premise
stringlengths
9
414
hypothesis
stringlengths
1
323
label
class label
3 classes
Een persoon op een paard springt over een kapot vliegtuig.
Een persoon traint zijn paard voor een wedstrijd.
1neutral
Een persoon op een paard springt over een kapot vliegtuig.
Een persoon is in een restaurant, en bestelt een omelet.
2contradiction
Een persoon op een paard springt over een kapot vliegtuig.
Een persoon is buiten, op een paard.
0entailment
Kinderen glimlachen en zwaaien naar de camera
Ze glimlachen naar hun ouders
1neutral
Kinderen glimlachen en zwaaien naar de camera
Er zijn kinderen aanwezig
0entailment
Kinderen glimlachen en zwaaien naar de camera
De kinderen fronsen
2contradiction
Een jongen springt op zijn skateboard in het midden van een rode brug.
De jongen schaatst over de stoep.
2contradiction
Een jongen springt op zijn skateboard in het midden van een rode brug.
De jongen doet een skateboard truc.
0entailment
Een jongen springt op zijn skateboard in het midden van een rode brug.
De jongen draagt een veiligheidsuitrusting.
1neutral
Een oudere man zit met zijn sinaasappelsap aan een tafeltje in een koffiehuis terwijl werknemers in felgekleurde overhemden op de achtergrond glimlachen.
Een oudere man drinkt zijn sap terwijl hij wacht tot zijn dochter klaar is met werken.
1neutral
Een oudere man zit met zijn sinaasappelsap aan een tafeltje in een koffiehuis terwijl werknemers in felgekleurde overhemden op de achtergrond glimlachen.
Een jongen draait een hamburger om.
2contradiction
Een oudere man zit met zijn sinaasappelsap aan een tafeltje in een koffiehuis terwijl werknemers in felgekleurde overhemden op de achtergrond glimlachen.
Een oudere man zit in een kleine winkel.
1neutral
Twee blonde vrouwen omhelzen elkaar.
Sommige vrouwen knuffelen op vakantie.
1neutral
Twee blonde vrouwen omhelzen elkaar.
De vrouwen slapen.
2contradiction
Twee blonde vrouwen omhelzen elkaar.
Er zijn vrouwen die affectie tonen.
0entailment
Een paar mensen in een restaurant, een van hen drinkt sinaasappelsap.
De mensen eten omeletten.
1neutral
Een paar mensen in een restaurant, een van hen drinkt sinaasappelsap.
De mensen zitten aan bureaus op school.
2contradiction
Een paar mensen in een restaurant, een van hen drinkt sinaasappelsap.
De eters zijn in een restaurant.
0entailment
Een oudere man drinkt sinaasappelsap in een restaurant.
Een man drinkt sap.
0entailment
Een oudere man drinkt sinaasappelsap in een restaurant.
Twee vrouwen zitten in een restaurant wijn te drinken.
2contradiction
Een oudere man drinkt sinaasappelsap in een restaurant.
Een man in een restaurant wacht op de komst van zijn maaltijd.
1neutral
Een man met blond haar en een bruin shirt drinkt uit een openbare fontein.
Een blonde man krijgt een slok water uit een fontein in het park.
1neutral
Een man met blond haar en een bruin shirt drinkt uit een openbare fontein.
Een blonde man met een bruin shirt leest een boek op een bankje in het park
2contradiction
Een man met blond haar en een bruin shirt drinkt uit een openbare fontein.
Een blonde man drinkt water uit een fontein.
0entailment
Twee vrouwen die net geluncht hebben omhelzen elkaar en nemen afscheid.
De vrienden kijken elkaar boos aan over een volle eettafel.
2contradiction
Twee vrouwen die net geluncht hebben omhelzen elkaar en nemen afscheid.
Er staan twee vrouwen op deze foto.
0entailment
Twee vrouwen die net geluncht hebben omhelzen elkaar en nemen afscheid.
De vrienden hebben elkaar voor het eerst in 20 jaar ontmoet, en hebben een leuke tijd gehad om bij te praten.
1neutral
Twee vrouwen, met voedselcontainers in de hand, omhelzen elkaar.
De twee zussen zagen elkaar aan de overkant van het restaurant en omhelsden elkaar, allebei met hun hondentasjes in de hand.
1neutral
Twee vrouwen, met voedselcontainers in de hand, omhelzen elkaar.
Twee groepen van rivaliserende bendeleden hebben elkaar afgewezen.
2contradiction
Twee vrouwen, met voedselcontainers in de hand, omhelzen elkaar.
