldadige Ridders der Heilige stad. In het eerste dezer drie conventen waren de Baron von hund (zie dat Art.) en de afgevaardigden der drie en twintig oud-Schotsche Loges verschenen, doch had dit convent geen' anderen uitslag dan dat de Loges der Strikte Observantie zich sedert dien tijd de vereenigde Duitsche Loges noemden. De Loge de gekroonde Zuil, in zijne residentiestad, stichtte in 1771 een opvoedings-instituut, tot welks uitbreiding en onderhoud de andere Loges in dat land later medewerkten en bijdroegen.
_alg008alge01_01_6_11
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 13 }
[Ferdinand IV] FERDINAND IV, Koning van de beide Siciliën, geboren den 12den Januarij 1751. Reeds gedurende zijne minderjarigheid werden de Maçonnieke bijeenkomsten verboden; vervolgens werden de Vrijmetselaren in zijne Staten met de zwaarste straffen bedreigd. Zijne echtgenoote, carolina van Oostenrijk, gelukte het intusschen, van hem te verkrijgen, dat bij een later edict van den 12den September 1775, alle verbod der Vrijmetselarij, en de straffen, op de overtreding gesteld, herriep, en door hem een eenvoudig opzigt over de vergaderingen aan de Junta werd overgelaten.
_alg008alge01_01_6_12
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 14 }
[Ferdinand VI] FERDINAND VI, Koning van Spanje, verbood op den 2den Julij 1751 de Vrijmetselarij, op doodstraf, naar aanleiding van de Pauselijke Bul van benedictus XIV en de aanklagt van den Inquisiteur torrubia. (vergel. torrubia.)
_alg008alge01_01_6_13
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 15 }
[Ferdinand VII] FERDINAND VII was naauwelijks in het bezit van den Spaanschen troon, of hij beval het sluiten der Loges en verbood de Maçonnieke Broederschap. Den 25sten September werden de Generaal alava, de Markies de tolosa, de Kanunnik marina, lid van de Akademie, de Doctor luque, een der Geneesheeren van het hof, en andere buitenlandsche Broeders, Franschen, Duitschers en Italianen, die zich in Spanje met der woon hadden neêrgezet, te Madrid in hechtenis genomen, en in de kerkers van het Heilig Officie geworpen, als uitmakende een deel der verbodene Broederschap. Dezelfde geweldadigheden hadden andermaal plaats in October 1819. Twee aanzienlijke Vrijmetselaars van Murcia gaven den geest onder de martelingen, die de Inquisitie hen deed ondergaan, om hen bekentenissen af te persen. Den 25sten Augustus 1824 vaardigde ferdinand VII een edict uit tegen de Vrijmetselaars-Orde, waarbij al de Vrijmetselaren ter dood veroordeeld werden, en ten gevolge waarvan zeven voorname personen te Granada, op den 9den September deszelfden jaars, ter oorzake van Vrijmetselarij, werden opgehangen.
_alg008alge01_01_6_14
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 16 }
[Ferrers, (Washington Sherley)] FERRERS, (WASHINGTON SHERLEY, Graaf van) Grootmeester der Groote Loge van Engeland, van de nieuwe Metselaren (Modern Masons), in het jaar 1762 en 1763.
_alg008alge01_01_6_15
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 17 }
[Fessler, (Ignatius Aurelius)] FESSLER, (IGNATIUS AURELIUS) Doctor in de Theologie, en sedert 1820 Bisschoppelijk Super-Intendent der Evangelische Gemeente in negen Russische Gouvernementen, en Geestelijk Voorzitter van het Consistorie te Saratof, is in Julij 1756 geboren te Czorndorf, in Neder-Hongarije. Hij bezocht van zijn zevende tot zijn zestiende jaar de Jezuitenschool te Raab, werd in 1773 Kapucijner Monnik, en, na verschrikkelijke kastijdingen, in 1779, naar het Kapucijner Klooster te Weenen, verplaatst zijnde, geraakte hij in kennis met den Prelaat von rautenstrauch en andere waardige mannen, openbaarde Keizer jozef II het gedrag der kloosterlingen, hunne leer en handelingen, en bevorderde deszelfs plan tot hervorming der Kerk, waardoor hij zich den haat der Monniken op den hals haalde. In 1783 benoemde de Keizer hem tot Professor in de Oostersche talen en uitlegkunde te Lemberg, in Gallicië; doch wegens het vervaardigen van het treurspel Sidney, was hij genoodzaakt, in 1788 de vlugt naar Silezië te nemen. Daar ging hij tot de Luthersche gemeente over, huwde, en gaf de geschiedenis van marcus aurelius, aristides en anderen in het licht, die zijnen roem als schrijver bevestigd hebben. Later zette hij zich te Berlijn neder. Zoo merkwaardig fessler zich bij het publiek als schrijver maakte, van eene even zoo uitstekende zijde is hij ook, om zijne werkzaamheid en ijver, bij de Vrijmetselaars-Broederschap bekend. Den 11den Mei 1783 was hij te Lemberg in de Loge Fenix bij de Ronde Tafel aangenomen, ging vervolgens den 2den Junij 1796 tot de Loge Royale York der Vriendschap over, en werd den 3den Junij 1797 tot gedeputeerde Grootmeester gekozen, welke betrekking hij, benevens die van achtbare Meester van de Loge Urania der onsterfelijkheid, tot 1802 waarnam. In 1796 droeg de Moeder-Loge Royal York der Vriendschap aan Professor fessler op een' nieuwen Ritus zamen te stellen. Dit stelsel werd in hetzelfde jaar aangenomen, en kreeg in 1797, de goedkeuring van Koning frederik willem. De Moeder-Loge verklaarde echter in 1800, dat zij alle hoogere graden liet varen en zich uitsluitend aan de drie symbolische zou houden, en, in 1801 verbond zij zich met de Groote Loges van Hanover en Hamburg, met oogmerk, om de Vrijmetselarij tot hare oorspronkelijke zuiverheid terug te voeren. In 1809 werd hij naar Petersburg beroepen, verkreeg den titel van Hofraad en de plaats als corresponderend lid der kommissie van Wetgeving. Gedurende eenige jaren hield hij zijn verblijf te Wolsk, Sarataf, en in de Hernhutters kolonie te Sarepta. Op de laatste plaats vooral, verkeerde hij in den laatsten tijd van zijn verblijf, uithoofde van het plotseling intrekken zijner toelage, in groote behoefte, aan welken toestand Keizer alexander, in 1818, een einde maakte, door hem zijn inkomen terug te geven, en een' werkkring te verschaffen, die aan zijne verdiensten geëvenredigd was. Zie verder over het door hem verrigtte, op de Art. stelsel (fessler's) en york. (royale)
_alg008alge01_01_6_16
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 18 }
[Fichte, (Johan Gottlieb)] FICHTE, (JOHAN GOTTLIEB) Professor in de Philosophie te Berlijn, geboren te Ramenau, in de Opperlausnitz, den 19den Mei 1762, en overleden den 29sten Januarij 1814, was een ijverig aanhanger der Vrijmetselarij, en den Hoogleeraar fessler, bij de herstelling van de Loge Royale York der Vriendschap, behulpzaam. Hij schreef den 7den Junij den M∴ buddee, dat hij bedankte voor het lidmaatschap van de Gr∴ L∴ Royale York, bij welke hij tweede Opziener was. Eenige dagen bevorens had hij de betrekking van Groot-Redenaar nedergelegd.
_alg008alge01_01_6_17
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 19 }
[Fidelité] FIDELITÉ. (Ordre de la) Orde der Getrouwheid. Eene van de vele in Frankrijk ontstane geheime Vrouwenorden, welke onder vormen naar de Maçonnieke gelijkende, in 1740 te Parijs gesticht werd, doch na een tweejarig bestaan weder te niet ging.
_alg008alge01_01_6_18
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 20 }
[Figuren] FIGUREN, zijn Maçonnieke zinnebeelden, in het binnenste der Tempels geschilderd, onder de gedaanten van Kracht, Vereeniging, Wijsheid, Opregtheid, Weldadigheid, enz.
_alg008alge01_01_6_19
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 21 }
[Firrao, (Joseph)] FIRRAO, (JOSEPH) Kardinaal-Priester en Staatssecretaris te Rome. Hij maakte de Bul van Paus clemens XII, van 27 April 1758, in de Kerkelijke Staten bekend, door een Edict van 14 Janua-rij 1739, en welk Edict in het Italiaansch en Fransch is te vinden, in Histoire de la fondation du Gr∴ Or∴ de France, p. 289-295. Door deze Bul, versterkt door het Edict, werd het aan een ieder, op straf van excommunicatie, van verbeurdverklaring der bezittingen, en zelfs op doodstraffe, verboden, zich tot Maç∴ vergaderingen te vereenigen, of tot deze toe te treden. De huizen, in welke zoodanige Maç∴ bijeenkomsten geduld werden, moesten gesloopt worden, en zij, wie men den voorslag zoude doen, om zich te laten inwijden, waren verpligt, de personen die hen daartoe aanleiding wilden geven, zoowel als de vergaderplaatsen der Vrijmetselaars aan te geven, op straffe eener boete van 1000 gouden kroonen, of zelfs op straf van de galei. Zie bul.
_alg008alge01_01_6_20
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 22 }
[Fitz-Allen. (Thomas)] FITZ-ALLEN. (THOMAS) Zie surrey.
_alg008alge01_01_6_21
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 23 }
[Florence] FLORENCE. In Italië is de Vrijmetselarij nimmer zeer krachtvol geweest; de geestelijke banvloeken en de nationale vooroordeelen hebben dit voortdurend belet. Zij is er doorgaans alleen het deel geweest van het klein getal der meest uitstekende geesten, en van hare invoering af tot op het tijdstip der Fransche overheersching is zij er steeds in het diepst geheim uitgeoefend. Een gedenkpenning, ter eere van den Hertog van middlesex geslagen, is het eenige teeken, dat ons het bestaan eener Loge te Florence sedert 1733 verraadt. Omstreeks 1737 waren eenige Loges te Florence ontstaan. Jan gaston, de laatste Groot-Hertog uit het huis van medicis, werd ongerust over hare vereenigingen, en gaf een Edict tegen de Broederschap uit. Bij zijnen dood echter, die kort daarna plaats had, gingen de Loges met hare bijeenkomsten voort. Nu klaagde de geestelijkheid van Florence, die kennis droeg van den door gaston genomen' maatregel, de Vrijmetselaars bij Paus clemens XII aan, als voortplanters van doemwaarde leerstellingen. De Heilige Vader zond deswege eenen Inquisiteur naar Florence, die vele leden der Maçonnieke Broederschap liet in hechtenis nemen en in den kerker werpen. Op den 4den der kalenden van Mei (28 April) des volgenden jaars, schoot de Paus tegen deze Orde eenen banvloek uit, in eene Bul, (door ons onder het Art. bul opgegeven), die, alsof dezelve niet duidelijk genoeg ware, door den Kardinaal firrao, in zijn afkondigingsedict van den 14den Januarij 1739, om alle dubbelzinnigheid te vermijden, dus verklaard werd: ‘Dat niemand vermag bijeen te komen, te vergaderen en zich te verbinden, op welke plaats ook, met de gezegde Broederschap, nog tegenwoordig te zijn bij zulke vergaderingen, op straffe des doods en verbeurte van goederen, die men beloopen zal, zonder verschooning en zonder hoop op genade.’ Bij hetzelfde Edict werd aan alle eigenaars verboden, Maçonnieke vereenigingen te ontvangen, op straffe van hunne huizen te zien afbreken; er werd gelast aan allen, die men had zoeken over te halen om zich te laten inwijden, aan zijne Eminentie op te geven den naam der lieden, welke hen dit voorstel gedaan hadden, alsmede de plaats, waar de vergaderingen der Vrijmetselarij gehouden werden, op straffe voor de overtreders, van in eene boete van duizend gouden kroonen beslagen en naar de galeijen gezonden te worden. Den 24sten April werd een zekere crudelie, te Florence aangehouden en in den kerker der Inquisitie geworpen, op de pijnbank gebragt, en na eene langdurige opsluiting veroordeeld, als verdacht van huisvesting verleend te hebben aan eene Loge van Vrijmetselaars. De Loges van Engeland, berigt van het gebeurde gekregen hebbende, sprongen voor dezen ongelukkige in de bres, verkregen zijne loslating en zonden hem eenen geldelijken onderstand. Maar frans stephanus van lotharingen, dezelfde, die in 1731 te 's Hage was ingewijd, had kortelings bezit van den Groot-Hertogelijken troon genomen, en een der eerste daden van zijne regering was, al de Vrijmetselaars, die de Inquisitie in hare kerkers hield, in vrijheid te stellen. Hij deed meer; hij werkte in eigen persoon mede tot de vestiging van vele Loges, zoo te Florence als in andere steden van zijn Groot-Hertogdom.
_alg008alge01_01_6_22
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 24 }
[Foere, (de)] FOERE, (De Abt DE) tegenstander der V∴ M∴, heeft in 1819 een werk geschreven, ten titel voerende: Monument Maç∴ Historique (Geschiedkundig Maçonniek Gedenkteeken.).
_alg008alge01_01_6_23
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 25 }
[Folkes, (Martyn)] FOLKES, (MARTYN) President van de Koninklijke Maatschappij der wetenschappen te Londen, was van 1724-1725 gedeputeerd Grootmeester van de Groote Loge van Engeland (van de Modern Masons), onder Hertog karel van richmond. De Vrijmetselaars te Rome deden in 1742, ter zijner eere, eene medaille met zijne beeldtenis slaan, welke achter de Histoire du Gr∴ Or∴ de France, op bl. IV, fig. 14, is afgebeeld.
_alg008alge01_01_6_24
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 26 }
[Fonctionnaris] FONCTIONNARIS. Zie ambtenaar.
_alg008alge01_01_6_25
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 27 }
[Forbes, (Jakob)] FORBES, (JAKOB) Grootmeester der Groote Loge van Schotland (van de Ancient Masons), in 1755.
_alg008alge01_01_6_26
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 28 }
[Forbes, (William)] FORBES, (WILLIAM) Baronnet van Pitsligo, Grootmeester der Groote Loge van Schotland, (der Ancient Masons), in 1777 en 1778.
_alg008alge01_01_6_27
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 29 }
[Fragmenten voor en tegen de Vrijmetselarij] FRAGMENTEN VOOR EN TEGEN DE VRIJMETSELARIJ, is de titel van een werk, waarvan de schrijver niet bekend is, maar die in de voorrede zegt, dat zij uit overtuiging van een eerlijk, waarheidlievend, vrijmoedig man zijn voortgekomen. Na eenige aanmerkingen op de Vrijmetselarij gemaakt te hebben, spreekt hij de jongelingschap, welke zich nog in het voorportaal des Tempels bevindt, op de volgende wijze aan: ‘Komt dan gij allen, voor wie de blinddoek nog niet van de oogen viel, die met geslotene oogen in de heldere schepping ronddwaalt, en daarin de bouwstoffen herkennen zult, noch kunt, waaruit het heerlijk gebouw opgetrokken zal worden. Die de geheimvolle schatten der natuur in handen houdt en dezelve niet acht, dewijl zij voor u in het gebruik geene waarde hebben, zoo lang uw onverlicht verstand en uwe onreine begeerte niet bevredigd zijn. Komt en hoort de verhevene leer der Vrijmetselarij. Weet, wat uw Meester u, door den mond zijner medehelpers, zal bekend maken. De vlammende ster verlicht uw pad, waarheen gij u begeeft. De passer bepaalt da juistheid uwer handelingen. De winkelhaak brengt uw hart, op de teekenplank des levens, op den regten hoek, opdat gij daar op den kubieksteen uwe gereedschappen scherpt, om de Ac∴ of si∴tak af te snijden, onder welke de Meester der VV∴ MM∴ begraven ligt, om wien de zonen der weduwe rouw dragen, en reeds sedert eeuwen jammeren, dewijl het Meesterwoord met hem verloren is gegaan. En dit verloren woord weder te vinden is het streven van den waren Vrijmetselaar, enz.’
_alg008alge01_01_6_28
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 30 }
[Franck] FRANCK, Ex-Jezuit, Biechtvader van den voorlaatsten Keurvorst van Beijeren, karel theodoor, was een der bitterste vervolgers der Illuminaten en Vrijmetselaars, in de jaren 1784 en 1785.
_alg008alge01_01_6_29
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 31 }
[Francs Regeneres] FRANCS REGENERES. (LES) Eene politieke Cotterie in Frankrijk, gedurende de jaren 1815 en 1816, die wegschool onder den dekmantel van Maçonnieke gebruiken. Ofschoon zij weldra door de policie werd vernietigd, gaf haar bestaan nogtans aanleiding, dat de vreedzame Loges der wezenlijke Vrijmetselarij, vooral in de Departementen, door de policie zeer verontrust, en zelfs een' tijd lang in hunnen arbeid geheel belet werden.
_alg008alge01_01_6_30
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 32 }
[Frankfort aan den Main] FRANKFORT AAN DEN MAIN. In het jaar 1742 bevond zich aldaar eene Loge, onder den naam van: De drie Distels, in welke de Baron von hund (zie dat Art.) werd aangenomen. In het jaar 1766 constitueerde de Groote Loge van Engeland (van de Modern Masons) aldaar eene Provinciale Loge voor Frankenland, den Boven- en Beneden-Rijn, die echter, te gelijk met den dood van den toenmaligen Provincialen Grootmeester Br∴ johann peter gogel, te niet ging. In het daarop volgende jaar ontstond daarentegen de thans nog bestaande Directoriaal-Loge van het Eclectische stelsel. (zie dat Art.) Behalve de beide daar ter plaatse vereenigde Loges: zur Einigkeit en Socrates zur Verschwiegenheit, werd op den 12den Junij 1808, ten gevolge van de wederregtelijke weigering der andere Loges, om Israëlitische Prof∴ in te wijden, of Isr∴ BB∴ bij den arbeid toe te laten, in weerwil, dat zij voorzien waren van behoorlijke bewijzen, door bevoegde Maç∴ authoriteiten afgegeven, eene Loge gesticht, onder den titel zur Aufgehende Morgenröthe. Deze Loge werd door het Groot-Oosten van Frankrijk geconstitueerd, die daartoe de Loge Les Amis Rèunis van Mentz afvaardigde. De, omstreeks 1817, in Duitschland heerschende geest was zoo zeer gestemd tegen alles wat Fransch was, dat alles, goed en kwaad, wat een Franschen oorsprong had, veroordeeld werd. De genoemde Lo-ge, die vreesde, dat men haar van Franschgezindheid zoude beschuldigen, en deze beschuldiging als middel zoude aannemen om haar bij het burgerlijke bestuur aan te klagen, dat met gretigheid deze aanklagte tot middel zoude hebben gemaakt, om een blijk te geven van hare onverdraagzame denkwijze en terugkeer tot middeleeuwsche handelingen jegens de leden, toen allen Israëlieten. Hierdoor tot dubbele voorzigtigheid verpligt, vraagde de Loge, in dat jaar, om eene Engelsche Constitutie, welke haar, op den 30sten April van het jaar 1817, door den Eng∴ Gr∴ M∴ Br∴ Hertog van sussex, werd uitgereikt, benoemende de BB∴ goldschmidt, geisenheimer en gerson als M∴ en Opzieners. Later werd er eene andere Loge, onder Fransche Constitutie en onder den naam: zum Frankfurter Adler, opgerigt. Deze Loge sloot geene geloofsbelijdenis uit, en verheugde zich weldra in een groot aantal achtingswaarde Leden, welke zoo zeer vermeerderden, dat de Loge weldra een eigen gebouw daarstelde, zoo prachtig als welligt geen eigen gebouw eener bijzondere Loge ter wereld. Behalve een doelmatig geordonneerde voorgevel en dergelijke voorzalen, bevat dit gebouw, behalve de gewone en noodige bijzalen, eene grootsche Logezaal en eene banketzaal, terwijl er zich ook, ten behoeve eener bij die Loge behoorende societeit, eene conversatie- en billardzaal, eene boeken- en leeszaal, en een tuin bij bevinden. Dezelfde Loge heeft, in den jare 1834, een steeds klimmend fonds gesticht, waaruit verarmde BB∴, of hunne weduwen en weezen, door middel van vaste jaarlijksche toelagen, ondersteund worden, terwijl men ook later het plan opvatte, een tweede fonds daar te stellen, om verdienstelijke jongelingen, zonen van BB∴, studiebeurzen of toelagen uit te reiken. Een verschil, tusschen de LL∴ de Morgenröthe en de Adler gerezen, was oorzaak, dat de eerste, den leden der tweede den toegang tot hare werkzaamheden, en hare eigene leden het bezoek dezer L∴ verbood. Op zich zelf was dit interdict reeds eene bedroevende gebeurtenis, een onzin, die echter des te meer gewigt kreeg, door dat men bij de opgemelde, te Frankfort toen nog bestaande weigering, tot aanneming van Prof∴, of toelating van BB∴, in het burgerlijk leven de Mozaïsche leer toegedaan, en na de welsprekendste pleitredenen en vertoogen van eenige der geleerdste en verlichtste BB∴ van verschillende geloofsbelijdenissen, geene redelijke gronden meer wetende aan te voeren voor die wederregtelijke uitsluiting, eindelijk dit verschil en het daarop gevolgde interdict, door de Morgenröthe uitgevaardigd, tot voorwendsel nam, om de bestaande uitsluiting te doen in wezen blijven. Eindelijk werd dit geschil vereffend, en het interdict der Morgenröthe opgeheven, waarna men, ten gevolge van langdurige en aanhoudende pogingen van verschillende verlichte BB∴, en vooral van Br∴ kretschmar (zie dat Art.), het verbod van toelating, (niet van inwijding) bij de Eclectische LL∴ te Frankfort ophief. Zie israëlieten en uitsluiting.
