premise_en
stringlengths
7
402
premise_nl
stringlengths
8
417
hypothesis_en
stringlengths
0
295
hypothesis_nl
stringlengths
1
308
label
int32
0
2
explanation_1_en
stringlengths
0
917
explanation_1_nl
stringlengths
3
766
explanation_2_en
stringclasses
1 value
explanation_2_nl
stringclasses
1 value
explanation_3_en
stringclasses
1 value
explanation_3_nl
stringclasses
1 value
da_premise
stringlengths
3
6
mqm_premise
stringlengths
3
7
da_hypothesis
stringlengths
3
6
mqm_hypothesis
stringlengths
3
6
da_explanation_1
stringlengths
3
6
mqm_explanation_1
stringlengths
3
7
da_explanation_2
stringclasses
1 value
mqm_explanation_2
stringclasses
1 value
da_explanation_3
stringclasses
1 value
mqm_explanation_3
stringclasses
1 value
A person on a horse jumps over a broken down airplane.
Een persoon op een paard springt over een kapot vliegtuig.
A person is training his horse for a competition.
Iemand traint zijn paard voor een wedstrijd.
1
the person is not necessarily training his horse
de persoon traint niet noodzakelijkerwijs zijn paard
0.3882
0.1117
0.7113
0.1305
0.5262
0.1318
A person on a horse jumps over a broken down airplane.
Een persoon op een paard springt over een kapot vliegtuig.
A person is at a diner, ordering an omelette.
Een persoon is in een restaurant, bestelt een omelet.
2
One cannot be on a jumping horse cannot be a diner ordering food.
Men kan niet op een springpaard zitten kan geen diner zijn dat eten bestelt.
0.388
0.1117
0.1745
0.133
0.0027
0.0606
A person on a horse jumps over a broken down airplane.
Een persoon op een paard springt over een kapot vliegtuig.
A person is outdoors, on a horse.
Een persoon is buiten, op een paard.
0
a broken down airplane is outdoors
een kapot vliegtuig is buiten
0.3883
0.1117
0.0003
0.1126
0.5602
0.1126
Children smiling and waving at camera
Kinderen lachen en zwaaien naar de camera
They are smiling at their parents
Ze lachen naar hun ouders
1
Just because they are smiling and waving at a camera does not imply their parents or anyone is anyone behind it
Alleen omdat ze lachen en zwaaien naar een camera impliceert niet dat hun ouders of iemand erachter zit
0.641
0.1189
0.421
0.1209
0.3506
0.1161
Children smiling and waving at camera
Kinderen lachen en zwaaien naar de camera
There are children present
Er zijn kinderen aanwezig
0
The children must be present to see them smiling and waving.
De kinderen moeten aanwezig zijn om ze te zien lachen en zwaaien
0.641
0.1189
0.981
0.143
0.6185
0.1171
Children smiling and waving at camera
Kinderen lachen en zwaaien naar de camera
The kids are frowning
De kinderen fronsen.
2
One cannot be smiling and frowning at the same time.
Men kan niet tegelijkertijd lachen en fronsen.
0.641
0.1189
0.3447
0.1191
0.4446
0.112
A boy is jumping on skateboard in the middle of a red bridge.
Een jongen springt op skateboard in het midden van een rode brug.
The boy skates down the sidewalk.
De jongen schaatst over de stoep.
2
One cannot be in the middle of a bridge if they are on the sidewalk.
Men kan niet in het midden van een brug als ze op de stoep.
0.6767
0.1225
0.5282
0.1211
0.0117
0.0878
A boy is jumping on skateboard in the middle of a red bridge.
Een jongen springt op skateboard in het midden van een rode brug.
The boy does a skateboarding trick.
De jongen doet een skateboard truc.
0
jumping on skateboard is the same as doing trick on skateboard.
springen op skateboard is hetzelfde als het doen van truc op skateboard.
0.6775
0.1225
0.6716
0.084
0.6849
0.0936
A boy is jumping on skateboard in the middle of a red bridge.
Een jongen springt op skateboard in het midden van een rode brug.
The boy is wearing safety equipment.
De jongen draagt veiligheidsuitrusting.
1
Just because the boy is jumping on a skateboard does not imply he is wearing safety equipment
Omdat de jongen op een skateboard springt, betekent niet dat hij veiligheidsuitrusting draagt.
0.6775
0.1225
0.6633
0.1417
0.3494
0.1366
An older man sits with his orange juice at a small table in a coffee shop while employees in bright colored shirts smile in the background.
Een oudere man zit met zijn sinaasappelsap aan een kleine tafel in een coffeeshop terwijl medewerkers in felgekleurde shirts glimlachen op de achtergrond.
An older man drinks his juice as he waits for his daughter to get off work.
Een oudere man drinkt zijn sap terwijl hij wacht tot zijn dochter van zijn werk af is.
1
it is not necessarily true the man drinks his juice
Het is niet noodzakelijk dat de man zijn sap drinkt.
0.6945
0.1144
0.4464
0.106
0.4539
0.1339
An older man sits with his orange juice at a small table in a coffee shop while employees in bright colored shirts smile in the background.
Een oudere man zit met zijn sinaasappelsap aan een kleine tafel in een coffeeshop terwijl medewerkers in felgekleurde shirts glimlachen op de achtergrond.
A boy flips a burger.
Een jongen gooit een hamburger.
2
A boy is not considered an older man.
Een jongen wordt niet als oudere man beschouwd.
0.6945
0.1144
0.0545
0.084
0.7488
0.1191
An older man sits with his orange juice at a small table in a coffee shop while employees in bright colored shirts smile in the background.
Een oudere man zit met zijn sinaasappelsap aan een kleine tafel in een coffeeshop terwijl medewerkers in felgekleurde shirts glimlachen op de achtergrond.
An elderly man sits in a small shop.
Een oudere man zit in een kleine winkel.
1
The coffee shop was never described as small
De coffeeshop werd nooit beschreven als klein
0.6945
0.1144
0.6214
0.12
0.5921
0.1172
Two blond women are hugging one another.
Twee blonde vrouwen omhelzen elkaar.
Some women are hugging on vacation.
Sommige vrouwen omhelzen op vakantie.
1
Hugging does not imply being vacation.
Knuffelen betekent niet dat je vakantie hebt.