Twee vrouwen omhelzen elkaar.
0entailment
Een Little League team probeert tijdens een middagwedstrijd een loper te vangen die naar een honk glijdt.
Een team probeert de wedstrijden winnend af te sluiten.
1neutral
Een Little League team probeert tijdens een middagwedstrijd een loper te vangen die naar een honk glijdt.
Een team probeert een loper uit te spelen.
0entailment
Een Little League team probeert tijdens een middagwedstrijd een loper te vangen die naar een honk glijdt.
Een team speelt honkbal op Saturnus.
2contradiction
De school houdt een speciaal evenement om de Amerikaanse cultuur te laten zien hoe men met andere culturen omgaat op feesten.
Een school organiseert een basketbalwedstrijd.
2contradiction
De school houdt een speciaal evenement om de Amerikaanse cultuur te laten zien hoe men met andere culturen omgaat op feesten.
Een middelbare school organiseert een evenement.
1neutral
De school houdt een speciaal evenement om de Amerikaanse cultuur te laten zien hoe men met andere culturen omgaat op feesten.
Een school organiseert een evenement.
0entailment
Dames uit de modewereld wachten buiten een tram naast een menigte mensen in de stad.
Het kan de vrouwen niet schelen wat voor kleren ze dragen.
2contradiction
Dames uit de modewereld wachten buiten een tram naast een menigte mensen in de stad.
Vrouwen wachten bij een tram.
0entailment
Dames uit de modewereld wachten buiten een tram naast een menigte mensen in de stad.
De vrouwen hebben graag een goed gevoel voor mode.
1neutral
Een man, een vrouw en een kind genieten op een strand.
Een kind met mama en papa, op zomervakantie aan het strand.
1neutral
Een man, een vrouw en een kind genieten op een strand.
Een familie van drie is op het strand.
0entailment
Een man, een vrouw en een kind genieten op een strand.
Een gezin van drie is in het winkelcentrum aan het winkelen.
2contradiction
Mensen die wachten om op een trein te stappen of juist uitstappen.
De mensen die op de trein wachten zitten.
1neutral
Mensen die wachten om op een trein te stappen of juist uitstappen.
Er zijn mensen die net op een trein stappen
0entailment
Mensen die wachten om op een trein te stappen of juist uitstappen.
Er staan mensen op een trein te wachten.
0entailment
Een koppel speelt met een kleine jongen op het strand.
Een koppel speelt buiten met een jong kind.
0entailment
Een koppel speelt met een kleine jongen op het strand.
Een koppel speelt frisbee met een jong kind op het strand.
1neutral
Een koppel speelt met een kleine jongen op het strand.
Een koppel kijkt naar een klein meisje dat alleen op het strand speelt.
2contradiction
Een echtpaar speelt in het getij met hun jonge zoon.
De familie zit te eten.
2contradiction
Een echtpaar speelt in het getij met hun jonge zoon.
De familie is buiten.
0entailment
Een echtpaar speelt in het getij met hun jonge zoon.
De familie is op vakantie.
1neutral
Een man en een vrouw steken de straat over voor een pizza- en gyrorestaurant.
De mensen staan stil op de stoep.
2contradiction
Een man en een vrouw steken de straat over voor een pizza- en gyrorestaurant.
Vlakbij een paar restaurants, lopen twee mensen over straat.
0entailment
Een man en een vrouw steken de straat over voor een pizza- en gyrorestaurant.
Het koppel loopt samen over straat.
1neutral
Een vrouw in een groene jas met capuchon over haar hoofd kijkt naar een vallei.
De vrouw is naakt.
2contradiction
Een vrouw in een groene jas met capuchon over haar hoofd kijkt naar een vallei.
De vrouw is koud.
1neutral
Een vrouw in een groene jas met capuchon over haar hoofd kijkt naar een vallei.
De vrouw draagt groen.
0entailment
Vrouw in het wit op de voorgrond en een man iets daarachter lopend met een bord voor John's Pizza en Gyro op de achtergrond.
De man met het bord is Kaukasisch.
1neutral
Vrouw in het wit op de voorgrond en een man iets daarachter lopend met een bord voor John's Pizza en Gyro op de achtergrond.
Ze protesteren buiten de hoofdstad.
2contradiction
Vrouw in het wit op de voorgrond en een man iets daarachter lopend met een bord voor John's Pizza en Gyro op de achtergrond.
Een vrouw in het wit.
0entailment
Vrouw in het wit op de voorgrond en een man iets daarachter lopend met een bord voor John's Pizza en Gyro op de achtergrond.