_alg008alge01_01_6_31
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 33 }
[Franklin, (Benjamin)] FRANKLIN, (BENJAMIN) geboren te Boston, op den 17den Januarij 1706, en aldaar overleden op den 17den April 1790. Deze beroemde Amerikaansche staatsman, geleerde en natuurkundige, was de stichter en Reg∴ M∴ der eerste Loge in Philadelphia. Deze Broeder is in elk opzigt beroemd; wat hij schreef, kenmerkt zich door eenvoudigheid, gezond verstand, diepe kennis van het menschelijke hart, beminnelijke wijsbegeerte, bevallige voordragt en bevattelijken stijl. Aan de bevrijding van zijn vaderland, in den onafhankelijksoorlog, een gewigtig deel genomen hebbende, maakte hij zich ook als natuurkundige onsterfelijk, door het uitvinden van de bliksemafleiders.
_alg008alge01_01_6_32
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 34 }
[Frankrijk] FRANKRIJK. (Geschiedenis der V∴ M∴ in) Naar luid van het Keulsche Charter en van eenige Fransche schrijvers, zoude het blijken, dat er reeds in 1535 eene Loge te Parijs, en eene andere te Lyon zoude hebben bestaan, en dat in 1668 de V∴ M∴ in Frankrijk, meer stellig zou ingevoerd zijn. Zoo veel men met zekerheid weet, is in het jaar 1725 eene Loge in Frankrijk, en wel in Parijs opgerigt, waarop spoedig vele andere volgden. Deze eerste Loge, welke eene Engelsche constitutie had, werd opgerigt door Lord dervent waters, den Ridder maskelyne, den Heer d'heguetty, benevens nog eenige Franschen. Nadat de V∴ M∴ zich zoodanig had uitgebreid, dat er zich te Parijs een zeshonderdtal BB∴ bevonden, vereenigden zich de verschillende inmiddels opgerigte Loges, en benoemden in 1736 Lord harnoesters tot Grootmeester en opvolger van Lord dervent waters, welke in 1738 vervangen werd door den Hertog d'antin. Reeds in 1742 telde de Orde 22 Loges te Parijs, en omtrent 200 in de verschillende Provinciën. Zeer spoedig ontaardde in dit land de Vrijmetselarij, waartoe eensdeels de aankomst van den verdreven Koning jacobus II van Engeland (1689 in Parijs, in het Jezuitenklooster van Clermont) bijdroeg, en vele aanhangers deszelven, welke de Vrijmetselarij mede naar Frankrijk bragten, in verschillende geheime Ordegraden werkten, waardoor de grond tot de talrijke hoogere graden gelegd werd; anderdeels uit de eigendommelijke zucht der Fransche natie voor ceremoniën, titels, rangen en ordeteekens. Volgens bazot, Manuel du Franc-Maçon, zouden er geschiedkundige bescheiden bestaan, die vermelden, dat reeds in 924 door Fransche Metselaars pogingen zouden zijn aangewend bij athelstan, kleinzoon van alfred den Grooten, Koning van Engeland, om de Metselaars uit verschillende oorden bijeen te trekken, en met dezen eene Loge te vormen, en dat dienvolgens door deze Vorst al de Vrijmetselaars zijner Staten vereenigd zouden zijn geworden, met zijnen broeder edwin aan het hoofd. Eene begunstiging van de zijde des Staats had de Vrijmetselarij in dien tijd niet te wachten, daar zij verscheidene malen, in de jaren 1737, 1744 en 1745, werd verboden door Koning lodewijk XIV, waarbij de overtreders met eene boete van 3000 franken of gevangenis bedreigd werden, ofschoon zij echter zoo niet vervolgd werd, als in Portugal en Spanje; van daar verklaart men ook, dat de Hertog van antin, ofschoon de Koning hem de deelneming in de Vrijmetselarij strengelijk verboden had, en niemand als zoodanig aan zijn hof dulde, zich de keuze van levenslang Grootmeester, in 1738, liet welgevallen, en dit ambt tot aan zijnen dood in 1743 bekleedde, waarop hem in dit jaar een Prins van koninklijk bloed, lode-wijk van bourbon, Graaf van Clermont, op den 11den December opvolgde, welke tot dezen post benoemd was door de meerderheid van eene vergadering van Meesters en Opz∴ der LL∴, uit het O∴ van Parijs. Dat de keuze op die wijze geschiedde, was het gevolg der bijzondere inrigting der Fransche LL∴, en vooral van die te Parijs, welke de eigendom waren van personen, die Logemeesters genoemd werden. Zoodanige Logemeester, bestuurde zijne L∴ naar welbehagen. Onderling waren zij onafhankelijk en erkenden geene andere magt dan hunne eigene. Te gelijk met de keuze van den G∴ M∴, vormde zich eene G∴ L∴, welker leden, door hunnen stand en hunne verdiensten uitblonken. Van toen af was er een punt van algemeen bestuur gevormd. Men beging nogtans tevens den grooten misslag, de MM∴ der Parijsche LL∴ levenslange benoemingen uit te reiken. Van hare zijde besloten de Parijsche LL∴, dat de G∴ L∴ ter herinnering van de invoering der V∴ M∴, den naam zoude voeren van Engelsche Groote Loge van Frankrijk, welke men in 1756 veranderde, in dien van Gr∴ L∴ van Frankrijk. Deze keuze van den Graaf van Clermont werd echter voor de Vrijmetselarij in Frankrijk in veelvuldige betrekkingen nadeelig, want naauwelijks was hij in zijn ambt van Grootmeester geinstalleerd, of hij liet de Loges aan zich zelve over, en verzuimde het bijeenroepen der Groote Loge. Toen hij later gedrongen werd, in het beheer der Orde te voorzien, stelde hij tot zijne plaatsvervangers ongeschikte personen aan, dat tot de grootste oneenigheden aanleiding gaf. Zijn eerste Gedeputeerd Grootmeester baure, een bankier in Parijs, maakte zich aan het grootste pligtverzuim, ten aanzien der Orde, schuldig; de tweede, in 1761 benoemd, was een Parijsch dansmeester, la corne geheeten, die zich bij den Graaf van Clermont wist in te dringen, doch wien de andere medeleden der Groote Loge weigerden te erkennen of onder zijn voorzitterschap te vergaderen. La corne bekommerde zich daarom weinig, vormde eene nieuwe Groote Loge, benoemde lieden van zijn slag tot Groot-Officieren, en stichtte daardoor eene bittere vijandschap tusschen de beide nu bestaande Groote Loges, welke het verbond belagchelijk maakte. Eindelijk zag zich de Graaf van Clermont, op verzoek der Broederschap, gedrongen, la corne, na een jaar den M∴ gevoerd te hebben, te ontslaan, en in het jaar 1762 chaillou de jonville in deszelfs plaats te benoemen, wien het gelukte, de beide partijen te vereenigen, en, ten minste uiterlijk, vrede te bezorgen. Deze vrede duurde echter niet lang; in korten tijd vormden zich nieuwe verschillen, die zoo ernstig werden, dat de regering genoodzaakt was, andermaal de vereenigingen der Vrijmetselaren te verbieden. Dit geschiedde in het jaar 1767. Ook van de zijde der geestelijkheid waren intusschen op vele plaatsen van Frankrijk scherpe edicten door de Bisschoppen uitgevaardigd, b.v. van belsunce de castel moron, Bisschop van Marseille, op den 4den Januarij 1742, en van guyon de crochans, Aartsbisschop van Aignon, volgens de Pauselijke Bul van benedictus XIV, van den 22sten Julij 1751. Om de verwarring te voltooijen, hadden zich middelerwijl ook in Lyon, Bordeaux, Marseille, Orleans en Builton Groote Loges gevormd, die in voortdurenden twist leefden. De afgescheiden BB∴ volgden de Gr∴ L∴ in hare werkeloosheid niet na; maar bij het overlijden van den Graaf van Clermont vereenigden zij zich, en begaven zich naar den Hertog van Luxemburg, zich daar doende aandienen als de leden der wezenlijke Gr∴ L∴ van Frankrijk. De Hertog ontving hen, en bood, namens hen, het Grootmeesterschap aan den Hertog van Chartres, die dien post aannam en a.c. sigismund van montmorency. Hertog van Luxemburg, tot zijnen administrateur-Generaal benoemde. Hierdoor werd het verbod der Vrijmetselarij weder ingetrokken, maar de twist duurde onder de Groote Loges nog voort, ofschoon de Hertog van Orleans niet alleen als Grootmeester der Fransche Vrijmetselarij, maar ook als Souverein Grootmeester van alle Raden, Kapittels en Schotsche Loges van Frankrijk uitgeroepen, en op den 28sten October 1773 feestelijk geinstalleerd werd. Het in 1772 in Parijs opgerigte Groot-Oosten won steeds in magt en aanzien, en het scheen, alsof er eenheid in het verbond zoude komen, toen eensklaps de Staatsrevolutie uitbrak, die alle vereenigingen verbrak, en nadat de Grootmeester, die, om de op het kussen zittende personen te vleijen, den naam van philippe egalité hebbende aangenomen, niettemin op den 6den November 1793, was geguillotineerd, werd de eene Loge na de andere gesloten, en de twist tusschen de Vrijmetselaren ging ook meer en meer verloren. Kortelijk moeten wij hier vermelden, dat zich de V∴ M∴ niet te verheugen had, over de keuze van den Hertog van Chartres. Het Groot-Oosten van Frankrijk had zich naar de Groote Loge van Londen gevormd, en bestond uit de Representanten van alle Fransche Loges. Het levenslang Meesterschap werd afgeschaft. Er was bepaald, dat alle Loges zich bij haar zouden aanmelden, en den tijd harer constitutie moesten opgeven, terwijl er in het geheel niet werd opgelet, vanwaar zij hunne constitutie ontvangen hadden. Door deze opgave en de bewilliging in eene jaarlijksche bijdrage tot het armenfonds, werden zij erkend. In dezen tijd bestonden reeds in Frankrijk vele Loges van de Strikte Observantie (in welke de Vrijmetselarij als een vervolg der Tempelorde beschouwd werd), en ook deze sloten zich, onder den naam van het Schotsche Directorium, bij het Groot-Oosten aan. Nadat de rust in Frankrijk grootendeels hersteld was, begonnen eenige Loges eerst in 1796 hunnen arbeid weder te hervatten, echter waren zij vriendschappelijker omtrent elkander, dan voorheen. Van nu af werd er wezenlijk leven in het verbond der Vrijmetselaren opgemerkt, zoo als blijkt, dat tusschen de jaren 1805, in welk jaar jozef napoleon (van 1806 Koning van Napels en Sicilië, en naderhand, sedert 1808, Koning van Spanje) tot Grootmeester, en de Aartskanselier Prins cambaceres, en murat Koning van Napels, tot zijne Adjuncten benoemd waren geworden, en het jaar 1812, in Parijs alleen, tusschen 128 en 130 Loges bestonden, en in het gansche Fransche rijk bij de 1200 geteld werden. Deze hereeniging en de bloei, waarin zich de V∴ M∴ in mogt verheugen, was het werk van eenen enkelen Br∴, die, met de levendigste zucht voor de Orde bezield, dezen uitslag met de grootste zelfverloochening en volharding te weeg bragt, zijnde dit de Br∴ alexander lodewijk roettiers de montaleau. (zie dat Art.) Zoo stond de Vrijmetselarij in eenen grooten bloei, gedurende het Keizerrijk, ofschoon napoleon wantrouwen tegen dezelve had opgevat. Desniettegenstaande benoemde hij zijnen broeder jozef tot Grootmeester, dewijl hij, met het ligt vuur vattend karakter der Franschen bekend, de Vrijmetselaren niet geheel aan hen zelven wilde overlaten, of hoopte eenmaal van hen voordeel te trekken. Als Grootmeester had jozef nimmer eene Loge bezocht, maar dit was ook niet noodig, daar napoleon bevolen had, in het gansche verbond de fijne draden van zijn staatkundig systema in te weven. De woelige staatkundige aangelegenheden, in de jaren 1814 en 1815, veroorzaakten weder eene opschorting van den Logearbeid. Zeer spoedig na de herstelling der rust in het Koningrijk, hervatteden zij hunne vergaderingen, en het Groot-Oosten opende zijne werkzaamheden daarmede, dat het den Grootmeester jozef napoleon, die zich, na het verlies zijner kroon en zijns rijks, in de Vereenigde Noord-Amerikaansche Staten, ophield, en deszelfs eersten Adjunct cambaceres, Hertog van Parma, vervallen verklaarden van hunne betrekkingen, en een drietal Groot-Conservateurs der Orde benoemde, namelijk, macdonald, Hertog van Tarente, de Graaf beurnonville, Staatsminister, Maarschalk en Pair van Frankrijk, en tembrune thiembrone, Graaf van Valence, ook Maarschalk en Pair van Frankrijk. Nu had men eindelijk ook in Frankrijk rust en de vrede in het Vrijmetselaarsverbond, zoo als op de gansche beschaafde aarde het geval is, durven verwachten, maar de wortel der twisten, die nog voortduurden, lag in de talrijke hoogere graden, welke de Fransche ijdelheid niet wilde vernietigen. Tot in 1754 had de Orde in Frankrijk zich alleen bezig gehouden met de blaauwe Maç∴, maar in dat jaar voerde de Ridder de bonneville de roode of zoogenaamde Schotsche graden in, en rigtte een Kapittel op, onder den naam van Kap∴ van Clermont. Het Fransche volkskarakter deed deze nieuwigheid spoedig ingang vinden. De Kapittels der hooge graden (zie dat Art.) vermenigvuldigden, groeiden aan in getal, en dwongen het Gr∴ O∴, die graden aan te nemen. De Graaf van Grasse-Tilly, die zich langen tijd in Noord-Amerika opgehouden, en van den Suprême Conseil van de 33 graden in Charlestown de volmagt had bekomen, in alle oorden, waar hij komen mogt, de Vrijmetselaren tot den 33sten graad te bevorderen, en Loges, Kapittels, Raden en Consistoriën van dit systema op te rigten, trad, na zijnen terugkeer naar Frankrijk in 1804, in vereeniging met de Broederen hacquet en pyron op, om dit zoogenaamde Engelsche, op het vaste land onbekende systema te verbreiden, en in Parijs een Suprême Conseil (zie hooge graden en schotsch stelsel) op te rigten voor het nieuwe stelsel, dat men het oude en aangenomen Schotsche stelsel noemde, en aan het hoofd van welken hoogen raad hij zich stelde, onder den titel van Souverein Groot-Kommandeur-Generaal. Reeds in 1803 was een dergelijke poging gedaan tot invoering van datzelfde stelsel, en daarvoor een afzonderlijk centraal bestuur daar te stellen, doch had het G∴ O∴, door toedoen van Br∴ roettiers de montaleau, verkregen, dat die afgezonderde instelling onder haar bestuur werd vereenigd. Ook de nieuwe hooge raad (onder den naam van algemeene Schotsche G∴ L∴ voor Frankrijk,) vereenigde zich spoedig met het G∴ O∴, zich echter in 1805 weder afscheidende, werd die er nogtans weldra onder cambaceres nogmaals mede vereenigd; hetwelk echter niet belette, dat er in 1812 weder eene zoodanige afzonderlijke hooge magt gesticht werd, onder den naam van Amerikaanschen Raad, terwijl in 1816 een nieuw stelsel werd ingevoerd, onder den naam van Mitzraïmitisch stelsel (zie dat Art.), dat echter voor onwettig werd verklaard. Veel waren de pogingen, welke aangewend werden, om eene vereeniging tot stand te brengen; maar gedurende een' zeer langen tijd bleven de sterkste pogingen zonder uitwerking, ja zelfs was de twist zoo hoog gerezen, dat men elkander uitsloot, het bezoeken der leden verbood, en zelfs eene der schoonste Loges van Parijs (la Clemente Amitié) door het G∴ O∴ werd vervallen verklaard, omdat zij ondersteuning had verleend aan eenige BB∴ met het G∴ O∴ in vijandschap levende, welk besluit echter kort daarna weder werd ingetrokken. Meer dan één dergelijk, met de grondbeginselen der orde in strijd zijnde besluit werd er genomen, en de grootste spanning heerschte er tusschen de twee magten, tot het in 1841, door de edele en rustelooze pogingen en de mannelijke wegslepende welsprekendheid, vooral der BB∴ bouilly, juge en desanlis, de beide laatsten leden der L∴ la Clemente Amitié, en Officieren van het G∴ O∴ gelukte, zich jegens de V∴ M∴ de verdienste te verwerven, om, na eene langdurige en stormachtige buitengewone vergadering, op den 6den November, de uitsluiting en het interdict te doen opheffen; sedert dien tijd is men er op uit, eene geheele ineensmelting te bewerken, welke maatregel in een dubbel opzigt als doelmatig is aan te merken, omdat het G∴ O∴ een groot aantal LL∴ onder haar beheer heeft, terwijl de Suprême Conseil, bij een alleruitstekendst corps Groot-Officieren, weinig Loges onder hare regtsmagt telt. Sedert 1831 heeft men ook vele pogingen aangewend, opdat de tegenwoordige