0.9326
0.1378
0.0
0.105
0.0005
0.1093
Two blond women are hugging one another.
Twee blonde vrouwen omhelzen elkaar.
The women are sleeping.
De vrouwen slapen.
2
The women cannot be hugging while they are sleeping.
De vrouwen knuffelen niet terwijl ze slapen.
0.9328
0.1379
0.4467
0.1247
0.2749
0.1182
Two blond women are hugging one another.
Twee blonde vrouwen omhelzen elkaar.
There are women showing affection.
Er zijn vrouwen met genegenheid.
0
Hugging one another is the same as showing affection.
Elkaar knuffelen is hetzelfde als genegenheid tonen.
0.9328
0.1379
0.0
0.1063
0.5257
0.1366
A few people in a restaurant setting, one of them is drinking orange juice.
Een paar mensen in een restaurant, een van hen drinkt sinaasappelsap.
The people are eating omelettes.
De mensen eten omeletten.
1
We only know that someone is drinking orange juice, we do not know that they are eating omelettes
We weten alleen dat iemand sinaasappelsap drinkt, we weten niet dat ze omeletten eten.
0.54
0.1406
0.8332
0.1352
0.5897
0.1243
A few people in a restaurant setting, one of them is drinking orange juice.
Een paar mensen in een restaurant, een van hen drinkt sinaasappelsap.
The people are sitting at desks in school.
De mensen zitten aan een bureau op school.
2
People cannot be at a restaurant and in school at the same time.
Mensen kunnen niet tegelijkertijd in een restaurant en op school zijn.
0.5399
0.1407
0.6496
0.1301
0.6559
0.1395
A few people in a restaurant setting, one of them is drinking orange juice.
Een paar mensen in een restaurant, een van hen drinkt sinaasappelsap.
The diners are at a restaurant.
De restaurants zijn in een restaurant.
0
A few pepople in a restaurant setting is similar to saying diners in a restaurant.
Een paar pepople in een restaurant setting is vergelijkbaar met het zeggen diners in een restaurant.
0.5395
0.1407
0.0
0.0761
0.0
0.0655
An older man is drinking orange juice at a restaurant.
Een oudere man drinkt sinaasappelsap in een restaurant.
A man is drinking juice.
Een man drinkt sap.
0
orange juice is a juice.
Sinaasappelsap is een sap.
0.9413
0.1344
0.6032
0.1409
0.0128
0.1149
An older man is drinking orange juice at a restaurant.
Een oudere man drinkt sinaasappelsap in een restaurant.
Two women are at a restaurant drinking wine.
Twee vrouwen zijn in een restaurant wijn aan het drinken.
2
One older man cannot be described as two women. Orange juice cannot be wine.
Een oudere man kan niet worden omschreven als twee vrouwen. Sinaasappelsap kan geen wijn zijn.
0.9413
0.1344
0.8421
0.1429
0.0714
0.103
An older man is drinking orange juice at a restaurant.
Een oudere man drinkt sinaasappelsap in een restaurant.
A man in a restaurant is waiting for his meal to arrive.
Een man in een restaurant wacht op zijn maaltijd.
1
the man is not necessarily waiting
de man wacht niet noodzakelijkerwijs
0.9413
0.1344
0.7306
0.1248
0.4315
0.1257
A man with blond-hair, and a brown shirt drinking out of a public water fountain.
Een man met blond haar en een bruin shirt uit een waterfontein.
A blond man getting a drink of water from a fountain in the park.
Een blonde man die water uit een fontein haalt in het park.
1
the man is not necessarily in the park
de man is niet per se in het park
0.0072
0.086
0.1441
0.1352
0.3651
0.1291
A man with blond-hair, and a brown shirt drinking out of a public water fountain.
Een man met blond haar en een bruin shirt uit een waterfontein.
A blond man wearing a brown shirt is reading a book on a bench in the park
Een blonde man met een bruin shirt leest een boek op een bank in het park.
2
One cannot drink out of a water fountain while reading a book on a bench.
Men kan niet uit een waterfontein drinken terwijl men een boek leest op een bank.
0.0077
0.086
0.7383
0.1383
0.6753
0.1515
A man with blond-hair, and a brown shirt drinking out of a public water fountain.
Een man met blond haar en een bruin shirt uit een waterfontein.
A blond man drinking water from a fountain.
Een blonde man die water drinkt uit een fontein.
0
fountain is in public so public water fountain is the same as public water fountain.
De fontein is in het openbaar dus de openbare waterfontein is hetzelfde als de openbare waterfontein.
0.0068
0.086
0.7719
0.1478
0.5987
0.1179
Two women who just had lunch hugging and saying goodbye.
Twee vrouwen die net lunchen en afscheid nemen.
The friends scowl at each other over a full dinner table.
De vrienden kijken naar elkaar over een volle tafel.
2
sentence 1 just had lunch hugging and saying goodbyes, in sentence 2 the meal the diners are scowling at each other over a full dinner table
zin 1 had net lunch knuffelen en afscheid nemen, in zin 2 de maaltijd de diners schreeuwen naar elkaar over een volledige eettafel
0.0001
0.0973
0.0001
0.1062
0.0
0.0458
Two women who just had lunch hugging and saying goodbye.
Twee vrouwen die net lunchen en afscheid nemen.
There are two woman in this picture.
Er staan twee vrouwen op deze foto.
0
The two woman in this picture is snashot of their activities while having lunch and saying goodbye.
De twee vrouw op deze foto is foto van hun activiteiten terwijl ze lunchen en afscheid nemen.
0.0001
0.0973
0.9861
0.1453
0.0001
0.0794
Two women who just had lunch hugging and saying goodbye.
Twee vrouwen die net lunchen en afscheid nemen.
The friends have just met for the first time in 20 years, and have had a great time catching up.
De vrienden hebben elkaar pas voor het eerst ontmoet in 20 jaar, en hebben een geweldige tijd ingehaald.
1
Two women are not assumed to be friends. Having lunch does not imply that they met for the first time in 20 years and had a great time catching up.
Twee vrouwen worden niet verondersteld vrienden te zijn. Lunchen betekent niet dat ze elkaar voor het eerst ontmoetten in 20 jaar en een geweldige tijd hadden om bij te praten.