Een man maakt reclame voor een restaurant.
0entailment
Vrouw in het wit op de voorgrond en een man iets daarachter lopend met een bord voor John's Pizza en Gyro op de achtergrond.
De vrouw draagt zwart.
2contradiction
Vrouw in het wit op de voorgrond en een man iets daarachter lopend met een bord voor John's Pizza en Gyro op de achtergrond.
Een man en een vrouw lopen door een drukke stadsstraat.
1neutral
Vrouw in het wit op de voorgrond en een man iets daarachter lopend met een bord voor John's Pizza en Gyro op de achtergrond.
De vrouw draagt wit.
0entailment
Vrouw in het wit op de voorgrond en een man iets daarachter lopend met een bord voor John's Pizza en Gyro op de achtergrond.
Ze werken voor John's Pizza.
1neutral
Vrouw in het wit op de voorgrond en een man iets daarachter lopend met een bord voor John's Pizza en Gyro op de achtergrond.
Olympisch zwemmen.
2contradiction
Vrouw in het wit op de voorgrond en een man iets daarachter lopend met een bord voor John's Pizza en Gyro op de achtergrond.
Een man en een vrouw eten samen bij John's Pizza en Gyro.
2contradiction
Vrouw in het wit op de voorgrond en een man iets daarachter lopend met een bord voor John's Pizza en Gyro op de achtergrond.
Ze lopen met een bord.
0entailment
Vrouw in het wit op de voorgrond en een man iets daarachter lopend met een bord voor John's Pizza en Gyro op de achtergrond.
De vrouw wacht op een vriend.
1neutral
Vrouw in het wit op de voorgrond en een man iets daarachter lopend met een bord voor John's Pizza en Gyro op de achtergrond.
De man zit terwijl hij een bord voor John's Pizza en Gyro in zijn armen heeft.
2contradiction
Vrouw in het wit op de voorgrond en een man iets daarachter lopend met een bord voor John's Pizza en Gyro op de achtergrond.
De vrouw en de man zijn buiten.
0entailment
Vrouw in het wit op de voorgrond en een man iets daarachter lopend met een bord voor John's Pizza en Gyro op de achtergrond.
Een vrouw die pizza bestelt.
1neutral
Twee volwassenen, een vrouw in het wit, met zonnebril en een man, grijze kleding, lopen over een straat, weg van een eetgelegenheid met op de voorgrond een wazig beeld van een donkergekleurd persoon met rood shirt.
De mensen zijn verwant.
1neutral
Twee volwassenen, een vrouw in het wit, met zonnebril en een man, grijze kleding, lopen over een straat, weg van een eetgelegenheid met op de voorgrond een wazig beeld van een donkergekleurd persoon met rood shirt.
Twee volwassenen rennen de straat over om te ontsnappen aan een roodhemd die hen achtervolgt.
2contradiction
Twee volwassenen, een vrouw in het wit, met zonnebril en een man, grijze kleding, lopen over een straat, weg van een eetgelegenheid met op de voorgrond een wazig beeld van een donkergekleurd persoon met rood shirt.
De volwassenen zijn zowel mannetjes als vrouwtjes.
0entailment
Twee volwassenen, een vrouw in het wit, met zonnebril en een man, grijze kleding, lopen over een straat, weg van een eetgelegenheid met op de voorgrond een wazig beeld van een donkergekleurd persoon met rood shirt.
Twee mensen lopen naar huis na een smakelijke biefstukmaaltijd.
1neutral
Twee volwassenen, een vrouw in het wit, met zonnebril en een man, grijze kleding, lopen over een straat, weg van een eetgelegenheid met op de voorgrond een wazig beeld van een donkergekleurd persoon met rood shirt.
Twee volwassenen zwemmen in water
2contradiction
Twee volwassenen, een vrouw in het wit, met zonnebril en een man, grijze kleding, lopen over een straat, weg van een eetgelegenheid met op de voorgrond een wazig beeld van een donkergekleurd persoon met rood shirt.
Twee volwassenen lopen over een straat.
0entailment
Twee volwassenen, een vrouw in het wit, met zonnebril en een man, grijze kleding, lopen over een straat, weg van een eetgelegenheid met op de voorgrond een wazig beeld van een donkergekleurd persoon met rood shirt.
Twee mensen rijden met de fiets een tunnel in.
2contradiction
Twee volwassenen, een vrouw in het wit, met zonnebril en een man, grijze kleding, lopen over een straat, weg van een eetgelegenheid met op de voorgrond een wazig beeld van een donkergekleurd persoon met rood shirt.