Koning der Franschen, of een van zijne zonen, den post van G∴ M∴ op zich zoude nemen, welke pogingen echter tot hiertoe zonder gevolg zijn gebleven. De Vrouwen-Maçonnerie [zie het Art. loges (adoptie)], hier met stilzwijgen voorbij gaande, hebben wij nog te vermelden, op welke wijze de V∴ M∴ zich in een gedeelte van Afrika vestigde en uitbreidde. Na het veroveren van Algiers reeds, werd op den 1sten Maart 1832, de eerste L∴ in de hoofdstad van dien naam, onder den titel van Belisarius, gevestigd, weldra gevolgd door de vestiging eener L∴ te Bone, in 1834 te Oran, en in 1836 te Bougie, welke later door meer anderen opgevolgd zijn. Het Fr∴ G∴ O∴ bestaat uit de afgevaardigden van de verschillende LL∴ Bovendien telt het 1 G∴ M∴, 4 GG∴ Dignitarissen en 81 Officieren (waarvan 6 Dignitarissen van het Gr∴ O∴). Het wordt verdeeld in vier kamers, als: 1. K∴ der geldmiddelen en briefwisseling, 2. de symbolische K∴, 3. de Hooge Raad der Riten, en 4. de Raad- en Appèlkamer, bovendien een centraal Comité, uit de drie administrative kamers. Elke der drie eerste kamers bestaan uit 27 leden, en vaardigen bij elke der beide andere twee leden af. De kamers vergaderen alle veertien dagen. Eindelijk bestaat er een Groot-Collegie der Riten, dat in zoo veel sectiën verdeeld wordt, als er erkende stelsels onder haar beheer zijn. In de k∴ van correspondentie en financiën zijn twee kommissiën, als: 1. van financie en weldadigheid, en 2. van inspectie voor het secretariaat, de statistiek en de archieven. De Dignitarissen zijn: 1 Gr∴ Zegelbewaarder, 1 Gr∴ Schatmeester, 1 Gr∴ Aalmoezenier, 1 Gr∴ Archivaris, 1 Gr∴ Bouwmeester, 1 Gr∴ Onderzoeker. De Officieren zijn alle drie jaren herkiesbaar. De MM∴ der LL∴ kunnen niet langer dan drie jaren in functie blijven. Nadat het aantal Loges, onder het bestuur van het Gr∴ O∴, in 1833 tot 263 was gezonken, klom dit vóór 1840 weder tot 431. De stelsels onder het G∴ O∴ bewerkt, zijn voornamelijk het zoogenoemde Fransche of nieuwe stelsel (Rite Français of Rite moderne), bestaande, behalve uit de drie blaauwe gr∴, ook uit vier hoogere, namelijk: élu, schot, ridder van het oosten, souverein prins van het rozenkruis. Nadat in 1788 de Raad der Keizers van het Oosten en Westen (Conseil des Empereurs d'Orient en d'Occident), met zijne nieuwe hooge graden was komen opdagen, verscheen in 1766, juist hetzelfde jaar, waarin de oude Groote L∴ die oppergraden had afgewezen, een afgescheiden deel van dien raad met zijn stelsel, ten gevolge waarvan de Gr∴ L∴, die in 1756 reeds den naam had aangenomen van G∴ L∴ van Frankrijk, ook deze graden ter bewerking toeliet, onder den naam van oud of volmaakt stelsel (Rite ancien ou de perfection), bestaande toen uit vijf en twintig graden, verdeeld in zeven klassen, en wel 1. 1.Leerling. 2.Medgezel. 3.Meester. 2. 4.Maître secret. 5.Maître parfait. 6.Secretaire intime. 7.Intendant des Batiments. 8.Prevôt et Juge. 3. 9.Elu des neuf. 10.Élu des quinze. 11.Chef des douze tribus. 4. 12.Grand Maître Architecte. 13.Royal Arch. 14.Grand Élu ancien. 5. 15.Chevalier de l'epée. 16.Prince de Jérusalem. 17.Chevalier d'orient et d'occident. 18.Rose croix. 19.Grand Pontife. 6. 20.Grand Patriarche. 21.Grand Maître de la clef. 22.Royal hache. 7. 23.Prince Adepte. 24.Commandeur de l'aigle blanc et noir. 25.Commandeur du Royal secret. Later werden deze vijf en twintig graden vermeerderd met acht andere, en alzoo tot drie en dertig gebragt. Van deze acht graden werd toen in Frankrijk gezegd, dat frederik II, Koning van Pruissen, die zoude hebben daargesteld, hoewel de onwaarheid hiervan duidelijk bewezen is. (Zie het Art. frederik II.) De acht bijgevoegde graden bestonden in: 1.Chef du Tabernacle. 2.Prince du Tabernacle. 3.Chevalier du serpent d'airain. 4.Prince de merci. 5.Grand Inquisiteur Commandeur. 6.Noachite. 7.Commandeur du Temple. 8.Drie en dertigste graad. De Prins Adept, die eerst de 23e. graad was geweest, werd de 28e.; de Kadosch-graad, die de 24e. was geweest, werd de 30e., en de Royal secret, die eerst de 25e. was geweest, werd nu de 32e., zoodat, na nog eenige hervorming de lijst thans is zamengesteld: 1e. klasse. { 1. Apprenti. Leerling. 1e. klasse. { 2. Compagnon. Medgezel. 1e. klasse. { 3. Maître. Meester. 2e. klasse. { 4. Maître secret. Geheim Meester. 2e. klasse. { 5. Maître parfait. Volmaakt Meester. 2e. klasse. { 6. Secretaire intime. Geheim Secretaris. 2e. klasse. { 7. Prevôt et Juge. Provoost en Regter. 2e. klasse. { 8. Intendant des Bâtiments. Intendant der gebouwen. 3e. klasse. { 9. Maître Élu des neuf. Uitverkoren Meester der negen. 3e. klasse. { 10. Maître Élu des quinze. Uitverkoren Meester der vijftien. 3e. klasse. { 11. Sublime Chevalier Élu. Verheven uitverkoren Ridder. 4e. klasse. { 12. Grand Maître Architecte. Grootmeester Architect. 4e. klasse. { 13. Royal Arche. Koninklijke Ark of Kist. 4e. klasse. { 14. Grand Ecossais de la voute sacrée de jaques VI. Groot Schot van het heilige gewelf van jacob VI. 5e. klasse. { 15. Chevalier de l'Orient ou de l'Epée. Ridder van het Oosten of van den Degen. 5e. klasse. { 16. Prince de Jérusalem. Prins van Jeruzalem. 5e. klasse. { 17. Chevalier d'Orient et d'Occident. Ridder van het Oosten en Westen. 5e. klasse. { 18. Souverain Prince de Rose croix. Souverein Prins van het Rozenkruis. 6e. klasse. { 19. Grand Pontife ou sublime Ecossais. Groot Opperpriester of verheven Schot. 6e. klasse. { 20. Vénérable Grand-Maître de toutes les Loges. Achtbaar Grootmeester van alle Loges. 6e. klasse. { 21. Noachite ou Chevalier Prussien. Noachiet of Pruiss. Ridder. 6e. klasse. { 22. Royale Hache ou Prince de Liban. Koninkl. Bijl of Prins van den Libanon. 6e. klasse. { 23. Chef du Tabernacle. Opperhoofd van den Tabernakel. 6e. klasse. { 24. Prince du Tabernacle. Prins van den Tabernakel. 6e. klasse. { 25. Chevalier du Serpent d' Airain. Ridder van de koperen Slang. 6e. klasse. { 26. Prince de Merci. Prins van genade. 6e. klasse. { 27. Souverain Commandeur du Temple. Souverein Kommaudeur des Tempels. 7e. klasse. { 28. Chevalier du Soleil, Prince Adept. Ridder van de Zon, Ingewijde Prins. 7e. klasse. { 29. Grand Ecossais de Saint andré d'Ecosse. Groot-Schot van St. andré van Schotland. 7e. klasse. { 30. Grand Élu Chevalier Kadosch. Groot Uitverkoren Ridder Kadosch. 7e. klasse. { 31. Grand Inquisiteur Souverain Commandeur. Groot-Inquisiteur Souverein Kommandeur. 7e. klasse. { 32. Souverain Prince de Royal secret. Souverein Prins van het Koninklijk Geheim. 7e. klasse. { 33. Souverain Grand-Inspecteur-Général. Souverein Groot-Inspecteur-Generaal. Het Fransche Gr∴ O∴ heeft bijzondere vriendschapsverbonden aangegaan met de G∴ L∴ van Bern, België, Brazilië, Charlestown, Dublin, Haïti, Hamburg, Louisiane, New-York, New-Grenada, Richmond, Virginië, Zweden. Wat betreft de instellingen van weldadigheid en bevordering van Maç∴ deugden, heeft de L∴ Isis Monthyon in 1827, en die des sept Ecossais réunis in 1828, (beide te Parijs), een fonds gesticht, voor een' eereprijs aan diengenen onder de leerlingen der armscholen te Parijs, die zich, gedurende zijnen leertijd, het meest zal hebben onderscheiden, een twaalftal mindere prijzen voor de daarop volgende leerlingen, en een gouden eerepenning voor den meester, die den hoogst bekroonden leerling zal hebben onderwezen. De Loges les fidèles Ecossais en les Frères unis intimes, bragten in hetzelfde jaar een fonds bijeen, om daaruit op het St. jans-feest eereprijzen uit te reiken aan personen, die door bijzondere deugden hadden uitgeblonken. In het jaar 1858 besloot het G∴ O∴, op voorstel van den Secretaris Br∴ morand, tot het jaarlijks uitreiken van eerepenningen, ter belooning van zulke werkplaatsen en BB∴, die zich zouden hebben onderscheiden, door instellingen of vindingen, die tot nut van het menschdom strekken, door daden van zelfopoffering, door deugd, of door uitstekende diensten jegens de Orde, of eindelijk door werken, die wezenlijk nuttig voor de V∴ M∴ zijn. In hetzelfde jaar werd door twee LL∴ van Lyon, Union et Confiance en les Chevaliers du Temple, elk voor zich zelve inrigtingen daargesteld, om uitstekende Mac∴ of maatschappelijke daden te beloonen, door medailles of door fraaije Maç∴ decoratiën en juweelen, terwijl eindelijk in 1842 te Marseille eene inrigting gevormd is, om jonge meisjes onderwijs te verschaffen, en haar een ambacht te doen leeren, daar zij hun bestaan in kunnen vinden. Eindelijk zijn er op onderscheiden plaatsen bewaarscholen opgerigt, en is ook onder anderen te Parijs, door eene Loge, eene vereeniging daargesteld tot het geven van gratis geneeskundige behandeling aan behoeftige zieken, en regtsgeleerden bijstand aan ongelukkige behoeftigen, zoowel VV∴ MM∴ als profaneu. De Loge la Clémente Amitié te Parijs, die zich reeds zoo vaak op eene bijzondere wijze verdienstelijk had gemaakt, niet slechts door ruime giften, in tijden van nood en aan hulpbehoevenden uitgereikt, maar ook door in 1838 te besluiten, jaarlijks medailles voor deugdzame daden uit te reiken, en in 1840 door het instellen van een' kosteloozen cursus van burgerlijke huishoudkunde voor alle VV∴ MM∴, heeft aan hare pogingen de kroon opgezet, door, op het voorstel van haren Reg∴ M∴, Br∴ desanlis, te besluiten, om met ijver aan te dringen bij het G∴ O∴, tot het oprigten van eene instelling, welke algemeene navolging verdient, en waartoe het G∴ O∴ ook heeft besloten. Al dadelijk is door het G∴ O∴, de L∴ Clémente Amitié, de BB∴ desanlis, juge, rouhaud en een inmiddels overleden B∴ ingeschreven voor fr. 3150. Deze instelling is die van een centraal gesticht van weldadigheid te Parijs, dat zich bevindt in de Saint-Gilies-straat, No. 10, door eene afzonderlijke kommissie bestuurd wordende. De ondersteuning bestaat in voeding en huisvesting, of alleen in voeding. Een Br∴ kan daar veertien dagen verblijven; is hij reizend Br∴, dan beslist de kommissie, of hem bij zijn vertrek reisgeld zal worden gegeven. De Loges en VV∴ MM∴ die ingeschreven hebben, bezitten alleen het regt tot voordragt der plaatsing, de kommissie beslist. Zijn er meer aanvragen dan plaatsen, dan hebben de voordragten der LL∴ de voorkeur. Er bestaan correspondenten, om over de verzoekers informatiën in te winnen, welke zij binnen 24 uren moeten inzenden. Geen Br∴ wordt toegelaten, tenzij in het bezit van zijne papieren, en behoeftig en onbesproken van gedrag zijnde. Bij het intreden moet de toegelatene zijne papieren aan den directeur afgeven, van wien hij ze bij zijn vertrek terug ontvangt. Buiten de voeding en het verblijf in het gesticht, kan de kommissie ook daar buiten onderstand in natura verleenen, als: brood, vleesch, hout en kleedingstukken. In meer dan gewone gevallen kan de kommissie ook ondersteuning in geld uitreiken, en ook voorloopig ondersteuning geven tot het inkomen van het noodige berigt. Ten einde de kommissie in staat te stellen tot het verschaffen van arbeid aan BB∴, die zonder werk mogten wezen, maken de Reg∴ M∴ bij elke te houden L∴ bekend, welke soort van werklieden geplaatst wenschen te worden, en noodigen de aanwezigen uit tot de mededeeling, of zij, en zoo ja, welke werklieden zij kunnen plaatsen, terwijl de kommissie geene andere werklieden ter plaatsing zal voorslaan dan hen, omtrent wier zedelijk gedrag en ijver zij voldoende berigten hebben ontvangen. De kommissie vergadert ten minste een's weeks op een' vastgestelden avond. Dagelijks bezoekt een der leden bij beurten het gesticht, onderzoekt de spijzen, neemt de klagten aan, en maakt een dagrapport, Drie malen achtereen verzuimende, zonder wettige redenen, is hij van zijnen post vervallen. Behalve de ingekomen ruime bijdragen in geld en kleedingstukken, hebben hout- en wijnkoopers aangeboden, ieder op zijne beurt het gesticht voor een' geheelen winter van het in hun vak noodige te voorzien, en is door onderscheidene BB∴, op hunnen naam, ieder een bed met al het noodige geschonken. Door de oprigting van dat voorbeeldig gebouw, hoopt men der wezenlijke behoefte te gemoet te komen, en het misbruik, dat van de liefdegiften gemaakt wordt, uit den weg te ruimen, terwijl daardoor tevens gelegenheid is gegeven, de behoeftige BB∴, die zonder werk zijn, dit op eene behoorlijke wijze te verschaffen. - Het G∴ O∴ heeft een nieuw gebouwd eigen lokaal, in hetwelk men eene bibliotheek en een penningkabinet heeft aangelegd.
_alg008alge01_01_6_33
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 35 }
[Frans I, (Stephanus)] FRANS I, (STEPHANUS) Roomsch-Duitsch Keizer, gemaal der Oostenrijksche Keizerin maria theresia, geboren den 8sten December 1708, overleden den 18den Augustus 1765. Hij werd in het jaar 1731, toen hij nog Hertog van Lotharingen was, in 's Hage onder het voorzitterschap van den Graaf van chesterfield (zie het Art. dormer stanhope) tot leerling en gezel opgenomen. Naar preston's Illustratiën (Ed. 1821, bl. 231), en noorthouck Const., bekleedden daarbij de Esquire strickland het ambt van gedeputeerde Meester, benjamin hadley en een Hollandsche (Dutch) Broeder de Opzienersposten. Uit dit Dutch hebben de Franschen den naam Ducth gemaakt, (zie dutch.) In Londen ontving hij in hetzelfde jaar den Meestergraad. Toen hij na den dood van johannes gasto van medicis, in het jaar 1737, de regering van het Groot-Hertogdom Toskanen aanvaardde, liet hij niet slechts in zijne Staten alle voormalige vervolgingen tegen de Vrijmetselaren ophouden, maar beschermde hen ook tegen de geestelijkheid.
_alg008alge01_01_6_34
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 36 }
[Frans, (Joseph Karel)] FRANS, (JOSEPH KAREL) Keizer van Oostenrijk, en tot dep 6den Augustus 1806, ook Roomsch-Duitsch Keizer, en als zoodanig frans II, geboren den 12den Februarij 1768, verbood de Vrijmetselarij in verschillende tijdvakken. In het jaar 1794 liet hij, op den rijksdag te Regensburg, den voorslag doen, alle geheime gezelschappen, zoo als: de Vrijmetselaren, Rozenkruizen en Illuminaten, te onderdrukken. Doch op de vertoogen der gezanten van Pruissen, Brunswijk en Hanover, weigerden de Stenden het besluit, en antwoordden den Keizer, dat hij wel in zijne eigene Staten de Loges kon verbieden, dat men echter in de overige Duitsche Staten de vrijheid wilde handhaven. Ten gevolge van de verordening des Keizers, van 23 April 1801, moesten toen alle staatsdienaren, zoowel die aangesteld zouden worden, als zij, die reeds eenig ambt bekleedden, een eed afleggen, dat zij in geene geheime verbindingen stonden, en moesten beloven, in geen geval zich met hen in te laten.
_alg008alge01_01_6_35
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 37 }
[Fransch Systema] FRANSCH SYSTEMA. Zie stelsel en frankrijk.
_alg008alge01_01_6_36
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 38 }
[Frazer, (Georg)] FRAZER, (GEORG) Hoofd-Opziener van de Accijnsen van Schotland, Meester der Loge te Cannongate-Kilwinning, had de acte, waardoor aan willem sinclair van roslin, den 24sten November 1736, het Erf-Groot-Meesterschap ontzegd werd, als getuige mede onderteekend.
_alg008alge01_01_6_37
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 39 }
[Frederik I] FREDERIK I, Koning van Zweden, verbood door een edict van 21 October 1738, de vergaderingen der Vrijmetselaars op doodstraf, doch trok dat in hetzelfde jaar weder in.