0.0001
0.0973
0.0159
0.1004
0.2487
0.0984
Two women, holding food carryout containers, hug.
Twee vrouwen, met voedsel containers, knuffel.
The two sisters saw each other across the crowded diner and shared a hug, both clutching their doggie bags.
De twee zussen zagen elkaar in het drukke eethuis en deelden een knuffel, beiden met hun hondentassen.
1
Just because two women are hugging does not mean they are sisters or they are in a crowded diner.
Dat twee vrouwen knuffelen betekent niet dat ze zussen zijn of in een drukke eettent zitten.
0.0
0.0805
0.0091
0.0697
0.2358
0.1152
Two women, holding food carryout containers, hug.
Twee vrouwen, met voedsel containers, knuffel.
Two groups of rival gang members flipped each other off.
Twee groepen rivaliserende bendeleden draaiden elkaar om.
2
Two women cannot also be two groups
Twee vrouwen kunnen ook geen twee groepen zijn
0.0
0.0805
0.2406
0.082
0.5752
0.1159
Two women, holding food carryout containers, hug.
Twee vrouwen, met voedsel containers, knuffel.
Two women hug each other.
Twee vrouwen omhelzen elkaar.
0
Although at first this may seem impossible to do without a mess, the two women could hug by holding their carryout in one hand and hugging, mess-free.
Hoewel dit in eerste instantie onmogelijk lijkt te doen zonder een puinhoop, konden de twee vrouwen knuffelen door het vasthouden van hun carryout in één hand en knuffelen, rotzooivrij.
0.0
0.0805
0.9446
0.1372
0.0001
0.0678
A Little League team tries to catch a runner sliding into a base in an afternoon game.
Een team van de Little League probeert een loper te vangen die in een middagwedstrijd een honkslag betreedt.
A team is trying to score the games winning out.
Een team probeert de games te scoren die winnen.
1
The runner sliding into a base was not described as the games winning play
De loper glijden in een basis werd niet beschreven als de games winnen spelen
0.0001
0.0829
0.0006
0.083
0.0
0.0414
A Little League team tries to catch a runner sliding into a base in an afternoon game.
Een team van de Little League probeert een loper te vangen die in een middagwedstrijd een honkslag betreedt.
A team is trying to tag a runner out.
Een team probeert een loper uit te schakelen.
0
When a runner catch a runner the runner will tag the other runner show therefore catch and tag mean the same thing.
Wanneer een loper een loper vangt zal de loper de andere loper show dus vangen en tag hetzelfde betekenen.
0.0001
0.0829
0.0287
0.0891
0.0
0.0499
A Little League team tries to catch a runner sliding into a base in an afternoon game.
Een team van de Little League probeert een loper te vangen die in een middagwedstrijd een honkslag betreedt.
A team is playing baseball on Saturn.
Een team speelt honkbal op Saturnus.
2
A little league team would not be on Saturn
Een klein team zou niet in Saturnus zitten.
0.0001
0.0829
0.8003
0.1403
0.3359
0.1006
The school is having a special event in order to show the american culture on how other cultures are dealt with in parties.
De school heeft een speciaal evenement om de Amerikaanse cultuur te laten zien hoe andere culturen in feesten worden behandeld.
A school hosts a basketball game.
Een school organiseert een basketbalwedstrijd.
2
Basketball is american culture.
Basketbal is Amerikaanse cultuur.
0.6268
0.1064
0.9111
0.1506
0.9803
0.1444
The school is having a special event in order to show the american culture on how other cultures are dealt with in parties.
De school heeft een speciaal evenement om de Amerikaanse cultuur te laten zien hoe andere culturen in feesten worden behandeld.
A high school is hosting an event.
Een middelbare school organiseert een evenement.
1
The school was never described as a high school
De school werd nooit omschreven als een middelbare school
0.6268
0.1064
0.8033
0.1452
0.9174
0.1607
The school is having a special event in order to show the american culture on how other cultures are dealt with in parties.
De school heeft een speciaal evenement om de Amerikaanse cultuur te laten zien hoe andere culturen in feesten worden behandeld.
A school is hosting an event.
Een school organiseert een evenement.
0
An event is a special occasion so all event is a special event.
Een evenement is een speciale gelegenheid dus alle evenementen zijn een speciaal evenement.
0.6268
0.1064
0.7206
0.146
0.7057
0.1285
High fashion ladies wait outside a tram beside a crowd of people in the city.
High fashion dames wachten buiten een tram naast een massa mensen in de stad.
The women do not care what clothes they wear.
De vrouwen geven er niet om welke kleren ze dragen.
2
High fashion ladies do care about what they wear, always making sure their clothes are up to date.
High fashion dames geven om wat ze dragen, altijd zorgen dat hun kleren up-to-date zijn.
0.5185
0.1169
0.6528
0.1361
0.1843
0.082
High fashion ladies wait outside a tram beside a crowd of people in the city.
High fashion dames wachten buiten een tram naast een massa mensen in de stad.
Women are waiting by a tram.
Vrouwen wachten bij een tram.
0
ladies means women.
Dames betekent vrouwen.
0.5179
0.1169
0.7995
0.1262
0.6497
0.113
High fashion ladies wait outside a tram beside a crowd of people in the city.
High fashion dames wachten buiten een tram naast een massa mensen in de stad.
The women enjoy having a good fashion sense.
De vrouwen genieten van een goed gevoel voor mode.
1
The women are never described as enjoying having a good fashion sense
De vrouwen worden nooit beschreven als genieten van een goed gevoel voor mode
0.5177
0.117
0.8536
0.1152
0.1296
0.0893
A man, woman, and child enjoying themselves on a beach.
Een man, vrouw en kind die zich vermaken op het strand.
A child with mom and dad, on summer vacation at the beach.
Een kind met mam en pap, op zomervakantie op het strand.
1
A man and a woman with a child are not necessarily its mom and dad. A man, woman, and child at a beach are not necessarily on summer vacation.
Een man en een vrouw met een kind zijn niet per se zijn moeder en vader. Een man, vrouw en kind op een strand zijn niet noodzakelijk op zomervakantie.
0.7189
0.1219
0.703
0.1227
0.3094
0.102
A man, woman, and child enjoying themselves on a beach.
Een man, vrouw en kind die zich vermaken op het strand.
