text
stringlengths 4
152
| label
stringclasses 2
values |
---|---|
Het door artsen pati毛nten laten behandelen is erg verstandig. | correct |
Dat is Peter duur gekomen te staan. | incorrect |
Jan is ziek en Marie gaat op vakantie. | correct |
Een altijd man is hij. | incorrect |
Ik heb gisteren geprobeerd die jongen te ontmoeten. | correct |
Dat boek amuseerde mij zeer. | correct |
Wij vernamen dat er besloten werd dat hij het boek zou kopen. | correct |
Dat is een erg verliefde op zijn vrouw man. | incorrect |
De hond legde het bot naast zichzelf. | incorrect |
We zullen het streng straffen wie dit gedaan heeft. | incorrect |
Het boek belooft om een succes te worden. | incorrect |
Deze oplossing is voorlopig. | correct |
Het hem spijten van zijn laffe gedrag is niet oprecht. | correct |
Hij ziet dat Marie graag wil piano spelen. | correct |
Er schijnt gezocht te worden. | correct |
Wij hoorden dat Marie moet zijn snel vertrokken. | incorrect |
Jan zeurde en zeurde tot hij zijn zin kreeg. | correct |
Dat is de vrijgekomen post waarnemend burgemeester. | incorrect |
Deze onderwerpen zij veel over gesproken. | incorrect |
Deze wijn is altijd goed bij dit gerecht gepast. | incorrect |
We hoorden dat Jan het boek op de tafel neer legde. | correct |
De band is weg gedreven. | correct |
We hebben een film over Nixon gezien. | correct |
Jan schonk een borrel voor Marie in. | correct |
Ik zie 鈥檙 morgen. | correct |
Els laat Jan dat televisieprogramma waarderen. | incorrect |
Ik beschouwde hem als heel knap altijd al. | incorrect |
Dat is de voortdurend over het resultaat tevreden jongen. | incorrect |
Dat is een volkomen gezellige tafel. | incorrect |
Jan heeft zijn eerste boek over WO II geschreven. | correct |
Jan beduwt de berg met de auto's. | incorrect |
Er werd voorgesteld om het samen te doen. | correct |
Je ziet dat Jan daar de lakens op legt. | correct |
Je kan rekenen op mijn hulp. | correct |
We vergaderen met als voorzitter Jan. | incorrect |
Hij zat al deze dagen niks te doen. | incorrect |
De ring is gemaakt van goud. | correct |
De directeurs kregen aangeboden. | incorrect |
Jan leest allebei haar boeken. | incorrect |
Marie geeft altijd van die grappige voorbeelden. | correct |
De winkel is waarschijnlijk vanwege Pasen gesloten. | correct |
Piet rookt. | correct |
Zo鈥檔 dergelijke tekening heb ik van Rembrandt gezien. | correct |
Half het dorp werd leeggeroofd. | incorrect |
In 1642 heeft Tasman Nieuw Zeeland ontdekt. | correct |
Dat is die geen steden. | incorrect |
Dat is het recht van iemand. | correct |
Deze oplossing is tijdelijk. | correct |
Heel erg ziek is Jan niet. | correct |
Ze hebben daar van dat lekkere bier. | correct |
Alle atleten, die iets met de zaak te maken konden. | incorrect |
Jan hoopt in L.A. te leven en in Amsterdam sterven. | incorrect |
Waar moest hij nu na weg: het 1e of het 2e bedrijf? | incorrect |
Jan reed over de brug heen. | correct |
Praten is vermoeiend. | correct |
De behandeling van de pati毛nten door de arts kostte veel tijd. | correct |
Els onderzoekt wie het boek gestolen heeft. | correct |
Het probleem is mij helder. | correct |
De vloer is gebedekt. | incorrect |
Ik weet dat Jan het artikel leest en ik denk Marie het boek. | correct |
Het is een feit dat Jan meer op vlees gesteld is dan Peter. | correct |
De man die ik gisteren ontmoet heb is vertrokken. | correct |
Deze stoel is lui. | incorrect |
Jans voorsteller aan Marie zei gedag. | incorrect |
Wie wil wie een boek geven? | correct |
Jan houdt van zeilen. | correct |
De huizen stonden twee kilometer rond de stad. | correct |
Deze stoel zit lekker. | correct |
Het verkrijgen van steun hangt af van een gunstig rapport. | correct |
Op zijn vader trots is Jan altijd al geweest. | incorrect |
Zowel Jan gaat naar Marie als Els naar Peter. | incorrect |
Hoe zeer waren de Maoris belust op wraak? | correct |
Jan zei het verhaal. | incorrect |
Jan rekende de hele dag op een compliment. | incorrect |
Jan liep gedeeltelijk het veld over. | incorrect |
Jan moet het hek verven van zijn vader. | correct |
Marie bleek getrouwd met Jan. | correct |
De antwoorden zowel van Marie als de antwoorden van Jan zijn fout. | incorrect |
Jan werkt op kantoor. | correct |
Jan rekent erop binnenkort te mogen vertrekken. | correct |
Dat is niet allesbehalve van behulpzaam. | incorrect |
Jan is ziekelijk. | correct |
Jan heeft vierentachtighonderd boeken. | correct |
Er hing een poster van Jane Avril van Toulouse-Lautrec. | incorrect |
Marie is eerder mooi dan gevaarlijk. | correct |
De gelegenheid beloofde Jan een mooi cadeau. | incorrect |
Els zou vandaag wandelen. | correct |
Hij komt de dag weer thuis. | incorrect |
Het is na lang geregend te hebben weer droog weer. | correct |
Wat je ook doet, helpt het toch niet. | incorrect |
Ik denk dat Jan tijdens de pauze dacht aan zijn vader. | correct |
Jan zag de consequenties niet meer over. | incorrect |
Uit China wil ik deze twee vazen kopen. | incorrect |