Twee mensen lopen weg van een restaurant aan de overkant van een straat.
0entailment
Twee volwassenen, een vrouw in het wit, met zonnebril en een man, grijze kleding, lopen over een straat, weg van een eetgelegenheid met op de voorgrond een wazig beeld van een donkergekleurd persoon met rood shirt.
Twee volwassenen lopen over een weg bij de veroordeelde gevangene gekleed in het rood
1neutral
Twee volwassenen, een vrouw in het wit, met zonnebril en een man, grijze kleding, lopen over een straat, weg van een eetgelegenheid met op de voorgrond een wazig beeld van een donkergekleurd persoon met rood shirt.
Twee vrienden steken een straat over.
1neutral
Twee volwassenen, een vrouw in het wit, met zonnebril en een man, grijze kleding, lopen over een straat, weg van een eetgelegenheid met op de voorgrond een wazig beeld van een donkergekleurd persoon met rood shirt.
Sommige mensen stappen op een trein.
2contradiction
Twee volwassenen, een vrouw in het wit, met zonnebril en een man, grijze kleding, lopen over een straat, weg van een eetgelegenheid met op de voorgrond een wazig beeld van een donkergekleurd persoon met rood shirt.
Twee volwassenen lopen over straat.
0entailment
Twee volwassenen, een vrouw in het wit, met zonnebril en een man, grijze kleding, lopen over een straat, weg van een eetgelegenheid met op de voorgrond een wazig beeld van een donkergekleurd persoon met rood shirt.
Twee volwassenen lopen over een weg
0entailment
Twee volwassenen, een vrouw in het wit, met zonnebril en een man, grijze kleding, lopen over een straat, weg van een eetgelegenheid met op de voorgrond een wazig beeld van een donkergekleurd persoon met rood shirt.
Er staan geen vrouwen op de foto.
2contradiction
Twee volwassenen, een vrouw in het wit, met zonnebril en een man, grijze kleding, lopen over een straat, weg van een eetgelegenheid met op de voorgrond een wazig beeld van een donkergekleurd persoon met rood shirt.
Twee volwassenen lopen over straat om weg te komen van een roodhemd die hen achtervolgt.
1neutral
Een vrouw, helemaal in het wit gekleed en etend, loopt naast een man met een aktetas.
Een getrouwd stel slaapt.
2contradiction
Een vrouw, helemaal in het wit gekleed en etend, loopt naast een man met een aktetas.
Een vrouw staat naast een man.
0entailment
Een vrouw, helemaal in het wit gekleed en etend, loopt naast een man met een aktetas.
Een getrouwd stel loopt naast elkaar.
1neutral
Een vrouw loopt over straat en eet een banaan, terwijl een man haar volgt met zijn aktetas.
Niemand heeft eten.
2contradiction
Een vrouw loopt over straat en eet een banaan, terwijl een man haar volgt met zijn aktetas.
Een vrouw eet een banaan en loopt over een straat, en er loopt een man achter haar aan.
0entailment
Een vrouw loopt over straat en eet een banaan, terwijl een man haar volgt met zijn aktetas.
De vrouw en de man spelen samen honkbal.
2contradiction
Een vrouw loopt over straat en eet een banaan, terwijl een man haar volgt met zijn aktetas.
twee collega's kruisen elkaar op straat
1neutral
Een vrouw loopt over straat en eet een banaan, terwijl een man haar volgt met zijn aktetas.
Een vrouw eet een ijsje terwijl ze over de stoep loopt, en er staat een andere vrouw voor haar met een handtas.
2contradiction
Een vrouw loopt over straat en eet een banaan, terwijl een man haar volgt met zijn aktetas.
De aktetas van de man is voor het werk.
1neutral
Een vrouw loopt over straat en eet een banaan, terwijl een man haar volgt met zijn aktetas.
Een persoon die eet.
0entailment
Een vrouw loopt over straat en eet een banaan, terwijl een man haar volgt met zijn aktetas.
Een persoon die honger heeft.
1neutral
Een vrouw loopt over straat en eet een banaan, terwijl een man haar volgt met zijn aktetas.
Een actrice en haar favoriete assistent maken een wandeling in de stad.
1neutral
Een vrouw loopt over straat en eet een banaan, terwijl een man haar volgt met zijn aktetas.
een vrouw die een banaan eet steekt een straat over
0entailment

This is a translated version of SNLI in Dutch. The translation was performed using Google Translate.

Downloads last month
133
Edit dataset card