A family of three is at the beach.
Een familie van drie is op het strand
0
man, woman and child are three people who are related so they are family of three.
man, vrouw en kind zijn drie mensen die familie van drie zijn.
0.7189
0.1219
0.6766
0.1377
0.274
0.0883
A man, woman, and child enjoying themselves on a beach.
Een man, vrouw en kind die zich vermaken op het strand.
A family of three is at the mall shopping.
Een gezin van drie is in het winkelcentrum.
2
You can only be at one place, either the beach or the mall. You cant be at both places at the same time.
Je kunt maar op één plek zijn, of het strand of het winkelcentrum.
0.7186
0.1219
0.6386
0.1143
0.0001
0.1206
People waiting to get on a train or just getting off.
Mensen die wachten om in de trein te stappen of gewoon uitstappen.
The people waiting on the train are sitting.
De mensen die op de trein wachten zitten.
1
People waiting on a train are not necessarily sitting.
Mensen die wachten op een trein hoeven niet per se te zitten.
0.1752
0.1061
0.3243
0.1204
0.2332
0.1222
People waiting to get on a train or just getting off.
Mensen die wachten om in de trein te stappen of gewoon uitstappen.
There are people just getting on a train
Er zijn mensen die net in een trein stappen
0
get on a train and just getting on train is the same action.
Stap in een trein en stap gewoon op de trein is dezelfde actie.
0.1749
0.1062
0.0184
0.1359
0.1893
0.1038
People waiting to get on a train or just getting off.
Mensen die wachten om in de trein te stappen of gewoon uitstappen.
There are people waiting on a train.
Er wachten mensen op een trein.
0
waiting to get on a train or just getting off is a rephrase of waiting on a train.
wachten om in een trein te stappen of gewoon uitstappen is een herwoord van wachten op een trein
0.1749
0.1062
0.7834
0.1412
0.2938
0.1047
A couple playing with a little boy on the beach.
Een stel dat speelt met een kleine jongen op het strand.
A couple are playing with a young child outside.
Een stel speelt met een jong kind buiten.
0
little boy is a young child.
Kleine jongen is een jong kind.
0.3952
0.1188
0.7026
0.1308
0.8096
0.1205
A couple playing with a little boy on the beach.
Een stel dat speelt met een kleine jongen op het strand.
A couple are playing frisbee with a young child at the beach.
Een paar spelen frisbee met een jong kind op het strand
1
Frisbee is not the only method of playing.
Frisbee is niet de enige manier van spelen.
0.395
0.1188
0.403
0.1368
0.947
0.1429
A couple playing with a little boy on the beach.
Een stel dat speelt met een kleine jongen op het strand.
A couple watch a little girl play by herself on the beach.
Een paar kijken hoe een klein meisje alleen op het strand speelt.
2
The little boy cannot be a little girl.
Het jongetje kan geen klein meisje zijn.
0.396
0.1187
0.4876
0.1333
0.7925
0.1175
A couple play in the tide with their young son.
Een paar spelen in het tij met hun jonge zoon.
The family is sitting down for dinner.
De familie zit te eten.
2
The family cannot simultaneously be playing in the tide and sitting down to dinner
De familie kan niet tegelijkertijd spelen in het tij en zitten om te eten
0.0023
0.0956
0.0001
0.1112
0.0
0.0868
A couple play in the tide with their young son.
Een paar spelen in het tij met hun jonge zoon.
The family is outside.
De familie is buiten.
0
They are outside because the are in the tide.
Ze zijn buiten omdat ze in het getij zijn.
0.0023
0.0956
0.5085
0.1127
0.1099
0.1159
A couple play in the tide with their young son.
Een paar spelen in het tij met hun jonge zoon.
The family is on vacation.
De familie is op vakantie.
1
We have no idea if they are on vacation or just a weekend.
We hebben geen idee of ze op vakantie zijn of gewoon een weekend.
0.0024
0.0956
0.9298
0.1496
0.7488
0.1276
A man and a woman cross the street in front of a pizza and gyro restaurant.
Een man en een vrouw steken de straat over voor een pizza en gyro restaurant.
The people are standing still on the curb.
De mensen staan stil op de stoeprand.
2
One cannot cross the street and be standing still on the curb simultaneously.
Men kan niet de straat oversteken en tegelijkertijd op de stoep staan.
0.2037
0.108
0.5689
0.1418
0.3171
0.1261
A man and a woman cross the street in front of a pizza and gyro restaurant.
Een man en een vrouw steken de straat over voor een pizza en gyro restaurant.
Near a couple of restaurants, two people walk across the street.
In de buurt van een paar restaurants lopen twee mensen over de straat.
0
man and woman are people.
Man en vrouw zijn mensen.
0.2045
0.108
0.6752
0.126
0.9692
0.1264
A man and a woman cross the street in front of a pizza and gyro restaurant.
Een man en een vrouw steken de straat over voor een pizza en gyro restaurant.
The couple are walking across the street together.
Het stel loopt samen de straat over.
1
A man and a woman crossing a street are not necessarily a couple.
Een man en een vrouw die een straat oversteken zijn niet per se een koppel.
0.2037
0.108
0.6494
0.13
0.5027
0.1321
A woman in a green jacket and hood over her head looking towards a valley.
Een vrouw met een groene jas en een kap over haar hoofd die naar een vallei kijkt.
The woman is nake.
De vrouw is Nake.
2
One cannot wear a green jacket and be naked simultaneously.
Men kan geen groene jas dragen en tegelijkertijd naakt zijn.
0.3052
0.1137
0.0697
0.1165
0.6839
0.1332
A woman in a green jacket and hood over her head looking towards a valley.
Een vrouw met een groene jas en een kap over haar hoofd die naar een vallei kijkt.
The woman is cold.
De vrouw is koud.
1
Just because a woman is wearing a jacket with a hood does not mean she is cold.
Alleen omdat een vrouw een jas met een capuchon draagt, betekent niet dat ze koud is.
0.3048
0.1137
0.0002
0.0844
0.6816
0.1386
A woman in a green jacket and hood over her head looking towards a valley.
Een vrouw met een groene jas en een kap over haar hoofd die naar een vallei kijkt.
The woman is wearing green.
De vrouw draagt groen.
