Source
stringclasses
9 values
Original ID
stringlengths
1
9
Acceptability
int64
0
1
Original annotation
stringclasses
5 values
Sentence
stringlengths
4
152
Material added
int64
0
1
SoD-Noun2
4.184a
1
null
Mevrouw de voorzitter, kunt u uitleggen waarom dit zo is?
1
SoD-Noun2
4.184b
1
null
Kan mevrouw de voorzitter uitleggen waarom dit zo is?
1
SoD-Noun2
4.185a
1
null
Kunnen de professoren Chomsky en Kayne even komen?
0
SoD-Noun2
4.185b
0
*?
Professoren Chomsky en Kayne, kunt u even komen?
0
SoD-Noun2
4.186a
1
null
Tante Jeanne is ziek.
0
SoD-Noun2
4.186a'
1
null
Mijn zuster Els is ziek.
0
SoD-Noun2
4.186b
0
*
Tante, Jeanne, is ziek.
0
SoD-Noun2
4.186b'
1
null
Mijn zuster, Els, is ziek.
0
SoD-Noun2
4.186c
1
null
Tante Jeanne, bent u boven?
0
SoD-Noun2
4.188a
1
null
Jan kent de familie Jansen.
1
SoD-Noun2
4.188b
1
null
Jan kent de dichteres Vasalis.
1
SoD-Noun2
4.189a
1
null
Jan Wolkers de schrijver is erg geliefd in Nederland.
0
SoD-Noun2
4.189b
1
null
Jan Wolkers, de schrijver, houdt hier vanavond een lezing.
0
SoD-Noun2
4.190a
1
null
Jan kent Paulus de Boskabouter.
1
SoD-Noun2
4.191b
1
null
Het woord boek is een enkelvoudig nomen.
0
SoD-Noun2
4.191c
1
null
In taalkundige artikelen wordt altijd de naam Jan gebruikt.
0
SoD-Noun2
4.192a
1
null
Ik heb een kaartje eerste klasse.
1
SoD-Noun2
4.192b
1
null
Ik heb een retourtje Amsterdam-Den Haag.
1
SoD-Noun2
4.193b
1
null
Dat is de commissie-Van Traa.
1
SoD-Noun2
4.193c
1
null
Dat is de methode-Paardekooper.
1
SoD-Noun2
4.194b
1
null
Jan is de heer des huizes.
1
SoD-Noun2
4.195a
1
null
Hij is een boom van een kerel.
0
SoD-Noun2
4.195c
1
null
Hij is een dijk van een directeur.
0
SoD-Noun2
4.196a
1
null
Marie heeft een schat van een kat.
0
SoD-Noun2
4.197b
1
null
Jan bewonderde de schat van een piraat.
0
SoD-Noun2
4.197b'
1
null
Jan bewonderde een schat van de piraat.
0
SoD-Noun2
4.197b''
1
null
Jan bewonderde de schat van de piraat.
0
SoD-Noun2
4.198b
1
null
Van een piraat bewonderde Jan een schat.
0
SoD-Noun2
4.199a
1
null
Jan heeft een schat van een kat.
1
SoD-Noun2
4.199b
1
null
Jan heeft schatten van katten.
1
SoD-Noun2
4.199c
0
*
Jan heeft een schat van katten.
1
SoD-Noun2
4.200b
1
null
Die katten zijn schatten.
0
SoD-Noun2
4.200c
0
*
Die katten zijn een schat.
0
SoD-Noun2
4.200d
0
*
Die kat is schatten.
0
SoD-Noun2
4.201a
1
null
Die feiten zijn een ramp.
0
SoD-Noun2
4.201b
1
null
Die voetbalvandalen zijn een tuig.
0
SoD-Noun2
4.202a
0
*
De regering is idioten.
0
SoD-Noun2
4.202a
0
*
De regering zijn idioten.
0
SoD-Noun2
4.203a
1
null
Jan en Ruud zijn twee schatten van katten.
0
SoD-Noun2
4.203b
1
null
Jan en Ruud zijn twee schatten.
0
SoD-Noun2
4.204a
1
null
Zij heeft twee schatten van katten.
0
SoD-Noun2
4.204a
1
null
Zij kocht twee schatten van katten.
0
SoD-Noun2
4.204c
1
null
Zij heeft twee katten.
0
SoD-Noun2
4.204c
1
null
Zij kocht twee katten.
0
SoD-Noun2
4.205a'
0
*?
Die ramp van een feiten staat in iedere grammatica.
0
SoD-Noun2
4.206a
1
null
Die schat van een kat is van Jan.
1
SoD-Noun2
4.206b
1
null
Dat vod van een schrift is van Jan.
1
SoD-Noun2
4.206d'
0
*
Die vod van een roman is van Jan.
1
SoD-Noun2
4.207a
1
null
Die schatten van katten is van Jan.
1
SoD-Noun2
4.207b
1
null
Die vodden van schriften is van Jan.
