text
stringlengths 4
152
| label
stringclasses 2
values |
---|---|
Ik ontmoette d’r gisteren nog. | correct |
Hoe komt het dat jij zo plotseling erg klein bent? | incorrect |
Jan beledigde Marie en hij deed dat opzettelijk. | correct |
Het schijnt dat Jan het boek al moeilijk genoeg is. | correct |
Jan zit voor haar. | correct |
Om te wonen is het in Amsterdam gezellig. | incorrect |
Wat is voor een boek de kinderen gisteren voorgelezen? | incorrect |
Geef morgen op, dat boek! | incorrect |
Het mij amuseren door hem was de bedoeling. | correct |
Op welk boek zitten we nog te wachten? | correct |
De organisator van het toernooi was erg in zijn nopjes. | correct |
Het is vervelend dat Jan ziek is en dat Els afwezig is. | correct |
Ze vertelde dat Els met elkaar discussieert, en Marie. | incorrect |
Wat worden de boeken voor een meisje aangeboden? | incorrect |
Jan zit op dit moment op het nieuwe kantoor. | correct |
In 1642 woonden er waarschijnlijk veel Maori's in Nieuw Zeeland. | correct |
Weet Jan wanneer Els vertrekt? | correct |
Wie heeft waar recht op? | correct |
Hij zei dat Marie Jan weg heeft gestuurd. | correct |
Jan heeft naar Groningen gewandeld niet gefietst. | correct |
Jan heeft niet onthuld dat Els gaat emigreren. | correct |
Hij las Jan en Peters aanbeveling van Jan voor de baan. | correct |
De soep is voor mij veel te zout. | correct |
Nederlanders zijn onverdraagzaam. | correct |
Dat was voordat Tasman Nieuw Zeeland ontdekte. | correct |
Jan schoot de bal ver links van het doel. | incorrect |
Wat beschikt hij over een hoop boeken! | correct |
Ik denk vaak aan het Rotterdam van mijn jeugd. | correct |
Ik leg de dozen rechts van elkaar. | incorrect |
Els heeft de hele dag over het probleem lopen piekeren. | correct |
Jan ziet Peters behandeling. | correct |
De toeschouwers zijn het meest geïnteresseerd voor zijn verhaal. | incorrect |
Marie probeerde om gelachen te worden. | incorrect |
Vele boeken van Reve, ik heb ze gelezen. | incorrect |
Er zitten enkel jongens in de klas. | correct |
Dit boek is verkrijgbaar via de uitgever of de boekwinkel. | correct |
Ik denk dat 't waarschijnlijk zelfs Jan niet gelezen heeft. | incorrect |
Het orkest staat onder bezielende leiding van Frans Brüggen. | incorrect |
Jan is Peter om een koekje gevraagd. | incorrect |
Jan leest een boek van mij. | correct |
Had je je spullen maar op geruimd. | incorrect |
Ze beiden zijn erg slim. | incorrect |
Ik bekeek Jans foto van zichzelf. | correct |
In het glas zat een water. | incorrect |
Jan woont halverwege Groningen en Zuid-Laren. | correct |
Hij probeert te paard rijden. | incorrect |
Naar het blijkt gaan ze naar de dierentuin. | correct |
Wàt heb jij een áárdige vader! | correct |
Jan zegt dat Els ziek is maar Peter dat ze op verlof is. | correct |
Jan schreef de antwoorden over. | correct |
Dat hij dat niet wil! | correct |
Peter verbaasde zich over de sterkte van zijn tegenstander. | correct |
Er ligt veel vuil en troep op de grond. | correct |
Tussen welke bomen reed Jan door? | correct |
Wij hoorden dat Peter weet wanneer Marie komt. | correct |
Mijn huis moest verleden week instorten, maar het is niet gebeurd. | correct |
Er lacht gemakkelijk. | incorrect |
Deze kaas is typisch Nederlands. | correct |
Hij is een vermeendere dader dan hem. | incorrect |
Zijn ouders daar werden op gerekend. | incorrect |
Tasman heeft de Maoris proberen kralen te geven. | incorrect |
Hij moest de eerste prijs hebben gewonnen. | correct |
Jan is intelligent om die opdracht aan te kunnen. | incorrect |
Juist vanwege de sneeuw wil ik wandelen. | correct |
De zoetigheid van dat spul is opmerkelijk. | correct |
Hij heeft aan ze allemaal zijn fiat gegeven. | incorrect |
Marie kocht de film dus Jan het boek. | incorrect |
Jan kocht deze vaas uit China en Peter die uit Chili. | correct |
Een leeuw jaagt 's nachts op zijn prooi. | correct |
Tasman heeft geprobeerd om het Zuidland te vinden. | correct |
De tranen sprongen Peter in de ogen. | correct |
Jan scheen een goede vriend. | correct |
Hij stak haar met een schroevendraaier of zo. | correct |
Ik neem de metro. | correct |
Jan schaatst de Elfstedentocht. | correct |
Jan geeft het boek terug aan Marie. | correct |
De hond blafte de postbode na. | correct |
Dat is een vak waar Jan erg voor geschikt is. | correct |
Van welke jongen heb jij Rembrandts portret gezien. | incorrect |
De stijging van de prijzen veroorzaakte paniek. | correct |
Welk boek heeft Jan op gewacht. | incorrect |
Achter het huis liep Jan om. | incorrect |
Jan heeft zeventienhonderd boeken. | correct |
De grond beviel met kralen. | incorrect |
Marie heeft het boek over het ruimtevaart gelezen. | correct |
Het kraakpand dreigde gesloopt te worden. | correct |
Zichzelf die respecteert hij niet. | incorrect |
De directeur hoopt erop dat hij een grote bonus krijgt. | incorrect |
De man is ziek. | correct |
Wij vinden Jan erg kwetsend. | incorrect |
Dat ik er op niet langer wacht dat het vuurwerk wordt afgestoken. | incorrect |
Jan zag Peter vertrekken. | correct |
Er lopen genoeg op straat. | incorrect |
Jan verschafte Peter een alibi. | correct |
Hij zei dat Marie Jan waarschijnlijk dood slaat. | correct |
Ik denk dat ik wel toe ben aan een borrel. | correct |
Hij is een veroordelaar van dieven tot gevangenisstraf. | incorrect |
Aardige jongens, dat zijn Jan en Peter. | correct |
Met hun in het doel kunnen we niet verliezen. | correct |
Dat is het algemener bestuur. | incorrect |