_alg008alge01_01_6_38
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 40 }
[Frederik II] FREDERIK II. Het is genoeg bekend, en op nieuw door de levensbeschrijving van frederik den Grooten als Vrijmetselaar, voor alle medeleden des verbonds uitvoerig bewezen, dat Pruissens groote held het besluit in Holland opvatte, om Vrijmetselaar te worden. In de maand Julij 1738 kwam hij namelijk met zijnen vader, den toen regerenden Koning frederik willem I, en de Prinsen van Anhalt-Dessau en Holstein-Beck, den Graaf von der lippe buckerurg, en verscheidene andere voorname Heeren, van Middagten, over Zutphen, naar het Loo, om den Prins van Oranje en diens gemalin, frederik willems nicht, een bezoek te geven, welligt ook, om nog eenige aangelegenheden nopens de nalatenschap van willem III te regelen. Toen zij aan tafel zaten, liet Koning frederik willem I, zich met hevigheid uit tegen het verbond der Vrijmetselaren, die hem als Atheïsten en ketters afgemaald waren. Toen de regerende Graaf von der lippe, die als Vrijmetselaar bekend stond, de Orde openlijk verdedigde, en zulks met kracht deed, ontkiemde in frederiks borst de wensch, om ook Vrijmetselaar te worden, en nog dienzelfden dag gaf hij zijne begeerte te kennen aan dien verdediger des verbonds, die ook door bemiddeling eens Broeders, den Baron von albedyll, in Hanover (daar hij zelf in Engeland aangenomen, en met den stand der Vrijmetselarij in Duitschland niet bekend was), den wensch des Kroonprins ten uitvoer bragt. Wie de betrekking kende tusschen den Kroonprins en zijnen vader, die geene tegenspraak dulde, en ongaarne tegenkantingen ondervond of aanhoorde, had veelligt tot het vermoeden aanleiding kunnen krijgen, dat juist de tegenovergestelde inzigten des Konings voor den Kroonprins eene bijzondere beweegrede tot de niet aanneming zouden geweest zijn. Maar frederik de Groote wide anders beoordeeld zijn; hij, die zich met zijnen doorluchtigen en voorwaarts strevenden geest blindeling aan den wil zijns vaders moest onderwerpen, zonder eenig woord tot zijnen regtvaardiging te kunnen inbrengen; die jegens zijnen vader geheel onderwerping was, schatte in den Graaf von der lippe den mannelijken moed, de waarheidsliefde en de vrijmoedigheid zeer hoog, en verkreeg daardoor de overtuiging, dat een zoo edel man ook eene goede zaak moest voorstaan. De nacht van den 14den op den 15den Augustus 1738, toen de Kroonprins met zijnen vader in Brunswijk wilde zijn, werd tot de aanneming bepaald, en de eerste Hamburger Loge, (die in den jare 1740 den naam van Absalom aannam), waartoe de Baron von albedyll behoorde, zond de afgevaardigden von oberg, löwen en bielfeld, bij welke zich nog de Graven von der lippe en von kielmansegge en de Baron von abedyll bevonden, en voltrokken de aanneming in de drie graden, op uitdrukkelijken wensch des Kroonprinsen, met alle ceremoniën. Op de reis van Hamburg naar Brunswijk voerden de afgevaardigde BB∴, Baronnen von bielfeld, oberg en löwen, een' grooten koffer met zich, waarin zich de noodige werktuigen, meubelen, enz. bevonden. Uit hoofde van degen koffer moesten zij, om onaangenaamheden te ontgaan, bij het doorzoeken hunner bagaadje door de kommiesen, en ten einde nadeelige vermoedens te ontgaan, zich voor kwakzalvers uitgeven. Deze stad werd met opzet gekozen, eensdeels, omdat men daartoe VV∴ MM∴ van Hamburg wilde doen komen, en anderdeels, omdat tegen het bepaalde tijdstip aldaar mis of jaarmarkt zoude gehouden worden, welke eene menigte vreemdelingen daarheen lokte; door welke omstandigheid men hoopte, de geheele zaak te bedekken voor den Koning, die hen alle, als de zaak hem bekend ware geworden, zeker niet zeer zoetsappig behandeld zoude hebben. In den aanvang moest de Kroonprins zijne aanneming in de Orde zeer geheim houden, om des Konings argwaan niet op te wekken; dus werden op het Slot Rhijnsberg, waarheen de Kroonprins de Hamburger Broeders von oberg en bielfeld ontboden had, vele vergaderingen naar Maçonniek gebruik gehouden. Reeds op den 2den Junij 1740, vier dagen na zijne troonsbeklimming, verklaarde de Koning openlijk, dat hij Vrijmetselaar was, hield tien dagen later, op het Koninklijk Slot te Charlottenburg, eene Loge, waarin bij zelf den hamer voerde, en den Prins wilhelm van Pruissen (oudste broeder des Konings), den Markgraaf karel, den Hertog van Holstein-Beck en den Kapitein von möllendorf, in de beide eerste graden aannam. Deze heette Loge Première. De voornaamste Leden dezer worden zelfs in prof∴ werken van dien tijd opgegeven, en wel in de volgende bewoordingen: ‘Al dadelijk bij den aanvang werden van de Medeleden derzelve te Berlijn de navolgende bekend gemaakt. De Graven von wartensleben, von truchsess, von waldburg, de Heeren von queist, von kaiserling, von knobelsdorf, Geheimraad jordan, von möllendorf en fredersdorf.’ Opmerkelijk is het, dat het meerderdeel der genoemde personen behoorden tot diegenen, welke, tijdens 's Prinsen verbanning van het Hof zijns vaders, zijn stil en afgezonderd leven te Ruppin, en later te Rhijnsberg, met hem deelden, en op zeer vertrouwden voet met hem omgingen, zoodat men die personen als zijne gunstelingen kon aanmerken, gelijk er dan ook geen onder is, die niet, na de troonsbestijging van den Kroonprins, spoe-dig tot eer, aanzien en groote posten klom. Vele dezer personen werden later tot de gewigtigste diplomatieke zendingen gebruikt; andere, in hooge krijgsambten geplaatst, deden hunnen naam op de slagvelden van de Silezische en zevenjarige oorlogen schitteren, terwijl eindelijk het laatste gedeelte hunner met gewigtige burgerlijke ambten werd begiftigd. Om dit ons gevoelen met een enkel woord te staven, daar wij, tot ons leedwezen, om het bestek, buiten staat zijn den levensloop van al de hier genoemden in de Pruissische geschiedenis te volgen, zullen wij een' der personen aanhalen, welke, onder de genoemde, de minst verhevene maatschappelijke betrekkingen vervulde, namelijk, den Heer fredersdorf, die toen 's Konings Kamerdienaar was. Fredersdorf, in de laatste jaren 's Prinsen liefste Kamerdienaar, werd dadelijk na de troonsbestijging tot eersten Koninklijken Kamerdienaar benoemd, en hem eene Ridderlijke Heerlijkheid van 20,000 rijksdaalders geschonken. In de daaropvolgende maand September benoemde hem de Koning tot Geheim-Kamerheer en Opper-Thesaurier. Later hield de Koning nog vele Loges in het Slot te Berlijn, in Charlottenburg en Rhijnsberg, en voltrok in November 1740 in zijne kamer de aanneming zijns zwagers, den regerenden Markgraaf van Bayreuth. Den 13den December 1740 werd, met toestemming des Konings, de eerste Loge in Berlijn, onder den naam: de drie Wereldbollen, ingewijd, en verklaarde hij zich tot Grootmeester der Orde, en van dezen tijd af hield de Maçonn∴ werkzaamheid van frederik II, door zijne gewigtige staats- en krijgsaangelegenheden, meer en meer op. De voorname oorzaak tot zijne geheele terugtrekking lag echter in de volgende gebeurtenis. Toen frederik Silezië veroverd had, moest hij ook trachten dat land te behouden, en zijne overige provinciën te dekken. Om dit oogmerk te bereiken, was het noodig de oude vestingen te verbeteren en er nieuwe aan te leggen. De Koning droeg de uitvoering hiervan op aan den Generaal wallrave, een' zijner bekwaamste Ingenieurs. In het bijzonder werd de vesting Neisse versterkt door eenige forten, en door mijnen, die haar tot op een kwartieruurs afstands omgaven; want zij was de grensvesting tegen Oostenrijk. Die zelfde Generaal wallrave, die een lieveling des Vorsten en Medelid der L∴ was, in welke zijn Koning als R∴ M∴ voorzat, was, door goud verblind, met Prins kaunitz te Weenen in briefwisseling getreden, en wilde het plan van de vesting Neisse, van de ligging der mijnen, en van derzelver verbinding met de werken, aan het Oostenrijksche Kabinet verkoopen. De onderhandelingen echter werden niet voorzigtig genoeg voortgezet; de Postmeester-Generaal kreeg argwaan, en gaf den Koning berigt. Toen nu weder een brief van wallrave verzonden zoude worden, werd deze aan den Koning gebragt. Frederik brak dien open, en de misdaad stond klaar voor zijne oogen. Hij zag zich aan zijne vijanden verraden; verraden door zijnen gunsteling; door een Medelid zijner L∴, die slechts uit 24 leden bestond, op welker trouw, liefde en verknochtheid hij, krachtens zijn' helderzienden blik, onwrikbaar gebouwd had. Hij zag zich verraden en verkocht als Koning, vriend en B∴, en in de treurige noodzakelijkheid gebragt, hem, dien hij met weldaden overladen en als B∴ omarmd had, als landverrader te straffen. Langen tijd overlegde frederik, totdat hij een besluit nam, tot hetwelk slechts de echte V∴ M∴ in staat is, die, voor zoo verre het den mensch gegund is, den O∴ B∴ H∴ der wereld tracht na te streven. Hij riep eene L∴ bijeen, in welke hij met geestdrift en vuur op eene leerzame wijze sprak over de pligten, welke de echte V∴ M∴, zoowel jegens de O∴, zijne Broeders, als ook jegens het Vaderland moet vervullen. Bij het einde dezer ernstige en indrukmakende redevoering, werd zijn toon ernstig, en zijne woorden deden allen verwonderd staan. De diep gekrenkte Vorst verhief zich van zijnen zetel en sprak: ‘Een der hier vergaderde BB∴ heeft op eene zware, ja, doodschuldige wijze gezondigd tegen de wetten der O∴, tegen zijn' pligt, tegen den Staat, zijn' eed en zijne trouw en dankbaarheid jegens mij, als voorzittend M∴ en als zijn' Koning. Als Koning wil ik het niet weten, als regerend M∴ het hem vergeven, als B∴ bied ik hem de hand, om hem van zijnen val weder op te rigten, en als mensch wil ik hetgene geschied is, vergeten. Ik verlang slechts, dat hij zijne misdaad hier bekenne, dat hij in zich zelven keeren en zich zal beteren; in dit geval blijft alles onder ons, en nimmer zal hiervan weder melding gemaakt worden. Zwijgt hij echter, en neemt hij de hem aangebodene vergiffenis niet aan, zoo moet ik als M∴ hem bekend maken, dat ik genoodzaakt zal zijn, de L∴ voor altijd te verlaten, en, als Heer en Koning, als eerste Ambtenaar van den Staat, hem aan de uitspraak der wetten over te geven.’ Ontroerd zagen de leden der Vergadering elkander aan. Niemand kon zich de schrikbarende woorden des Konings verklaren; zelfs wallrave vermoedde niet, dat zijn verraad ontdekt en die op hem gemunt waren. Na eene poos herhaalde de Koning dezelfde woorden. Alle zwegen. Frederik sprak ten derden male. Alle waren verstomd. In de oogen van den grooten Koning blonken tranen. Hij sprak verder: ‘Als V∴ M∴ heb ik mijnen pligt vervuld; ik ontwaar echter, dat onder dit kleine aantal geen V∴ M∴'s gevoel heerscht, dat eed, pligt, trouw noch erkentelijkheid in staat zijn menschen te boeijen, en het alvermogen der hartstogten te beteugelen. Zoo doende sluit ik dan heden en voor altoos deze L∴; nooit zal ik den M∴ weder voeren!’ Plegtig sloot frederik, volgens V∴ M∴'s gebruik, de L∴, en legde, tot in zijn binnenste bewogen en met ontbloot hoofd, den M∴ op het altaar voor altoos neder. In het voorvertrek eischte de Koning den Generaal wallrave den degen af; liet hem in arrest brengen, en later zijn proces opmaken. Hij werd tot streng en levenslang vesting-arrest veroordeeld, en naar eene door hem zelven gebouwde gevangenis gevoerd. Wallrave moest namelijk vroeger op 's Konings bevel, te Maagdeburg in een Fort eene gevangenis bouwen. Deze gevangenis moest voor een' Staatsmisdadiger dienen, en zoodanig ingerigt zijn, dat het onmogelijk ware, daaruit te ontkomen, of zich daarin om te brengen. De wanden en de grond waren opgevuld en met zwart laken overtrokken, zoodat men zich niet eens door stooten konde kwetsen. Wall-rave leefde hier zeven jaar zonder licht (want slechts eene kleine schemering viel van boven neêr), zonder schrijfbehoeften of boeken, aan zich zelven en aan het scherpknagende gevoel van naberouw overgelaten. Geen mensch mogt bij hem toegelaten worden, en zelfs de Officier die hem het voedsel bragt, dat zoodanig voor hem toebereid was, dat hij het zonder lepel, mes en vork nuttigen konde, mogt geen woord met hem wisselen. Na verloop van zeven jaar, verkreeg hij, op 's Konings last, eene betere gevangenis, met een klein tuintje, waarin hij lucht konde scheppen en zich beweging verschaffen. De overige omstandigheden bleven nogtans dezelfde. Wallrave zat hier tot aan zijnen dood, afgescheiden van de wereld der levenden. Eens waagde hij het, door den 88sten Psalm, om bevrijding uit zijnen kerker te smeeken, waarop de Monarch hem met den 101sten Psalm antwoordde. Van den tijd af, dat frederik II gedwongen was, het strafambt tegen eenen B∴ op zich te nemen, kon hij niet langer Medelid zijn, en dit alleen was de oorzaak, waarom de groote Koning en menschenvriend de L∴-Vergadering niet meer bezocht. Doch de Koning vereerde de O∴ tot aan zijnen dood; want hij was overtuigd, dat de Medeleden der O∴ met liefde, trouw en verknochtheid aan hunnen Koning en aan hun vaderland waren gehecht. Deze daadzaak wordt, wel is waar, tegengesproken door sommigen, en vooral door hen, die aan de Loge de drie Wereldbollen, als eene oorspronkelijk door den Koning gestichtte L∴, een groot overwigt en aanzien wenschten te verschaffen; maar de waarschijnlijkheid pleit er voor. Behalve de voormelde bewijzen zijner op eens bekoelde belangstelling in de Orde, en zijne persoonlijke voorzitting als reg∴ M∴ en bestuurde in wij dingen, is wallrave, van wien hier boven gesproken wordt, bekend in de geschiedenis als zeer in aanzien bij frederik. Bij diens komst tot den troon was wallrave slechts Kolonel der Genie; na het innemen der vesting Brieg echter (4 Mei 1741) werd hij tot Generaal-Majoor bij dat wapen bevorderd, en niet lang daarna (vóór 29 Maart, 1742) tot Chef van het toen op-gerigte regement pioniers, Generaal en Chef van het corps Koninklijke Pruissische ingenieurs, Kommandant der vesting Neisse en Directeur des vestingbouws te Neisse en Brieg benoemd. Daar den Koning meer dan eens medegedeeld werd, dat Oostenrijk het oogmerk had, om in zijn land te vallen, hetzij langs de grensvestingen van Oud-Pruissen, of wel het oog had geslagen op zijne Silezische vestingen, zoo droeg hij den Generaal wallrave onder anderen op, de werken van Maagdeburg, Wezel, Brieg en Neisse te volmaken en die van Stettin aan te leggen. Wij vinden dan ook de plegtigheden in het breede vermeld, waarmede op den 29sten Maart 1742, te Neisse de algemeene herziening en verbetering der vestingwerken begonnen werd, en ook die, waarmede de Koning in persoon, op den 30sten Maart 1743, den eersten steen legde tot het Fort Pruissen, dat wallrave daar aan zou leggen (gelijk hij er ook een van denzelfden naam te Stettin heeft aangelegd). Doordien nu wallrave de meeste vestingen hersteld of aangelegd had, was er niemand in Pruissen, die Oostenrijk vollediger narigten daaromtrent kon geven. Hij was dus een man van groot gewigt voor Oostenrijk; en wanneer men nu bedenkt, dat, gedurende de verschillende oorlogen tusschen Pruissen en Oostenrijk, menschen uit de hoogste standen het van zich konden verkrijgen, om zich tot handlangers en werktuigen van den vijand te laten gebruiken; dat men almede van beide zijden niet altijd even kiesch was in de keuze der middelen, om elkander nadeel toe te brengen, ja dat men het meer dan eens toelegde op frederiks leven, en daartoe zelfs een' Kamerdienaar omkocht, die den Koning vergif in een' kop chocolade aanbood, dan zal men wel kunnen begrijpen, dat er pogingen werden aangewend, om een' persoon te winnen, die zoo vele en alles afdoende inlichtingen kon geven. Bij al het aangevoerde zou het echter eene vooronderstelling blijven, en niets meer, wanneer de schriften van dien tijd, hoewel dan ook gedeeltelijk, daar niet in te gemoet kwamen. Wij vinden dan geboekstaafd, dat de Generaal wallrave, in Februarij 1748, gearresteerd en vervolgens naar Maagdeburg vervoerd werd, zijnde tot eene levenslange gevangenis aldaar veroordeeld. Wel is waar (en de waarheidsliefde noopt ons, dit niet met stilzwijgen voorbij te gaan), dat twee schrijvers als oorzaak opgeven, dat dit was uit hoofde van gepleegde ontrouw in zijne directie van den vestingbouw, waarin hij het land met 40,000 rijksdaalders zoude hebben benadeeld; maar hier tegenover staat de getuigenis van een' anderen schrijver (Vie de frederic II, Roi de Prusse, Strasbourg 1788, 8o., T. VI., Suppl. pag. 233.), die, gelijk uit zijn geheele werk blijkt, eenigzins beter ingelicht schijnt. Deze schrijver zegt, na de vermelding van wallrave's vervoer naar Maagdeburg, dat hij de plannen der forten en operatiën, die de Koning hem toevertrouwd had, aan den vijand had gezonden, maar dat zijne brieven onderschept en aan den Koning overgeleverd werden; dat frederik hem had doen komen, hem zijne trouweloosheid verweten, en hem had toegevoegd, dat hij, alles bekennende, volkomene vergiffenis zoude erlangen; en verder, dat wallrave hardnekkig bleef ontkennen; maar dat de Koning hem toen zijne eigene brieven toonde, waarop wallrave verplet aan 's Konings voeten viel, en om genade smeekte; doch dat de Koning daarop zeide, dat het thans te laat was en hem liet wegvoeren. Wel is waar, die schrijver zegt, dat wallrave door eene bijzit verraden werd. Deze omstandigheid kan echter evenzeer waar zijn; zij kan de eerste geweest zijn, die dit berigt aan den Postmeester Generaal bragt en kan alzoo het eerste spoor aangewezen hebben. Na het aangevoerde meenen wij te kunnen besluiten, dat het medegedeelde, hoewel eenigzins gekleurd, waarheid behelst. Wij zagen, dat Generaal wallrave in 's Konings gunst en vertrouwen deelde, en dat deze door onderscheidene schrijvers, hoewel dan ook op verschillende wijzen, van ontrouw beschuldigd wordt. Doch deze tegenstrijdigheid moest uit den aard der zaak zelve geboren worden, en geeft nog meer grond, om de waarheid der daadzaak te gelooven. Het gewigtige van den persoon, het geruchtmakende der zaak, en ook de geheime plaats, waar die was voorgevallen, en die het onmogelijk maakte, dat de geheele waarheid ter oore van het publiek kwam; dit alles moest natuurlijk aanleiding geven tot vele en vreemdsoortige gissingen, zoo als dan ook een schrijver het bestaan van vele gissingen deswege bevestigt. Frederik II werd dus de grondlegger der eerste Loge in Pruissen, en, voor geheel Duitschland, de magtigste beschermer der van vele zijden verdachte Vrijmetselaars-Broederschap, en de Duitsche Broeders vierden, na het honderdjarig bestaan hunner Groote Loge, in 1840 hiervan nog de plegtige gedachtenis. Zij lieten bij die gelegenheid eene medaille ter gedachtenis van deze gebeurtenis vervaardigen. Deze medaille vertoont aan de eene zijde het borstbeeld des Konings, in toenmalige krijgmanskleeding, met den band van Reg∴ M∴ omhangen; op de keerzijde ziet men een' ingelegden vloer en eene gordijn, op welke de Pruissische adelaar boven het wapen der drie Wereldbollen zweeft; boven de gordijn zijn de stralen van het daarachter geplaatste licht zigtbaar. De Latijnsche spreuken vermelden hem als stichter der V∴ M∴ in Pruissen en de viering van het eeuwfeest. Bij het openen en sluiten werd dezelfde M∴ gebezigd, welke door frederik den Grooten was gebruikt, tijdens hij als Reg∴ M∴ de werkzaamheden zijner L∴ bestuurde. Ook het door hem gedragen schootsvel was aanwezig, terwijl ook later de Loge Horus, te Breslau, aan die der drie Wereldbollen het zwaard schonk, dat bij de aanneming van dien vorstelijken Br∴ was gebruikt. Tot een klaar bewijs voor eene vroeger te Berlijn bestaan hebbende afzonderlijke Loge onder het onmiddelijk bestuur des Konings, en welke zich Loge Noble of Loge Première noemde, en waaruit reeds dadelijk is op te maken, dat zij uit de voornaamste personen bestond, moge dienen, dat de L∴ de drie Wereldbollen, - zelve in hare geschiedenis (Berlijn 1840) opgeeft, dat zij op den 14den Februarij 1743 had besloten, om den Graaf gotter schriftelijk te verzoeken, haar te willen onderrigten, of het waar was, wat men verhaalde, namelijk, dat op den 30sten Januarij, op bevel van den Koning, eene vereeniging van Vrijmetselaars had plaats gevonden, en dat daarbij slechts aan zekere daartoe uitverkoren BB∴ den toegang vergund was, terwijl er bijgevoegd wordt, dat er in de notulen niets naders wordt gevonden, nopens den uitslag dier zaak, dan alleen, dat dit schrijven op den 21sten Februarij bewerkstelligd, en door eene deputatie, bestaande uit den Reg∴ M∴, benevens twee BB∴, was overhandigd geworden. Bovendien blijkt het, dat de L∴ de drie Wereldbollen, in hare vergadering van 23 Mei 1743, besloten heeft, de Byoux der Loge Noble voor omstreeks 200 thalers (f 360, -) te koopen. Frederik, dit is bekend, vraagde eens den sterrekundige maupertuis, wat de Differentiaal-rekening was. Deze gaf den Koning nu eene oppervlakkige verklaring, waarmede frederik niet tevreden was, en eene meer grondige uitlegging vorderde, waarop de wiskundige ten antwoord gaf: ‘Sire! hiertoe zie ik geene kans; de hoogere wiskunde is even, als het geheim der VV∴ MM∴; door verhalen leert men dit niet kennen; men moet zich doen inwijden, om het geheel te kunnen bevatten,’ hierop hernam de Koning glimlagchend: ‘Dan zal ik de hoogere wiskunde niet leeren; want ik zie het aan mij-zelf, dat de inwijding niet elks zaak is.’ Op den 7den Februarij 1778, antwoordde frederik op de inlevering van eene teekenpl∴ der L∴ Royale York, door een kabinetschrijven, dat eindigde met de woorden: ‘Dat hij altijd belang zoude hechten aan eene vereeniging, die haren hoogsten roem stelt in het onvermoeid en onafgebroken verbreiden van alle deugden, die den regtschapen man en den goeden burger versieren.’ In het gouden boek van den Hoogen Raad van den 33sten graad, in Frankrijk (1808), bladz. 7, staat: ‘dat frederik II, op den 1sten Mei 1786, de hooge graden en Maçonnieke constitutiën van het oude stelsel had doen herzien; dat hij acht graden had gevoegd bij de 25, welke reeds in Pruissen bestonden; dat hij een' Hoogen Raad voor de 33 graden had gesticht, en in persoon, ten dienste van dezen, een reglement in 18 arti-kels had opgesteld.’ Dit alles is nogtans verdicht. Frederik hield zich op dat tijdstip volstrekt niet meer bezig met de V∴ M∴, uit welke hij zich reeds ruim veertig jaren te voren had teruggetrokken. Buitendien had hij nooit anders gearbeid, dan in de drie eerste graden, en spotte met de hoogere, zoo als hij dan ook, op den 2den Julij 1786, tot zijn' geneesheer Prof. zimmermann had gezegd: ‘Alchymie en Theurgie hebben thans hunnen zetel in de V∴ M∴ opgeslagen; ik bespot deze dwaasheden.’ Op den 24sten Januarij 1712 geboren, overleed hij op den 17den Augustus 1786.