0
green jacket implies the woman is wearing green.
Groene jas betekent dat ze groen draagt.
0.3048
0.1137
0.7254
0.1225
0.2583
0.1057
Woman in white in foreground and a man slightly behind walking with a sign for John's Pizza and Gyro in the background.
Vrouw in het wit op de voorgrond en een man iets achter lopen met een bord voor John's Pizza en Gyro op de achtergrond.
The man with the sign is caucasian.
De man met het bord is Kaukasisch.
1
Not all men are Caucasian.
Niet alle mannen zijn blank.
0.1815
0.0726
0.064
0.0995
0.868
0.1398
Woman in white in foreground and a man slightly behind walking with a sign for John's Pizza and Gyro in the background.
Vrouw in het wit op de voorgrond en een man iets achter lopen met een bord voor John's Pizza en Gyro op de achtergrond.
They are protesting outside the capital.
Ze protesteren buiten de hoofdstad.
2
One cannot be walking by a sign for John's Pizza and Gyro and protesting outside the capital simultaneously.
Men kan niet lopen door een bord voor John's Pizza en Gyro en tegelijkertijd protesteren buiten de hoofdstad.
0.1809
0.0727
0.8347
0.1419
0.2856
0.0862
Woman in white in foreground and a man slightly behind walking with a sign for John's Pizza and Gyro in the background.
Vrouw in het wit op de voorgrond en een man iets achter lopen met een bord voor John's Pizza en Gyro op de achtergrond.
A woman in white.
Een vrouw in het wit.
0
Woman in white in foreground implies that woman is in white.
Een vrouw in het wit op de voorgrond betekent dat ze in het wit is.
0.1808
0.0727
0.8626
0.116
0.0007
0.098
Woman in white in foreground and a man slightly behind walking with a sign for John's Pizza and Gyro in the background.
Vrouw in het wit op de voorgrond en een man iets achter lopen met een bord voor John's Pizza en Gyro op de achtergrond.
A man is advertising for a restaurant.
Een man maakt reclame voor een restaurant.
0
walking with a sign for John's Pizza and Gyro implies that man is advertising for a restaurant.
wandelen met een bord voor John's Pizza en Gyro impliceert dat de mens reclame maakt voor een restaurant.
0.1813
0.0726
0.8937
0.1352
0.3231
0.0902
Woman in white in foreground and a man slightly behind walking with a sign for John's Pizza and Gyro in the background.
Vrouw in het wit op de voorgrond en een man iets achter lopen met een bord voor John's Pizza en Gyro op de achtergrond.
The woman is wearing black.
De vrouw draagt zwart.
2
The woman is in either white or black.
De vrouw is in wit of zwart.
0.1813
0.0726
0.7128
0.1176
0.6604
0.1146
Woman in white in foreground and a man slightly behind walking with a sign for John's Pizza and Gyro in the background.
Vrouw in het wit op de voorgrond en een man iets achter lopen met een bord voor John's Pizza en Gyro op de achtergrond.
A man and a woman walk down a crowded city street.
Een man en een vrouw lopen door een drukke stadsstraat.
1
A woman and a man with a sign can be walking anywhere, not just on a crowded city street.
Een vrouw en een man met een bord kunnen overal lopen, niet alleen op een drukke straat.
0.1813
0.0726
0.8557
0.1377
0.5867
0.1233
Woman in white in foreground and a man slightly behind walking with a sign for John's Pizza and Gyro in the background.
Vrouw in het wit op de voorgrond en een man iets achter lopen met een bord voor John's Pizza en Gyro op de achtergrond.
The woman is wearing white.
De vrouw draagt wit.
0
woman in white implies that she is wearing white.
Een vrouw in het wit betekent dat ze wit draagt.
0.1813
0.0726
0.845
0.1241
0.1488
0.1085
Woman in white in foreground and a man slightly behind walking with a sign for John's Pizza and Gyro in the background.
Vrouw in het wit op de voorgrond en een man iets achter lopen met een bord voor John's Pizza en Gyro op de achtergrond.
They are working for John's Pizza.
Ze werken voor John's Pizza.
1
The woman does not have the sign, so they are not necessarily both working for John's Pizza.
De vrouw heeft het teken niet, dus ze werken niet allebei voor John's Pizza.
0.1817
0.0726
0.6336
0.1041
0.1187
0.105
Woman in white in foreground and a man slightly behind walking with a sign for John's Pizza and Gyro in the background.
Vrouw in het wit op de voorgrond en een man iets achter lopen met een bord voor John's Pizza en Gyro op de achtergrond.
Olympic swimming.
Olympisch zwemmen.
2
One cannot be walking and Olympic swimming at the same time.
Men kan niet tegelijkertijd wandelen en Olympische zwemmen.
0.1816
0.0727
0.0037
0.1202
0.2124
0.1209
Woman in white in foreground and a man slightly behind walking with a sign for John's Pizza and Gyro in the background.
Vrouw in het wit op de voorgrond en een man iets achter lopen met een bord voor John's Pizza en Gyro op de achtergrond.
A man and a soman are eating together at John's Pizza and Gyro.
Een man en een soldaat eten samen op John's Pizza en Gyro
2
One cannot be walking with a sign for John's Pizza and Gyro in the background and eating together at the same time.
Men kan niet lopen met een bord voor John's Pizza en Gyro op de achtergrond en samen eten op hetzelfde moment.
0.1816
0.0727
0.6435
0.0924
0.4671
0.1009
Woman in white in foreground and a man slightly behind walking with a sign for John's Pizza and Gyro in the background.
Vrouw in het wit op de voorgrond en een man iets achter lopen met een bord voor John's Pizza en Gyro op de achtergrond.
They are walking with a sign.
Ze lopen met een bord.
0
walking with a sign for John's Pizza and Gyro means that they are walking with a sign.
wandelen met een bord voor John's Pizza en Gyro betekent dat ze lopen met een bord.
0.1816
0.0727
0.2715
0.1116
0.1647
0.069
Woman in white in foreground and a man slightly behind walking with a sign for John's Pizza and Gyro in the background.
Vrouw in het wit op de voorgrond en een man iets achter lopen met een bord voor John's Pizza en Gyro op de achtergrond.
The woman is waiting for a friend.
De vrouw wacht op een vriend.
