text
stringlengths 4
152
| label
stringclasses 2
values |
---|---|
Jan ziet vriendelijk. | incorrect |
Jan ligt boven me. | incorrect |
Dat is een versterker van geluid. | correct |
Jan is erg dik voor die broek. | correct |
De maaltijd is goed bevallend. | incorrect |
Hij herinnert zich van na ontslagen te zijn. | incorrect |
Het blijkt dat zijn fiets al jarenlang is gestolen. | incorrect |
Dat is het zeer algemeen bestuur. | incorrect |
Ik hoorde dat Marie op zag. | incorrect |
Hoe lang kostte het je maaltijd op te eten? | correct |
Ik was me bewust van dat probleem. | correct |
De ober komt zo. | correct |
Zodra zij Peter gezien had, liep ze weg. | correct |
Ik heb dat benauwd. | incorrect |
De stenen liggen tot de heg. | correct |
Iedereen is vreselijk bang voor honden, maar ik ben het het meest erg. | incorrect |
Jan is streng maar vriendelijk. | correct |
Zijn houding boog hem neer. | incorrect |
Ik antwoordde snel van ja. | correct |
Deze sommen maken is lastiger dan de afwas doen. | correct |
Deze trein rijdt verder als intercity naar Groningen en zal alleen stoppen te Assen. | correct |
Die auto was goedkoop goed. | incorrect |
Ik denk dat ik op vrijdag waarschijnlijk om drie uur langs kom. | correct |
Dat lijkt me wel. | correct |
Jan probeert een boek te lezen en Els een gedicht. | correct |
Wie denk je dat dit boek morgen zal kopen? | correct |
Ik denk dat niet alleen Jan maar Marie aanwezig is. | incorrect |
Het schijnt dat het boek Jan al moeilijk is. | incorrect |
Die meloenen kosten een euro per stuk. | correct |
Tasman ontdekte Tasmanië en Cook de Cook-eilanden. | correct |
Op de foto stond een beetje regering. | incorrect |
Kees vindt Jan een probleem voor zich. | incorrect |
Jan is zijn eigen arts. | correct |
Er werd hun betrokken bij de workshop. | incorrect |
Jan is niet boos. | correct |
Wat hebben voor een meisjes voor een jongens gekust? | incorrect |
Van kinds wilde hij al schilder worden. | incorrect |
Ik ben hele lente in de Verenigde Staten. | incorrect |
Ik heb naar een lezing van Chomsky geluisterd. | correct |
Zijn verzamelen van postzegels is een onschuldig tijdverdrijf. | correct |
Er ligt een kilo van deze appels op tafel. | correct |
Jan zal je paper lezen. Misschien heeft hij het al gedaan. | correct |
Wàt de áárdige vader! | incorrect |
Jan was moe dus hij ging maar vroeg naar huis. | correct |
Ik vind Els goed dansen en zingen, maar hij niet. | correct |
Deze boel boeken liggen daar. | incorrect |
De atleet bereikte de finish eerder doder dan levend. | incorrect |
Die mensen allebei heb ik gisteren uitgenodigd. | incorrect |
Over welk onderwerp heb jij een boek van Huizinga vertaald? | incorrect |
Die soort vogels zijn moeilijk te observeren. | incorrect |
Ja, en vandaag een ring naar Jan. | correct |
De weg loopt om het meer door. | incorrect |
Die plant is helemaal dood. | correct |
Gisteren heb niet Jan maar ik geklaagd. | incorrect |
Ik lees allebei Jans boeken. | incorrect |
Jan is vertegenwoordiger. | correct |
Peter heeft zowel Jan als Els ontmoet. | correct |
Kijk wàt Jan bóós weg loopt! | incorrect |
Zijn bezitter en iedere hond wordt gecontroleerd. | incorrect |
Jan woont in al Limburg. | incorrect |
Caesars verwoesting van de steden eiste vele slachtoffers. | correct |
Jan haalt de naald een klein stukje uit het speldenkussen. | correct |
Ik zag dat Jan nauwelijks naar haar keek. | correct |
Welk boek dat hij gekocht had heeft Jan gelezen? | correct |
Ik doe alles met de bus. | correct |
Deze pen kost twee knaak. | incorrect |
Recht achter de zuil staat een klein beeldje. | correct |
Een echte heer stond nu op. | correct |
Jan heeft ermee zorgvuldig het gat gevuld. | incorrect |
Ik heb een boek van Jan vertaald van Huizinga. | incorrect |
Welk meisje heb jij gisteren bezocht. | incorrect |
Ik weet dat Jan er al een tijdje mee worstelt. | correct |
Ik denk dat Jan maar ook Marie aanwezig is. | correct |
Ik wil met je praten dus kom! | correct |
Dat zijn de vele problemen. | correct |
Haar ideeën vinden leuk is opmerkelijk. | incorrect |
De studenten moeten een opstel schrijven. | correct |
Dit is de roman die dat Jan gelezen heeft. | incorrect |
Tasman heeft het Zuidland geprobeerd te vinden. | correct |
Jan weet het wanneer Els vertrekt. | correct |
Jan arriveert het boek. | incorrect |
Jan en Marie gaan naar school. | correct |
Wat denk je dat Els geleend heeft? | correct |
Jan gaat nu ziek waarschijnlijk humeurig naar kantoor. | incorrect |
Deze kleur bloemen is erg mooi. | correct |
Het is waarschijnlijk zo dat Jan drie keer belt. | correct |
Zij zijn de twee even intelligente vrouwen als Marie. | incorrect |
Marie vinden onaardig komt voort uit jaloezie. | incorrect |
Echte heren zijn hoffelijk. | correct |
Met wie heeft ze gisteren gedanst? Met Peter. | correct |
Jan zal 'r en Els zal hem helpen. | incorrect |
Behulpzaam, zijn dat aardige jongens? | incorrect |
Ik zag een vorm. | incorrect |
Ik denk dat ik morgen toch langs ga. | correct |
Er ligt twee reep chocola op tafel. | incorrect |
Jan is dat hij aardig is. | incorrect |
Jan is verreweg het best. | correct |
Dat is me toch een boek! | correct |
Hij vertelde dat die meisjes hem direct zijn opgevallen. | correct |
“Peter”, dat zei Marie, “zal het boek morgen brengen”. | incorrect |