Source
stringclasses
9 values
Original ID
stringlengths
1
9
Acceptability
int64
0
1
Original annotation
stringclasses
5 values
Sentence
stringlengths
4
152
Material added
int64
0
1
SoD-Noun2
5.152b
1
null
Ik zag het op de televisie.
0
SoD-Noun2
5.152b
1
null
Ik zag het op televisie.
0
SoD-Noun2
5.152c
1
null
Ik hoorde het op de radio.
0
SoD-Noun2
5.152c
0
*
Ik hoorde het op radio.
0
SoD-Noun2
5.153a
1
null
Wat een boek is dat!
0
SoD-Noun2
5.153a
0
*
Wat boek is dat!
0
SoD-Noun2
5.153b
1
null
Wat een boeken zijn dat!
0
SoD-Noun2
5.153b
0
*
Wat boeken zijn dat!
0
SoD-Noun2
5.154a
1
null
Dat is me toch een boek!
0
SoD-Noun2
5.154a
0
*
Dat is me toch boek!
0
SoD-Noun2
5.154b
1
null
Dat zijn me toch een boeken!
0
SoD-Noun2
5.154b
1
null
Dat zijn me toch boeken!
0
SoD-Noun2
5.156a
1
null
Wat voor boek is dat?
0
SoD-Noun2
5.156b
1
null
Wat voor een boeken zijn dat?
0
SoD-Noun2
5.156b
1
null
Wat voor boeken zijn dat?
0
SoD-Noun2
5.157a
1
null
Jan is een schat van een kind.
0
SoD-Noun2
5.158a
1
null
Dit is dé bank van Nederland.
0
SoD-Noun2
5.158b
1
null
Dit is hèt adres voor al uw inkopen.
0
SoD-Noun2
5.159a
1
null
Dit is hèt concert van het jaar.
0
SoD-Noun2
5.159a'
1
null
Hèt concert van het jaar vond plaats op 13 juli.
0
SoD-Noun2
5.159b'
1
null
Ik heb dé manier om het te doen ontdekt.
0
SoD-Noun2
5.160
1
null
Ik heb Mick Jagger gisteren gezien. — Wat!? Toch niet dé Mick Jagger?
0
SoD-Noun2
5.161b
0
*
Dé zebra is gestreept.
0
SoD-Noun2
5.163
1
null
Dat is je ware!
0
SoD-Noun2
5.164
1
null
Dat is jé van hèt.
0
SoD-Noun2
5.165a
1
null
De benzine kost een euro per liter.
0
SoD-Noun2
5.165a
1
null
De benzine kost een euro de liter.
0
SoD-Noun2
5.165b
1
null
Die meloenen kosten een euro per stuk.
0
SoD-Noun2
5.165b
1
null
Die meloenen kosten een euro het stuk.
0
SoD-Noun2
5.166a
1
null
De kaartjes kosten een euro per man.
0
SoD-Noun2
5.166a
1
null
De kaartjes kosten een euro de man.
0
SoD-Noun2
5.166b
0
*
De kaartjes kosten een euro per vrouw.
0
SoD-Noun2
5.166b
0
*
De kaartjes kosten een euro de vrouw.
0
SoD-Noun2
5.166c
1
null
De kaartjes kosten een euro per persoon.
0
SoD-Noun2
5.166c
0
*
De kaartjes kosten een euro de persoon.
0
SoD-Noun2
5.166d
1
null
De kaartjes kosten een euro per kind.
0
SoD-Noun2
5.166d
0
*
De kaartjes kosten een euro het kind.
0
SoD-Noun2
5.167a
1
null
Een euro de liter kost de benzine.
0
SoD-Noun2
5.167a'
0
*
Een euro kost de benzine de liter.
0
SoD-Noun2
5.167a''
0
*?
De liter kost de benzine een euro.
0
SoD-Noun2
5.167b
1
null
Een euro de man kosten die kaartjes.
0
SoD-Noun2
5.167b'
0
*
Een euro kosten die kaartjes de man.
0
SoD-Noun2
5.168a
1
null
We moeten een euro de man betalen.
0
SoD-Noun2
5.168b
1
null
We moeten de man een euro betalen.
0
SoD-Noun2
5.168b'
1
null
We moeten allemaal een euro betalen.
0
SoD-Noun2
5.168b
1
null
We moeten allen een euro betalen.
0
SoD-Noun2
5.169a
1
null
Om de minuut flitst er een lampje aan.
0
SoD-Noun2
5.169b
1
null
Om de week reist ze naar Genève.
0
SoD-Noun2
5.169b'
1
null
Om de andere week reist ze naar Genève.
0
SoD-Noun2
5.170a
1
null
De conferentie wordt om het jaar gehouden.
0
SoD-Noun2
5.170b
1
null
De vergadering wordt om de twee maanden gehouden.