1
Not all women are waiting for a friend.
Niet alle vrouwen wachten op een vriend.
0.1816
0.0727
0.649
0.1201
0.4475
0.1316
Woman in white in foreground and a man slightly behind walking with a sign for John's Pizza and Gyro in the background.
Vrouw in het wit op de voorgrond en een man iets achter lopen met een bord voor John's Pizza en Gyro op de achtergrond.
The man is sitting down while he has a sign for John's Pizza and Gyro in his arms.
De man zit terwijl hij een teken heeft voor John's Pizza en Gyro in zijn armen.
2
One cannot be walking with a sign for John's Pizza and Gyro in the background and sitting down with a sign in his arms.
Men kan niet lopen met een bord voor John's Pizza en Gyro op de achtergrond en zitten met een bord in zijn armen.
0.1818
0.0726
0.0001
0.0852
0.3108
0.0886
Woman in white in foreground and a man slightly behind walking with a sign for John's Pizza and Gyro in the background.
Vrouw in het wit op de voorgrond en een man iets achter lopen met een bord voor John's Pizza en Gyro op de achtergrond.
The woman and man are outdoors.
De vrouw en de man zijn buiten.
0
walking with a sign means they are outdoors.
lopen met een bord betekent dat ze buiten zijn.
0.1819
0.0726
0.5303
0.1083
0.1715
0.1072
Woman in white in foreground and a man slightly behind walking with a sign for John's Pizza and Gyro in the background.
Vrouw in het wit op de voorgrond en een man iets achter lopen met een bord voor John's Pizza en Gyro op de achtergrond.
A woman ordering pizza.
Een vrouw die pizza bestelt.
1
A woman is not necessarily ordering pizza if she is walking in front of a man with a sign for a pizza store.
Een vrouw bestelt niet per se pizza als ze voor een man loopt met een bord voor een pizzawinkel.
0.1824
0.0726
0.6731
0.1215
0.0188
0.0969
Two adults, one female in white, with shades and one male, gray clothes, walking across a street, away from a eatery with a blurred image of a dark colored red shirted person in the foreground.
Twee volwassenen, een vrouwtje in het wit, met tinten en een mannetje, grijze kleren, lopen over een straat, weg van een eethuis met een wazig beeld van een donker gekleurd rood overhemd persoon op de voorgrond.
The people are related.
De mensen zijn familie.
1
The fact that the female and male are leaving an eatery does not mean that they are related. Related implies a familial relationship.
Het feit dat het vrouwtje en het mannetje een eethuis verlaten betekent niet dat ze verwant zijn. Gerelateerd impliceert een familiale relatie.
0.2165
0.0659
0.2553
0.1085
0.284
0.0941
Two adults, one female in white, with shades and one male, gray clothes, walking across a street, away from a eatery with a blurred image of a dark colored red shirted person in the foreground.
Twee volwassenen, een vrouwtje in het wit, met tinten en een mannetje, grijze kleren, lopen over een straat, weg van een eethuis met een wazig beeld van een donker gekleurd rood overhemd persoon op de voorgrond.
Two adults run across the street to get away from a red shirted person chasing them.
Twee volwassenen rennen aan de overkant om weg te komen van een rood overhemd persoon die hen achtervolgt.
2
One can either be walking across the street or running across the street.
Men kan ofwel lopen aan de overkant van de straat of rennen over de straat.
0.2165
0.0659
0.24
0.1076
0.3516
0.116
Two adults, one female in white, with shades and one male, gray clothes, walking across a street, away from a eatery with a blurred image of a dark colored red shirted person in the foreground.
Twee volwassenen, een vrouwtje in het wit, met tinten en een mannetje, grijze kleren, lopen over een straat, weg van een eethuis met een wazig beeld van een donker gekleurd rood overhemd persoon op de voorgrond.
The adults are both male and female.
De volwassenen zijn zowel mannelijk als vrouwelijk.
0
one female and one male implies that they are both male and female.
Eén vrouw en één mannetje impliceert dat ze zowel mannelijk als vrouwelijk zijn.
0.2166
0.0659
0.4915
0.1028
0.5696
0.1094
Two adults, one female in white, with shades and one male, gray clothes, walking across a street, away from a eatery with a blurred image of a dark colored red shirted person in the foreground.
Twee volwassenen, een vrouwtje in het wit, met tinten en een mannetje, grijze kleren, lopen over een straat, weg van een eethuis met een wazig beeld van een donker gekleurd rood overhemd persoon op de voorgrond.
Two people walk home after a tasty steak dinner.
Twee mensen lopen naar huis na een lekker steak diner.
1
The individuals walking away from the restaurant had no particular destination. Now it is clear that they are going home. The restaurant could have been any type of food. It was not clear what time of day the meal took place but dinner implies evening.
De individuen die wegliepen van het restaurant hadden geen specifieke bestemming. Nu is het duidelijk dat ze naar huis gaan. Het restaurant kon elk type eten geweest zijn. Het was niet duidelijk hoe laat de maaltijd plaatsvond, maar diner impliceert avond.
0.2166
0.0659
0.45
0.1038
0.1316
0.074
Two adults, one female in white, with shades and one male, gray clothes, walking across a street, away from a eatery with a blurred image of a dark colored red shirted person in the foreground.
Twee volwassenen, een vrouwtje in het wit, met tinten en een mannetje, grijze kleren, lopen over een straat, weg van een eethuis met een wazig beeld van een donker gekleurd rood overhemd persoon op de voorgrond.
Two adults swimming in water
Twee volwassenen zwemmen in water
2
One cannot be walking across a street and swimming in water.
Men kan niet over een straat lopen en zwemmen in water.
0.2165
0.0659
0.9066
0.1372
0.5656
0.1424
Two adults, one female in white, with shades and one male, gray clothes, walking across a street, away from a eatery with a blurred image of a dark colored red shirted person in the foreground.
Twee volwassenen, een vrouwtje in het wit, met tinten en een mannetje, grijze kleren, lopen over een straat, weg van een eethuis met een wazig beeld van een donker gekleurd rood overhemd persoon op de voorgrond.
Two adults walk across a street.
Twee volwassenen lopen over een straat.
0
The adults walking across the street did, in fact, walk across the street.
De volwassenen die aan de overkant van de straat liepen, liepen in feite over de straat.