_alg008alge01_01_6_39
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 41 }
[Frederik Willem Lodewijk] FREDERIK WILLEM LODEWIJK, Prins van Pruissen. Ofschoon willem III eerst laat medelid der Vrijmetselaars-Orde is geworden, en nimmer als zoodanig werkzaam was, zoo gaf hij bij het aanvaarden zijner regering der Groote Nat∴ Moederloge: de drie Wereldbollen, de verzekering, haar te willen beschermen, en gaf hij ook die verzekering later aan twee andere GG∴ LL∴, en ten bewijze, welke groote gedachte hij van de Orde had, dient nog de aanneming zijns tweeden zoons, Prins frederik willem lodewijk, en de overgave aan dezen zoon van het Protectoraat der Orde in alle Pruissische Staten, dat kort voor zijnen dood plaats had. Deze aanneming geschiedde op den 22sten Mei 1840, in tegenwoordigheid van de Grootmeesters der Pruissische Groote Loges, terwijl tot aandenken aan dezelve, door den kunstenaar g. loos, een gedenkpenning geslagen werd.
_alg008alge01_01_6_40
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 42 }
[Frederik] FREDERIK, Prins der Nederlanden. Zie willem frederik karel.
_alg008alge01_01_6_41
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 43 }
[Frederik Hendrik] FREDERIK HENDRIK. Het register der notulen van eene Loge, die in 1637 te 's Hage, onder den titel van frederiks Vrededal, bestaan heeft, maakt gewag van de benoeming van Prins frederik hendrik van nassau tot Grootmeester der Vrijmetselarij in de Vereenigde Provinciën, en tot Opper-Uitverkoren Meester, welke benoeming door de in Kapittel vergaderde Broeders was geschied. Zie vredendal.
_alg008alge01_01_6_42
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 7, "section": 44 }
[Furlak] FURLAK. Een beteekenend woord in de hoogere graden. (Schotsche Ritus 22e. graad.)
_alg008alge01_01_6_43
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 8, "section": 1 }
[Gabaon] GABAON. (Eigenlijk Gibeon, Heuvel.) Zie 2 Chron. I:3, welke de Vulgata in Gabaon veranderd heeft. Deze plaats heet ook Gibea (zie 1 Sam. VII:1 en 2 Sam. VI:3 en 4), de naam van de plaats, waar de Israëlieten in oorlogstijden de Arke des Verbonds verborgen. Het is de zinnebeeldige naam van eenen Meester, en beteekent, dat een Meester over de onderhouding der Orde en de naauwkeurige naleving der ingevoerde grondregelen moet waken; ook nog, dat het hart van eenen Vrijmetselaar zoo zuiver moet zijn, dat hetzelve God tot eenen aangenamen tempel strekke.
_alg008alge01_01_7_0
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 8, "section": 2 }
[Gädicke, (Johann Christiaan)] GäDICKE, (JOHANN CHRISTIAAN) geboren den 14den December 1763, was Groot-Hertogelijk Kommissieraad te Weimar en Boekhandelaar te Berlijn. Hij werd in 1792 in de Loge Joseph zur Einigkeit, te Nurnberg, tot V∴ M∴ aangenomen, en in 1804 bij de tot het verbond der Groote Loge de drie Wereldbollen behoorende Loge de drie Seraphynen, in Berlijn, geaffilieerd. Behalve zijne technologische en andere werken, heeft hij uitgegeven: a. Eene getrouwe opgave der BB∴ VV∴ MM∴, welke naar het systema der Groote Loge de drie Wereldbollen arbeiden. Berlijn, bij Br∴ gädicke, gr. 8vo. 1e. druk 1810, 2e. 1813, 3e. 1817. b. Vrijmetselaars-Lexicon, na veeljarige ondervinding en de beste hulpmiddelen bearbeid. Berlijn 1818, in 8vo. Dit werk bevat, in eenen alphabetischen rang, narigten van geheime gezelschappen van den ouden en hedendaagschen tijd, van Duitsche Loges, van personen, die zich in Maçonnieke en in andere, met deze in betrekking staande vereenigingen, meer of minder bekend hebben gemaakt, hetzij door hunne bijzondere mede- of tegenwerking. De schrijver verzet zich bijzonder in de voorrede tegen die BB∴, die vóór het drukken des werks deszelfs verschijning meenden tegen te gaan, omdat daarin zooveel van de hieroglyphen, symbolen en gebruiken der Vrijmetselaren zou bekend gemaakt worden, hetwelk zonder pligtverzaking niet kon geschieden. Wegens de uitgave van dit werk werd tegen den Br∴ gädicke, door een besluit van het Oud-Schotsche Directorium der Groote Nationale Moeder-Loge de drie Wereldbollen, op den 10den Maart 1818, de verbanning uitgesproken. De gebeurtenissen, ten opzigte der verschijning van dit werk, werden door wijlen den Br∴ j.c.f. gerlach medegedeeld, in het volgende geschrift: Logen-Hierarchie, besonders in bezug auf Krause's, heldman's und gädicke's Freimaurerschriften. Nebst 34 Actenstucken. Freiberg, bei craz und gerlach, 1819. In gr. 8vo. (Zie heldman.)
_alg008alge01_01_7_1
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 8, "section": 3 }
[Gador] GADOR. Een beteekenend woord in de hoogere graden.
_alg008alge01_01_7_2
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 8, "section": 4 }
[Galaad] GALAAD. De naam van den Zegelbewaarder in den Groot-Schotten graad van het Heilige Graf van jacobus VI (Sch. R. 14e. gr.).
_alg008alge01_01_7_3
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 8, "section": 5 }
[Galbert] GALBERT, een Franschman, was, volgens de Strikte Observantie, de achtste Grootmeester der Tempelheeren, na der-zelver herstelling verkozen in 1459 en overleden in 1500.
_alg008alge01_01_7_4
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 8, "section": 6 }
[Galloway (Alexander van)] GALLOWAY (ALEXANDER Graaf VAN) was Grootmeester der Groote Loge in Schotland (van de oude Vrijmetselaren), in de jaren 1758 en 1759.
_alg008alge01_01_7_5
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 8, "section": 7 }
[Gand, (van)] GAND, (De Burggraaf VAN) een voornaam persoon van Spanje, was de tweede Grootm∴ van het Schotsch philosophisch systema in Frankrijk, verkozen in den jare 1785.
_alg008alge01_01_7_6
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 8, "section": 8 }
[Gandulf] GANDULF. Zie edgar.
_alg008alge01_01_7_7
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 8, "section": 9 }
[Gangen] GANGEN. Dus noemt men de schreden, die elk Vrijmetselaar in zijne graden doet.
_alg008alge01_01_7_8
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 8, "section": 10 }
[Gangen van den Tempel] GANGEN VAN DEN TEMPEL. De Leerling doet drie, de Medgezel vijf en de Meester zeven schreden, om in den Tempel te komen.
_alg008alge01_01_7_9
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 8, "section": 11 }
[Garimont] GARIMONT, of Guimont, een beteekenend woord in de hoogere graden (Schotsche Ritus 32e. graad.).
_alg008alge01_01_7_10
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 8, "section": 12 }
[Gassicourt (de)] GASSICOURT (Cadet DE) ontwikkelde in zijn werk: het Graf van jacob molay, ten jare 1796 uitgegeven, de stelling, dat het de Vrijmetselarij was, die de Fransche omwenteling had voortgebragt, en, zoo ver de hooge graden aangaat, ten doel had, om altaren en troonen omver te werpen. Later bekende hij, dat hij in zijn Graf van jacob molay niets anders had gedaan, dan het beweerde van den Abt lefranc en van robison na te schrijven en uit te breiden. Hij verzocht zelfs in de Metselarij te worden ingewijd, hetwelk ook in 1805 in de Loge der Abeille, te Parijs, plaats had. Hij bekleedde achtereenvolgend in die Loge de waardigheid van Redenaar en van Achtbare Meester. In 1809 Adjunct-Redenaar van de Loge Sainte Joséphine zijnde, sprak hij zelfs de lofrede uit van dienzelfden ramsay, wiens hooge graden hij met zoo veel heftigheid en verontwaardiging had aangevallen.
_alg008alge01_01_7_11
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 8, "section": 13 }
[Gaston, (Johan)] GASTON, (JOHAN) de laatste Groot-Hertog van Toskane, uit het huis der Medicis, vaardigde in 1737 een streng Edict tegen de VV∴ MM∴ uit, hetwelk echter na zijnen dood, in hetzelfde jaar, nog door zijnen opvolger, den Hertog frans van lotharingen, die naderhand Roomsch Keizer werd, weder werd ingetrokken. (Zie frans L)
_alg008alge01_01_7_12
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 8, "section": 14 }
[Gaulen] GAULEN. (Convent der) Zie convent (gallisch) en lyon.
_alg008alge01_01_7_13
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 8, "section": 15 }
[Gebelin] GEBELIN. Zie court de gebelin.
_alg008alge01_01_7_14
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 8, "section": 16 }
[Gedaante eener Loge] GEDAANTE EENER LOGE, (De) is een langwerpig regthoekige vierhoek, waarvan de lengte door het oosten en het westen, en de breedte door het noorden en het zuiden bepaald wordt. Hare hoogte gaat van de aarde tot den hemel, en hare diepte van de oppervlakte der aarde tot derzelver middelpunt. De opgave van de vlakken duidt den omvang en de uitgebreidheid eener Loge aan, als de verzamelplaats der Vrijmetselaren en de algemeenheid der wereldburgerlijke grondstellingen. De hoogte geeft de vereeniging met een hooger Wezen en de verheffing tot het oneindige te kennen, gelijk de diepte de bewondering der voor ons liggende natuur aanwijst. (Zie vierhoek.)
_alg008alge01_01_7_15
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 8, "section": 17 }
[Gedeputeerde] GEDEPUTEERDE is iemand, welke een gedeelte van eene deputatie uitmaakt, of die gekozen wordt, om, bij afwezigheid van eenen Officier, deszelfs plaats te bekleeden, of de daaraan verbondene werkzaamheden met hem te deelen.
_alg008alge01_01_7_16
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 8, "section": 18 }
[Gedeputeerde Achtb∴ Mr∴] GEDEPUTEERDE ACHTB∴ Mr∴ is hij, die bij afwezigheid van den Achtbaren Meester deszelfs betrekking waarneemt.
_alg008alge01_01_7_17
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 8, "section": 19 }
[Gedeputeerde Grootmr∴ Nat∴] GEDEPUTEERDE GROOTMr∴ NAT∴ Zie m∴ nat∴ (groot-)
_alg008alge01_01_7_18
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 8, "section": 20 }
[Gedeputeerde voor het Groot-Oosten] GEDEPUTEERDE VOOR HET GROOT-OOSTEN zijn in de eerste plaats de regerende Meesters en Opzieners eener Loge, welke hunne Loge vertegenwoordigen; zij kunnen ook vervangen worden.
_alg008alge01_01_7_19
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 8, "section": 21 }
[Gedeputeerde van Loge tot Loge] GEDEPUTEERDE VAN LOGE TOT LOGE. Twee verbroederde Loges benoemen wederkeerig eenen Gedeputeerde, om elkander in de werkzaamheden behulpzaam te zijn. Deze Gedeputeerde, schoon altijd in het Oosten geplaatst zijnde, heeft slechts eene raadgevende stem.
_alg008alge01_01_7_20
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 8, "section": 22 }
[Gedike, (Frederik)] GEDIKE, (FREDERIK) Opper-Consistorieraad, Directeur van het Frederik-Werdersche Gymnasium te Berlijn, geboren den 15den Januarij 1754 en overleden den 2den Mei 1803, heeft zich als Vrijmetselaar zeer beroemd gemaakt, door zijne aanvallen in het Berlijner maandschrift, op de Jezuitische strekking, welke men in de jaren 1776-1785 aan de Vrijmetselarij wilde geven.