0
SoD-Noun2
5.171a
1
null
Jan zegt dat hij in de duizend boeken heeft.
0
SoD-Noun2
5.171a'
0
*
Jan zegt dat hij heeft in de duizend boeken.
0
SoD-Noun2
5.171b
1
null
Jan zegt dat hij tegen de duizend boeken heeft.
0
SoD-Noun2
5.171b'
0
*
Jan zegt dat hij heeft tegen de duizend boeken.
0
SoD-Noun2
5.172a
1
null
Jan zegt dat hij ruim duizend boeken heeft.
0
SoD-Noun2
5.172b
1
null
Jan zegt dat hij bijna duizend boeken heeft.
0
SoD-Noun2
5.174b
1
null
Er liggen tegen de duizend flessen wijn.
0
SoD-Noun2
5.175a
1
null
Hij heeft er in de duizend.
0
SoD-Noun2
5.175b
1
null
Hij heeft er tegen de duizend.
0
SoD-Noun2
5.176a
1
null
Jan heeft in de duizend boeken.
0
SoD-Noun2
5.176b
1
null
Jan heeft ruim duizend boeken.
0
SoD-Noun2
5.178a
1
null
Kinderen beneden de drie reizen gratis.
0
SoD-Noun2
5.178a
1
null
Kinderen beneden de drie jaar reizen gratis.
0
SoD-Noun2
5.178b
1
null
Je bent rond de zestig als je onder de zeventig maar boven de vijftig bent.
0
SoD-Noun2
5.178d
1
null
Hij was binnen de tien minuten hier.
0
SoD-Noun2
5.178e
1
null
Het duurt rond en nabij de tien minuten.
0
SoD-Noun2
5.178f
1
null
Deze boeken kosten tussen de vijf en tien euro.
0
SoD-Noun2
5.179b
1
null
Deze monitoren zijn verkrijgbaar voor ruim onder de honderd euro.
0
SoD-Noun2
5.180a
1
null
De schade loopt in de duizend euro’s.
0
SoD-Noun2
5.180a'
0
*
De schade loopt meer dan de duizend euro’s.
0
SoD-Noun2
5.180b
1
null
De schade beloopt meer dan duizend euro’s.
0
SoD-Noun2
5.180b'
0
*
De schade beloopt in de duizend euro’s.
0
SoD-Noun2
5.182a
1
null
Hij loopt tegen de dertig.
0
SoD-Noun2
5.182b
1
null
Hij is in de dertig.
0
SoD-Noun2
5.182c
1
null
Hij is de dertig al gepasseerd.
0
SoD-Noun2
5.183b
1
null
Hij heeft zo’n tachtig boeken.
0
SoD-Noun2
5.184a
1
null
Hij heeft een boek of tachtig.
0
SoD-Noun2
5.184b
0
??
Hij heeft zo’n boek of tachtig.
0
SoD-Noun2
5.185a
1
null
Jan brak zijn been.
0
SoD-Noun2
5.185b
0
*
Jan brak het been.
0
SoD-Noun2
5.185c
0
*
Jan brak zich het been.
0
SoD-Noun2
5.185c'
0
*
Jan brak Marie het been.
0
SoD-Noun2
5.186a
1
null
Marie heeft Jan het kind in zijn armen geduwd.
0
SoD-Noun2
5.186b
0
*
Marie heeft Jan het kind geduwd in zijn armen.
0
SoD-Noun2
5.186b
0
*
Marie heeft Jan het kind geduwd in de armen.
0
SoD-Noun2
5.187a
1
null
Marie heeft Jan de boeken in de armen geduwd.
0
SoD-Noun2
5.187b
1
null
De boeken werden Jan in de armen geduwd.
0
SoD-Noun2
5.187c
1
null
Jan kreeg de boeken in de armen geduwd.
0
SoD-Noun2
5.188a
1
null
Marie gaf Jan het kind in de armen.
0
SoD-Noun2
5.188b
0
*
Jan kreeg het kind in de armen gegeven.
0
SoD-Noun2
5.188b'
1
null
Jan kreeg het kind in de armen.
0
SoD-Noun2
5.189b
1
null
Hij had een hoed op zijn hoofd.
0
SoD-Noun2
5.189c
1
null
Hij had geen sokken aan zijn voeten.
0
SoD-Noun2
5.190a
1
null
Jan neemt de boeken.
0
SoD-Noun2
5.190b
1
null
Jan houdt de boeken.
0
SoD-Noun2
5.190a'
0
*
De boeken worden genomen.
0
SoD-Noun2
5.190b'
0
*
De boeken worden gehouden.
0
SoD-Noun2
5.191a
1
null
Jan neemt het kind in de armen.
0
SoD-Noun2
5.191b
1
null
Jan houdt het kind in de armen.
0