0.2165
0.0659
0.5518
0.1347
0.0377
0.1172
Two adults, one female in white, with shades and one male, gray clothes, walking across a street, away from a eatery with a blurred image of a dark colored red shirted person in the foreground.
Twee volwassenen, een vrouwtje in het wit, met tinten en een mannetje, grijze kleren, lopen over een straat, weg van een eethuis met een wazig beeld van een donker gekleurd rood overhemd persoon op de voorgrond.
Two people ride bicycles into a tunnel.
Twee mensen fietsen een tunnel in.
2
There can be two people or three people.
Er kunnen twee of drie mensen zijn.
0.2166
0.0659
0.2317
0.1357
0.9662
0.1253
Two adults, one female in white, with shades and one male, gray clothes, walking across a street, away from a eatery with a blurred image of a dark colored red shirted person in the foreground.
Twee volwassenen, een vrouwtje in het wit, met tinten en een mannetje, grijze kleren, lopen over een straat, weg van een eethuis met een wazig beeld van een donker gekleurd rood overhemd persoon op de voorgrond.
Two people walk away from a restaurant across a street.
Twee mensen lopen weg van een restaurant aan de overkant.
0
The eatery the people are walking away from is also a restaurant.
Het eetgelegenheid waar de mensen van weglopen is ook een restaurant.
0.2166
0.0659
0.3084
0.1149
0.5672
0.1153
Two adults, one female in white, with shades and one male, gray clothes, walking across a street, away from a eatery with a blurred image of a dark colored red shirted person in the foreground.
Twee volwassenen, een vrouwtje in het wit, met tinten en een mannetje, grijze kleren, lopen over een straat, weg van een eethuis met een wazig beeld van een donker gekleurd rood overhemd persoon op de voorgrond.
Two adults walking across a road near the convicted prisoner dressed in red
Twee volwassenen lopen over een weg bij de veroordeelde gevangene gekleed in het rood
1
No details were known about the red shirted person in the foreground. Now it is known they are a convicted prisoner.
Er waren geen details bekend over de rode overhemd persoon op de voorgrond. Nu is bekend dat ze een veroordeelde gevangene zijn.
0.2166
0.0659
0.3858
0.1102
0.3449
0.1098
Two adults, one female in white, with shades and one male, gray clothes, walking across a street, away from a eatery with a blurred image of a dark colored red shirted person in the foreground.
Twee volwassenen, een vrouwtje in het wit, met tinten en een mannetje, grijze kleren, lopen over een straat, weg van een eethuis met een wazig beeld van een donker gekleurd rood overhemd persoon op de voorgrond.
Two friends cross a street.
Twee vrienden steken een straat over.
1
The man and woman could have been strangers instead of friends.
De man en vrouw hadden vreemden kunnen zijn in plaats van vrienden.
0.2166
0.0659
0.0001
0.106
0.4766
0.1243
Two adults, one female in white, with shades and one male, gray clothes, walking across a street, away from a eatery with a blurred image of a dark colored red shirted person in the foreground.
Twee volwassenen, een vrouwtje in het wit, met tinten en een mannetje, grijze kleren, lopen over een straat, weg van een eethuis met een wazig beeld van een donker gekleurd rood overhemd persoon op de voorgrond.
Some people board a train.
Sommige mensen stappen op een trein.
2
Eatery is a completely different activity than boarding a train.
Eetgelegenheid is een totaal andere activiteit dan het instappen van een trein.
0.2165
0.0659
0.704
0.1271
0.5108
0.1141
Two adults, one female in white, with shades and one male, gray clothes, walking across a street, away from a eatery with a blurred image of a dark colored red shirted person in the foreground.
Twee volwassenen, een vrouwtje in het wit, met tinten en een mannetje, grijze kleren, lopen over een straat, weg van een eethuis met een wazig beeld van een donker gekleurd rood overhemd persoon op de voorgrond.
Two adults walk across the street.
Twee volwassenen lopen de straat over.
0
Walking across the street is the same to walk across the street.
Wandelen over de straat is hetzelfde om over de straat te lopen.
0.2165
0.0659
0.3368
0.1222
0.2682
0.1138
Two adults, one female in white, with shades and one male, gray clothes, walking across a street, away from a eatery with a blurred image of a dark colored red shirted person in the foreground.
Twee volwassenen, een vrouwtje in het wit, met tinten en een mannetje, grijze kleren, lopen over een straat, weg van een eethuis met een wazig beeld van een donker gekleurd rood overhemd persoon op de voorgrond.
Two adults walking across a road
Twee volwassenen die over een weg lopen
0
A street and a road are the same thing.
Een straat en een weg zijn hetzelfde.
0.2165
0.0659
0.0027
0.1291
0.797
0.1297
Two adults, one female in white, with shades and one male, gray clothes, walking across a street, away from a eatery with a blurred image of a dark colored red shirted person in the foreground.
Twee volwassenen, een vrouwtje in het wit, met tinten en een mannetje, grijze kleren, lopen over een straat, weg van een eethuis met een wazig beeld van een donker gekleurd rood overhemd persoon op de voorgrond.
There are no women in the picture.
Er zijn geen vrouwen op de foto.
2
There can be one women or no women.
Er kunnen één vrouw of geen vrouw zijn.
0.2166
0.0659
0.8884
0.1483
0.9635
0.1204
Two adults, one female in white, with shades and one male, gray clothes, walking across a street, away from a eatery with a blurred image of a dark colored red shirted person in the foreground.
Twee volwassenen, een vrouwtje in het wit, met tinten en een mannetje, grijze kleren, lopen over een straat, weg van een eethuis met een wazig beeld van een donker gekleurd rood overhemd persoon op de voorgrond.
Two adults walk across the street to get away from a red shirted person who is chasing them.
Twee volwassenen lopen de straat over om weg te komen van een rood overhemd persoon die ze achtervolgt
1
The two adults could have been crossing the street for any number of reasons instead of trying to get away from something. The fact that the red shirted person is blurry in the foreground does not imply that he knows the man and woman let alone that he is chasing them.
De twee volwassenen hadden de straat kunnen oversteken om een aantal redenen in plaats van proberen weg te komen van iets. Het feit dat de rode overhemd persoon is wazig op de voorgrond betekent niet dat hij weet de man en vrouw laat staan dat hij ze achtervolgt.