_alg008alge01_01_7_21
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 8, "section": 23 }
[Geestenzienerij] GEESTENZIENERIJ, (De) De leer der Indische Godin der liefde maja, was bij de oude Perzen de leer van de natuur der dingen, aan welke zich de Priesters of Magiërs toewijdden. (zie magiër.) De grondstellingen dezer leer verbreiden zich meer en meer onder verschillende wijzigingen en uitvloeisels, en zijn zelfs tot ons overgekomen, waar zij zich bepaalden tot de leer, dat de mensch door ligchamelijke en geestelijke reiniging, door het gebed, en door de kennis der verwantschap van zekere getallen en woorden met de natuurkrachten, niet alleen gelijken gang met de natuur houdt, maar zich zelven tot heer derzelve maken kan. De magie der laatste tijden bestond niet in de kennis der natuur, maar enkel in waarzeggerij, voorzeggingen en geestverschijningen, en ook aan deze kunst heeft de Vrijmetselarij, in de laatste helft der achttiende eeuw, tot eenen dekmantel moeten dienen. Cagliostro, schröpfer en andere Magiërs, hebben niet alleen door hunne schandelijke bedriegerijen, maar vooral omdat zij Vrijmetselaren waren, de Vrijmetselarij aan de grootste bespotting en verachting blootgesteld. (Zie magier.) De magie werd door de ouden voor de hoogste en heiligste aller wetenschappen gehouden, en bij alle volkeren onder den sluijer der mysteriën ingevoerd en geleerd. Zij bestond, naar de begrippen van den toenmaligen tijd, in de kennis van alle zigtbare en onzigtbare krachten des heelals en deszelfs geheime of openbare werkingen, en bevatte de verklaring der gansche natuur, de kennis van de onderlinge betrekking en afkeerigheid aller dingen en de daaruit voortvloeijende gevolgen. Zij strekte zich zoowel over het geestelijke als zinnelijke gebied uit. Men verdeelt dezelve in physische of natuurlijke, mathematische of hemelsche, en in theologische of ceremonieele magie. De physische magie bevat de leer der natuur van alles, wat in de wereld is, derzelver oorzaken, werking, krachten en veranderingen. Het mathematische deel verklaart de bewegingen en den loop der sterren, als ook de leer en den invloed van de boven- op de benedenwereld. Het theologische deel handelt over de Godheid, over des menschen ziel, over de goede en kwade geesten, over heilige gebruiken en mysteriën. Verder over het geloof, de wonderen, de kracht van zekere woorden en figuren, en over geheime werkingen. Onder de oudste wijsgeeren hebben zich zamolxis en zoroaster bijzonder beroemd gemaakt, zoodat men hen voor de uitvinders derzelve hield. Meer waarschijnlijk echter stamt zij van de Chaldeën af, bij welke zij door overlevering werd voortgeplant; zij was het doel en de hoofdaangelegenheid aller mysteriën, en de meeste wijsren des ouden tijds lieten zich inwijden, en onderwierpen zich aan de strengste proeven, om slechts met deze leer bekend te worden. Onder dezen behooren orpheus, pythagoras, abaris, hermippus, apollonius en anderen. De Joodsche geschiedschrijver mozes liet zich in alle Egyptische geheimen inwijden, waartoe zijne opvoeding aan het Egyptische hof hem ruime gelegenheid gaf. Egyptenaren, Perzen en Grieken, en de oudste der ons bekende volken geloofden aan wonderen en geheime krachten. De Priesters waren overal in het uitsluitend bezit dezer leer, en daar zij zich als dienaren Gods en als menschen van buitengewone kennis voordeden, waren zij ook bij het volk geacht. Zoo ontstonden dan ook van lieverlede de mysteriën door een priesterdespotismus; men stapelde wonderen op wonderen; de eenvoudigste werkingen der natuur werden ingekleed, en als raadsels en geheimen beschouwd, die alleen door de Priesters en hunnen aanhang opgelost konden worden. De volksmenigte geloofde blindelings, dewijl men derzelve alle gelegenheid, om zelf te oordeelen, benam, en men alles aan de werking van goede of kwade geesten, en niets aan die der natuur toeschreef. De hemel, de vaste sterren, de planeten en de gansche aarde werden met goden vervuld, die men eerbiedigen en welker toorn men moest trachten te doen bedaren. Zoo ontstonden offergaven en de meeste godsdienstige verordeningen. De leer van een hoogste Wezen, van den toestand der wereld, van het geestelijk aanzijn des menschen, en deszelfs waarschijnlijke voortduring na den dood, werden zoo zeer verholen en onder zoo velerlei raadsels en beelden verstoken, dat de waarheid voor den oningewijde onmogelijk te begrijpen was. De bestgezinde wijsgeeren, onder de ingewijden van Grieken-land, werden door de Priesters zoo zeer tot geheimhouding aangespoord, dat niemand van hen het wagen durfde, dezelve te openbaren. Zij beproefden hunne leerlingen lang en op menigerlei wijze, alvorens hen de waarheid mede te deelen. Het publiek of de oningewijden kregen hiervan niets te weten. De regeringsvorm, die geheel in handen der Priesters was, zoo als in Egypte, of die grootendeels van hen afhing, zoo als in Griekenland, waakte met zorg voor de geheimhouding. Alles, wat van aanzien was, moest zich laten inwijden, en diegenen, welke het weigerden, of vrijer in hunne denkwijze waren, werden als godslasteraars veracht, en somtijds met den dood gestraft. (Vergelijk hiermede het Art. mysteriën.) Hoe stellig zich de wijsbegeerte tegen de geestenzienerij heeft verklaart, en zelfs kant, in zijne Träume eines Geistersehers, erläutert durch Träume der Metaphysik, daartegen de pen heeft opgevat, hoezeer die wetenschap heeft bewezen, dat alle beroep op ondervinding ten deze niets bewijst, omdat de veronderstelling van het aanwenden eener optische begoocheling en het zelfbedrog eener verhitte verbeeldingskracht, nog altijd mogelijk, ja stellig is, zoo blijft toch altijd de groote menigte zeer geneigd tot het geloof aan de mogelijkheid van geestverschijningen. Uit dien hoofde hebben ook in der tijd de geschriften van jung stilling, over de geestenwereld, zulk een' grooten bijval gevonden. (Zie ook het Art. swedenborg.) Uit de gewone geestenbezwering vloeide ook het nog geenszins geheel verdwenen geloof aan amuletten voort, gelijk ook de vroeger bestaan hebbende meening van de magt, die de eene mensch over den anderen had, wanneer deze de wapenafbeelding van een' anderen bezat. In de heksenverhalen vindt men vaak vermeld, dat men zulk een afbeeldsel voor het vuur deed smelten, of met spelden prikte, en dat de persoon, daardoor verbeeld, dezelfde smarten moest lijden, alsof hij-zelf gepijnigd werd. De meer poëtische zijde van het gebied der magie vindt men behandeld in de verhalen, getiteld: Duizend en één nacht, enz. Ook de geschiedenis van het dierlijk magnetismus geeft opheldering omtrent eenige onderwer-pen. Zeer zeker is het, dat de oude magie grootendeels gegrondvest was op eene zeer grondige kennis der natuurkrachten. Op dezelfde wijze behoort ook de geschiedenis van den zeilsteen, en eene menigte daarmede in verband staande verschijnselen, tot het gebied dezer leer. De neiging tot het bijgeloof wordt bepaald door de menschelijke natuur, en vloeit voort uit het geloof aan hoogere wezens. Het geloof aan werkelijken invloed van goede en booze geesten op het ondermaansche was dienvolgens een volksgeloof, dat algemeen heerschte, en is dit zelfs in het N.T. en het Christendom niet geheel te miskennen. Uit die algemeenheid van dat geloof vloeit ook de verscheidenheid van vorm, dewijl het zich met elken trap van individueele beschaving kan vereenigen. Hoe afwijkend echter ook de vormen en de uitkomsten mogen zijn, steeds ligt er één hoofddenkbeeld ten grondslag, het streven namelijk, om door middel der magie niet slechts te geraken tot eene grondiger kennis der natuur, maar ook zelfs, om deze door medewerking van verhevener magten, volgens derzelver geheime krachten en werkingen, aan zich te onderwerpen, en zich daardoor te verheffen tot meester over zijn eigen en anderer lot. De afzonderlijke vormen der magie wijzigen zich in de verschillende toover-theoriën hoofdzakelijk naar de verschillende denkbeelden, welke de onderscheiden volken van de geestenwereld en haren invloed op de natuur en het lot voeden. In latere tijden heeft men zelfs de heidensche daemonomagie uitgebreid, en er eene veel vreesselijker diabolomagie van gemaakt, welke men in de heksenprocessen van de 15e., 16e., 17e. en ten deele nog in de 18e. eeuw niet zonder afgrijzen waarneemt. Magie en tooverij zijn woorden, die gelijke beteekenis hebben; zij worden nogtans verdeeld in witte of goede, natuurlijke, en in zwarte, of kwaadaardige, of wel bovennatuurlijke. Terwijl de laatste ons bij afwisseling weemoedig maakt, of van afgrijzen vervult, is de eerste, die eene onschuldige, op studie en natuurkennis gegrondveste kunst is, vatbaar voor de meestmogelijke volmaking, en kan van veel gewigt worden voor de kennis der natuur, welker beoefening voornamelijk gegrond is op het onderzoek der verwantschap, of van de gewigtige wetten van antipathie en sympathie. Even als al het goede nogtans misbruikt kan worden, zoo was het ook gelegen met de witte of natuurlijke magie, die alleen den naam van magie verdient. Deze werd door onverstandigen of boosaardigen soms met de zwarte magie verbonden, dat is, tot misdadige einden, tot volksbedriegerijen of allerhande slechtaardige goochelkunsten misbruikt en vernederd. Past zij daarentegen hare proeven met ernst en eerbied toe op de nog lang niet geheel onderzochte of bekende geheime krachten der natuur en van den menschelijken geest, dan draagt zij eindelijk bij, tot het volmaken van de kennis der natuur in den verhevensten zin, waarbij tevens zoo menige wonderkracht zich als natuurkracht doet zien. Van deze magie, en wij voeren als voorbeeld van hare volmaakbaarheid en verheffing tot wetenschap, slechts de astrologie (sterrewigchelarij), die thans tot astronomie (sterrekunde) is geworden, van deze magie onderscheidt zich de theosophische magie, welke het denkbeeld en de strekking van het toovergeloof tracht te vermengen met het geloof aan den eenigen eeuwigen God. In alle stelsels van toovergeloof spelen de bezweringen van onderscheiden aard eene hoofdrol. Wat nu de wijsgeerige geschiedenis der magie over het algemeen verder betreft, moet men wel in aanmerking nemen, dat de geheime kunsten bij alle volken vooral in de kindschheid der beschaving behooren. In zoodanigen toestand zijn zoowel de aanleidende oorzaken, als de vatbaarheid daartoe, in gelijken graad aanwezig. De onwederstaanbare aanleiding daartoe ligt vooral in de zucht tot het bewaren van leven en gezondheid, en de vrees voor ziekte. Wie daartoe middel weet, is bij elken mensch welgezien. De geneeskunde van den ruwen wilde kan geene natuurlijke wetenschappelijke middelen aan de hand geven. Voor dezen moeten de ziekten, even als alle werkingen der natuur, het werk van onzigtbare wezens zijn, welke men op geene andere wijze kan tegenwerken, dan door de kunst, met deze onzigtbare wezens om te gaan, hen te verzoenen, of te bedwingen, en dienvolgens is ook de kunst van den arts en de wijsheid der priesters bij zulke volken in denzelfden persoon vereenigd. Deze opmerking is reeds door plinius (Hist. natur. LXXX. C. 1.) gemaakt; derzelver waarheid moet echter thans nog veel beter in het oog vallen, dan ten zijnen tijde, omdat zij thans door al de wilde volken, met welke wij door wijsgeerige reizigers bekend werden, ten volle bezegeld en bevestigd is. Eene tweede aanleiding ligt in de algemeene zucht des menschen, om het verborgene, en in zonderheid de toekomst te kennen. De kunst van dit te onderzoeken, welke in den beginne op de wigchelarij en verklaring van den rook, der wolken en het vliegen der vogels berustte, werd later, toen zich meer kundige geleerden met het waarnemen van den sterrenhemel bezig hielden, verheven tot de hooger staande kunst der astrologie. Van hier dan ook, dat de oude volken, die de magie als het toppunt en einddoel der menschelijke wijsheid aanzagen, hunne wetgevers, zoo als, b.v. zoroaster, enz. voor magiers hielden. Gaat men nu de geslachtsrekening der magie na, dan wordt men alras geleid op de Cabbala (zie dat Art.), en vooral op de nieuw Platonische wijsbegeerte; deze is een tak der Pythagoreesch-Platonische wijsbegeerte, die zich van uit Allexandrië verbreidde, nadat zij de mythen (zie dat Art.), van pythagoras en plato in haar stelsel had ingeweven. Deze mythen bevatten de ruwste volksdenkbeelden, over de natuur der hoogere wezens en hunne gemeenschap met den mensch; dezelve werden nogtans door plato alleen gebezigd tot het volmaken of opluisteren, van zijne wijsgeerige voordragt. Het bijgeloof, dat op dergelijke wijsbegeerte gebouwd is, staat gelijk met die, welke men bij alle ruwe volken vindt; en is dezelfde geheimzinnige wijsheid, welke alle onbeschaafde natiën bij hunne vermeende wijzen veronderstellen. Dusdoende heeft men hare bron bij de oudste volken en hunne vroegste wetgevers gezocht, en die, naar aanleiding van eene verkeerd begrepen plaats bij plato (Alcibiades I. Cap. 17), bij de Perzen, hunne magiers en hunnen zoroaster, meenen te vinden, en haar daarom magie genoemd. Aangezien de magie op de mythische daemonenleer der Grieksche volksgodsdienst gebouwd was, zou men ook kunnen veronderstellen, dat de ondergang van deze laatste ook de vernietiging der eerste had moeten ten gevolge hebben. Desniettemin was dit niet het geval, en is zij zelfs heden ten dage nog niet geheel verdwenen. Het eenige, wat zij door den ondergang der heidensche volken heeft verloren, is de vorm, welke zij van deze ontving, en die zij thans voor eene andere heeft verwisseld. Deze daadzaak moet nogtans minder verwondering baren, dan men bij den eersten oogenblik wel zoude denken; want even als alle bijgeloof, heeft ook dit magtige steunsels in de menschelijke natuur, die zich nooit geheel van hetzelve heeft ontdaan. Dit is zelfs het geval bij velen, welke door hunne edele denkwijze boven alle verzoeking van eerzucht in hare slechte beteekenis en eigenbaat zijn verheven. Bij de zoodanigen kunnen slechts twee soorten van beweeggronden bestaan, welke hen tot zoodanige waarnemingen der natuur leiden, en wel verwondering en kennis. Zoo lang hen de wetenschappelijke navorsching der natuur te moeijelijk is, trachten zij naar het geheimzinnige. Hij, wiens krachten nog niet voldoende zijn, om te leeren kennen, tracht naar het genoegen te gevoelen. Het duistere, het huiveringwekkende van het geheim, heeft voor de ziel van den ongeleerde eene even onwederstaanbare bekoorlijkheid, als er voor den geleerden kenner der wetenschap is gelegen in het bevredigen des verstands, door het aanschouwen der waarheid, de eenige, die op hem kan werken, en hem tot prikkel kan worden. Op eene andere wijze kan men wel kwalijk het raadsel verklaren, waarom overal de meest ongeoefende, wien nog de eerste letters in het alphabeth der wetenschap vreemd zijn, zich zonder vrees of aarzeling waagt aan zoodanige opgaven, welke den geoefendsten kenner onoplosbaar zijn. Hij, die nog bij de eerste leerstellingen der wiskunde is, wil de quadratuur des cirkels vinden, en hij, wien de meest bekende wetten der ligchamen onbekend zijn, wil vaak zelfs het onzigtbare rijk der geestenwereld beheerschen. Uithoofde hem het duidelijke en bekende der wetenschap te moeijelijk is, tracht hij naar het geheimzinnige, en vermits hij zich niet kan vermaken in het aanschouwen, behelpt hij zich met fictiën. Zoo is het met elk individu, en even zoo is het met geheele volken gelegen. Voor dat de astronomie den hemel kende, profeteerde de astrologie uit de sterren; voordat de chemie de grondstoffen der ligchamen dieper en op meer doordringende wijze had onderzocht, beproefde zij reeds hare gedaanteverwisseling. Overal was, gelijk aristoteles zegt, de verwondering, de moeder der kennis, of volgens eene meer naauwkeurige geslachtsrekening, der opmerkzaamheid, die langzamerhand de wetenschap heeft voortgebragt. Bij velen echter blijft de verwondering onvruchtbaar, of in plaats van dezelve, langs de uitgestrekte baan des onderzoeks te leiden, voeren zij haar op het pad van het bovennatuurlijke. Deze weg zoude zeker de kortste voor de wetenschappen wezen, als hij slechts begaanbaar ware. Het zoude inderdaad gemakkelijk wezen, met een' sprong het einddoel der wetenschap te bereiken, als men zich daarbij niet aan het blinde toeval zou moeten overgeven. Ondertusschen loopen al deze beweeggronden, de liefde voor het geheimzinnge, het ongeduld, om spoedig het doel te bereiken, te zamen, om dien weg allen aan te bevelen, wier onwetendheid hen de oogen doet sluiten voor al deszelfs moeijelijkheden. Met deze zucht, die in 's menschen natuur is geweven, kan men wel kwalijk verwachten, dat het einde der Grieksche volksgodsdienst ook tevens de magie konde doen eindigen. Het Christendom verwierp de magie; maar de Christenen hielden daarom niet op, de magie als wetenschap aan te zien, want het Christendom had haar verworpen op gronden, bij welke zij altijd nog had kunnen bestaan. Op deze wijze ging het in de Christelijke godsdienst, en op dezelfde wijze was het bij de Joodsche gebeurd. Langen tijd voor de Christelijke godsdienst, sprak men het banvonnis over de wijsgeerige magie uit, was hare veroordeeling luide verkondigd in de schriften van het Oude Verbond; maar evenzeer niet als een bijgeloof, waarover zich het gezond verstand moest schamen, maar als huldiging van vreemde goden, en als een inbreuk op de regten van den waren God, door de Israëlieten vereerd wordende. Hieruit volgt dan ook, dat het Christendom niet alle magie over het algemeen, en uithoofde dit een bijgeloof was dat met de rede streed, zoude hebben verworpen. Het verklaarde zich slechts tegen de heidensche magie, omdat deze door de krachten der heidensche goden werkte, welke men niet zoozeer loochende, dan wel die als krachten van kwaadaardige daemons hield. De geheele verandering, welke men, na het ontstaan des Christendoms, in de magie kan waarnemen, bestaat dus alleen daarin, dat de Christelijke leer deze in onderscheiden afdeelingen verdeelde, van welke zij er eenige toeliet, andere verwierp. De hoofdafdeeling is afgeleid van de geesten, door welker krachten de geheimzinnige werkingen plaats hebben. Hieruit ontstonden twee soorten, en wel de goddelijke en daemonische magie, van welke de eerste op de krachten der goede, en de andere op de krachten der booze geesten berustte. De Kerkvaders hielden beide soorten voor werkzaam; de goddelijke werd zelf aangezien als het aandeel der lievelingen van God. Beide soorten bedienden zich, hetzij van zekere voorbereidingsplegtigheden, wijdingen (consecrationes) en bezweringen (incantationes) genoemd, of men verrigtte de handelingen zonder eenige voorafgaande plegtigheid. De wijdingen werden bij de Magie door goede geesten gebezigd; deze heette dan Theurgie (zie dat Art.) De bezweringen werden bij de magie door booze geesten aangewend; deze heette goetie, of in de latere spreekwijze zwarte kunst. In het heidendom waren beide soorten van geesten daemons, en nademaal het christendom al de heidensche daemons voor booze geesten verklaarde, moest het ook al de heidensche magie veroordeelen. Het is niet te ontkennen, dat de magie der ouden, onder de groote menigte bijgeloovige en dweepachtige gevoelens, ook veel goeds bevatte. Zoo is, bijv∴ de leer van de mogelijkheid der geestelijke vereeniging van den mensch met de god-heid, van de afzondering der ziel van haar ligchaam, van de magt der driften en de volmaaktheid, die de mensch daardoor erlangen kan, zeer verheven en vertroostend, als ook vele andere leerstellingen, welke naderhand, onder den naam van philosophie, onafhankelijk van de magie zijn verbreid. Toen men, bij het ontstaan van het Christendom, heidensche wijsbegeerte met christelijke godsdienstbegrippen vereenigde, en het zoogenaamde nieuw-platonische systema oprigtte, zonk alles weder in de vorige duisternis terug. De reine en eenvoudige leer van christus werd door bijgeloof en dweeperij verward; het ceremonieele verdrong overal de godsdienst des harten. Men vergenoegde zich niet, om het uitzigt op een toekomend leven door reine zeden en werkdadige liefde tot den naaste te verhoogen; men wilde de toekomst door bijgeloovige ceremoniën weten. Waarzeggerij, hekserij, doodenbezwering, de leer van eene algemeene artsenij, de steen der wijzen, sympathie en antipathie, en alle onzin van oude tijden werden weder te voorschijn gebragt en tot geloofsartikelen gemaakt. Vertrouwen op levenlooze dingen verdrong het vertrouwen op God, en dwaze gebruiken veroorzaakten allerlei zonden. Het licht der waarheid, dat den mensch ook in zijnen meest verworpen toestand niet geheel verlaat, begon na eenen geruimen tijd van duistere barbaarschheid weder door te blinken, en eenige geleerden verbreidden in alle wetenschappen meer kennis en licht. Kepler, newton, leibnitz, galilei en anderen, ontdekten de wetten der beweging, den loopbaan der sterren en de gesteldheid der aarde, en wierpen daardoor ten eenenmale het schaduwbeeld der Astrologie, als sterkste steunsel der oude magie, omver. Na hen betraden anderen den eenmaal gebaanden weg, en vermeerderden door hunne ontdekkingen het gebied der menschelijke kennis. Het bijgeloof werd met het wapen des verstands en met behulp der ervaring bestreden. Menig heilig wonderwerk, menige duisterheid verdween, dewijl men door natuur- en scheikunde in staat werd gesteld, om dingen op eene natuurlijke wijze te verklaren, die te voren als onnatuurlijk werden beschouwd. Zoo als het licht immer van schaduw is omgeven, zoo werden ook in veel lateren tijd, in weerwil van al de gemaakte vorderingen in de kennis der natuur, velen nog door het oude bijgeloof beheerscht; en, gelijk men reeds van de vroegste tijden af opmerkt, schijnt het 't lot der menschen te zijn, dat verlichting en beneveling des geestes, zoowel als licht en duisternis, gedurig met elkander in strijd zijn.