1
SoD-Noun2
4.207c
1
null
Die vodden van romans is van Jan.
1
SoD-Noun2
4.208b'
0
*
Jan groet onze doetje van een filiaalchef.
1
SoD-Noun2
4.209a
0
??
Jan bekeek die schatten van katten en Marie bekeek deze.
0
SoD-Noun2
4.210a
0
*?
Jouw schatten van katten zijn ziek.
0
SoD-Noun2
4.210a
0
*?
Haar schatten van katten zijn ziek.
0
SoD-Noun2
4.210b
1
null
Haar schatten van katten hebben het vlees weer eens gestolen.
0
SoD-Noun2
4.211a
1
null
Ruud is een schat van een kat.
0
SoD-Noun2
4.211c
1
null
Is Ruud geen schat van een kat?
0
SoD-Noun2
4.211d
1
null
Wat een schat van een kat!
0
SoD-Noun2
4.212a
0
*
Dat is een schat van een vriendelijke kat.
1
SoD-Noun2
4.212b
0
??
Dat is een schat van een oude kat.
1
SoD-Noun2
4.212c
1
null
Dat is een schat van een Cyperse kat.
1
SoD-Noun2
4.213a
1
null
Dat is een grote schat van een kat.
1
SoD-Noun2
4.213b
1
null
Dat is een lelijk serpent van een hond.
1
SoD-Noun2
4.214a'
0
*
Zij is een roodharige slagschip van een vrouw.
1
SoD-Noun2
4.215a
1
null
Peter is een boom van een kerel.
1
SoD-Noun2
4.215a
0
*
Jan is een boom daar van een kerel.
1
SoD-Noun2
4.215b
1
null
Jan is een boom van een kerel uit Groningen.
1
SoD-Noun2
4.216a
1
null
Hij is een schat van een kind dat ziek is.
1
SoD-Noun2
4.218a
1
null
Een schatten van een katten dat hij heeft!
0
SoD-Noun2
4.218b
1
null
Een boeken dat hij heeft!
0
SoD-Noun2
4.219a
1
null
Jan ziet die schat van een Marie.
1
SoD-Noun2
4.219b
1
null
Jan ziet dat serpent van een Marie.
1
SoD-Noun2
4.219b
1
null
Jan ziet dat serpent van Marie.
1
SoD-Noun2
4.220a
1
null
Jan ziet die pracht van een Westerkerk.
1
SoD-Noun2
4.220b
1
null
Jan ziet dat monster van een Paleis op de Dam.
1
SoD-Noun2
4.221a
1
null
Jan is een boom van een kerel.
0
SoD-Noun2
4.222a
1
null
Zo'n schat van een kind verdient een lolly.
0
SoD-Noun2
4.222b
1
null
Ik heb een pracht van een vaas gekocht.
0
SoD-Noun2
4.222c
1
null
Jan geeft zo'n schat van een kind graag een kusje.
0
SoD-Noun2
4.222d
1
null
Iedereen heeft respect voor zo'n boom van een vent.
0
SoD-Noun2
4.223a
1
null
Wat voor een boek lees je?
0
SoD-Noun2
4.223a
1
null
Wat voor een boeken lees je?
0
SoD-Noun2
4.223b
1
null
Wat lees je voor een boek?
0
SoD-Noun2
4.224a
1
null
Wat heeft Jan aan boeken gekocht?
0
SoD-Noun2
4.225a
1
null
Wat voor een schoenen heb je gekocht? Blauwe met hoge hakken.
0
SoD-Noun2
4.225b
1
null
Welke schoenen heb je gekocht? Die blauwe met hoge hakken.
0
SoD-Noun2
4.226a'
1
null
Wat voor een boek is dat? Een boek dat ik voor mijn verjaardag heb gekregen.
0
SoD-Noun2
4.226a''
1
null
Wat voor een boek is dat? Een roman.
0
SoD-Noun2
4.226b'
1
null
Welk boek is dat? Het boek dat ik voor mijn verjaardag heb gekregen.
0
SoD-Noun2
4.226b''
1
null
Welk boek is dat? De zondvloed van Jeroen Brouwers.
0
SoD-Noun2
4.227a
1
null
Wat voor boek lees jij?
0
SoD-Noun2
4.227a
1
null
Wat voor een boek lees jij?
0
SoD-Noun2
4.227b
1
null
Wat voor een boeken lees jij?
0
SoD-Noun2
4.227c
1
null
Wat voor koffie drink jij?
0
SoD-Noun2
4.227c
1
null
Wat voor een koffie drink jij?
0
SoD-Noun2
4.227d
1
null
Wat voor iets is dat?
0
SoD-Noun2
4.227d
1
null
Wat voor iemand is dat?
0
SoD-Noun2
4.228
1
null
Wat voor een vrouw en wat voor een man heb jij ontmoet?
0
SoD-Noun2
4.229a
1
null
Wat lees jij voor een boek?
0