0.2166
0.0659
0.2825
0.1341
0.0
0.0372
A woman wearing all white and eating, walks next to a man holding a briefcase.
Een vrouw die helemaal wit draagt en eet, loopt naast een man met een aktetas.
A married couple is sleeping.
Een getrouwd stel slaapt.
2
There can be married couple or woman.
Er kunnen getrouwd stel of vrouw zijn
0.0053
0.1066
0.2745
0.1199
0.7809
0.1171
A woman wearing all white and eating, walks next to a man holding a briefcase.
Een vrouw die helemaal wit draagt en eet, loopt naast een man met een aktetas.
A female is next to a man.
Een vrouwtje staat naast een man.
0
A woman is another word for a female.
Een vrouw is een ander woord voor een vrouw.
0.0053
0.1066
0.7474
0.1303
0.0472
0.1062
A woman wearing all white and eating, walks next to a man holding a briefcase.
Een vrouw die helemaal wit draagt en eet, loopt naast een man met een aktetas.
A married couple is walking next to each other.
Een getrouwd stel loopt naast elkaar.
1
A woman and man walking next to each other do not need to be related but now it is known that they are a married couple.
Een vrouw en man die naast elkaar lopen hoeven niet verwant te zijn, maar nu is het bekend dat ze een getrouwd stel zijn.
0.0053
0.1066
0.7104
0.1304
0.7405
0.1237
A woman is walking across the street eating a banana, while a man is following with his briefcase.
Een vrouw loopt over straat en eet een banaan, terwijl een man met zijn koffertje achtervolgt.
Nobody has food.
Niemand heeft eten.
2
'Nobody has food' is wrong because the woman has a banana.
'Niemand heeft eten' is verkeerd omdat de vrouw een banaan heeft.
0.1608
0.113
0.0003
0.1292
0.1497
0.0865
A woman is walking across the street eating a banana, while a man is following with his briefcase.
Een vrouw loopt over straat en eet een banaan, terwijl een man met zijn koffertje achtervolgt.
A woman eats a banana and walks across a street, and there is a man trailing behind her.
Een vrouw eet een banaan en loopt over een straat, en er loopt een man achter haar aan.
0
The same woman crossing the street with the banana is being followed by the man trailing behind her.
Dezelfde vrouw die de straat oversteekt met de banaan wordt gevolgd door de man achter haar.
0.1601
0.113
0.4466
0.123
0.1524
0.1047
A woman is walking across the street eating a banana, while a man is following with his briefcase.
Een vrouw loopt over straat en eet een banaan, terwijl een man met zijn koffertje achtervolgt.
The woman and man are playing baseball together.
De vrouw en man spelen samen honkbal.
2
One cannot play baseball and eat banana together.
Men kan niet honkbal spelen en samen bananen eten.
0.1601
0.113
0.9504
0.1295
0.6542
0.1088
A woman is walking across the street eating a banana, while a man is following with his briefcase.
Een vrouw loopt over straat en eet een banaan, terwijl een man met zijn koffertje achtervolgt.
two coworkers cross pathes on a street
twee collega's kruisen paden op een straat
1
It cannot be inferred that the woman and man are coworkers.
Het kan niet worden afgeleid dat de vrouw en man collega's zijn.
0.1605
0.113
0.3488
0.1316
0.2933
0.121
A woman is walking across the street eating a banana, while a man is following with his briefcase.
Een vrouw loopt over straat en eet een banaan, terwijl een man met zijn koffertje achtervolgt.
A woman eats ice cream walking down the sidewalk, and there is another woman in front of her with a purse.
Een vrouw eet ijs op de stoep, en er is een andere vrouw voor haar met een tas.
2
women can eat ice cream or banana.
Vrouwen kunnen ijs of banaan eten.
0.1605
0.113
0.0001
0.1029
0.9122
0.1204
A woman is walking across the street eating a banana, while a man is following with his briefcase.
Een vrouw loopt over straat en eet een banaan, terwijl een man met zijn koffertje achtervolgt.
The mans briefcase is for work.
De koffer is voor het werk.
1
A briefcase could have many uses but this briefcase is specifically for work.
Een koffer kan veel nut hebben, maar deze koffer is speciaal voor het werk.
0.1605
0.113
0.1505
0.1154
0.394
0.1278
A woman is walking across the street eating a banana, while a man is following with his briefcase.
Een vrouw loopt over straat en eet een banaan, terwijl een man met zijn koffertje achtervolgt.
A person eating.
Een persoon die eet.
0
A woman is a person.
Een vrouw is een persoon.
0.1597
0.113
0.0
0.0951
0.9059
0.1293
A woman is walking across the street eating a banana, while a man is following with his briefcase.
Een vrouw loopt over straat en eet een banaan, terwijl een man met zijn koffertje achtervolgt.
A person that is hungry.
Iemand die honger heeft.
1
Eating does not imply that the woman is hungry.
Eten betekent niet dat de vrouw honger heeft.
0.1602
0.113
0.7757
0.1305
0.8051
0.1309
A woman is walking across the street eating a banana, while a man is following with his briefcase.
Een vrouw loopt over straat en eet een banaan, terwijl een man met zijn koffertje achtervolgt.
An actress and her favorite assistant talk a walk in the city.
Een actrice en haar favoriete assistent praten een wandeling in de stad.
1
The people's profession and relationship is not implied simply because they are walking together. It is now known that the woman is an actress and the man following her is her favorite assistant.
Het beroep en de relatie van het volk wordt niet geïmpliceerd gewoon omdat ze samen lopen. Het is nu bekend dat de vrouw is een actrice en de man die haar volgt is haar favoriete assistente.
0.1602
0.113
0.0313
0.0779
0.2134
0.0719
A woman is walking across the street eating a banana, while a man is following with his briefcase.
Een vrouw loopt over straat en eet een banaan, terwijl een man met zijn koffertje achtervolgt.
a woman eating a banana crosses a street
een vrouw die een banaan eet steekt een straat over
0
Walking across the street is the same as saying someone crosses a street.
Aan de overkant lopen is hetzelfde als zeggen dat iemand een straat oversteekt.
0.1602
0.113
0.0
0.0972
0.1655
0.1031