_alg008alge01_01_7_22
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 8, "section": 24 }
[Geheimen] GEHEIMEN. Of de Vrijmetselarij tegenwoordig nog voor de oningewijden eenige geheimen bevat, en welke die zijn, is aan geenen twijfel onderworpen. Zelfs het met eigen oogen aanschouwen der voorwerpen en het met eigen ooren hooren van de leer, die men verkondigt, is nog voor de oningewijden een geheim, ofschoon ook ingewijden zien en hooren en toch niet begrijpen. Over deze omstandigheid van nadenken en navorschen, van gelooven en verwerpen, van dwaling en bedrog, in ouden en lateren tijd, zouden vele plaatsen uit verschillende schrijvers kunnen aangevoerd worden, waardoor men veel daarvan beproeven en zelf zou kunnen beoordeelen. De eerste, die eene theorie der geheime vereenigingen heeft geschreven, was adam weishaupt, de stichter der Duitsche Illuminaten-Orde. Na derzelver opheffing gaf hij een werk uit, getiteld: Pythagoras, of Beschouwingen over de geheime Wereld- en Regeringskunst. Frankf. en Leipzig 1790. In dit werk weidt hij uit zoowel over de nuttigheid, als schadelijkheid der geheime vereenigingen, en zegt, dat elke der tegenwoordige geheime vereenigingen reeds in den beginne de kiem tot hare vernietiging bevat, en heeft hij dat, wat deze zaak groot, wezenlijk en bij een rijp geworden menschengeslacht uitvoerbaar maakt, in het behoorlijke licht tracht te plaatsen, om het zoo diep gezonken geloof aan eene veredeling en volmaking van ons geslacht te verheffen. Zie hier eenige vragen en antwoorden uit een geacht werk, over de stilzwijgendheid omtrent de geheimen. Vr. Waarin bestaan onze geheimen? Antw. In de stof en in den vorm der Vrijmetselarij. Vr. Welke is de stof? Antw. Kunsten en wetenschappen. Vr. Welke is de vorm? Antw. Het middel, om in deze wetenschappen vorderingen te maken, en de wijze van onderrigt, welke voor allen die geene VV∴ MM∴ zijn, verborgen gehouden wordt. Vr. Welke kunsten worden er voornamelijk behandeld? Antw. Elke ruwe stof in eenen vorm te brengen, gebouwen te vervaardigen, handel en welvaart te doen bloeijen; den band der liefde onder de Broederen vast te knoopen, en middelen uit te vinden, om degenen, die zich uit gebrek aan arbeid in nood bevinden, te helpen. Vr. Welke zijn de haar eigendommelijke wetenschappen? Antw. Geometrie en bouwkunst. Vr. Hoe wordt men in deze wetenschappen onderwezen? Antw. In eene Loge van Meesters en van anderen, die van hunne kennis en stilzwijgendheid voldoende proeven hebben gegeven. De V∴ M∴ is dus aan te zien als eene edele, verhevene wijsbegeerte, die hare leden beter tracht te maken. Het hem toevertrouwde geheim te bewaren, ziedaar het streven van den verstandigen en eerlijken Br∴ Dat geheim uit te vorschen, dit was reeds sedert lang het onophoudelijk pogen van dwazen. En nademaal zelfzuchtigen en slechtaards, met dat pogen bekend zijnde, daarvan gebruik en eene speculatie maakten, en aan de nieuwsgierige ongewijden dingen in de hand gaven, waarin deze opzettelijk misleid werden, of hen, onder aanlokkende titels, allerhande nietigheden in de hand duwden, zoo laat het zich eenigermate verklaren, waarom de ligtgeloovige ongewijde zich nog altijd aan die nietigheden blijft vergapen, niettegenstaande hij reeds zoo dikwijls daardoor misleid en bedrogen is geworden, en hij reeds voorlang had moeten komen op het denkbeeld, dat al die schrijvers, en daaronder ook zoogenaamde ingewijden, de mededeeling der geheimen wel beloofden, doch niet konden volbrengen, en daarvoor iets anders in de plaats moesten geven, en dat er weder anderen waren, die dit eenigzins beter konden doen, maar dat juist deze het niet wilden, en dat hij, die zich vernedert tot zulke speculatiën, schoon ook in naam tot de Orde behoorende, nimmer op de hoogte stond om dit te kunnen doen. De theologanten trachtten nu eens naar de vereeniging van alle godsdiensten in eene enkele, al ware die ook eene natuurlijke, dan eens naar eene algemeene herstelling van het Katholicismus, en dit in weerwil van alle inwendingen der Broeders, dat de Orde zich niet bekommerde om de uiterlijke geloofsbelijdenis of kerkpartijen, maar zich als algemeene orde aan de eerste oude grondwet hield, vervat in de oude pligten (zie Art. oude pligten), en dat zij zich zelfs met die partijgeschillen niet dorst bemoeijen. Dat alles was vruchteloos, en diende alleen om het vermoeden te versterken, dat het geheim daarin moest gelegen zijn. Zoowel Katholijke als Protestantsche Inquisiteurs vielen de Broeders met gelijke heftigheid aan, welke beschuldigd werden, nu eens atheïsmus, dan weder het jezuïtisme te prediken. Nog heden ten dage hebben beide meeningen, over den aard van het geheim der Vrijmetselaars, nog eene menigte evenzeer verbitterde aanhangers. Godsdienstige dweepers zochten in de Vrijmetselarij (en door zelfbedrog misleid, meenden zij het er ook in te vinden) een godsdienstig geheim, en ook dat van eene innige vereeniging met God, die van innerlijke verlichting uitging, en tot de zedelijke volkomenheid verhief. Anderen zochten het in eene verbindtenis met de zalige geesten, die den tempel der Vrijmetselarij nog niet hadden verlaten, en den V∴ M∴ een voorsmaak van toekomstige zaligheid gaven; weder anderen zochten het in eene verhooging der menschelijke krachten tot een' graad, van verre gelijkende naar die des Scheppers, door een geloof, dat bergen verplaatst, en door de gaven van den Goddelijken geest, zoo als zij die in de eerste eeuwen des Christendoms dachten te vinden. En deze dweepers hebben hun stelsel met niet minder bitterheid verdedigd, dan de theologen het hunne. De beminnaars der natuur geloofden, dat des Vrijmetselaars pligt en doel bestond, in het indringen tot in het binnenste der natuur. Dat zijn geheim bestond in de gedane ontdekkingen, zoo als: goudmakerij, steen der wijzen (zie die Art.) en kostelijke Arcana (geheime geneesmiddelen), tegen alle mogelijke ligchaams- en zielkwalen, zoo als dan ook menige van dezulken, zoo als de goud- en rozenkruizers, zich afzonderden van de overigen, om ongestoord op onderscheiden heilige en onheilige wegen tot in dat binnenste te dringen, en het gordijn weg te schuiven, dat de geheime werkplaats der natuur bedekt. Andere bespiegelende geesten geloofden, dat der Vrijmetselarij door den allesvernielenden tijd, haar geheim wel moest ontnomen zijn, en trachtten haar dit veronderstelde verlies te vergoeden, door haar een ander onder te schuiven. Geschiedkundigen zagen dit in eene Orde van reeds lang vergeten ridders, en intriganten, in het Clerikaat, of eene zoogenaamde geestelijke Orde. Ieder van dezen wilde naar zijn stelsel Commanderijen stichten, welke voor de BB∴ bestemd zouden wezen. Het eene plan verving het andere, hetgeen des te gemakkelijker konde geschieden, omdat de wind hunnen op mullen zandgrond gebouwden tempel telkens omblies. Eindelijk beproefden eenige denkers, te philosopheren over het geheim eener Orde, die met zoo veel nadruk en ernst staande hield, dat zij er een bezat, tot welks kennis slechts weinige menschen konden geraken. Welke verlichte mannen zich daaronder ook bevonden, zoo vond toch menigeen niets, gaf aan zijne lnim der vrijen teugel, en maakte satires, op het geloof aan een iets, dat niets was. Anderen weder, gelijk de edele lessing (zie dat Art.) in zijn Ernst en Falk beweerde, geloofden, dat haar geheim moest gelegen zijn in de gevolgen, welke een zoo uitgebreid verbond kon en moest hebben, en dat zij de banden vaster snoerde, op welker losknooping zoo aanhoudende aanvallen werden gedaan, door het vooroordeel van Staten en volken, van godsdienst en secten, van standen en bedrijven, van dwaling en onnoozelheid. Elke vereeniging behoort bij hare daarstelling en bij haar in wezen blijven te weten, waarom zij deze of gene zaak doet, of moet doen, en wat hare wezenlijke bestemming zij; dit is ook het geval met de V∴ M∴ Eenige vereenigingen ver-kondigen het publiek hun waarom, andere niet het wezenlijke, of slechts ten deele, of ook wel volstrekt niet. Alle hebben de magt, het publiek onwetend te laten, ten opzigte van de wezenlijke gronden hunner vereeniging. Alle kunnen dus iets geheim houden, en voor het groote publiek een geheim, ja, vele geheimen bezitten; want wat toch is een geheim? niet, dat, wat de wereld niet kan begrijpen of verstaan, al werd het ook gezegd. Deze verklaring van het woord is door eenige theologen gevonden, om voor eenige van hunne dogmen een' gemeenschappelijken naam te hebben, onder welken die in het stelsel aan elkander konden worden geschakeld. Deze beteekenis is nogtans niet de ware, en is als zoodanig niet overgenomen geworden in het gewone leven, waar zij geheel zonder zin zoude zijn. Volgens het spraakgebruik, dat hier beslissend is, noemt men geheim: 1o. wat niet bekend is bij hen, die het gaarne zouden willen weten; want hij, die iets niet verlangt te weten, geeft aan zoodanig hem onverschillig iets, den naam van onbekend. 2o. Dat, wat zij niet moeten of mogen weten, die het gaarne zouden willen weten. 3o. Dat, wat zij, die het weten, niet mogen mededeelen, opdat het niet door hun toedoen verder of algemeen bekend worde. Van hier dan ook, dat verschillende zaken van zeer onderscheiden aard met gelijk regt geheimen genoemd worden. Na deze beteekenis van het woord geheim, bezit dan ook de V∴ M∴ werkelijk een geheim, of zelfs wel geheimen. Zij bevat iets, dat vele nieuwsgierigen gaarne willen, maar niet mogen weten; iets, dat niet gezegd kan worden, opdat de ongewijde het niet ervare; iets, dat de nieuwsgierige niet weten kan en niet weten mag; iets, dat alleen op den geest der Orde betrekking heeft. Na dit alles zullen wij nog eenige woorden laten volgen over hetgeen, dat geheim al of niet kan wezen. De old charges (oude pligten) behelzen reeds de leer, dat de Vrijmetselarij niets tegen God, niets tegen den Staat, niets tegen de goede zeden bevat. Overeenkomstig deze overoude leeringen kan geen onderwerp, dat in strijd is met een dezer grondbeginselen, er aanspraak op maken, dat een zoodanig het geheim der orde zoude wezen. Diezelfde oude aanwijzingen vorderen drie graden, in welke men op eene geleidelijke wijze het geheim aanleert, opdat men in het volle bezit daarvan kome. Hoe schoon dus ook het wijsgeerige denkbeeld van den voortreffelijken lessing zij, zoo kan dit nogtans niet doorgaan voor het echte geheim van den Vrijmetselaar. De denkende leerling toch kon dit geheele geheim al dadelijk na zijne inwijding in de Orde vinden, en zoude dan niet noodig hebben, eerst langs meer graden tot het bezit van het algeheele licht te geraken. Wat lessing als het geheim der Vrijmetselarij voorstelt, is slechts een gevolg, dat natuurlijk en noodwendig moest voortvloeijen uit de algemeene verspreiding der vereeniging en de enge onderlinge verbindtenis der leden. Evenmin kunnen ook de gebruiken der Vrijmetselaars het eigenlijke geheim uitmaken, hoezeer het waar zij, dat zij, in weerwil der vele zoogenaamde werken over Vrijmetselarij, altijd nog behooren onder die dingen, welke voor de wereld verborgen zijn, omdat alleen de ingewijde het ware van het valsche in de mededeelingen kan onderscheiden, en hij-alléén het ware gedeelte op eene juiste wijze kan toepassen. Zij zijn dus geheimen voor de wereld, maar niet het geheim der Orde. Op zich zelve beschouwd kunnen die gebruiken der Vrijmetselaars slechts die beteekenis hebben, welke men daaraan toekent. Onbetwistbaar is het, dat zij waarde bezitten, omdat de BB∴ elkander daaraan erkennen, maar zij zijn zoo willekeurig, dat zij naar verkiezing, zonder groot nadeel, in elken willekeurigen vorm konden overgegoten worden, als alle Vrijmetselaars zich slechts onderling met elkander verstonden. Ook deze kunnen dus het geheim niet uitmaken. Geheel afgescheiden van de buitenwereld, is de Loge eene wereld op zich zelve, geheel ondoordringbaar voor het oog van den ongewijde, en toch zoo groot als de wereld. Geene van al de onderscheidingen van het maatschappelijke leven, geen van al de verschillen, door Staat, de gewoonte of vooroordeel geschapen, geen van al de aangeworven voordeelen, die buiten den mensch liggen, verzellen den Vrijmetselaar tot binnen in het heilige tempelgewelf. Allen zijn gehoorzaam aan de wetten, aan welke-alléén de magt is toegekend. Zelfs de regerende Meester is slechts meester, zoo lang hij den gebiedenden M∴ voert; hij voor zich is bedienaar van dien M∴, is mensch is broeder en niets meer. Eer, achting en gehoorzaamheid is het eigendom der wet. Liefde is het erfgoed van de Broeders, zoowel der sterke, als der zwakke Broeders; verschoonende inschikkelijkheid, tegemoetkomende opwekking, om aan een elk zijne veredeling gemakkelijker te maken; en, als geene broederliefde, geen aansporen, geene aanmoediging meer helpt, als de Broeder, de mensch, met bloedend harte, verpligt is, de hoop geheel en al op te geven, van den vijand zijner eigene veredeling op een beter pad te geleiden, als hij met grond moet vreezen, hem slechts als beletsel voor het edele, als struikelblok voor het goede, als hinderpaal voor het verhevene te ontmoeten, dan eerst, dan volgt eerst de straf, de eenige straf, de afscheiding van het verbond. Met den broedernaam sluit zich hier de vorst aan den onderdaan, de kunstenaar aan den geleerde, de rijke aan den arme, de Nederlander aan den Zuid-Amerikaan, de Brit aan den Franschman; kortom, al wat in de groote wereld van elkander afwijkt, nadert elkander hier wederkeerig. Liefde en menschelijk gevoel bedekken alle scheuringen, en verscheidenheden. Alle kloven zijn gevuld, alle hoogten onder het gemeenschappelijke waterpas gebragt; allen slaan op gelijke vlakte, en alle zijn - dat, wat zij waren bij de geboorte, en wat zij na het verscheiden zullen wezen - menschen. Slechts dat, wat den mensch belang inboezemt, is een waardig onderwerp voor de burgers dier ideale maatschappij. Niets van den Staat. De verscheidenheid van leerstellige geloofsbegrippen kan daar geen belang inboezemen. Maar wat verdwaalden terugbrengt, onverschilligen aanspoort, overijlden bedachtzaam maakt, al wat menschen tot menschenadel verheft, en uit de strikken van het verderf redt, dit is het onderwerp hunner leer, hunner gesprekken, het voorwerp van hunnen arbeid. Allen bevelen, allen gehoorzamen; niet de mensch aan den mensch, maar de Broeder aan den Broeder. Waar volkomenheid ten troon zit, daar worden verordeningen, noch heerschers gevorderd. De wet is door der waarheid gouden stift in aller hart gegrift. Wij zouden de geschrevene kunnen ontberen, wanneer zich ook niet zwakken onder ons bevonden, en langen, langen tijd schreef men daarom ook niet. In ons leeft de wet, daarom zijn wij alle wetgevers, en onze kunst is de Kon∴, die der wetgevers. Wij behoeven geene beheerschers, om eerbied voor de wet te doen ontstaan. De herinnerende M∴slag is voor den zwakke, die hulp of ondersteuning noodig heeft. Deze M∴ wordt gevoerd door een' mensch, door een' B∴, zonder onderscheiding van naam; hij heet Br∴ als wij. Ieder van ons, die daartoe de vereischten bezit, heeft aanspraak op deze eerste plaats; die vereischten zijn niet geboorte, rang, vermogen of kundigheden, met welke wij in de burgerlijke maatschappij alleen schitteren, zonder daarom altijd nuttig te wezen, maar waarde als mensch en werkzaamheid als mensch. Tot de schoone geheimen der Orde voeren drie trappen; heeft de Kandidaat deze bestegen, dan ziet hij het symbool der Orde; hij ziet den tempel, waarin alle VV∴ MM∴ werkzaam zijn, en uit dat, wat zich aan zijne, met verwondering en opgetogenheid rondstarende oogen opdoet, moge hij dan beproeven, het symbool van den tempel te verklaren, en het schitterende licht te naderen, dat in deszelfs heiligdom glanst. Het is inderdaad reeds grootsch, zich zoodanig doel te stellen; nogtans zoude men verkeerd handelen, met dit reeds al dadelijk aan te zien als werkelijkheid, of als voorlang bereikt. De ondervinding toont veeleer het tegenovergestelde, en moet dit des te meer ten spoorslag verstrekken, om dat verheven ideaal al meer en meer te naderen. Deze omstandigheid moet geene verwondering baren, aangezien de toestand van het geheel en de inwendige zamenstelling der Orde het niet kunnen doen veronderstellen, dat men het meerendeel der medeleden reeds dadelijk dit doel kon doen bereiken. Het is toch wel niet te ontkennen, dat er onder honderd individus, die zich doen inwijden, slechts een klein getal gevonden wordt, die in staat zijn, eene voldoende reden voor dezen hunnen stap te geven, Het grootst aantal Kandidaten worden gedreven, of door nieuwsgierigheid, door begeerte naar het bekend worden met de geheimen, of soms ook uit geldelijk belang. Slechts een klein gedeelte is er onder, dat tot ons toetreedt met het edele doel, om wijzer en beter te worden, of uit eenige andere wezenlijk vereerende reden. De meesten van de zich aanmeldenden haasten zich, om in graden te stijgen, alleen met het doel, om een nieuw versiersel te ontvangen, en als dezulken (voor wie het eigenlijke licht der Orde nooit opgaat) tot den hoogsten graad zijn gestegen, en zij daar staan, omringd door den glans van het O∴, en men vraagt hen dan: wat weet, of wat denkt gij van onze geheimen? dan zal men van hen een antwoord ontvangen, dat slechts medelijden inboezemt, en bewijst, dat zij nimmer hebben nagedacht, en nog minder zich een denkbeeld hebben kunnen vormen, dat juist ware, en u konde overtuigen, dat zij ooit met vrucht in de Loge gearbeid hebben. De V∴ M∴ zal van alle vereenigingen altijd de beste zijn, en door de in haar besloten geheimen altijd het meest verlicht wezen, en alzoo het gezegde bevestigen: Luci nox addit honorem (de duisternis der nacht verhoogt den glans van het licht). Deze geheimen vielen altijd slechts aan een zeer klein getal ten deele, en dit zal wel altijd zoo zijn en blijven, aangezien een groot deel die geheimen op paden en wegen zal zoeken, waar die niet te vinden zijn, en langs welke zij zich langs hoe meer van het einddoel verwijderen, verblind en medegesleept, als zij worden door allerlei uiterlijkheden. De beste VV∴ MM∴, zijn dus zij, die, zonder te trachten naar het bereiken van dingen, die geheel buiten hunnen kring liggen, al hunne beste pogingen aanwenden, om zich het be-zit van de geheimen der Orde waardig te maken door een achtingswaardig gedrag, door verbetering en veredeling van zich zelven, en door de liefde tot hunne naasten in het algemeen, en voor hunne broeders in het bijzonder. Wanneer de oude volken de verhevenste definitiën bezigden voor hunne mysteriën, wanneer zij deze beschouwden als de quintessentie van alles; als het licht, als het edelste, als het begin van een volmaakt leven, zoo kan men met gerustheid hetzelfde zeggen van het geheim der Vrijmetselarij, ofschoon deze met de oude mysteriën niets gemeens heeft. Alles is daar bestemd en berekend, om de geestdrift op te wekken. Alles is er geschikt, om het hart te openen, en zoowel den geest, als de verbeeldingskracht, bezig te houden. Het doel der Orde is te gelijker tijd de verspreiding zoowel, als de bewaring harer geheimen. Dit was het in den beginne, dit zal het altijd blijven. Ieder V∴ M∴ zoekt, gelijk wij reeds zeiden, het doel der Vrijmetselarij; weinigen zijn er echter, die het dáár zoeken, waar zij het zouden kunnen vinden. De Vrijmetselarij in den mantel der hieroglyphen en allegoriën gehuld ziende, trachten velen al dadelijk te raden, wie zij is, die zich onder dezen sluijer verbergt, in plaats van eerst tot de beteekenis van dezen door te dringen. Van hier dan ook, dat vele ingewijden meenen, dat zij reeds door den naam van Vrijmetselaar datgene zijn geworden, wat zij niet anders kunnen bereiken, dan door het beoefenen der Maç∴ en Prof∴ pligten, en door hetwelk zij alleen kunnen geraken tot de wezenlijke kennis der geheimen. Een der hoofdbedoelingen der Vrijmetselarij kan in niets anders bestaan, dan in de zedelijke beschaving en opvoeding. Deze wordt in twee klassen verdeeld, en wel die van het verstand en die van het hart, of van den wil, op beide is de Vrijmetselarij gegrondvest; over het algemeen is zij eene school der beoefenende zedeleer, en het geheele stelsel der Vrijmetselarij is zoodanig ingerigt, dat men zijn verstand moet inspannen, om tot de kennis van het geheim te geraken. Daarom kunnen Broeders, die geen' aanleg tot denken, en geene voorbereidende kennis of inzigt met zich in de Loge brengen, noch naar het verkrijgen daarvan trachten, op geene wijze hoegenaamd tot het innerlijke wezen des geheims doordringen, ofschoon zij, wat hunne zedelijkheid betreft, zeer waardige en achtbare Broeders kunnen wezen.
_alg008alge01_01_7_23
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 8, "section": 25 }
[Geheimschrift] GEHEIMSCHRIFT. Zie de Plaat achter dit Deel.
_alg008alge01_01_7_24
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 8, "section": 26 }
[Geheim-Secretaris] GEHEIM-SECRETARIS, (De) Secretaire intime ou Maître par curiosité, is de zesde graad van den conseil des Empereurs d'Orient et d'Occident te Parijs, zoowel als van het daarheen uit Amerika overgevoerde oude en aangenomen, of zoogenaamde oud-Engelsche, en ook tevens van het in Frankrijk bestaande Egyptische of Mitzraïmitische stelsel. De kleeding is wit, met rooden rand en voering; op de klep bevindt zich een gouden geborduurde driehoek. Het juweel bestaat uit twee in elkander geslingerde driehoeken, aan een' rooden band. De beide voorzittende BB∴ stellen salomon en hiram, Koning van Tyr, voor, waarbij nog een hoofdman en onderhoofdman der wacht komen. De overige BB∴ verbeelden salomons lijfwacht.
_alg008alge01_01_7_25
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 8, "section": 27 }
[Geldboete] GELDBOETE. Waar deze gevorderd wordt, gelijk in eenige Duitsche Loges, wordt zij altijd besteed ten voordeele der armen.
_alg008alge01_01_7_26
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 8, "section": 28 }
[Geloof, Hoop en Liefde] GELOOF, HOOP EN LIEFDE zijn drie hoofdbeginselen of deugden der Orde van het Rozenkruis, in welke de drie kolommen der Vrijmetselarij: W∴ K∴ en S∴ veranderd zijn. Hoe ook voor het overige de zin dezer woorden moge zijn, zoo kende de oude overgeleverde Vrijmetselarij dezelve niet, maar zijn die eerst later ingevoerd geworden. De Fransche graad: Souverein Prins van het Rozenkruis, gebruikt deze drie deugden bij de receptie in dien graad. Het Geloof is de grondslag der Geregtigheid, de band der Eendragt en de eerste steun van een Genootschap. De Hoop is het onwankelbare anker der ziel, en dringt tot in de verborgenste dingen door. Liefde is de proefsteen en het beste bewijs van de godsdienst.
_alg008alge01_01_7_27
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 8, "section": 29 }
[Gelijkheid] GELIJKHEID. (Zie vrijheid.) Zal onze vereeniging als een afbeeldsel van het denkbeeld der oorsprong van den mensch, ja, gelijk aan eene naauwe vereeniging in den kring van goede menschen, een krachtig middel bevatten, uit hetwelk eene toe-nadering tot dezen oorsprong voortvloeijen kan, zoo moet daarin bovenal de gelijkheid tot grondslag gelegd worden, welker de vrijheid, de wettigheid en de vriendschap de zusters zijn.
_alg008alge01_01_7_28
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 8, "section": 30 }
[Generaal-Inspecteur (De Souverein Groot-)] GENERAAL-INSPECTEUR (DE SOUVEREIN GROOT-) en Souverein Groot-Inspecteur-Generaal is de 33ste en laatste graad van het in Frankrijk ingevoerde zoogenaamde Oud-Engelsche systema. In het midden der zaal bevindt zich een vierhoekig, met karmozijnrood tapijt bekleed altaar, waarop een Bijbel, en een ontblootte degen ligt. In het noorden der zaal staat een menschengeraamte, dat in de linkerhand de Ordevaan en in de regter een' dolk houdt. Boven den ingang staan de woorden: God en mijn regt. De vergadering noemt zich verheven Raad. De Grootmeester draagt den titel van zeer magtige Souverein, Groot-Kommandeur, en verbeeldt frederik II, Koning van Pruissen. De eerste Opziener heet Souverein, Luitenant-Kommandeur. Bovendien heeft men een' Schatbewaarder van het Heilige Rijk, een' Kapitein der wacht, en de Medeleden dragen den naam van verheven Souvereinen, Groot-Inspecteurs-Generaal. Op hun kleed bevindt zich het roode kruis der Duitsche Ridders. Het kleinood is een tweehoofdige zwarte adelaar, met een zwaard in de klaauwen.
_alg008alge01_01_7_29
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 8, "section": 31 }
[Geneve] GENEVE. Reeds in 3737 werd er te Genève, op bekomen magtiging van het G∴ van Engeland, door Sir george hamilton eene provinciale Groote Loge gesticht. Doch reeds in 5738 werd de opgerigte Loge door den Magistraat verboden, Later nogtans begon men weder met veel ijver te arbeiden, zoo als de Vrijmetselarij daar ter plaatse steeds met warmte werd behartigd, en er in die stad, in verhouding tot het aantal inwoners, een groot aantal Loges ontstonden. In 1773 werd aldaar uit zeven der bestaande Loges, zijnde: 1. la Franche Amitié, 2. l'Union des Coeurs, 3. la Parfaite Égalité, 4. la Triple Union et Amitié, 5. les Amis sincères, 6. (eene Duitsche Loge) l'Heureuse Rencontre; en 7. la Bienfaisance, eene groote Loge gesticht, welke zich nogtans zeven jaren later met het G∴ O∴ van Frankrijk verbond. Thans bestaan er drie werkplaatsen te Genève, en wel: 1. l'Amitié, 2. la Prudence, en 3. les Amis-Unis. De eerste, is door het Groot Oosten van Genève in 5797 gesticht. Nadat hare werkzaamheden van 5804 tot 5806 gerust hadden, opende zij hare tempelpoort weder, waartoe zij gemagtigd was door het Fransche G∴ O∴, dewijl het Groot-Oosten van Genève op dat tijdstip niet meer bestond. In 5816 schaarde zich deze Loge onder het Helvetische Groot-Oosten, te Lausanne zitting houdende (zie het Art. zwitserland), uit hetwelk later, door ineensmelting met de Engelsche Provinciale Groote Loge te Bern, de Zwitsersche Groote Loge ontstond. Voor korten tijd nam zij het besluit, afwisselend in de Fransche en Duitsche talen te arbeiden. Eene andere werkplaats, onder den naam van la Prudence, in 5750 gesticht, wendde zich, bij het te niet gaan van het Geneefsche Groot-Oosten, naar dat van Frankrijk. Thans, na onderscheiden malen haren arbeid gestaakt te hebben, werkt zij onder de Zwitsersche Groote Loge. De derde Loge, des Amis-Unis, in 5789 door het Groot Oosten van Genève geconstitueerd, arbeidde daaronder tot in 5794, het tijdstip, waarop het Schrikbewind begon, en de revolutionnaire stormen zich deden gevoelen, gedurende welke zij haren arbeid staakte. In 5801 hare werkzaamheden, onder de Provinciale Groote Loge van Genève hervat hebbende, staakte zij die weder in 5803. Naderhand hare werkzaamheden hervattende, schaarde zij zich onder de oppermagt van het Mitzraïmitisch systema, dat zij omhelsde. Nadat die Loge onder het bewerken van dat stelsel had gebloeid, stond het opperbestuur van dat stelsel ten doel aan onderscheiden aanvallen, ten gevolge waarvan het alle briefwisseling met de onder hetzelve staande werkplaatsen afbrak. Aangezien nu de BB∴ door de leden der andere Loges niet als wettig werden aangezien, wendden zij zich tot de Groote Loge voor Zwitserland. Deze weigerde de constitutie, door het bestuur van het Mitzraïmitisch stelsel uitgevaardigd, te erkennen. Ten gevolge hiervan, moest de Loge een ander constitueerend patent nemen, dat zij nog bezit. In 5826 omhelsde de Loge het stelsel der oude en aangenomen VV∴ MM∴. Behalve de opgenoemde werkplaatsen, bestond er nog eene Duitsche L∴, onder den titel van l'Heureuse Rencontre, maar deze is later te niet gegaan, door dat hare bestanddeelen, ten gevolge van gebrek aan eene gestrenge keuze in het aannemen van Kandidaten, zoodanig waren, dat zij te gronde moest gaan, en zelfs nadeelig werkte op de andere Loges.
_alg008alge01_01_7_30
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 8, "section": 32 }
[Geometrie] GEOMETRIE, (De) is de wetenschap van de vormen, die eene groote uitgebreidheid bezitten. Zij is eene voor de bouwlieden noodzakelijke wetenschap, daar zij door dezelve alleen aan hunnen arbeid sterkte, juistheid en schoonheid kunnen geven. De symbolische metselaars wenden de grondstellingen der meetkunde op hunnen arbeid en handelingen aan, en behouden in eenen zedelijken zin hetzelfde doel. (Zie Art. g.) Naar het systema der nieuw-Engelsche Groote Loge van Londen, zijn geometrie en Metselarij oorspronkelijk uitdrukkingen van gelijke beteekenis. (Zie het Art. orchard halliwell). De geometrie handelt over de krachten en eigenschappen der hoegrootheden, in zoo verre daarbij lengte, breedte en hoogte in aanmerking komen. Zij wordt verdeeld in lagere en hoogere meetkunde. Tot de lagere meetkunde behoort het grootste gedeelte der navorschingen, over de regte lijn, over de figuren, die binnen regte lijnen bepaald zijn, over de ligchamen binnen platte vlakken besloten, en over den cirkel, den bol en den cilinder. De hoogere meetkunde houdt zich met kromme lijnen, vlakken en ligchamen bezig. Deze begint gewooonlijk met kegelsneden, en gaat daarna over tot andere sneden en vlakken. Bij haar onderzoek bedient zij zich meestal van de differentiaal- en integraalrekening. De methode der nieuwe Geometrie is van die der oude Grieken wezenlijk onderscheiden, door dat in de eerste de mathematische analysis op de geometrische onderwerpen wordt toegepast, terwijl de oude volken zich bepaalden bij de onmiddellijke beschouwing van de figuren. De laatste vordert meer scherpzinnigheid; de eerste is gemakkelijker en leidt tot algemeene resultaten, waartoe men in de laatste niet zoo wel kan geraken. Men noemt de methode der oudere volken de synthetische, die der nieuwere de analytische methode. Door deze wetenschap wordt de bouwkundige in staat gesteld, zijne ontwerpen ten uitvoer te brengen, het legerhoofd zijne soldaten in slagorde te stellen, de ingenieur de plaats voor het veldleger aan te wijzen, de aardrijkskundige den aardbol te meten, teekeningen van den omvang der zeën te leveren, en de afdeelingen van geheele rijken en provinciën te bepalen; ook wordt daardoor de sterrekundige in staat gesteld, zijn onderzoek steeds verder te brengen en den loop der hemelligchamen te berekenen; kortom, de meetkunde is de grondslag der bouwkunde, de bron der werktuigkunde. De geometrie heeft haren oorsprong voornamelijk aan de Egyptenaren te danken, die door de natuur genoodzaakt waren, dezelve te beoefenen, dewijl zij anders door den Nijl overvallen werden, die hare akkers onder water zettede, en bij het verwaarloozen van de noodige kennis, om de verschillende vormen en den inhoud der verschillende gronden te berekenen en te bepalen, de grootste verwarring onder de eigenaars zou hebben te weeg gebragt, aangezien de afscheidingen bij het afloopen van het water niet te onderkennen waren. Men noemde deze kunst eerst geometrie of geodesie (aardmeetkunde), maar haar nut strekt veel verder; alle zaken toch, die naast elkander liggen, of in reeksen op elkander volgen, en eene ruimte vervullen, of schijnen te vullen, zijn onderwerpen voor deze wetenschap. Zoo kan men zelfs de snelheid door regte lijnen voorstellen, zoodat de geometrie ook daar te pas komt, waar men van snelheid in de beweging spreekt. Dewijl men zich eindelijk ook den tijd kan voorstellen, als zamengesteld uit deelen, die elkander geregeld en onophoudelijk opvolgen, en dus als een' draad, kan men ook den tijd door eene regte lijn verbeelden. De Geometrie is dus niet alleen dienstig bij het onderzoek naar de tallooze voortbrengselen van natuur en kunst, maar kan ook op vele wetenschappen toegepast worden, en is zelfs onmisbaar voor het uitbreiden der kennis van de hoogere gedeelten van deze. Zij scherpt het verstand, en stelt ons in staat, om alle zaken heter in te zien, en eene naauwkeuriger kennis van deze te verkrijgen. Hierom lieten de oude wijsgeeren niemand tot de studiën toe, die deze wetenschap niet tot eene zekere hoogte had beoefend. Men verdeelt de lagere geometrie in elementaire (ook wel beschouwende of leerstellige genoemd) en in beoefenende. Uit Egypte kwam zij in Griekenland, waar zij door thales, pythagoras, archimedes, euclides en anderen, veel wijzigingen bekwam. Des laatsten grondstellingen getuigen van de groote volkomenheid, tot welke deze wetenschap bij de ouden gebragt was, en zoo doende is zij allengs meer uitgebreid en naar omstandigheden gebruikt geworden. Hoe hoog moeten wij alzoo deze wetenschap niet achten, door welke de mensch den loop der hemelligchamen, en hunne veranderingen, ontdekt, om daardoor tot de heerlijkheid der schepping op te klimmen, en zoo tot den O∴ B∴ H∴ te mogen naderen. Het is dus niet te verwonderen, dat de eerste stichters onzer Orde deze wetenschap voor heilig hielden, en dezelve bezigden, om daardoor der Godheid nader te komen, en den eeuwigen, almagtigen Schepper meer en meer te leeren eerbiedigen en beminnen.
_alg008alge01_01_7_31
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 8, "section": 33 }
[Geometros] GEOMETROS-Xinche Yzirie-Yva-Hiram-Stolkin. Eene phrase, die in den zevenden Schotschen graad, Prevôt en Regter, of Iersche Meester, van veel beteekenis is.
_alg008alge01_01_7_32
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 8, "section": 34 }
[Gerebzow, (Alexander van)] GEREBZOW, (ALEXANDER VAN) Keizerlijk Russisch Generaal-Majoor, was in 1815 Grootmeester der Groote Directoriaal-Loge van Rusland, Wladimir der Orde geheeten.
_alg008alge01_01_7_33
{ "ti_id": "_alg008alge01", "titel": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1", "vols": "", "jaar": "1844", "druk": "1ste druk", "ppn_o": "", "bibliotheek": "leide001dbnl01", "categorie": 1, "_jaar": 1844, "pers_id": "_alg008", "voornaam": "Anoniem", "voorvoegsel": "", "achternaam": "Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren", "jaar_geboren": "", "jaar_overlijden": "", "geb_datum": "", "overl_datum": "", "geb_plaats": "", "overl_plaats": "", "geb_plaats_code": "", "geb_land_code": "", "overl_plaats_code": "", "overl_land_code": "", "vrouw": 0, "url": "https://dbnl.org/tekst/_alg008alge01_01", "text_url": "https://dbnl.org/nieuws/text.php?id=_alg008alge01", "maand": "2012_03 ", "genre": "non-fictie", "Unnamed: 28": "", "revision_date": "2012-02-21T00:00:00", "edition": "Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch woordenboek voor vrijmetselaren. Deel 1 uit 1844.", "language": "nl", "chapter": 8, "section": 35 }
[Gerlach, (Joh. Christoph. Friedrich)] GERLACH, (JOH. CHRISTOPH. FRIEDRICH) geboren den 15den November 1756, overleden den 24sten September 1820, was Boekdrukker en Boekhandelaar te Freiberg, in het Saksische Ertsgebergte, en heeft van zijnen prof∴, en bijzonder van zijnen Maç∴ levensloop, een berigt gegeven in het werk, genaamd: Anti-Sarsena. Hij was een ijverig V∴ M∴, die door het drukken en uitgeven van Maç∴ werken, bijzonder door die van fessler, veel tot verbreiding van goede inzigten in het gebied der Vrijmetselarij heeft mede gewerkt; ook was hij een vurig vriend van degenen, wie hij zijn vertrouwen had geschonken. Zie heldman.
_alg008alge01_01_7_34